Plan: | Zaanse Schans e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3752BP-0303 |
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Bij de keuze van bestemmingen is aansluiting gezocht met de SVBP 2008 en het Besluit ruimtelijke ordening.
De regels in dit bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
In het navolgende worden de regels per hoofdstuk toegelicht.
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied.
Dit artikel bevat de definities van de in de regels gebruikte begrippen, waarmee een eenduidige interpretatie van deze begrippen is vastgelegd.
De "wijze van meten" geeft onder meer regels waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden.
De ruimtelijke structuur en het historisch gegroeide bebouwingsbeeld behoren tot de beschermede en karakteristieke waarden van het plangebied. Om deze kenmerkende structuur en beeld in stand te houden is in de planregels een voorschrift opgenomen met betrekking tot de ligging van de naar de weg gekeerde gevels.
Het bestemmingsplan geeft als onderdeel van de bouwregels regels ten aanzien van erf- en terreinafscheidingen. Tot 1 januari 2012 zijn de algemene bepalingen voor vergunningvrij bouwen zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht in het geheel niet van toepassing in gebieden die van rijkswege zijn aangewezen als beschermd dorpsgezicht . Ook na de inwerkingtreding van de verruimde regelgeving in het kader van de Modernisering Monumentenzorg blijft een deel van de erf- en terreinafscheidingen bouwvergunningplichtig.
Er is in de planregeling sprake van een driedeling in een agrarische bestemming (met bescherming van de natuur- en landschapswaarden), een tweetal natuurbestemmingen (met ondergeschikt agrarisch gebruik) en een waterbestemming. Daarbinnen kunnen inrichtingsmaatregelen worden getroffen; met toepassing van een aanlegvergunningenstelsel (onder de Wabo zijnde: een omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) kan daarin worden gestuurd. De desbetreffende bestemmingssvlakken zijn op basis van de ambitiekaart (zie 3.5.3.3.2 Koersdocument Inrichting & Beheer Kalverpolder) op de verbeelding ingetekend.
De bestemming AW-NLW betreft de gronden in de Kalverpolder die behoren tot de open buitenrand. Ze zijn aangewezen voor het behoud en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede voor ondergeschikt recreatief medegebruik. Deze gronden kunnen worden beheerd door patriculiere eigenaren, pachters van Staatsbosbeheer of door Staatsbosbeheer zelf al of niet ondersteund door vrijwilligers. Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van een geringe omvang worden gerealiseerd. Ter bescherming van de natuurlijke en landschappelijke waarden is de uitvoering van een aantal werken en werkzaamheden gebonden aan het vereiste van een aanlegvergunning.
Deze bestemming is toegekend aan de in het plangebied aanwezige bedrijvenn en aan de als zodanig in het bestemmingsplan Kalverpolder bestemde, deels braakliggende, locaties. De bedrijven bevinden zich onder meer in het beschermd dorpsgezicht Gortershoek en op de kleinschalige bedrijventerreinen aan de oostelijke oever van De Zaan aan de Kalverringdijk. Bedrijven met aanzienlijke milieueffecten zijn uitgesloten. De gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Voorts zijn bijkomende voorzieningen zoals erven, tuinen, groenvoorzieningen en parkeerplaatsen toegestaan. Bedrijfsfuncties zijn ingedeeld in categorieën van licht naar zwaar. Voor de bestemmingsvlakken in de Gortershoek is de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging van toepasing, voor de bedrijfslocaties langs het noordelijk deel van de Kalverringdijk de Staat van Bedrijfsactiviteiten-bedrijventerrein. Binnen de bestemmingsomschrijving valt ook een kantoorruimte ten behoeve van de bedrijfsvoering en een bedrijfskantine. Beide dienen wel ondergeschikt, gerelateerd aan en ten dienste van de hoofdbestemming te zijn. Daarnaast is per bedrijf ook een bedrijfswoning toegestaan.
Deze bestemming is gegeven aan twee molens langs De Zaan, te weten De Bleeke Dood en De Ooievaar. Daar wordt ook ondergeschikte kleinschalige bedrijvigheid mogelijk gemaakt (waaronder met name de uitgeoefende oude ambachten worden verstaan). Er is per bestemmingsvlak tevens één bedrijfswoning toegestaan. Gebouwen dien binnen het bouwvlak te worden gebouwd. In verband met de bijzondere cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de molens en hun directe omgeving is tevens het vereiste van een aanlegvergunning voor diverse werken en werkzaamheden opgenomen. Deze bestemming is gekozen voor het specifiek aanduiden van molens die niet binnen de Zaanse Schans vallen en daarmee niet direct deel uitmaken van de toeristische attractie Zaanse Schans. Voor het overige is aangesloten bij de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Bedrijf'. Binnen de bestemmingsomschrijving valt ook een kantoorruimte ten behoeve van de bedrijfsvoering als ook een bedrijfskantine. Beide dienen wel ondergeschikt, gerelateerd en ten dienste van de hoofdbestemming te zijn. Daarnaast is per bestemmingsvlak ook een bedrijfswoning toegestaan.
Deze bestemming is gegeven aan de Jacob Vislocatie. Dit, om met de nodige flexibiliteit te kunnen inspelen op een, op dit moment onbekende bedrijfsinvulling, die op een stedenbouwkundig verantwoorde manier past in de omgeving. Zie ook 4.3.6.3 Jacob Vislocatie.
Deze bestemming is gelegd op voorzieningen ten behoeve van cultuur en ontspanning met bijbehorende kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid, horeca- en detailhandelsvoorzieningen, alsmede voor tuinen, erven, groenvoorzieningen en parkeerplaatsen. Deze bestemming betreft een groot gedeelte van de Zaanse Schans met een toeristische functie, zoals de molens, het Zaans Museum en het Verkadepaviljoen. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Om in zeer specifieke gevallen van deze eis af te kunnen wijken is een wijzigingbevoegdheid opgenomen (zie ook 4.2.9 Stedenbouw). Buiten het bouwvlak kunnen uitsluitend bijbehorende bouwwerken van geringe omvang en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd.
Om de uitbreiding van de entree van het Zaansmuseum mogelijk te maken is artikel 6.3 een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, waarmee kan worden toegestaan dat op die specifieke locatie buiten het bouwvlak, maar binnen het op de verbeelding aangegeven kader wordt gebouwd.
De aanduiding 'detailhandel' is gelegd op een aantal panden nabij het Schipperplein die voor detailhandel worden benut.
Ondergeschikte horeca & detailhandel
Een ondergeschikt, kleinschalig bij de hoofdfunctie passend en daarmee verweven gebruik voor horeca of detailhandel kan worden gezien als een overige voorziening ten behoeve van de op de verbeelding aangeduide hoofdbestemming. Een dergelijk ondergeschikt gebruik daarom wordt in beginsel niet in de bijbehorende planregel genoemd. Het is geen activiteit die zelfstandig bezoekers trekt, maar de hoofdactiviteit winstgevende voor de ondernemer maakt en aantrekkelijker voor de consument of bezoeker. Bij de vraag of in een concreet geval sprake is van ondergeschikte horeca wordt getoetst aan de burgemeester vastgestelde Beleidsregels ondersteunende horeca. In deze Beleidsregels is een aantal bestemmingen genoemd waar in ieder geval sprake kan zijn van ondergeschikte horeca (bv 'Cultuur en ontspanning' en 'Maatschappelijk'). Alhoewel niet nodig, is voor de duidelijkheid in de desbetreffende planregel bij deze bestemmingen ondergeschikte horeca en detailhandel als functie in de bestemmigsomschrijving genoemd. Voor ondergeschikte detailhandel gelden dezelfde uitgangspunten als voor ondergeschikte horeca.
Bij de vraag of sprake is van ondergeschikte horeca of detailhandel wordt getoetst aan de door de burgemeester vastgestelde Beleidsregels Ondersteunende horeca. Het horeca-/detailhandelbedrijf moet voldoen aan de volgende eisen, wil het aangemerkt worden als ondergeschikte horeca/detailhandel:
Deze bestemming voorziet in diverse functies: wonen, bedrijvigheid (max. categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging), culturele voorzieningen, detailhandel, dienstverlening, kantoren en horeca (dat laatste uitsluitend waar dat uitdrukkelijk als zodanig is aangegeven). Er wordt met deze bestemming een flexibele regeling beoogd voor de gebruiksmogelijkheden van die panden waar meerdere functies niet behoeven te stuiten op bezwaren van ruimtelijke aard. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Om in zeer specifieke gevallen van deze eis af te kunnen wijken is een wijzigingbevoegdheid opgenomen (zie ook 4.2.9 Stedenbouw). Buiten het bouwvlak kunnen uitsluitend bijbehorende bouwwerken van geringe omvang en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd. Vanwege het kenmerkende woonbuurtkarakter geldt voor de Zaanse Schans dat alleen de begane grond voor andere doeleinden dan wonen gebruikt mag worden.
Binnen de bestemmingsomschrijving is ondergeschikte horeca/detailhandel mogelijk. Binnen de omschrijving Cultuur en ontspanning' is aangegeven welke criteria er gelden voor ondergeschikte horeca/detailhandel.
Om het toerisme en verblijf in de Zaanstreek te stimuleren en de toeristische ambitie mede in te vullen is het mogelijk om de functie wonen te combineren met een bed en breakfast. Omdat deze vorm van verblijf ondergeschikt is aan de woonfunctie, valt een bed en breakfast niet onder de niet geregeld in de Staat van horeca-activiteiten. Ruimtelijk-functioneel is het denkbaar dat in een gebied met een gemengde bestemming de functie b&b mogelijk is. Het is legitiem om in een gemengde bestemming ruimere mogelijkheden voor een b&b op te nemen dan in een woonbestemming, want in gemengde gebieden kies je bewust voor een verkleuring van functies. Binnen de huidige wijze van gemengd bestemmen worden reeds andere activiteiten dan wonen toegestaan die in veel gevallen de grens van 30% tot max. 65m2 overschrijden, omdat geregeld wordt dat de volledige begane grond gebruikt mag worden van andere activiteiten dan wonen. Uitgaande van een standaard pand van twee lagen kom je dan al gauw uit op 50% van de woning. Ruimtelijk functioneel is het denkbaar dat in een gebied met gemengde bestemming ruimere mogelijkheden voor een bed en breakfast op te nemen dan in een woonbestemming. Voorwaarden zijn dat:
Deze bestemming is toegekend aan het structurele groen in het plangebied. Deze bestemming voorziet in onder meer bermen, plantsoenen, water, fiets- en voetpaden en tevens in incidentele parkeerplaatsen. In het bestemmingsplan krijgen deze gronden de bestemming 'Groen (G)'. De rest van het groen dat in de wijk voorkomt, bijvoorbeeld bermen en stroken langs wegen, krijgt de bestemming 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
In verblijfsgebied vallen naast groen ook de parkeerplaatsen en de buurtontsluitingswegen. Dat houdt in dat deze functies binnen 'Verkeer - Verblijfsgebied' uitwisselbaar zijn: daar waar nu parkeerplaatsen zijn kan groen worden en woonstraat kan verbreed worden en daarmee groen laten verdwijnen en vice versa. Een zeer flexibele regeling dus zodat bij een reconstructie van een gebied of het nieuw aanleggen van parkeerplaatsen niet telkens een afwijjkings- of wijzigingsprocedure gevolgd hoeft te worden.
Er is een specifieke aanduiding opgenomen voor de Amerikaanse watermolen 'De Hercules (met vermelding van de cultuurhistorische waarden). Dit is een kenmerkend voorbeeld van een geheel metalen bemalingsmolen met een veelbladig wiekenrad.
In het kader van de ambities voor versterking van de Zaanse Schans zullen ook de entreegebieden opnieuw worden ingericht. De plannen voorzien onder andere in de bouwvan een kleinschalig gebouw in de vorm van een prieel/theekoepel in het entreegebied van de Zaanse Schans nabij de Julianabrug. Het bestemmingsplan staat dit toe.
Deze bestemming betreft de in het plangebied gelegen horecavoorzieningen (aan de Lagedijk in Gortershoek en op de Zaanse Schans). In dit artikel is nader geregeld welke vormen van horeca zijn toegestaan. Hoofdgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan; buiten het bouwvlak kunnen uitsluitend bijbehorende bouwwerken van geringe omvang en bouwwerken, geen gebouwen, worden gerealiseerd. Als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan is een toelichting opgenomen op de Staat van Horeca-activiteiten. Lichte, middelzware en zware horeca worden in een aparte bestemming opgenomen, te weten de bestemming 'Horeca'.
Onder lichte horeca wordt in dit verband verstaan: bedrijven die in beginsel alleen overdag en ´s avonds behoeven te zijn geopend (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria´s, ijssalons en dergelijke. Binnen deze bestemming is dan ook geen uitwisseling van functies mogelijk, anders dan een bestemmingswijziging of een buitenplanse afwijking.
Deze bestemming betreft de in het plangebied gelegen maatschappelijke voorzieningen met bijbehorende voorzieningen. Dit betreft onder meer het St. Michaëlcollege aan de Leeghwaterweg en het HonigBreethuis en het Weefhuis in de Gortershoek. In de begripsomschrijvingen is vermeld dat het hierbij kan gaan om een veelheid aan voorzieningen zoals overheids-, welzijns-, medische-, onderwijs-, culturele- en religieuze voorzieningen. Daarbij zijn ook ondergeschikte detailhandel en horecavoorzieningen toegestaan. Hoofdgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan. Buiten het bouwvlak kunnen uitsluitend bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd.
Binnen de bestemmingsomschrijving is ondergeschikte horeca/detailhandel mogelijk. Binnen de omschrijving Cultuur en ontspanning' is aangegeven welke criteria er gelden voor ondergeschikte horeca/detailhandel.
De bestemmingen N - 1 en N - 2 zijn gegeven aan percelen in de Kalverpolder waar sprake zal zijn van natuurontwikkeling of natuurbehoud en betreffen met name het centrale deel van de Kalverpolder dat bijna alleen per water toegankelijk is. Het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden staan voorop; ondergeschikt grondgebonden agrarisch gebruik is mogelijk. N2 betreft die delen van de Kalverpolder waar de beschermde vegetaties voorkomen die behoren tot de Natura2000-intsandhoudingsdoelstellingen. Voor de percelen onder N1 is dat niet het geval.
E zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de natuur van zeer geringe omvang toegestaan. Er geldt een aanlegvergunningvereiste voor diverse werken en werkzaamheden die nadelige effecten zouden kunnen hebben voor de natuur. Voor werkzaamheden, waarvoor reeds op basis van andere regelgeving, bv. Natuurbeschermingswet 1998, een vergunning is verleend, is niet ook nog een aanlegvergunning nodig.
Deze bestemming is gelegd op de tuinen en gronden met een vergelijkbare functie die grotendeels vrijgehouden dienen te worden van bebouwing. Deze gronden zijn om die reden niet als 'erf' meegenomen in de desbetreffende bestemmingen. Er mag niet worden gebouwd behoudenserfafscheidingen, een erker (conform de gemeentelijke Nota Erfbebouwing) en uiteraard bouwvergunningvrije bouwwerken (dat laatste voorzover het niet gaat om gronden die zijn aangewezen als van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht).
Het is belangrijk enkele zaken in overweging te nemen bij vergunningsvrij bouwen, hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 6.2.2 Vergunningsvrij bouwen.
Deze bestemming is gelegd op de tuinen en gronden met een vergelijkbare functie ten behoeve van woonschepen, in casu de bijbehorende oever bij de woonschepen. De regels bevatten een regeling voor de bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de bijbehorende oever. De regeling voor de woonschepen is opgenomen in de bestemming 'Water - Woonschepenligplaats'.
Deze bestemming is toegekend aan de openbare ruimte voorzover deze hoofdzakelijk een verkeersfunctie heeft. Hier mogen ook gebouwen ten dienste van de verkeersfunctie worden gerealiseerd. Binnen dit artikel is de functie voor het afwikkelen van verkeer de belangrijkste functie. De wegen die als belangrijkste functie het afwikkelen van verkeer hebben zijn: de stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen. Daarnaast zijn ook voet- en fietspaden, bermen, parkeer- en groenvoorzieningen, water- en oevervoorzieningen, onder- en bovengrondse inzamelplaatsen voor afval, geleiding, beveiliging en regeling voor verkeer, een brug, een tunnel en straatmeubilair mede inbegrepen.
Deze bestemming is toegekend aan de openbare ruimte voorzover deze vooral een verblijfsfunctie heeft. Er mogen in beginsel uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde (bv. straatmeubilair en speeltoestellen), worden gerealiseerd. In het kader van de ambities voor versterking van de Zaanse Schans zullen ook de entreegebieden opnieuw worden ingericht. De plannen voorzien onder andere in de bouwvan een kleinschalig gebouw in de vorm van een prieel/theekoepel in het entreegebied van de Zaanse Schans nabij de Julianabrug. Het bestemmingsplan staat dit toe. Ook de plannen voor een uitkijktoren aan de oostzijde van de Zaanse Schans, nabij het Verkadepaviljoen passen in het bestemmingsplan. Binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is de verblijfsfunctie het belangrijkst. De functie verkeer is hieraan ondergeschikt, in tegenstelling tot de bestemming 'Verkeer'. Bij 'Verkeer - Verblijfsgebied' gaat het om wegen en gebieden met verblijfsfunctie en buurtontsluitingswegen. Binnen deze bestemming - evenals bij alle andere bestemmingen - is het niet toegestaan om gronden te gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven als standplaats voor kampeermiddelen. Hierbij geldt één uitzondering, namelijk de algemene parkeerplaats bij de Zaanse Schans. Op deze gronden zijn ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' campers voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, toegestaan.
Deze bestemming is gelegd op het water dat deel uitmaakt van de hoofdwaterstructuur. Een deel van het water in de Kalverpolder is tevens bestemd voor het behoud en herstel van de natuurlijke en landschappelijke waarden. Bruggen zijn binnen de gebieden met de aanduiding 'Beschermd dorpsgezicht - Haaldersbroek' en ter plaatse van de Zaan uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'brug'.
Om de uitbreiding van de entree van het Zaansmuseum mogelijk te maken is artikel 17.3 een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, waarmee kan worden toegestaan dat op die specifieke locatie binnen het op de verbeelding aangegeven kader in het omringende water wordt gebouwd.
Water - Woonschepenligplaats (WA-WL)
Deze bestemming is gelegd op de strook woonboten c.a. langs de Braakdijk. De regels bevatten een regeling voor de woonschepen, de regeling voor de bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de bijbehorende oever is opgenomen in de bestemming 'Tuin - 1'. De maatvoeringseisen voor de woonschepen en de bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. zijn ontleend de woonschepennota. De woonschepen mogen uitsluitend aanwezig zijn binnen de stroken met de bestemming 'WA - WL'. Daar waar woonboten zijn gelegen is het water bestemd voor het innemen van een ligplaats voor woonboten. Op de verbeelding is de locatie aangegeven en per locatie is één woonboot toegestaan. In het artikel zijn regels gegeven voor de maximale lengte, hoogte en breedte van de woonboten.
Belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan is de beschrijving en regulering van de woonbebouwing. Alle woonvormen (met uitzondering van kamerverhuur) en woningtypes zijn ondergebracht in één woonbestemming. Binnen het toegestaan gebruik binnen de bestemming 'Wonen' valt Bed & Breakfast.
Bed & Breakfast is een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse in een daarvoor geschikte woning (hoofdgebouw of aangebouwd bijbehorend bouwwerk) verblijft. Hieronder wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
Er zijn een aantal ruimtelijke redenen voor beperking van de bouwmogelijkheden. In de eerste plaats kan de beeldkwaliteit geschaad worden. Dat geldt vooral voor allerlei bouwsels aan de straatzijde in de voortuin die beeldverstorend werken. Bebouwing in de achtertuin/erf, voor zover zichtbaar vanaf de straat, heeft geen invloed op de beeldkwaliteit. Een tweede aspect is leefbaarheid en het belang van de openbare ruimte. Totaal volgebouwde bouwvlakken verliezen aan ruimtelijke kwaliteit en geven een verarming van het ruimtelijk aanzicht in de buurt. Gedeeltelijk onbebouwde tuinen en erven hebben daarop een positief effect.
Tenslotte wordt het woongenot geschaad bij het onbeperkt volbouwen van tuinen en erven door buren. Dat gaat ten koste van uitzicht, daglichttoetreding, bezonning en leefbaarheid. Hierbij is aangesloten bij de Wabo en dan met name bij het Besluit omgevingsrecht (Bor).
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Om in zeer specifieke gevallen van deze eis af te kunnen wijken is een wijzigingbevoegdheid opgenomen (zie ook 4.2.9 Stedenbouw).
Huisgebonden beroep of bedrijf
In het bestemmingsplan is een huisgebonden beroep en bedrijf regeling opgenomen. Aan de hand van jurisprudentie met betrekking tot dit onderwerp is gekozen voor de zgn. 30%-70% regeling. Dat wil zeggen: wanneer een beroep of bedrijf aan huis niet meer dan 30% van het bruto woonvloeroppervlak inclusief bijbehorende bouwwerken beslaat met een maximum van 65 m² dan wordt op het pand geen bedrijfsbestemming gelegd, maar blijft de woonbestemming gehandhaafd. De vestiging van het beroep of bedrijf aan huis mag geen aanzet geven tot verdringing van de woonfunctie.
Binnen de reikwijdte van een beroep en bedrijfsactiviteiten aan huis wordt nadrukkelijk inbegrepen de vestiging van dienstverlenende activiteiten zoals een kapsalon, en pedicure/manicure.
Bijbehorende bouwwerken (voormalige aanbouwen en bijgebouwen)
De Wabo maakt geen onderscheid in aanbouwen/uitbouwen en bijgebouwen. Binnen de bestemmingsregels is de termininologie en systematiek van de Wabo verwerkt.
Erfbebouwingsregeling
Burgemeester en wethouders hebben bij besluit van 18 september 2007 de nota erfbebouwing Zaanstad 2007 vastgesteld. In deze nota staat aangegeven in welke gevallen met een ontheffing op grond van de Wet ruimtelijke ordening en/of een ontheffing op grond van de bouwverordening medewerking wordt verleend aan de realisering van bijbehorende bouwwerken. Deze regeling wordt in de nieuw vast te stellen bestemmingsplannen opgenomen zodat geen ontheffing meer nodig zal zijn en geen uitzonderingen op het beleid worden gemaakt tenzij er een dringende reden en/of omstandigheden bestaan die een uitzondering rechtvaardigen. Echter deze dienen door de aanvrager zelf te worden aangeleverd en onderbouwd te worden.
De bestemming wonen is inclusief een erfbebouwingsregeling waarbij erfbebouwing mag worden opgericht, bijvoorbeeld een schuur, garage of berging. Om de tuinen (deze term staat niet gelijk aan de bestemming 'Tuin') grotendeels open te houden is een trapsgewijze erfbebouwingsregeling opgenomen, namelijk:
- oppervlakte achter de achtergevel niet meer dan 300 m², dan mag het achtererf voor maximaal 50% bebouwd worden met daarnaast een maximum van 75 m²;
- oppervlakte achter de achtergevel meer dan 300 m², dan mag maximaal 100 m2 bebouwd worden.
Binnen de beschermde dorpsgezichten Gortershoek en Haaldersbroek is minder erfbebouwing toegestaan.
Deze bestemmingen zijn gelegd op respectievelijk de woningbouwlocaties 'Zaanse Schans - Zonnewijzerspad' en 'De Zon'. Deze bestemmingen voorzien onder meer in de bouw van woningen c.a. alsmede in de inrichting van de bijbehorende openbare ruimte. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwvlakken aangegeven waarbinnen de woningen en eventuele bijbehorende gebouwde (parkeer)voorzieningen moeten worden gebouwd. Er zijn voor deze bouwvlakken nadere aanduidingen gegeven voor wat betreft het maximaal aantal m2bebouwing, maximale hoogtes e.d.
Dit betreft vier dubbelbestemmingen met een bijzondere regeling ten behoeve van de bescherming van de leiding(en), de bescherming van de archeologische en de natuurwaarden en de bescherming van de belangrijkste waterkeringen. Deze bestemmingen zijn "primair" ten opzichte van de onderliggende bestemmingen. De regels bevatten ook een voorrangsregeling voor de gevallen dat deze dubbelbestemmingen samenvallen.
De dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' is uitsluitend gelegd op de (ondergrondse) hoogspanningsleidingen van 50 kV of meer en de dubbelbestemming ' Leiding - Gas' is uitstluitend gelegd op hoge drukgasleidingen met een druk van 8 bar of meer. Dit betreft een strook met een breedte van 5 m aan weerszijden van de desbetreffende leidingen (de 'belemmeringenstrook'). Ter plaatse zijn uitsluitend bouwwerken ten dienste van de leidingen toegestaan. Bebouwing ten dienste van de primaire bestemming is slechts toegestaan na advies van de leidingbeheerder. Er geldt een aanlegvergunningvereiste voor werken en werkzaamheden die de leidingen zouden kunnen schaden.
Het verdient vermelding dat de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1' en 'Waarde - Archeologie 2' het grootste deel van het plangebied betreft. Deels geldt dat geen ingrepen in de bodem zijn toegestaan met een oppervlakte groter dan 50 m2 (en dieper dan 50 cm); deels (met name de weilanden) geldt in dat verband een oppervlakte groter dan 2000 m2 (en dieper dan 30 cm). Daarvan kan onder voorwaarden van worden afgeweken. Het vereiste van een 'aanlegvergunning' geldt voor diverse werken en werkzaamheden die zouden kunnen leiden tot aantasting van de potentiële archeologische waarden. Overigens geldt voor grote delen van het plangebied dat daar om andere redenen al niet of nauwelijks kan worden gebouwd.
De dubbelbestemming Waarde - Natuur betreft het deel van de Kalverpolder dat als Natura 2000 gebied zal worden aangewezen en is bedoeld ter bescherming van de instandhoudingsdoelstellingen.
De dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' is gelegd op de primaire waterkering ('het waterstaatswerk' als bedoeld in de Keur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier). Ter plaatse zijn uitsluitend bouwwerken ten dienste van de waterkering toegestaan. Bebouwing ten dienste van de primaire bestemming is slechts toegestaan na advies van de beheerder van de waterkering. Er geldt een vereiste voor werken en werkzaamheden die de waterkering zouden kunnen schaden. De bescherming van waterkeringen zal voor het overige plaats moeten vinden via de Keur van het Hoogheemraadschap. Zonder ontheffing van de Keur is het verboden om (onder meer) bij waterstaatswerken (bouw)werkzaamheden te verrichten. De bescherming van het waterstaatswerk is daardoor gewaarborgd. De noodzaak voor het opnemen van een verdergaande regeling in het bestemmingsplan ontbreekt dan ook.
Bij enkele bestemmingen kunnen voorwaarden bij afwijkingsbevoegdheden c.q. nadere eisen gesteld worden. Hierbij is het uitgangspunt dat deze strekken ter bescherming van de
belangen waarvoor de planregel is opgenomen. Bij een procedure tot afwijking/stellen van nadere eisen zal in elk geval getoetst worden of er geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:
Essentieel hierbij is dat de aanvrager zelf moet onderbouwen waarom in een bepaalde situatie afgeweken moet worden van de algemene regels.
Bezonningssituatie op de aangrenzende percelen
Binnen Nederland zijn er geen formele (wettelijke) eisen gesteld aan de bezonning van woningen en/of andere bouwwerken. Wel bestaan er de zogenaamde 'lichte' en 'strenge' TNO-norm voor bezonning van woonkamers. Deze vinden hun oorsprong in het woonwaarderingsstelsel uit 1962. Zaanstad baseert de bezonningseisen op de lichte TNO-norm (2 in plaats van 3 bezonningsuren per dag). De gemeente hanteert de eis van tenminste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 19 februari tot 21 oktober ter plaatse van het midden van de vensterbank aan de binnenkant van het raam, uitgaande van een zonshoogte van meer dan 10º. Daarbij wordt ook gekeken naar de bezonning van buitenruimten met een recreatief karakter.
De gebruiksmogelijkheden van het perceel en de aangrenzende percelen
Voorop staat dat het woon- en leefklimaat niet op onevenredige wijze mag worden aangetast en hierbij geldt ook dat de bedrijfsvoering van nabij gelegen bedrijven niet onevenredig mag worden aangetast. Indien aantasting plaatsvindt dient de aanvrager te motiveren waarom een inbreuk hierop gerechtvaardigd is. De gemeente maakt uiteindelijk een belangenafweging en motiveert haar besluit.
Verkeerssituatie
Ten aanzien van dit verkeerssituatie wordt gekeken naar de gevolgen voor de infrastructuur, parkeersituatie, parkeernormen (zie ook artikel Anti-dubbeltelregel en Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening) en verkeersonsluiting.
Tot slot worden in enkele planregels wordt aangegeven dat onderzoek dient plaats te vinden naar de gevolgen van het bouwplan/initiatief voor de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden in relatie tot het Natura 2000-gebied in het plangebied.
Artikel 32 Anti-dubbeltelregel
De anti-dubbeltelregel is opgenomen om ervoor te zorgen dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing wordt gelaten.
In dit artikel wordt de aanvullende werking van de bouwverordening voor zover betrekking hebbend op de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening buiten werking gesteld. Zou dit niet het geval zijn dan zouden deze stedenbouwkundige bepalingen automatisch de in de, in het bovenstaande beschreven, bestemmingen geboden ruimte inperken. Voor een aantal stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening is echter een uitzondering opgenomen: deze blijven wel gelden. Deze bepalingen hebben onder meer betrekking op de toegankelijkheid van bouwwerken.
Artikel 29 Algemene aanduidingsregels
Dit artikel regelt enkele aspecten met betrekking tot een algemene aanduiding.
In het plangebied bevinden zich diverse molens. In verband hiermee moet de windvang van de molens gewaarborgd blijven, ook voor de toekomst. Daarom is gekeken naar de invloed van de molen op de maximale bouwhoogtes voor eventuele nieuwbouw in het plangebied.
De formule voor het bepalen van de maximale bouwhoogte is: H = X/n + c.z of X - n(H - c.z)
Standaard geldt:
H = hoogte obstakel in meters (in casu maximale bouwhoogte in bestemmingsplan)
X = afstand obstakel tot molen in meters
n = 140 voor open, 75 voor ruw, 50 voor gesloten gebied
c = constante = 0,2
z = askophoogte in meters
Bij 90% windreductie geldt: c = constante = 0,2 n = 50 voor gesloten gebied
Een 90% windreductie is acceptabel, omdat de overheersende windrichting zuidwestelijk is, wind uit noordelijke richting komt weinig voor. Het rendement van de molen neemt bij het hanteren van 90% windreductie niet af, aangezien het bestemmingsplan hoofdzakelijk conserverend van aard is en de toegestane bouwhoogtes uit de vigerende plannen niet worden overschreden. Van een afname van de huidige windtoevoer is dan ook geen sprake.
De molenbiotopen zijn als een geheel op de verbeelding aangegeven waarbij de maximale maat van 400 meter is aangegeven. De biotoopregeling geldt niet voor bebouwing op de Zaanse Schans.
Het opnemen van wijzigingsbevoegdheden in het plan is gebaseerd op artikel 3.6 Wro. In elke bestemming is de afweging gemaakt welke wijzigingsbevoegdheden passend zijn voor de betreffende bestemming. Aan elke wijzigingsbevoegdheid die in een bestemmingsplan is opgenomen zijn voorwaarden verbonden waaraan moet zijn voldaan. Ook bij de wijzigingsbevoegdheden is de koppeling gelegd met de voorwaarden zoals die worden toegepast bij ontheffingsmogelijkheden. De te volgen procedure bij de uitvoering van een wijzigingsbevoegdheid is in de Wro vastgelegd. Ten behoeve van de uitoefeningen van een wijzigingsbevoegdheid wordt een wijzigingsplan opgesteld. In dit wijzigingsplan wordt weergegeven hoe de voorwaarden waar aan de wijziging moet voldoen zijn toegepast.
Door middel van de algemene afwijkingsregels kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de bestemmingsplanregels voor onder andere geringe overschrijding van bepaalde bouwvoorschriften, alsmede voor kunstobjecten, bouwwerken van openbaar nut, telecommunicatievoorzieningen enzovoort. Deze bevoegdheid vergroot de flexibiliteit van het plan.
Hoofdstuk 4 bevat de overgangs- en slotregels.
Overgangsrecht
Dit artikel regelt ten aanzien van gebouwen en van gebruik dat bestaande gebouwen of bestaand gebruik dat afwijkt van het plan, onder voorwaarden mag worden voortgezet.
In dit artikel staat de naam van het bestemmingsplan.