Plan: | Corridor |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPcorridorBKL-VG02 |
In deze paragraaf wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op de afzonderlijke bestemmingen.
Het bestemmingsplan geeft actuele regels voor bebouwing en gebruik waarbij de bestaande situatie met de daarbij behorende rechten uitgangspunt is. Voor zover uitvoering van het bestemmingsplan een gemeentelijke taak is, ligt deze vooral op het vlak van beheer en handhaving van de regelingen.
Bij het opstellen van de bestemmingen en de bestemmingsplanregels zijn een zo eenvoudig en overzichtelijk mogelijke indeling en redactie nagestreefd. Voorts is het afgestemd op de standaard methodiek van de gemeente en de recent opgestelde bestemmingsplannen.
De inhoud en de methodiek voldoen aan de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de ‘Standaard Vergelijkbare BestemmingPlannen’ (SVBP 2008), de landelijke standaard voor het digitaal uitwisselbare en raadpleegbare plan.
In het plan zijn enkele afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan. Burgemeester en wethouders (het bevoegd gezag) kunnen hiervoor een omgevingsvergunning verlenen.
De regels bestaan uit de volgende vier hoofdstukken:
Naast de bestemmingsplanregeling gelden nog (vele) andere wettelijke regelingen voor het gebied. Deze wettelijke regelingen hebben veelal een geheel ander doel dan het bestemmingsplan. Dit betekent dat deze wetgeving naast het bestemmingsplan blijft staan en van toepassing is. Het bestemmingsplan laat deze wettelijke regelingen derhalve onverlet.
Een en ander betekent in de praktijk dat bij het opstellen van het bestemmingsplan bezien dient te worden in hoeverre er ruimtelijk relevante wetgeving is, die van invloed kan zijn op de inrichting van het bestemmingsplan. Het kan daarbij ook zo zijn dat een bepaalde handeling, hoewel het bestemmingsplan deze handeling toelaat, op grond van deze wetgeving niet toelaatbaar is of dat voor die handeling eerst nog een andere procedure doorlopen dient te worden.
In het plangebied zijn meerdere bestemmingen (enkel- en dubbelbestemmingen) weergegeven. Hieronder wordt een nadere beschouwing gegeven van deze bestemmingen.
Enkelbestemmingen
Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
Deze bestemming is toegewezen aan het landelijk gebied in het noordelijke en zuidelijke deel van het plangebied. De bestemming is met name gericht op het uitoefenen van grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten alsmede op het behoud en herstel van de landschapswaarden, extensief recreatief medegebruik en voor een bedrijfswoning. De bestemming kent twee bouwvlakken ten behoeve van agrarische bedrijven aan de Parallelweg en Ter Aaseweg.
De belangrijkste landschapswaarden zijn de openheid van de graslanden en het strookvormige verkavelingspatroon met bijbehorende sloten. Voor de aanwezige agrarische bedrijven zijn bouwvlakken opgenomen. Binnen het toegekende bouwvlak dienen de bedrijfswoning, bedrijfsgebouwen en overige bijgebouwen te worden gesitueerd volgens de op de verbeelding en in de regels opgenomen bouwregels. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor extensief recreatief medegebruik. Agrarische bouwvlakken mogen, met inachtneming van de van toepassing zijnde bouwregels, in principe volledig worden bebouwd mits dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering. Buiten het bouwvlak is ruimte voor ontsluitingswegen, groenvoorzieningen, water en dergelijke. Via afwijking met een omgevingsvergunning kan de grens van het bouwvlak overschreden worden als dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is, hetgeen door middel van een bedrijfsplan moet worden aangetoond, de overschrijding milieuhygiënisch inpasbaar is en de bestaande en beoogde landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast.
Ten behoeve van het toestaan van paardenbakken, het africhten of trainen van paarden of het uitoefenen van de paardensport in een paardenbak is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen. Ook om te kunnen voorzien in mantelzorg is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen. Dit betekent dat deze ontwikkelingen onder voorwaarden mogelijk zijn.
Ten aanzien van bescherming van de aanwezige en beoogde landschapswaarden is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
Middels een wijzigingsbevoegdheid kan het college van burgemeester en wethouders de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' wijzigen om zodoende een tweede bedrijfswoning, vergroting van het bouwvlak, een ander bedrijf of een woonbestemming toe te staan.
Artikel 4 Bedrijf
In het landelijk gebied is aan de Parallelweg 4 een bedrijf gevestigd waarvan de activiteiten zijn gericht op sloop- en grondwerkzaamheden. Dit bedrijf alsmede de bijbehorende bedrijfswoning zijn expliciet toegestaan binnen het bestemmingsvlak. In de regels en op de verbeelding zijn de maatvoeringseisen ten aanzien van de toegestane bouwwerken vastgelegd.
Het bevoegd gezag kan afwijken van de bestemming en zodoende een ander bedrijf, welke naar aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met de toegestane bedrijven, toestaan. Hierdoor is sprake van enige flexibiliteit.
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
De bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' is toegekend aan het hoogspanningsverdeelstation aan de Ter Aaseweg. Binnen deze bestemming zijn nutsvoorzieningen toegestaan met de daarbij behorende bouwwerken, erfbeplanting en dergelijke. In de regels en op de verbeelding zijn de maatvoeringseisen ten aanzien van de toegestane bouwwerken vastgelegd.
Artikel 6 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
Het tankstation aan de Rijksweg A2 is bestemd als 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'. Deze bestemming biedt de mogelijkheid om naast motorbrandstoffen ook lpg en aan de reis gerelateerde producten te verkopen. In de regels en op de verbeelding zijn de maatvoeringseisen ten aanzien van de toegestane bouwwerken vastgelegd.
Artikel 7 Bedrijventerrein-1 en artikel 8 Bedrijventerrein-2
Deze bestemmingen zijn toegewezen aan de bestaande bedrijventerreinen. Gelet op de verschillen in enerzijds het bedrijventerrein Breukelerwaard en anderzijds de bedrijventerreinen, Merwedeweg en Keulschevaart zijn er twee bedrijventerrein bestemmingen opgenomen. Belangrijkste onderscheid zijn de regels ten aanzien van kantoren, bedrijfswoningen en volumineuze detailhandel.
Binnen deze bestemmingen zijn bedrijven in verschillende categorieën, met uitzondering van bevi- (tenzij bestaand) en geluidzoneringsplichtige inrichtingen, toegestaan. Daarnaast is het mogelijk bedrijfswoningen en zelfstandige kantoren op te richten (ter plaatse van de aanduidingen) en kunnen bestaande bedrijven blijvend geëxploiteerd worden. De gronden dienen tevens gebruikt te worden voor interne ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, erven en dergelijke. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringseisen ten aanzien van de bouwwerken opgenomen en gebruiksregels met betrekking tot het toegestane gebruik.
Ten behoeve van een aantal specifieke functies, die niet overal toegestaan zijn, zijn op de verbeelding aanduidingen opgenomen. Dit betreffen ondermeer de locaties waarop detailhandel, zelfstandige kantoren, bedrijfswoningen, een school en een gasontvangstation toegestaan zijn.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen om bijvoorbeeld een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken te voorkomen. Voorts kan het bevoegd gezag afwijken van de bouwregels en een bedrijfswoning alsmede zwaardere categorieën van bedrijven en detailhandel toestaan, mits wordt voldaan aan daartoe gestelde voorwaarden.
In het kader van flexibiliteit zijn in het plan wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Zodoende kan het bestemmingsplan worden gewijzigd om een ander bedrijf dan de ter plaatse toegestane bedrijven toe te staan, mits dit bedrijf qua milieuhinder vergelijkbaar is. Daarnaast is het mogelijk middels een wijziging bevi-inrichtingen en motorbrandstofverkooppunten met lpg toe te staan.
Artikel 9 Cultuur en ontspanning
Aan de Kortrijkse molen is de bestemming 'Cultuur en ontspanning' toegekend. Op grond van deze bestemming is enkel een molen met bijbehorende voorzieningen ter plaatse toegestaan.
Artikel 10 Groen
Deze bestemming regelt het openbaar groen met de daarbij behorende voorzieningen zoals deze vaak voorkomen in groenstroken, bijvoorbeeld speelvoorzieningen, water, extensief recreatief medegebruik en paden en wegen. Het parkeren van motorvoertuigen, waaronder auto's en dergelijke, zijn binnen de bestemming niet toegestaan, ook niet op aangebrachte verhardingen. Het parkeren van een voertuig is immers niet 'ten dienste van' de groenbestemming.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen om bijvoorbeeld een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken te voorkomen.
Omdat sprake is van beschermingswaardig gebied, is voor het uitvoeren van bepaalde werken of werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig. Hierdoor wordt aantasting van de groenbestemming voorkomen.
Artikel 11 Horeca - 1 en artikel 12 Horeca - 2
In het plangebied zijn twee horecabedrijven gevestigd, te weten het Hotel Breukelen (Van der Valk) aan de Rijksweg A2 en een parenclub aan de Laan van During. Omdat sprake is van twee verschillende vormen van horeca zijn de betreffende horecabedrijven aangeduid middels een categorie. De gebouwen en de bedrijfswoning aan de Laan van During dienen opgericht te worden in het bouwvlak. Buiten het bouwvlak - voor zover deze niet gelijk is aan het bestemmingsvlak - zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan. De maatvoering is opgenomen in de regels en op de verbeelding. Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling van een horecavoorziening (McDonald's) aan de rotonde bij de afrit van de A2 is een aparte horecabestemming (Horeca -2) opgenomen.
Artikel 13 Natuur
De natuurgebieden in het plangebied zijn bestemd voor duurzame instandhouding van de natuur, versterking van de natuurwaarden en behoud van waardevolle doorzichten. Daarnaast zijn groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen en bruggen tevens toegestaan.
Op de gronden mogen naast een vogelobservatiehut tevens steigers en overige bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringseisen ten aanzien van de bouwwerken opgenomen.
Omdat sprake is van beschermingswaardig natuur gebied, is voor het uitvoeren van bepaalde werken of werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig. Hierdoor wordt aantasting van de natuurbestemming voorkomen.
Artikel 14 Verkeer
Binnen deze bestemming zijn wegen met een hoofdzakelijk doorgaand karakter mogelijk. In de bouwregels worden vereisten gesteld waar de bebouwing ten behoeve van de geleiding van het verkeer en de nutsvoorzieningen aan moet voldoen.
Artikel 15 Verkeer - Railverkeer
Het spoorwegtracé Utrecht - Amsterdam is bestemd als 'Verkeer - Railverkeer'. Binnen deze bestemming zijn naast railverkeer tevens een openbaar vervoersstation met, ter plaatse van de daarvoor bestemde aanduidingen, spoorwegovergangen of - onderdoorgangen en een brug toegestaan. In de regels zijn de maatvoeringseisen weergegeven.
Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied
Binnen deze bestemming zijn wegen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie, pleinen, evenementen en standplaatsen mogelijk. In de bouwregels worden vereisten gesteld waar de bebouwing ten behoeve van de geleiding van het verkeer en de nutsvoorzieningen aan moet voldoen. De ligging van het stationsplein en de gronden waarop de P+R parkeergarage voorzien is zijn middels een aanduiding op de verbeelding weergegeven.
Artikel 17 Water-1 en artikel 18 Water-2
De in het gebied voorkomende relevante watergangen, waaronder het Amsterdam Rijnkanaal en de watergangen langs de Corridor, zijn bestemd als 'Water-1' (ARK) en 'Water-2' (overige watergangen en waterpartijen). Binnen deze bestemming zijn tevens extensief recreatief medegebruik, beschoeiing en steigers mogelijk. In de regels worden eisen gesteld waar de bebouwing aan moet voldoen.
Omdat sprake is van beschermingswaardige watergangen en aangrenzende gronden, is voor het uitvoeren van bepaalde werken of werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig. Hierdoor wordt aantasting van de bestemming voorkomen.
Artikel 19 Wonen
Binnen deze bestemming staat het wonen centraal. Naast wonen mag ook in de woning onder voorwaarden worden gewerkt. Bij het onderdeel ‘begrippen’ van deze toelichting op de regels is daar bij stil gestaan. In de bestemmingsomschrijving is aangegeven dat de gronden binnen deze bestemming mogen worden gebruikt ten behoeve van wonen.
Het bestemmingsplan heeft een sterk consoliderend karakter voor wat betreft het bestaande gebruik van gronden en opstallen alsmede de omvang van de bouwwerken. Een woning kan alleen worden vergroot binnen de bouwmogelijkheden van het bouwvlak. Buiten het bouwvlak zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan. In de regels en op de verbeelding zijn de maatvoeringseisen waaraan bouwwerken moeten voldoen weergegeven. Tevens zijn in de regels enkele specifieke gebruiksregels opgenomen. Deze regels stellen voorwaarden aan het uitoefenen van een beroep aan huis en geven aan wanneer het gebruik van een gebouw ten behoeve van mantelzorg is toegestaan.
In het plangebied komen zowel woningen in het landelijk als het stedelijk gebied voor. Deze woningen hebben in de vigerende planologische situatie andere bebouwingsmogelijkheden. Door middel van het opnemen van de aanduiding 'maximaal volume' voor de woningen in het landelijk gebied, wordt aan dit verschil tegemoet gekomen.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen om bijvoorbeeld een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken te voorkomen.
Dubbelbestemmingen
Artikel 20 Leiding - Gas
De bestemming ‘20 Leiding - Gas’ is opgesteld ter bescherming van de aanwezige ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding. Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd. Na goedkeuring van de leidingbeheerder kan een omgevingsvergunning worden verleend voor uitvoeren van werken en werkzaamheden en voor de bouw van bouwwerken.
Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding
De bestemming ‘21 Leiding - Hoogspanningsverbinding’ is opgesteld ter bescherming van een bovengrondse 150kv hoogspanningsleiding. De dubbelbestemming is ter breedte van 27 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding opgenomen. Er mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd. Ook ten dienste van de basisbestemming mag gebouwd worden mis goedkeuring wordt gevraagd van de beheerder van de leiding. Na goedkeuring van de leidingbeheerder kan een omgevingsvergunning worden verleend voor uitvoeren van werken en werkzaamheden en voor de bouw van bouwwerken.
Artikel 23 Leiding - Water
De bestemming ‘Leiding - Water’ is opgesteld ter bescherming van de aanwezige ondergrondse watertransportleiding. Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd. Na goedkeuring van de leidingbeheerder kan een omgevingsvergunning worden verleend voor uitvoeren van werken en werkzaamheden en voor de bouw van bouwwerken.
Artikel 24 Waarde - Archeologie 1/ 25 Waarde - Archeologie 2/ Artikel 26 Waarde - Archeologie 3/ Artikel 27 Waarde - Archeologie 4/ Artikel 28 Waarde - Archeologie 5
Er zijn vijf bestemmingen Waarde Archeologie opgenomen in het bestemmingsplan. Binnen deze bestemmingen kan op basis van een uit te voeren archeologisch onderzoek
afgeweken worden van de bouwregels. Een omgevingsvergunning moet aangevraagd worden indien werkzaamheden worden verricht die de bodem zullen roeren, specifiek uitgelegd in de betreffende regels. Ook hierop zijn enkele uitzonderingen, zoals bij normaal onderhoud. Het gaat om de volgende vier archeologische bestemmingen, gebaseerd op de gemeentelijke archeologische beleidskaarten.
Voor archeologische monumenten geldt de bestemming Waarde - Archeologie 1, voor gebieden met een zeer hoge verwachting geldt de bestemming Waarde - Archeologie 2, op grond van beide bestemmingen is bij bodemingrepen groter dan 50 m2 reeds archeologisch onderzoek nodig. Bij de bestemming Waarde - Archeologie 3 geldt dit bij ingrepen groter dan 500 m2, bij Waarde - Archeologie 4 bij ingrepen groter dan 1.000 m2 en bij de bestemming Waarde - Archeologie 5 gelet op de zeer lage verwachting pas bij ingrepen groter dan 10 hectare.
Artikel 29 Waterstaat - Keur
De bestemming 'Waterstaat - Keur’ is opgesteld om de hoofdwatergangen en waterkeringen in het beheergebied van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de bijbehorende beschermingszones te beschermen. Er mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd. Ook ten dienste van de basisbestemming mag gebouwd worden mits goedkeuring wordt gevraagd aan de beheerder van de waterkering. Na goedkeuring van de beheerder van de watergang en/of waterkering kan een omgevingsvergunning worden verleend voor uitvoeren van werken en werkzaamheden en voor de bouw van bouwwerken.
Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
De bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’ is opgesteld om de waterkeringen en de bijbehorende beschermingszones te beschermen. Er mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd. Ook ten dienste van de basisbestemming mag gebouwd worden mits goedkeuring wordt gevraagd aan de beheerder van de waterkering. Na goedkeuring van de beheerder van de waterkering kan een omgevingsvergunning worden verleend voor uitvoeren van werken en werkzaamheden en voor de bouw van bouwwerken.
Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze gelden voor het gehele plangebied.
Artikel 31 Antidubbeltelregel
De antidubbeltelregel is opgenomen om ervoor te zorgen dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing wordt gelaten.
Artikel 32 Algemene bouwregels
Dit artikel regelt enkele algemene aspecten met betrekking tot het bebouwen van gronden.
Artikel 33 Algemene gebruiksregels
Dit artikel regelt enkele algemene aspecten met betrekking tot het gebruik van gronden.
Artikel 34 Algemene aanduidingsregels
Dit artikel regelt de algemene aspecten met betrekking tot aanduidingen als de veiligheidszones.
Artikel 35 Algemene afwijkingsregels
Door middel van de algemene afwijkingsbevoegdheid kan het bevoegd gezag afwijken van de bestemmingsplanregels voor onder andere geringe overschrijding van bepaalde bouwvoorschriften, alsmede voor kunstobjecten, bouwwerken van openbaar nut, telecommunicatievoorzieningen enzovoort. Deze bevoegdheid vergroot de flexibiliteit van het plan.
Artikel 36 Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is opgenomen aan welke voorwaarden moet worden voldaan ingeval gebruik gemaakt wordt van de wijzigingsmogelijkheden.
Artikel 37 Overige regels
In dit artikel is aangegeven op welke wijze de verwijzing naar wettelijke regelingen gelezen dient te worden en is een strafregel opgenomen.
Artikel 38 Algemene procedureregels
In dit artikel is de procedure beschreven die gevolgd moet worden bij het wijzigen van de bestemming en het stellen van nadere eisen.
Hoofdstuk 4 bevat de overgangs- en slotregels.
Artikel 39 Overgangsrecht
Dit artikel regelt ten aanzien van bouwen en gebruik dat bestaande bouwwerken of bestaand gebruik dat afwijkt van het plan, onder voorwaarden mag worden voortgezet.
Artikel 40 Slotregel
In dit artikel staat de naam van het bestemmingsplan.