direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Zaanse Schans e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3752BP-0303

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daarbij behorende:

  • d. groenvoorzieningen;
  • e. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. paden en landwegen;
  • g. water;
  • h. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
4.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het gebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' is de toegestane maximale goothoogte danwel bouwhoogte aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage' is aangegeven het maximale toegestane bebouwingspercentage per bouwvlak; indien geen maximaal bebouwingspercentageis aangegeven mag het gehele bouwvlak worden bebouwd;
  • d. per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan;
  • e. de inhoudsmaat van een bedrijfswoning niet meer dan 500 m³ mag bedragen dan wel de bestaande inhoudsmaat wanneer deze groter is.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 meter, dan wel niet meer dan 2 meter, indien geplaatst op een afstand van meer dan 3 m achter de voorgevelrooilijn en op meer dan 1 m van openbaar gebied;
  • b. de maximale hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan 6 meter met een maximum van 1 mast per erf;
  • c. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 meter mag bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 algemeen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 en 4.2.2teneinde de bouw van windenergie-installatie toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 15 meter mag bedragen.

4.3.2 Voorwaarden

Bij de toepassing van de bevoegdheid genoemd in lid 4.3.1 wordt getoetst of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:

  • a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden ten behoeve van seksinrichtingen en geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van de opslag van goederen, materialen anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijke gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • f. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van bijbehorende bouwwerken en bedrijfsgebouwen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte anders dan de ter plaatse aangeduide en toegestane bedrijfswoning;
  • g. het voortdurend afgemeerd houden van woonschepen, woonarken of anderszins vaartuigen die zijn bestemd voor wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, dan wel daarvoor worden gebruikt, op gronden waar dit niet uitdrukkelijk is toegestaan..
4.5 afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Algemeen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken vanhet bepaalde in lid 4.1 onder a, b of c ten behoeve van bedrijven die niet in de desbetreffende Staat van Bedrijfsactiviteiten of niet onder de toegelaten categorie (-en) zijn opgenomen, maar die naar aard en invloed op de omgeving met de toegestane bedrijven gelijkgesteld kunnen worden.

4.5.2 Voorwaarden
  • a. Bij toepassing van de bevoegdheid genoemd in lid 4.5.1 wordt getoetst of geen blijvende, onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen in die zin dat de van de planregels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging en/of Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein worden gewijzigd, in die zin dat :

  • a. aan de desbetreffende Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijven en/of bedrijfsvormen worden toegevoegd;
  • b. in de desbetreffende Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten worden ingedeeld bij een andere categorie.