direct naar inhoud van 6.2 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Stedelijk Gebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01

6.2 Artikelsgewijze toelichting

In de volgende paragrafen is een toelichting opgenomen van de in de regels opgenomen bestemmingen.

6.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen nader omschreven die gebruikt worden in de regels. Dit voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.


Artikel 2 Wijze van meten

In dit artikel wordt beschreven op welke wijze de in de regels voorgeschreven maatvoeringen gemeten moeten worden.

6.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De regels in verband met de bestemmingen kennen een min of meer gelijke opbouw en bestaan in ieder geval uit een bestemmingsomschrijving en bouwregels. Voor een aantal bestemmingen zijn daarbij bijzondere gebruiksregels opgenomen en/of een afwijkingsbevoegdheid dan wel wijzigingsbevoegdheid.

De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Hierin is een omschrijving opgenomen van de functies, die binnen de bestemming zijn toegestaan (het gebruik). In een aantal gevallen is een specificering opgenomen van de toegestane functie, die correspondeert met een functieaanduiding op de verbeelding.

De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om een omgevingsvergunning.

In dit bestemmingsplan worden de volgende bestemmingen gebruikt:

Artikel 3 Bedrijf

De in het plangebied voorkomende bedrijven zijn opgenomen in de bestemming Bedrijf. Binnen deze bestemming zijn bedrijven toelaatbaar binnen de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2 bij de regels). Voor de bedrijven die hier een uitzondering op vormen is een specifieke functieaanduiding opgenomen met als doel dat geen verruiming van de milieubelasting optreedt en dat bij beëindiging van de activiteit een zelfde bedrijf kan terugkeren dan wel een bedrijf met activiteiten uit de milieucategorie 1 dan wel 2.

Daarnaast heeft de molen (De Vriendschap) ook een aanduiding gekregen vanwege de verschijningsvorm.

Een bedrijfswoning is toelaatbaar gesteld bij een bedrijf mits op de verdieping. In een enkel geval is op de verbeelding aangegeven dat een bedrijfswoning niet is toegestaan.

Gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan en deze mogen volledig worden bebouwd. Bedrijfsgebouwen zijn toegestaan overeenkomstig de bestaande bouwmogelijkheden op grond van de vigerende bestemmingsplannen.

Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening

De nutsvoorzieningen in het plangebied vallen onder de bestemming Bedrijf-Nutsvoorzieningen. Het gemaal is apart aangewezen. Bij het gemaal is de bedrijfswoning met bijbehorende gebruiksmogelijkheden en bebouwing meegenomen.

Gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan en deze mag volledig worden bebouwd.

Artikel 5 Centrum

De bestemming Centrum is opgenomen voor het kernwinkelgebied in de Binnenstad. Detailhandel is hier de primaire functie samen met het wonen op de verdieping. Andere functies krijgen niet zondermeer een mogelijkheid zich hier te vestigen. Bestaande voorzieningen, zoals horeca, dienstverlening, kantoor, maatschappelijk en bedrijf zijn wel mogelijk gemaakt maar middels een aanduiding. Voor horeca is een specifieke regeling opgenomen waarbij in bijlage 3 is aangegeven hoeveel panden in een bepaalde horeca-categorie mogen vallen.

Op de verdieping is het uitsluitend toegestaan te wonen tenzij met een omgevingsvergunning daarvan wordt afgeweken. Daar waar op de begane grond reeds woningen aanwezig zijn, zijn deze specifiek aangewezen en toelaatbaar gesteld.

Tevens bestaat de mogelijkheid om in het gebied een kinderdagverblijf te vestigen na afwijking mits op een acceptabele wijze voldaan wordt aan de parkeerbehoefte en een acceptabel woon- en leefmilieu. Dat kan in het geval van de binnenstad betekenen dat een bijdrage wordt gedaan in het parkeerfonds, zodat gezamenlijke voorzieningen kunnen worden gefinancierd.

Ondergeschikt aan detailhandel in de food- gerelateerde winkels (zoals een banketbakker, slager en delicatessenwinkel) is horeca toegestaan.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd. Verder is onder andere geregeld dat het bij winkels is toegestaan om vanaf de achtergevel tot aan de achterperceelsgrens uit te breiden over maximaal 1 bouwlaag. Op deze bouwlaag is vervolgens onder voorwaarden een dakterras toegestaan ten behoeve van de op de verdieping gelegen woning. Het dakterras mag niet meer dan 5 meter buiten het bouwvlak zijn gelegen en op tenminste 2 meter afstand tot de perceelsgrens.

Ten aanzien van de goot- en bouwhoogte is bepaald dat de in het bouwvlak maximaal voorkomende hoogten mogen worden toegepast op het gehele bouwvlak.

Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om panden samen te kunnen voegen, mits de afzonderlijke verschijningsvorm gehandhaafd blijft. Verder is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om een dakterras te realiseren dat maximaal tot 10 meter buiten het bouwvlak is gelegen. Het dakterras mag uitsluitend op de beganegrondlaag worden gebouwd.

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

Voor de dansstudio en het automatenkabinet (museum) is de bestemming Cultuur en Ontspanning opgenomen. Op de verdieping is het uitsluitend toegestaan te wonen. Andere functies zijn daar niet toegestaan.

Horeca is als ondersteunende functie toelaatbaar tot 40% van het totale vloeroppervlak en een maximum van 30 m2.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd.

Artikel 7 Detailhandel

Enkele buiten het centrum gelegen winkels en het winkelcentrum Hogewey hebben de bestemming Detailhandel gekregen. Op de verdieping is het uitsluitend toegestaan te wonen met de daarbijbehorende gebruiksmogelijkheden. Andere functies zijn daar niet toegestaan.

Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om andere functies toe te kunnen staan op de verdieping mits ten dienste van de op de begane grondlaag rustende functie detailhandel.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd.

Artikel 8 Dienstverlening

Een aantal panden in de binnenstad en in de woongebieden hebben de bestemming Dienstverlening gekregen. Op de verdieping is het uitsluitend toegestaan te wonen met de daarbijbehorende gebruiksmogelijkheden. Andere functies zijn daar niet toegestaan.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd.

Artikel 9 Gemengd - 1

In de eerste schil rond het kernwinkelgebied is de bestemming Gemengd-1 opgenomen. In deze zone zijn diverse voorzieningen aanwezig en toelaatbaar. Gemengd-1 voorziet in alle functies die in de binnenstad mogelijk zijn. Detailhandel wordt echter binnen deze bestemming met een functieaanduiding geregeld aangezien nieuwe detailhandelsfuncties wenselijker zijn in het kernwinkelgebied. De bestaande detailhandel kan uiteraard gehandhaafd blijven.

Net als in de bestemming Centrum is voor horeca een specifieke regeling opgenomen waarbij in bijlage 4 is aangegeven hoeveel panden in een bepaalde horeca-categorie mogen vallen.

Op de verdieping is het uitsluitend toegestaan te wonen. Andere functies zijn daar niet toegestaan tenzij met een omgevingsvergunning daarvan wordt afgeweken. Ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen aanduiding 'kantoor' mag op de verdieping een kantoor gevestigd zijn. Ook ter plaatse van de aanduiding 'theater' geldt een uitzondering. Wonen is binnen Gemengd-1 ook op de begane grond toelaatbaar.

Binnen de bestemming is de mogelijkheid opgenomen om na afwijking in het gebied een kinderdagverblijf te vestigen mits op een acceptabele wijze voldaan wordt aan de parkeerbehoefte. Dat kan in het geval van de binnenstad betekenen dat een bijdrage wordt gedaan in het parkeerfonds, zodat gezamenlijke voorzieningen kunnen worden gefinancierd.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd.

Artikel 10 Gemengd - 2

Gemengd-2 geldt voor locaties aan de E. du Perronstraat en Mr. C. Kooimancentrum. Hier zijn diverse functies toegestaan net als in de schil rondom het kernwinkelgebied. Het verschil met Gemengd-1 is dat binnen deze bestemming geen functies als cultuur en ontspanning dan wel maatschappelijke voorzieningen als een verzorgingstehuis of school mogelijk zijn. Wel is het mogelijk om onder meer een apotheek, consultatiebureau of wijkcentrum te realiseren. Wonen op de begane grond is hier eveneens niet wenselijk. Detailhandel wordt echter binnen deze bestemming met een functieaanduiding geregeld aangezien nieuwe detailhandelsfuncties wenselijker zijn in het kernwinkelgebied. De bestaande detailhandel kan uiteraard gehandhaafd blijven.

Ook binnen deze bestemming is een specifieke regeling opgenomen ten aanzien van de horecabedrijven, waarbij in bijlage 5 is aangegeven hoeveel panden in een bepaalde horeca-categorie mogen vallen.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht.

Artikel 11 Groen

De bestemming Groen is onder meer gebruikt voor plantsoenen, groenstroken en de schansen, die kunnen worden aangemerkt als structureel groen. Binnen de bestemming zijn ook andere functies mogelijk, zoals bermen en parkeervoorzieningen met het oog op de nodige flexibiliteit bij herinrichtingsplannen. Op de schansen mag niet geparkeerd worden, met uitzondering van de bestaande voorzieningen. Aan de Utrechtseweg liggen enkele groenbestemmingen waar evenmin geparkeerd mag worden. Hier zijn ook geen speelvoorzieningen toegestaan. Deze gronden zijn voorzien van een aanduiding om deze bedoelingen duidelijk te maken.

De aanwezige terrassen zijn met een functieaanduiding aangewezen.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat er uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.

Artikel 12 Groen - Theetuin

De gronden van de Theetuin zijn als zodanig bestemd. het aanwezige groen, de modeltuinen en de bij de theetuin behorende ondergeschikte detailhandel en horeca zijn in dit bestemmingsplan gehandhaafd. De voorkomende bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de verbeelding aangewezen overeenkomstig de bouwvergunning.

Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken met uitzondering van de afwijkingsbevoegdheid voor 100 m2, waarbij de cultuurhistorische waarden in acht moeten worden genomen.

De binnen de gronden aanwezige parkeervoorzieningen zijn specifiek aangewezen. Parkeren op de andere gronden is niet wenselijk.

Artikel 13 Horeca

Een aantal panden heeft de bestemming Horeca gekregen. Per bestemmingsvlak is aangeduid welke horecacategorie is toegestaan (categorie 2, categorie 3a en categorie 3b).

De aanwezige terrassen binnen deze bestemming hebben een aanduiding gekregen.

Wonen is uitsluitend toegestaan op de verdieping.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd.

Artikel 14 Kantoor

Enkele kantoren, zoals langs de Prinses Irenelaan en bij het station, hebben deze bestemming gekregen. Het mediabedrijf in het plangebied is specifiek aangewezen evenals de voorkomende woning.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd.

Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen toe te staan.

Artikel 15 Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk is gegeven aan de diverse maatschappelijke functies zoals bijvoorbeeld verzorgingshuizen en kerken. Detailhandel en horecavoorzieningen zijn als ondergeschikte functies toelaatbaar. De aanwezige bedrijfswoning is met een aanduiding aangewezen. Dat geldt ook voor de binnen deze bestemming voorkomende overige wooneenheden.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de erfbebouwing (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) ook daarbuiten mogen worden gebouwd. Het op de verbeelding aangegeven bebouwingspercentage bepaald in hoeverre het bouwvlak bebouwd mag worden. Daar waar geen percentage is opgenomen mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.

Artikel 16 Recreatie

De oevers bij de jachthaven en de roeivereniging zijn bestemd als recreatie. Het havengebouw heeft eveneens deze bestemming gekregen. In alle gevallen staat het gebruik van de gronden ten dienste van de bijbehorende gronden (jachthaven, havenligplaatsen). Nieuwe bebouwing is niet mogelijk.

Horeca is als ondergeschikte functie toelaatbaar.

Ten aanzien van de bebouwing geldt dat de bestaande gebouwen mogen worden gehandhaafd, waarbij eveneens de bestaande hoogten in acht worden genomen. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is de bouwhoogte op 5 meter vastgelegd waarbij uitzonderingen voor erfafscheidingen en lichtmasten zijn gemaakt.

Artikel 17 Sport

De sportvelden in het noordwesten hebben de bestemming sport gekregen. Daarnaast zijn de gronden van de roeivereniging ook in deze bestemming meegenomen. Horeca is op deze gronden als ondergeschikte functie toegestaan. Verder is het mogelijk de gronden te gebruiken voor maatschappelijke voorzieningen (kinderopvang). Daarbij is wel de beperking opgenomen dat niet meer dan 40% van het bebouwd oppervlak hiervoor mag worden gebruikt.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de gebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is de bouwhoogte op 5 meter vastgelegd waarbij uitzonderingen voor erfafscheidingen, ballenvangers en lichtmasten zijn gemaakt. Buiten het bouwvlak is het toegestaan bijgebouwen op te richten met een gezamenlijk oppervlak van maximaal 30 m2 per sportvoorziening.

Artikel 18 Tuin

De gronden rondom enkele flats (particuliere tuinen) en de tuinen van enkele andere percelen hebben de bestemming Tuin gekregen. De bestemming Tuin is voornamelijk gegeven om beeldbepalende plekken in het beschermd stadsgezicht vrij te houden van bebouwing. Hier zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een hoogte van 1 meter dan wel 2 meter.

In de bestemming Tuin is het mogelijk om bijgebouwen met een maximum oppervlakte van 12 m2 en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 2,5 en 3,5 meter op te richten ten die nsten van het aangrenzende bijbehorende woonschip.

Artikel 19 Verkeer

Deze bestemming geldt voor wegen, straten en voet - en fietspaden ten behoeve van de afwikkeling van doorgaand verkeer. In het bestemmingsplan is niet de breedte van de weg vastgelegd. Mocht een feitelijke herinrichting toch aan de orde zijn zal over het inrichtingsplan worden gecommuniceerd.
Daarnaast zijn binnen deze bestemming parkeer- en groenvoorzieningen toegestaan. Tankstations zijn niet toegestaan.

Terrassen ten behoeve van horecabedrijven, zoals opgenomen in de bestemmingen Centrum en Horeca, zijn met een aanduiding opgenomen binnen deze bestemming. Dat geldt ook voor de voorkomende locaties voor ambulante handel. Naast deze functies zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat slechts gebouwen zijn toegestaan voor nutsvoorzieningen en gebouwen ten behoeve van het openbaar vervoer. Daarnaast is voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de bouwhoogte op 10 meter vastgelegd.

Artikel 20 Verkeer - Railverkeer

Het bestaande spoor met bijbehorende gronden en bouwwerken is in deze bestemming vervat. Ook het stationsgebouw valt hier binnen en is met een aanduiding op de verbeelding aangegeven. Dat geldt ook voor de tunnel. De bestaande gebruiks- en bouwmogelijkheden zijn overgenomen.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat het stationsgebouw binnen het bouwvlak is toegestaan, met een hoogte van 8 meter. Eventuele andere bebouwing mag worden opgericht met een hoogte van 5 meter. Daarnaast is voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de bouwhoogte op 10 meter vastgelegd.

Artikel 21 Verkeer - Verblijf

Deze bestemming geldt voor wegen, straten en voet - en fietspaden ten behoeve van de afwikkeling van bestemmingsverkeer alsmede voor verblijf en verplaatsing gericht op de aangrenzende bestemmingen met de daarbij behorende voorzieningen. Terrassen ten behoeve van horecabedrijven, zoals opgenomen in de bestemmingen Centrum en Horeca, zijn met een aanduiding opgenomen binnen deze bestemming. Dat geldt ook voor garages, het parkeerterrein bij het station en locaties voor ambulante handel. Naast deze functies zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat slechts gebouwen zijn toegestaan voor nutsvoorzieningen en gebouwen ten behoeve van het openbaar vervoer. Daarnaast is voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de bouwhoogte op 10 meter vastgelegd.

Artikel 22 Water

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor de aanleg, het onderhoud en de instandhouding van watergangen en vaarwegen en de waterhuishouding. De vaarwegen, woonschepen, de roeivereniging en de jachthavens alsmede enkele steigers zijn met een aanduiding opgenomen in het plan. Er gelden bouwregels voor onder andere de woonschepen en steigers. Naast deze functies zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen en recreatief medegebruik.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat afzonderlijke regels zijn opgenomen voor de woonschepen en de steigers. Zo mag het aantal woonschepen niet meer bedragen dan het aantal dat op de verbeelding is aangewezen per aanduidingsvlak en zijn de woonschepen aan maximale afmetingen gebonden.

Steigers zijn, op gronden zonder de aanduiding 'steiger' ook toegestaan op de gronden die behoren tot de jachthaven, woonschepen, grenzend aan de bestemming Wonen dan wel Bedrijven, tenzij ze voldoen aan de genoemde voorwaarden. Zo mogen de steigers bij de jachthaven, de roeivereniging en op de gronden met de aanduiding 'steiger' niet worden uitgebreid. De overige steigers, voor een recreatieschip bij een woning, bedrijf of woonschip, dienen aan de daartoe beschreven maten te voldoen en er mag niet meer dan 1 steiger per woonschip recreatieschip worden gerealiseerd, evenwijdig aan de oever.

Binnen deze bestemming zijn verder alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van bovenstaande doeleinden met een hoogte van 1 meter.

In de regels is een afwijking opgenomen voor het mogelijk maken van grotere woonschepen mits de onderlinge afstand niet meer dan 3 meter, de verbreding niet meer dan 6,25 meter en de verhoging niet meer dan 3,60 meter bedraagt. Het oppervlakte van de woonschepen mag daarnaast niet meer bedragen dan 80 m2.

Artikel 23 Wonen

Deze bestemming geldt voor alle woningen in het plangebied met bijbehorende tuinen. Bij de woningen zijn aan huis gebonden beroepen en bedrijven toelaatbaar alsmede een bed & breakfast. Ook zijn er diverse aanduidingen opgenomen voor specifieke functies, zoals garage, kantoor, maatschappelijk, zorgwoning, onderdoorgang en dienstverlening.

Op een aantal gronden is een aanduiding opgenomen om een gebouwde parkeervoorzieningen te kunnen realiseren onder de woonlagen.

Daarnaast heeft de molen ook een aanduiding gekregen vanwege de verschijningsvorm.

In de binnenstad zijn er diverse straatjes zoals de Molen- en Torenstraat, waar relatief kleine woningen staan met beperkte achtererven, die in een aantal gevallen volledig zijn bebouwd. Bij een gedeeltelijke bebouwing tot de toegestane 50% biedt het resterende open erf niet of nauwelijks goede gebruiksmogelijkheden. Vandaar dat de mogelijkheid is opgenomen om achtererven kleiner dan 30 m2 tot 100 % te kunnen bebouwen.

Ten aanzien van het bouwen geldt dat de woningen binnen het bouwvlak dienen te worden opgericht en dat de aangebouwde bijgebouwen en aan en uitbouwen tot 3 meter buiten het bouwvlak is toegestaan. Het aantal woningen mag niet meer bedragen dat de bestaande hoeveelheid per bestemmingsvlak evenals de goot- en bouwhoogte van de woningen.

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is de bouwhoogte op 5 meter vastgelegd waarbij uitzonderingen voor erfafscheidingen zijn gemaakt.

Verder is een aantal afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Zo bestaat de mogelijkheid voor het vergroten van het bouwvlak bij kleine woningen (kleiner dan 45 m2). Daarnaast is het ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 2' toegestaan de goot- dan wel bouwhoogte te vergroten met een extra bouwlaag en ook buiten de gronden met de bouwaanduiding kan de hoogte worden vergroot maar dan over geen groter oppervlak van 2/3 van de breedte van de woning.

Onder voorwaarden is het tot slot mogelijk om voor de voorgevel te kunnen bouwen. Met dien verstande dat dit uitsluitend geldt voor de woonwijken Aetsveld en in Weesp-Zuid de wijken Zuid I en II, alsmede de Klomp zoals beschreven in hoofdstuk 3 Beschrijving en analyse van het plangebied.

In vrijstaande bijgebouwen mag niet gewoond worden en mag ook geen aan huis gebonden beroep of bedrijf uitgeoefend worden.

Artikel 24 Wonen - Woonwagens

Voor de woonwagens bij de sportvelden is een aparte bestemming opgenomen. In totaal mogen er maximaal 5 woonwagens worden geplaatst met een hoogte van 5 meter. Bij een woonwagen mag ten hoogste 1 bijgebouw worden gerealiseerd.

Artikel 25 Waarde - Archeologie - 1 , Artikel 26 Waarde - Archeologie - 2 , Artikel 27 Waarde - Archeologie - 3 en  Artikel 28 Waarde - Archeologie - 6
De bestemmingen Waarde - Archeologie worden gehanteerd voor die delen van het plangebied, die op basis van het archeologische vooronderzoek (mogelijk) archeologische waarde bevatten. Bouwen is op deze gronden ten behoeve van een andere ter plaatse geldende (enkel)bestemming uitsluitend toegestaan, nadat uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn. Uitzondering hierop is het vervangen, vernieuwen of veranderen van bestaande bebouwing op de bestaande plaats, waarbij de oppervlakte op of onder peil niet wordt vergroot of bij heiwerkzaamheden en als de grondwerkzaamheden ten behoeve van het bouwwerk niet dieper plaatsvinden dan, of het oppervlak niet groter is dan:

Waarde - Archeologie - 1: 0,50 m; 50 m2;

Waarde - Archeologie - 2: 0,50 m; 100 m2;

Waarde - Archeologie - 3: 0,50 m; 250 m2;

Waarde - Archeologie - 6: 1000 m2.

Artikel 29 Waarde - Beschermd stadsgezicht

Een deel van de binnenstad is aangewezen als beschermd stadsgezicht overeenkomstig de aanwijzing Beschermd Stadsgezicht. OP deze gronden is een dubbelbestemming opgenomen. De gronden waar de dubbelbestemming voor geldt is bestemd voor de onderliggende enkelbestemmingen, zoals Centrum, Wonen, Horeca, Gemengd -1 en dergelijke, daarnaast dient te worden voldaan aan de regels die in dit artikel zijn opgenomen. De regels zijn er op gericht om de aanwezige waarden te behouden, herstellen en mogelijk te versterken.

Ten aanzien van het bouwen is aanvullend bepaald dat gebouwen op de bestaande voorgevellijn moet worden gebouwd en dat de bestaande gevelindeling, dakvorm, nokrichting en dergelijke niet mogen worden gewijzigd.

Om het plan niet te star te maken en de dynamiek in de binnenstad te behouden zijn enkele afwijkingen ten aanzien van de bouwregels opgenomen.

Er is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen zowel voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden als voor sloopwerkzaamheden.

Met een omgevingsvergunning is het tevens mogelijk af te wijken van de verplichting dat het behoud en de bescherming van het beschermd stadsgezicht in acht moet worden genomen, als dit belang ter plaatse niet meer van toepassing is.

Artikel 30 Waterstaat - Waterkering

Binnen deze bestemming zijn de waterkeringen opgenomen. Binnen deze bestemming mag niet zondermeer gebouwd worden, behalve wanneer het ten dienste staat van de waterkering.

6.2.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

In dit hoofdstuk zijn de aanvullende, algemene regels opgenomen.

Artikel 31 Anti-dubbeltelregel

Dit artikel bevat de bepaling om te voorkomen dat met het bestemmingsplan strijdige situaties ontstaan of worden vergroot. Het artikel is wettelijk vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening en is daaruit overgenomen.

Artikel 32 Algemene bouwregels

In dit artikel is een aantal aanvullende bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen kunnen gelden. Het betreft regelingen ten aanzien van kelders, dakkapellen, dakterrassen, bestaande maten en gebouwen voor beheer en onderhoud.

Kelders zijn toegestaan onder de bestaande (bedrijfs-)woningen en de daarbijbehorende aan- en uitbouwen met een maximale diepte van 4 meter.

Dakkapellen mogen worden opgericht op de achtergevel maar ook op de zij- en voorgevel van woningen (niet op aan- en uitbouwen en bijgebouwen). Binnen het beschermd stadsgezicht mogen de dakkapellen alleen op de van de weg afgekeerde dakvlakken worden gerealiseerd.

Dakterrassen zijn toegestaan ten behoeve van het wonen boven op de begane grondlaag. Daarbij mag het dakterras op geen grotere afstand van 2 meter buiten het bouwvlak worden gerealiseerd, tenzij in de bestemmingsregels reeds anders is bepaald (Centrum). Dakterrassen mogen niet voor de voorgevellijn worden gerealiseerd en de afstand tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 2 meter. Verder worden betrokkenen geattendeerd niet in strijd met het burenrecht te handelen.

Voor het realiseren van gebouwen ten dienste van het beheer en onderhoud is een afzonderlijke regel opgenomen. Gebouwen kunnen buiten het bouwvlak worden gerealiseerd met een goothoogte van 3 meter en een bouwhoogte van niet meer dan 5 meter. Het oppervlakte mag niet meer dan 20 m2 bedragen en de afstand tot de bestemmingsgrens ten minste 5 meter.

Artikel 33 Algemene gebruiksregels

Aanvullend zijn in het plan regels gesteld ten aanzien van het gebruik. In dit artikel is een aantal gebruiksmogelijkheden voor het gehele plan uitgesloten (strijdig gebruik). Daarnaast zijn regels gegeven voor beroepen en bedrijven aan huis.

Artikel 34 Algemene aanduidingsregels

Voor een aantal specifieke aspecten zijn aanvullende regels gesteld. Dat geldt voor de monumenten, vrijwaringszone van de molenbiotoop, de veiligheidszone van het spoor alsmede de veiligheidszone van het plasbrandaandachtsgebied langs het spoor. Binnen deze zones zijn aanvullende regelingen van kracht voor het bebouwen dan wel het gebruik van de gronden.

Artikel 35 Algemene afwijkingsregels

In dit artikel is in aanvulling op de afwijkingsregels uit de bestemmingen nog een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Het betreft onder meer dakkapellen en dakterrassen. Zo worden dakterrassen toegestaan binnen 2 meter van de zijdelingse perceelsgrens. Uiteraard mag hierdoor geen strijd met burenrecht ontstaan.

Artikel 36 Algemene wijzigingsregels

In de algemene wijzigingsregels is de mogelijkheid opgenomen een aantal bestemmingsgrenzen te verleggen en bouwgrenzen te veranderen. Het betreft de bestemming Water (alsmede de waterkering) en de bestemming Verkeer. Daarnaast is de mogelijkheid opgenomen om de bestemming Artikel 25 Waarde - Archeologie - 1, Artikel 26 Waarde - Archeologie - 2, Artikel 27 Waarde - Archeologie - 3 en Artikel 28 Waarde - Archeologie - 6 te verwijderen en ligt er de mogelijkheid nieuwe horeca toe te staan binnen de gronden die zijn aangewezen binnen de aanduiding Wro-zone - wijzigingsgebied. Hiervoor gelden enkele voorwaarden.

Artikel 37 Overige regels

In dit artikel is bepaald dat de in het plan genoemde wet- en regelgeving moet worden gelezen zoals die op het moment van tervisie leggen van het bestemmingsplan geldt.

6.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 38 Overgangsrecht

De tekst uit dit artikel is wettelijk vastgelegd en overeenkomstig opgenomen. Het betreft een regeling voor legale bestaande bouwwerken en gebruik dat al bestond bij het inwerking treden van het bestemmingsplan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.

Artikel 39 Slotregel

In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.