Plan: | Binnenstad 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01 |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor:
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de bouwregels zoals opgenomen in de artikelen 3.4, 5.4, 5.6.1 sub a, 6.5, 6.7.1 sub c, 9.4, 14.4, 17.3, 17.6.2, 18.4, 18.6.2, 19.4, 22.5, 27.4, 31.4, 35.4, 37.5, 46.4, 47.4, 45.4, 48.4, 50.4, 52.5.3 sub d en 54.3 sub a. Hierbij dienen de onderstaande criteria in acht te worden genomen:
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, zoals in Bijlage 1 Stedenbouwkundige karakteristieken is omschreven.
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. garanderen van een goede woonsituatie alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.
Ten aanzien van een binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.
Ten aanzien van een binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient voorkomen te worden dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en sociaal niet controleerbaar is.
Ten aanzien van een binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking.
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de verkeersaantrekkende werking van de betreffende gebruiksvorm alsmede de te verwachten parkeerdruk, welke in het concrete geval kunnen optreden. Deze mogen geen onevenredige druk leggen op het omringende gebied.
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 22.2.1 sub b ter plaatse van de gebiedsaanduiding wro-zone - ontheffingsgebied teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 6,60 meter met dien verstande dat de hogere bouwhoogte afgedekt wordt met een kap. Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen;