direct naar inhoud van Artikel 17 Historische buurt - 1
Plan: Binnenstad 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01

Artikel 17 Historische buurt - 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Historische buurt - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. horeca ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca'
  • c. horeca voor zover opgenomen in Bijlage 4 Lijst van toegelaten Horeca-inrichtingen;
  • d. kantoren;
  • e. dienstverlening;
  • f. een onderneming in de creatieve sector;
  • g. maatschappelijke activiteiten;
  • h. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;

en tevens voor:

  • i. ambachtelijke bedrijven uit categorie 1 en 2 zoals genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van bedrijfsactiviteiten met de SBI-2008 code 016, 451, 452, 454, 45205, 473, 46499, 493, 5221, 7711 en 96012,

met de daarbij behorende voorzieningen.

17.2 Bouwregels

Op de in artikel 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

17.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte en het aantal bouwlagen niet meer bedraagt dan in onderstaande tabel is weergegeven:

Bouwhoogte   Goothoogte   Aantal bouwlagen   Locatie  
3,00 meter

7,00 meter

10,00 meter

12,00 meter  
3,00 meter

3,50 meter

6,50 meter

7,00 meter  
1

1

2

2  
- waar op de verbeelding 3,00 meter staat aangegeven (geen kap noodzakelijk);
- waar op de verbeelding geen bouwhoogte is aangegeven;
- daar waar op de verbeelding een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter is aangegeven;
- daar waar op de verbeelding een bouwhoogte van maximaal 12,00 meter is aangegeven.  

  • c. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met een kap;

17.2.2 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. deze zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1,00 meter bedragen voor zover deze zijn gelegen voor (het verlengde van) de voorgevellijn;
  • c. de bouwhoogte mag in overige gevallen maximaal 2,00 meter bedragen.

17.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde onder artikel 17.2.1 sub a teneinde delen van gebouwen te situeren buiten de op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen. De overige bepaling van artikel 17.2.1 blijven toepassing. Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen;
  • b. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde onder artikel 17.2.1 sub a teneinde vrijstaande bijbehorende bouwwerken buiten de op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen te situeren, mits voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
      • de bebouwde oppervlakte per vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 10,00 m2;
      • per hoofdgebouw is niet meer dan één vrijstaand bijbehorend bouwwerk toegestaan.

Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen;

  • c. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde onder artikel 17.2.2 teneinde bouwwerken geen gebouwen zijnde en erfafscheidingen toe te staan met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat de bouwhoogte met maximaal 5,00 meter mag worden verhoogd. Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen.

17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1 algemeen
  • a. De in artikel 17.1 aangegeven bestemmingen zijn in een verhouding toegestaan zoals deze in onderstaande tabel zijn aangegeven. De percentages geven aan hoeveel panden minimaal, respectievelijk maximaal, mogen worden gebruikt voor de betreffende functie. De percentages mogen naar boven worden afgerond teneinde panden geheel te kunnen gebruiken voor één van de genoemde doeleinden.

Functie   Percentage panden  
wonen
dienstverlening
detailhandel
ambachtelijke bedrijvigheid
kantoren
maatschappelijke activiteiten
horeca  
minimaal 35%
maximaal 35%
maximaal 35%
maximaal 35%
maximaal 35%
maximaal 35%
maximaal 35%  

  • b. in aanvulling op het bepaalde in artikel 17.1 sub b zijn artikel 56.2 sub a en b van overeenkomstige toepassing;

17.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

In aanvulling op het bepaalde in artikel 17.1 sub h wordt het gebruik van ruimten in het (hoofd)gebouw ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van het (hoofd)gebouw met een maximum van 50 m²;
  • b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van het desbetreffende pand;
  • c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. geen bedrijfsmatige activiteit buiten een gebouw plaatsvinden (behoudens in- en uitladen);
  • e. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • f. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
  • g. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.

17.5 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn, om de stedebouwkundige karakteristieken te waarborgen zoals deze zijn omschreven in Bijlage 1 Stedenbouwkundige karakteristieken, bevoegd nadere eisen te stellen aan de bouwhoogte, goothoogte, situering bouwwerken op een perceel, bouwmassa, oppervlakte, kapvorm, uiterlijk van gebouwen alsmede aan de bebouwingstypologie.

17.6 Bijzondere gebruiksregels
17.6.1 verbodsbepaling

In aanvulling op artikel 53.1 is het verboden:

  • a. gronden buiten gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken als parkeerplaats voor motorvoertuigen;
  • b. buiten gebouwen goederen op te slaan.

17.6.2 afwijken verbodsbepaling

Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 17.6.1 sub a teneinde in bovengrondse parkeervoorzieningen te voorzien, mits aangetoond is dat het realiseren van ondergrondse parkeervoorzieningen niet haalbaar is en inpassing van deze parkeervoorzieningen zodanig kan geschieden dat de ruimtelijke karakteristieken van het gebied niet worden aangetast.

Bij het toepassen van deze afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria genoemd in artikel 60.2 in acht te worden genomen.

17.7 Afwijken van de gebruiksregels
17.7.1 bedrijf
  • a. Het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 17.1 sub i ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;
  • b. Het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 17.1 sub i ten behoeve van bedrijven met een hogere milieucategorie volgens Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;

17.8 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de functieaanduiding 'horeca' zoals bedoeld in artikel 17.1 sub b te verwijderen, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd en voortzetting op korte termijn niet is te verwachten;
  • b. Burgemeester en wethouders zijn, na horing van de milieudeskundige, bevoegd de categorale indeling van Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten volgens 17.1 sub i te wijzigen door het opnemen danwel afvoeren van een bedrijf, indien de ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel de technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven of indien het door de raad vastgestelde economisch beleid daartoe aanleiding geeft.