Plan: | Harnaschpolder-Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1842.bp12HP01-va01 |
In deze paragraaf wordt per artikel een toelichting gegeven op de planregels.
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Begrippen (Artikel 1)
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten (Artikel 2)
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
Bedrijf - Afvalwaterzuivering (Artikel 3)
De bestaande afvalwaterzuivering heeft een specifieke bestemming 'Bedrijf - Afvalwaterzuivering' gekregen. Ter plaatse is uitsluitend een afvalwaterzuiveringsinstallatie toegestaan. Kantoren zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van onzelfstandige kantoren (bedrijfsgerelateerde kantoren) en met inachtname van een maximum vloeroppervlak.
Bedrijventerrein (Artikel 4)
Bestemmingsomschrijving
De bestemming 'Bedrijventerrein' is toegekend aan het bestaande en te ontwikkelen bedrijventerrein binnen het plangebied. Op gronden met de bestemming Bedrijventerrein zijn bedrijven toegestaan, alsmede wegen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en overige bijbehorende voorzieningen. Bedrijven zijn toegestaan voor zover deze behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijvigheid. De milieucategorie van de bedrijven wordt bepaald aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die is opgenomen als bijlage bij de regels van dit bestemmingsplan. Aanvullend is voor enkele percelen een aanduiding opgenomen waarmee binnen de regels wordt aangegeven dat er horeca dan wel detailhandel in volumineuze goederen kan worden toegestaan. Voor het deelgebied Vrij-Harnasch zijn in het beeldkwaliteitplan aanvullende regels opgenomen.
- Bedrijven en milieuzonering
Voor het vaststellen van de milieuzonering is uitgegaan van de bestaande woonbebouwing of solitaire woningen (burgerwoningen en bedrijfswoningen) in of langs de randen van het plangebied. Bedrijven uit een zwaardere categorie dienen op een grotere afstand van de woonbebouwing te worden gesitueerd dan de bedrijven uit lagere milieucategorieën. Voor een uitgebreide toelichting op de aanpak van de milieuzonering zie ook paragraaf 6.4 Bedrijven en milieuzonering. De milieuzonering is op de verbeelding aangegeven door middel van categorie-aanduidingen binnen de bestemming Bedrijventerrein. Op de verbeelding is na de letter die de bestemming aangeeft, de hoogst toelaatbare categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (tussen haakjes) aangegeven (bijvoorbeeld BT b<3.2). Op het bedrijventerrein varieert de algemene toelaatbaarheid van maximaal milieucategorie 2 tot en met maximaal milieucategorie 3.2.
- Horeca
De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door 'gewone' niet-agrarische bedrijven. Bij het opstellen van de Staat van Horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom aangesloten bij de systematiek van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op deze regelgeving op de volgende vormen van hinder:
Binnen voorliggend bestemmingsplan wordt horeca toegestaan uit ten hoogste categorie 1c 'lichte horeca':
Bedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend overdag en 's avonds zijn geopend en in hoofdzaak etenswaren en maaltijden verstrekken. Zij veroorzaken hierdoor slechts beperkte hinder voor omwonenden. In gemengde gebieden en weinig gevoelige gebieden vindt mede in relatie tot de verkeersontsluiting een nadere afweging plaats. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden:
- Internetverkoop
Er wordt een onderscheid gemaakt in internetverkoop en webwinkels. Beide bieden hun producten aan via internet. Het onderscheid zit erin dat bij internetverkoop de verkoop volledig via internet verloopt en er dus geen fysieke winkel aanwezig is, terwijl bij webwinkels ook verkoop, uitstalling en / of afhaalmogelijkheden aan de orde zijn. De laatste categorie wordt zodoende gezien als detailhandel, terwijl de eerste categorie als bedrijfsmatige activiteiten worden gezien. Ter plaatse vindt immers alleen de opslag en verzending van goederen plaats. Om die reden wordt binnen de bestemming Bedrijventerrein ook ruimte geboden aan internetverkoop. Bovenstaand onderscheid wordt in de begripsbepalingen in de regels vastgelegd, zodat duidelijk is dat het niet om webwinkels gaat.
Bouwregels
Bebouwing ten dienste van de bestemming mag alleen worden gerealiseerd binnen de op de kaart aangegeven bouwvlakken. Op de verbeelding en in de regels zijn de maximale hoogtematen van de bebouwing aangegeven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in bedrijfsgebouwen en overkappingen, bedrijfswoningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Specifieke gebruiksregels
In dit lid is een aantal bepalingen opgenomen die bepaalde gebruiksvormen uitsluiten. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is in de regeling geïmplementeerd door middel van het uitsluiten van risicovolle inrichtingen. In de begrippen is het begrip 'risicovolle inrichtingen' verklaard. Ook geluidshinderlijke inrichtingen zijn niet toegestaan. Tot slot zijn er specifieke gebruiksregels opgenomen voor showrooms, (buiten)opslag van goederen buiten het bouwvlak en voor kantoren. Kantoren zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van onzelfstandige kantoren (bedrijfsgerelateerde kantoren) en met inachtname van een maximum vloeroppervlak
Afwijken van de gebruiksregels
Uit het oogpunt van flexibiliteit is in dit lid een aantal bepalingen opgenomen waarvan het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken.
- Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
De eerste bepaling betreft het afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken om bedrijfsactiviteiten toe te staan die genoemd worden in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar is en voor bedrijven die niet genoemd worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein', op voorwaarde dat deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze) naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën.
Bij de bepaling dat één categorie hoger kan worden toegestaan, gelden categorie 3.1, 3.2 en 4.1 als zelfstandige categorieën. Er is dus geen algemene categorie 3 of 4, wat tot te grote stappen zou leiden.
- Horeca
De tweede bepaling betreft de mogelijkheid om af te wijken ten behoeve van horecavoorzieningen. Hierbij is vastgelegd dat het om horeca uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten mag betreffen.
Wijzigingsbevoegdheden
Binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Om te voorkomen dat zich in het plangebied een planmer-plichtig bedrijf vestigt, waardoor er in dat kader een planMER voor het bestemmingsplan nodig is, zijn planmer-plichtige activiteiten niet rechtstreeks toegestaan. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid kunnen deze alsnog worden toegestaan, mits vooraf een milieueffectenrapportage wordt opgesteld zoals bedoeld in de Wet milieubeheer.
Gemengd-1 (Artikel 5)
De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen, voor lichte bedrijvigheid (maximaal milieucategorie 2), kleinschalige kantoren en culturele en maatschappelijke voorzieningen. Deze gronden worden herontwikkeld waarbij de huidige woningen gehandhaafd mogen blijven. Woningen zijn toegestaan als reguliere woning of als bedrijfswoning.
Voor bestaande woningen geldt dat de bestaande maten gerespecteerd worden. Mocht de regeling echter nog ruimte laten om deze bestaande woningen uit te breiden, maar is in de praktijk een te groot deel aan bijgebouwen en overkappingen aanwezig, dan is de regeling zo ingestoken dat uitbreiding van het hoofdgebouw pas is toegestaan nadat de bijgebouwen en overkappingen (deels) zijn afgebroken.
Gemengd-2 (Artikel 6)
De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen en voor lichte bedrijvigheid (maximaal milieucategorie 2). Woningen zijn toegestaan als reguliere woning of als bedrijfswoning.
Groen (Artikel 7)
De groenvoorzieningen met een beeldbepalend karakter zijn ondergebracht in de bestemming 'Groen'. Naast beplantingen en plantsoenen zijn hier onder andere ook voet- en fietspaden, noodontsluitingen, nutsvoorzieningen, water en speelvoorzieningen mogelijk.
Kantoor (Artikel 8)
Voor één bestaande locatie, die als zodanig is bestemd in de vigerende regeling, is een toegesneden bestemming Kantoor opgenomen. Afwijkend van de mogelijkheden elders, is hier een zelfstandig kantoor toegestaan. In lijn met de provinciale verordening dient het te gaan om een kantoor met een maximum vloeroppervlakte van 1.000 m2.
Tuin (Artikel 9)
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen. Het gaat daarbij om stroken, veelal aan de voor- of zijkant van een perceel, waar beperktere bebouwingsmogelijkheden worden geboden dan elders op het erf.
Verkeer (Artikel 10)
De wegen in het plangebied, met uitzondering van de rijksweg A4, hebben de bestemming 'Verkeer'. Wegen zijn toegestaan voorzover deze bestaan uit ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1' zijn 2 x 2 doorgaande rijstroken toegestaan. Het betreft de Wippolderlaan (N211) richting Wateringen. Binnen deze bestemming is daarnaast een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan, zoals parkeren, groen- en waterpartijen en nutsvoorzieningen.
Verkeer - Rijksweg (Artikel 11)
De rijksweg A4 en de bijbehorende parkeerplaats heeft de bestemming 'Verkeer - Rijksweg'. Op deze gronden is een autosnelweg toegestaan, met bijbehorende voorzieningen.
Water (Artikel 12)
De bestaande en nieuw te graven watergangen in het plangebied zijn bestemd als 'Water'. Op de gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de bestemming toegestaan, zoals bruggen en duikers.
Wonen - 1, Wonen - 2, Wonen -3 en Wonen - 4 (Artikel 13, Artikel 14, Artikel 15 en Artikel 16)
Het bestemmingsplan kent 4 woonbestemmingen.
Woningen
Het belangrijkste onderscheid tussen de bestemmingen is dat binnen Wonen - 1 met strakke bouwvlakken wordt gewerkt rondom de bestaande woningen en dat bij Wonen - 2 en Wonen - 3 met een ruim bouwvlak wordt gewerkt.
De bestemmingen Wonen -1 is zodoende gericht op consolidatie van de bestaande situatie. Voor Wonen - 2 wordt met het ruime bouwvlak juist ruimte gelaten voor invulling van het gebied met nieuwe woningen. De regels zijn hier wat globaler, waarbij de mogelijkheden mede afhankelijk zijn van de omvang van de toekomstige percelen.
De bestemming Wonen - 3 kent eveneens ruime bouwvlakken maar bevriest de oppervlakte van de bestaande woningen, waardoor deze bestemming niet direct op ontwikkeling is gericht. Wel worden mogelijkheden geboden voor vervangende nieuwbouw, waarbij met een inhoudsmaat en afstanden tot de perceelsgrenzen flexibiliteit wordt geboden voor de inrichting van een eventuele, nieuwe situatie.
Binnen Wonen - 2, het gebied waarin nieuwe woningen kunnen worden ontwikkeld, mogen bovendien de bestaande woningen behouden blijven. Daarbij worden de bestaande maten gerespecteerd. Mocht de regeling echter nog ruimte laten om deze bestaande woningen uit te breiden, maar is in de praktijk een te groot deel aan bijgebouwen en overkappingen aanwezig, dan is de regeling zo ingestoken dat uitbreiding van het hoofdgebouw pas is toegestaan nadat de bijgebouwen en overkappingen (deels) zijn afgebroken.
Wonen - 4 tot slot kent een eigen systematiek die is afgestemd op het postzegelbestemmingsplan dat hiervoor vigerend was.
Ondernemerschap
De gemeente Midden-Delfland wil het ondernemerschap stimuleren. Om die reden zijn in de woonbestemmingen een aantal flexibiliteitsbepalingen opgenomen om dit mogelijk te maken. Deze zijn opgenomen onder de noemer beroep-aan-huis, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en bed & breakfast.
Om de woonfunctie te versterken en een aantrekkelijk woongebied te creëren waar ruimte is voor meerdere activiteiten, wordt een toename van de menging met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voorgestaan. Het uitgangspunt is dat zogenaamde vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, waarvoor geen meldings- of vergunningsplicht op grond van het Besluit omgevingsrecht geldt, zonder meer vanuit de woning kunnen worden uitgeoefend, mits de woonfunctie gehandhaafd blijft. Er wordt van uitgegaan dat de woonfunctie gehandhaafd blijft bij een gebruik van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten van ten hoogste 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning tot ten hoogste 50 m². Internetverkoop is toegestaan, mits deze voldoen aan de voorwaarde dat er geen uitstalling van goederen plaatsvindt en waarbij de goederen via internet worden aangeboden en overwegend per post worden geleverd. Webwinkels zijn derhalve niet toegestaan.
In overeenstemming met het gemeentelijke 'beleidskader recreatieve verblijfsvoorzieningen' (zie paragraaf 5.3 Gemeentelijk beleid) is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om een bed & breakfastvoorziening aan huis toe te staan, mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. Zo mag de vloeroppervlakte die wordt aangewend voor de bed & breakfast activiteiten ten hoogste 40% van de totale vloeroppervlakte van de woning bedragen, bijgebouwen meegerekend.
Bedrijventerrein - Uit te werken (Artikel 17)
Op het bedrijventerrein zijn verschillende ontwikkelingsgebieden bestemd als 'Bedrijventerrein - Uit te werken'. Op deze gronden mag worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan. Dit uitwerkingsplan wordt opgesteld met in achtneming van de uitwerkingsregels in dit artikel.
Wonen - Uit te werken 1 (Artikel 18)
Ter plaatse van het ontwikkelingsgebied 'Scharnier' in het zuiden van het plangebied is de bestemming 'Wonen - Uit te werken 1' opgenomen. Op deze locatie mogen naast de bestaande, te handhaven woningen, nieuwe woningen worden gebouwd. Op deze gronden mag worden gebouwd in overeenstemming met een naderhand op te stellen uitwerkingsplan. Dit uitwerkingsplan zal moeten worden opgesteld met in achtneming van de uitwerkingsregels in dit artikel.
Wonen - Uit te werken 2 (Artikel 19)
Momenteel is het perceel aan de westzijde van de Dijkshoornseweg in gebruik ten behoeve van een tuincentrum. De eigenaars van het tuincentrum zijn voornemens om op termijn de bedrijfsvoering van het tuincentrum te beëindigen en het perceel te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening indien het perceel ingericht wordt voor maximaal 15 woningen en dat er in beginsel geen omgevingsaspecten zijn die een uitwerking van het plan in de weg staan (zie de ruimtelijke onderbouwing in de Bijlage 1). Het perceel is bestemd als 'Wonen - Uit te werken 2'. Op deze gronden mag worden gebouwd in overeenstemming met een naderhand op te stellen uitwerkingsplan. Dit uitwerkingsplan zal moeten worden opgesteld met in achtneming van de uitwerkingsregels in dit artikel.
Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanningsverbinding en Leiding - Riool (Artikel 20, Artikel 21 en Artikel 22)
Ter bescherming van de in het plangebied aanwezige planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen zijn drie dubbelbestemmingen opgenomen: 'Leiding - Gas', Leiding - 'Hoogspanningsverbinding' en 'Leiding - Riool'.
Bouwen op deze gronden is slechts mogelijk op basis van een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, waarbij getoetst wordt aan het belang van de betreffende leiding of verbinding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouwen zijnde, is een omgevingsvergunningplicht opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het belang van de leiding of hoogspanningsverbinding niet onevenredig wordt geschaad. De beheerder van de leiding of hoogspanningsverbinding brengt hierover voorafgaand advies uit aan het bevoegd gezag.
Waarde - Archeologie - 1, 2 en 3 (Artikel 23 , Artikel 24, Artikel 25 en Artikel 26)
Op de gemeentelijke beleidskaart ten aanzien van archeologie zijn de verschillende archeologische verwachtingen vertaald naar verwachtingszones en gekoppeld aan concrete vrijstellingsgrenzen. Bodemverstorende werkzaamheden die deze grenzen niet overschrijden worden op voorhand vrijgesteld van de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek. Het plangebied valt binnen drie verwachtingszones. Ten aanzien van deze verschillende verwachtingszones is een regeling vastgelegd.
Aanvullend is een vierde regeling opgenomen, die specifiek uit een postzegelbestemmingsplan voor de Woudselaan 23 en 27 overkomt.
Waterstaat - Waterkering (Artikel 27)
Deze dubbelbestemming is toegekend aan de waterkeringen (kernzone inclusief beschermingszones) in het plangebied. Deze gronden hebben een waterkerende functie of zijn van invloed op de waterkering. Er is sprake van samenvallende bestemmingen, waarbij de met Waterstaat - Waterkering samenvallende bestemmingen ondergeschikt zijn. Dit uitgangspunt is vertaald in de betreffende bouwregels. Langs de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' zijn beschermingszones aanwezig waarop de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing is.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelregel (Artikel 28)
Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels (Artikel 29)
De algemene bouwregels omvatten bouwregels die aanvullend op de regels van hoofdstuk 2 van toepassing zijn.
Overschrijding bouwgrenzen
Dit lid bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn.
Bestaande maten
Dit lid bepaalt dat bestaande bouwwerken mogen worden teruggebouwd wanneer deze met een vergunning tot stand zijn gekomen.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (Artikel 30)
Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.
De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
Algemene aanduidingsregels (Artikel 31)
Een gedeelte van het plangebied valt binnen de vrijwaringszone van de Molen van Maat langs de Dulder, net buiten het plangebied. Om die reden is een gebiedsaanduiding vrijwaringszone-molenbiotoop op de plankaart opgenomen en is een algemene aanduidingsregel opgenomen.
Algemene afwijkingsregels (Artikel 32)
In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels. Het gaat hier om de overschrijding van de bouwgrenzen, voor zover deze afwijkingen niet onder de regel 'algemene bouwregels' valt te scharen. Dit betreft bijvoorbeeld de bevoegdheid om af te wijken van de voorgeschreven maten en percentages. Afwijking is overigens alleen mogelijk wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen.
Algemene wijzigingsregels (Artikel 33)
Overschrijding bestemmingsgrenzen
In dit artikel wordt aangegeven in hoeverre en in welke gevallen van een wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt ingeval van gewenste dan wel noodzakelijke geringe afwijkingen van de bestemmingsgrenzen.
Waarde - Archeologie
In dit artikel is geregeld dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie van de verbeelding kan worden verwijderd indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Wro-zone - wijzigingsgebied - 1
Het vigerende plan voor de Woudselaan 23 en 27 kende een wijzigingsbevoegdheid voor de gronden achter de tussengelegen woning, nummer 25, om de gronden om te zetten naar Wonen, Tuin en/of Water.
Wro-zone - wijzigingsgebied - 2
Het voormalige bedrijf ten oosten van de Dijkshoornseweg is voorzien van de bestemming bedrijf, overeenkomstig de vigerende bestemming. De bedrijfsactiviteiten op het perceel zijn echter beëindigd. Een wijziging van de bestemming naar Wonen is op termijn gewenst. Ter plaatse van de Wro-zone wijzigingsgebied - 2 kan de bestemming Bedrijventerrein gewijzigd worden naar een woonbestemming met tuin.
Wro-zone - wijzigingsgebied 3
Aan de oostzijde van de Lookwatering is het waterschap voornemens een gemaal aan te leggen. Dit gemaal is noodzakelijk voor een goede waterhuishouding in en om het gebied. De (technische) uitwerkingen van dit gemaal is bij vaststelling van het bestemmingsplan nog niet exact bekend. Daarom is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het aangewezen gebied om te zetten naar gronden in het belang van dit gemaal.
Overige regels (Artikel 34)
In de bepaling is geregeld dat alle wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
Overgangsrecht (Artikel 35)
In dit artikel is het overgangsrecht voor gebruik en gebouwen opgenomen conform artikel 3.2.2 Bro.
Slotregel (Artikel 36)
In dit laatste artikel wordt de titel van het bestemmingsplan genoemd.