direct naar inhoud van Artikel 6 Cultuur en ontspanning
Plan: Zaanse Schans e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3752BP-0303

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen ten behoeve van cultuur en ontspanning;
  • a. een molen met de daarbij ondergeschikte kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid;
  • b. het herstel en behoud van de culturele en landschappelijke waarden;
  • c. bedrijfswoningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn tevens 2 woningen toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding ´detailhandel´ is tevens detailhandel in niet ondergeschikte mate toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor een horecabedrijf, dat in de Staat van Horeca-activiteiten in categorie 1 is ingedeeld;
  • g. horeca, maximaal categorie 1: ondergeschikt, gerelateerd aan en ten dienste van de bestemming;
  • h. detailhandel: ondergeschikt, gerelateerd aan en ten dienste van de bestemming;

met daarbij behorende:

  • i. groenvoorzieningen;
  • j. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • k. paden en landwegen;
  • l. water;
  • m. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
6.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van sub a mogen de wieken van de molen en de omloop (stelling) van de molen buiten het bouwvlak reiken;
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' is de toegestane maximale goothoogte danwel bouwhoogte aangegeven;
  • d. het bepaalde onder c. geldt niet voor de molen als zodanig;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is een onderdoorgang toegestaan waarvan de minimale vrij te houden hoogte tenminste bedraagt de hoogte van de eerste bouwlaag van de aangrenzende hoofdgebouwen;
  • f. per bestemmingsvlak is één bedrijfswoning toegestaan waarvan de inhoudsmaat van een bedrijfswoning niet meer dan 500 m³ mag bedragen dan wel de bestaande inhoudsmaat wanneer deze meer is.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 meter, dan wel niet meer dan 2 meter, indien geplaatst op een afstand van meer dan 3 m achter de voorgevelrooilijn;
  • b. de maximale hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan 6 meter met een maximum van 1 mast per erf;
  • c. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 meter mag bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Algemeen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in

a. lid 6.1 en 6.2.2 teneinde de bouw van windenergie-installatie toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 15 meter mag bedragen;

b. lid 6.2.1, onder a teneinde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning -1' de bouw van een gebouw toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 4 meter mag bedragen.

6.3.2 Voorwaarden

Bij de toepassing van de bevoegdheid genoemd in lid 6.3.1 wordt getoetst of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:

  • a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden ten behoeve van seksinrichtingen en geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van de opslag van goederen, materialen anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijke gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • f. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van bijbehorende bouwwerken en bedrijfsgebouwen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte anders dan de ter plaatse aangeduide en toegestane bedrijfswoning;
  • g. het voortdurend afgemeerd houden van woonschepen, woonarken of anderszins vaartuigen die zijn bestemd voor wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, dan wel daarvoor worden gebruikt, op gronden waar dit niet uitdrukkelijk is toegestaan..
6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen in die zin dat de verbeelding wordt gewijzigd door één of meerdere bouwvlakken binnen een bestemmingsvlak met bestemming Cultuur en ontspanning van de verbeelding te verplaatsen, mits :

  • a. het aantal bouwvlakken niet wordt gewijzigd;
  • b. de naar de weggekeerde bouwgrens op dezelfde lijn of het denkbeeldige verlengde daarvan blijft;
  • c. de totale oppervlakte van het bouwvlak niet wordt vergroot;
  • d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de bezonningssituatie op de aangrenzende percelen;
    • 2. de gebruiksmogelijkheden van het perceel en de aangrenzende percelen;
    • 3. de schaal van het bebouwingsbeeld zoals deze wordt bepaald door de in het algemeen langs een wegzijde of binnen een cluster aanwezige gevelbreedten, kavelgrootten, grondvlakken, goot- en nokhoogtes, voorgevelrooilijnen - die bepalend zijn voor de afstand tussen bebouwing en openbare ruimte, nokrichting, kapvormen en de maaswijdte tussen bouwwerken (doorzicht);
    • 4. de cultuurhistorische waarden voorzover het gronden betreft gelegen binnen de begrenzing van de gebieden met de aanduiding 'Beschermd dorpsgezicht - Gortershoek', ´Beschermd dorpsgezicht - Haaldersbroek´ en ´Beschermd dorpsgezicht - Zaanse Schans´.