direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur - 1
Plan: Zaanse Schans e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3752BP-0303

Artikel 11 Natuur - 1

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuur;
  • b. ecologische verbindingszone;
  • c. de bescherming van het aangewezen Natura 2000-gebied 'Wormer en Jisperveld en Kalverpolder', door het voorkomen van een significant negatieve aantasting van de natuurlijke waarden van het gebied;
  • d. de instandhouding of het herstel van de habitattypen en soorten, waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd in het ontwerpbesluit en/of het aanwijzingsbesluit voor het Natura 2000-gebied 'Wormer en Jisperveld en Kalverpolder';
  • e. tevens behoud van het natte karakter van het gebied, de goede waterkwaliteit en extensief agrarisch graslandgebruik;
  • f. het educatief medegebruik en het extensief dagrecreatief medegebruik;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. bruggen;
  • h. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • i. paden en (zand-/)landwegen;
  • j. water;
  • k. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
11.2 Bouwregels

a. Op en onder de in lid 11.1 genoemde gronden mogen ten dienste van de bestemming worden gebouwd:

  • windmolens ten behoeve van onderbemaling met een maximale bouwhoogte van 6 meter;
  • overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een maximale hoogte van 1.5 m.

b. De doorvaarthoogte van bruggen dient minimaal 1.2 m te zijn.

11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Algemeen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.2 teneinde gebouwen toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen en de oppervlakte per bouwwerk niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • b. lid 11.2 teneinde hogere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toe te staan met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
11.3.2 Voorwaarden

Bij de toepassing van de bevoegdheid genoemd in lid 11.3.1 wordt getoetst of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden ten aanzien van de instandhouding of het herstel van de habitattypen en soorten, waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd in het ontwerpbesluit en/of het aanwijzingsbesluit voor het Natura 2000-gebied 'Wormer en Jisperveld en Kalverpolder'.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:

  • a. het gebruik of laten gebruiken of in gebruik geven van de gronden voor het voortdurend afgemeerd houden van vaartuigen;
  • b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van de opslag van goederen, materialen anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijke gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ter plaatse noodzakelijk is ten behoeve van de bestemming;
  • f. het voortdurend afgemeerd houden van woonschepen, woonarken of anderszins vaartuigen die zijn bestemd voor wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, dan wel daarvoor worden gebruikt, op gronden waar dit niet uitdrukkelijk is toegestaan.
11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen en/of verharden van paden;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanbrengen van bomen en opgaande beplanting;
  • e. het graven of dempen van waterlopen en/of waterpartijen;
  • f. verbreden of verdiepen van plassen, sloten of andere watergangen;
  • g. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen;
  • h. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanleggelegenheden.
11.5.2 Uitzondering

Het in lid 11.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud of beheer betreffen;
  • b. het activiteiten betreffen die plaatsvinden in het kader van natuurbeheer op basis van een beheersplan ex Natuurbeschermingswet 1998, het bosbeheer of het landschapsonderhoud;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een op grond van andere regelgeving verleende vergunning;
  • e. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare, nutsvoorzieningen.
11.5.3 Voorwaarden voor verlening

De in lid 11.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de landschappelijke waarden;
  • b. de natuurlijke waarden;
  • c. de cultuurhistorische waarden;
  • d. de instandhoudingsdoelstelling van het gebied.

Er dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder in het geval van ingrepen in het watersysteem.