direct naar inhoud van Artikel 9 Horeca
Plan: Zaanse Schans e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3752BP-0303

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven die in de Staat van Horeca-activiteiten vallen onder categorie 2 alsmede voor horecabedrijven die niet in de lijst onder de desbetreffende categorie zijn opgenomen, maar die naar aard en invloed met dergelijke horecabedrijven kunnen worden gelijkgesteld;

met de daarbijbehorende:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • d. verkeersvoorzieningen;
  • e. water;
  • f. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
9.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 9.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouw, waarbij de naar de openbare weg gekeerde gevel(-s) van het hoofdgebouw in de naar deze weg gerichte bouwgrens/-grenzen dient/dienen te worden geplaatstd;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' is de toegestane maximale goothoogte danwel bouwhoogte aangegeven.
9.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. op de bij de hoofdgebouwen behorende erven die liggen binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
  • b. het maximale bebouwingspercentage bedraagt 30% van het buiten het bouwvlak gelegen deel van de in lid 1 genoemde gronden tot een maximum van 50 m²;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw + 0,30 meter;
  • d. de dakhelling van bijbehorende bouwwerken is gelijk aan of kleiner dan die van het hoofdgebouw;
  • e. de nok van een bijbehorende bouwwerken ligt tenminste 1,50 meter onder de nok van het hoofdgebouw;
  • f. bijbehorende bouwwerken moeten tenminste 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw liggen;
  • g. naast het hoofdgebouw gelegen bijbehorende bouwwerken zijn alleen toegestaan aan één zijde van het hoofdgebouw;
  • h. de maximale breedte van naast het hoofdgebouw gelegen bijbehorende bouwwerken is 60% van de breedte van het hoofdgebouw met een maximum van 5 meter;
  • i. de afstand tussen bijbehorende bouwwerken en het hoofdgebouw (inclusief eventuele aanwezige bijbehorende bouwwerken) moet tenminste 2 meter bedragen.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 meter, dan wel niet meer dan 2 meter, indien geplaatst op een afstand van meer dan 3 m achter de voorgevelrooilijn;
  • b. de maximale hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan 6 meter met een maximum van 1 mast per erf;
  • c. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 meter mag bedragen.
9.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:

  • a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden ten behoeve van seksinrichtingen en geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van de opslag van goederen, materialen anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijke gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • f. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van bijbehorende bouwwerken en bedrijfsgebouwen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte;
  • g. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor detailhandel en horeca, anders dan ondergeschikt aan de uitoefening van de hoofdfunctie;
  • h. het voortdurend afgemeerd houden van woonschepen, woonarken of anderszins vaartuigen die zijn bestemd voor wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, dan wel daarvoor worden gebruikt, op gronden waar dit niet uitdrukkelijk is toegestaan.
9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen in die zin dat de van de planregels deel uitmakende Staat van Horeca-activiteiten wordt gewijzigd, in die zin dat: