Plan: | Stedelijk Gebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01 |
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de juridisch bindende regels en hoe het conserverende karakter van het plan hierin wordt vertaald. De regels bevatten het juridische instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en de regels over de toegelaten bebouwing. De verbeelding is samen met de regels het juridisch bindend kader van de bestemmingen. De toelichting heeft geen juridisch bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en soms voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
De regels zijn verdeeld in vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels en bestaat uit twee artikelen. Artikel 1 geeft een omschrijving van de in de regels gehanteerde begrippen. Artikel 2 geeft aan hoe bepaalde afstanden, maten, oppervlakte en inhoud gemeten moeten worden.
In hoofdstuk 2 zijn de verschillende bestemmingen opgenomen. Per bestemming wordt aangegeven welke functies en doeleinden op de gronden toelaatbaar zijn en wat er hoe en mag worden gebouwd. Ook dubbelbestemmingen zijn in dit hoofdstuk opgenomen.
In hoofdstuk 3 worden de algemene regels behandeld, waarbij onder andere gedacht moet worden aan de anti-dubbeltelregels en de algemene afwijkingsregels.
Hoofdstuk 4 bevat regels met betrekking tot het overgangsrecht en de slotregel.
Het uitgangspunt voor dit bestemmingsplan is dat de bestaande maten en oppervlakten zoveel mogelijk worden gehandhaafd. Op de verbeelding en in de regels zijn derhalve voor de bebouwing vrijwel geen hoogtematen en dergelijken opgenomen. Volstaan is met aan te geven dat de bestaande maten moeten worden gehandhaafd. In het bijzondere geval dat de bebouwing nog niet gerealiseerd is, is daarop een uitzondering opgenomen en is een aanduiding voor goot- dan wel bouwhoogte opgenomen. Een zelfde systematiek is toegepast op het aantal woningen.
Met uitzondering van de regeling voor winkels in de bestemming Centrum is de bij de verschillende bestemmingen opgenomen bebouwingsregeling voor erfbebouwing zo goed als identiek en gebaseerd op het betreffende beleid.
In het bestemmingsplan is een aantal binnenplanse afwijkingsmogelijkheden opgenomen vanwege de flexibiliteit in het plan. Aan de afwijkingsmogelijkheden zijn voorwaarden verbonden waaraan getoetst dient te worden. De aanvrager van de omgevingsvergunning dient aan te tonen aan de voorwaarden te voldoen, waarna deze onderbouwing ambtelijk wordt getoetst..