direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Harnaschpolder-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1842.bp12HP01-va01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven tot en met categorie 3.1 van de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven tot en met categorie 3.2 van de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': een bedrijf ten behoeve van de op- en overslag van potgrond;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': detailhandel in volumineuze goederen, met dien verstande dat er maximaal 2 bouwmarkten en 1 verkooppunt van motorbrandstoffen met uitzondering van de verkoop van lpg zijn toegestaan binnen het bestemmingsplan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': horecabedrijf uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • g. internetverkoop;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag, met in achtneming van de bebouwingstypologie en ruimtelijke kwaliteit (met uitzondering van de maatvoering) zoals deze in het door de gemeenteraad vastgestelde 'Beeldkwaliteitsplan Bedrijventerrein Harnaschpolder Midden-Delfland zijn opgenomen, worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' bedraagt de bouwhoogte van ten hoogste één gebouw maximaal 20 m;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  • f. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • g. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m.

4.2.2 Bedrijfswoningen
  • a. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 5,5 m;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 9,5 m;
  • c. de oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 50 m²;
  • d. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3 m respectievelijk 5 m.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg installatie is niet toegestaan;
  • f. onzelfstandige kantoren zijn toegestaan met een bedrijfsvloeroppervlakte dat minder bedraagt dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlakte en minder is dan 3.000 m²;
  • g. showrooms zijn slechts toegestaan indien de uit te stallen goederen behoren tot de in lid 4.1 toegestane functie, met dien verstande dat:
    • 1. met uitzondering van showrooms bij volumineuze detailhandel geen verkoopfunctie (kassa) ter plaatse aanwezig mag zijn om ter plaatse goederen of diensten te betalen;
    • 2. de oppervlakte van showrooms per bedrijf ten hoogste 10% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen met een maximum van 75 m²;
  • h. de verkoop van nevenassortiment bij detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - 1' bedraagt het oppervlakte open water ten minste 4.481 m2;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' is een ontsluitingsweg toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'opslag uitgesloten' is buitenopslag van goederen niet toegestaan;
  • l. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.4.2 Afwijken voor horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 om horecabedrijven toe te staan uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;

4.4.3 Afwijken voor de verkoop van nevenassortiment

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.3 onder h om bij de verkoop van volumineuze goederen als bedoeld in lid 4.1 onder f, de verkoop van nevenassortiment toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. het nevenassortiment bij het hoofdassortiment past;
  • b. het netto verkoopvloeroppervlak ten behoeve van het nevenassortiment niet meer bedraagt dan 20% van het totale netto verkoopvloeroppervlak;
  • c. uit distributieplanologisch onderzoek blijkt dat er geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur, waarvoor advies ingewonnen wordt van het Regionaal Economisch Overleg (REO).

4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijzigingsbevoegdheid voor planmer-plichtige activiteiten

Het college van burgemeester en wethouders kan het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijventerrein zodanig wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in lid 4.3 onder d, zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen op grond van de Wet milieubeheer.