Plan: | Binnenstad 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01 |
De voor 'Historische buurt - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende voorzieningen.
Op de in artikel 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Bouwhoogte | Goothoogte | Aantal bouwlagen | Locatie |
3,00 meter 7,00 meter 10,00 meter 12,00 meter |
3,00 meter 3,50 meter 6,50 meter 7,00 meter |
1 1 2 2 |
- waar op de verbeelding 3,00 meter staat aangegeven (geen kap noodzakelijk); - waar op de verbeelding geen bouwhoogte is aangegeven; - daar waar op de verbeelding een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter is aangegeven; - daar waar op de verbeelding een bouwhoogte van maximaal 12,00 meter is aangegeven. |
Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen;
Functie | Percentage panden |
wonen dienstverlening detailhandel ambachtelijke bedrijvigheid kantoren maatschappelijke activiteiten horeca |
minimaal 35% maximaal 35% maximaal 35% maximaal 35% maximaal 35% maximaal 35% maximaal 35% |
In aanvulling op het bepaalde in artikel 17.1 sub h wordt het gebruik van ruimten in het (hoofd)gebouw ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn, om de stedebouwkundige karakteristieken te waarborgen zoals deze zijn omschreven in Bijlage 1 Stedenbouwkundige karakteristieken, bevoegd nadere eisen te stellen aan de bouwhoogte, goothoogte, situering bouwwerken op een perceel, bouwmassa, oppervlakte, kapvorm, uiterlijk van gebouwen alsmede aan de bebouwingstypologie.
In aanvulling op artikel 53.1 is het verboden:
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 17.6.1 sub a teneinde in bovengrondse parkeervoorzieningen te voorzien, mits aangetoond is dat het realiseren van ondergrondse parkeervoorzieningen niet haalbaar is en inpassing van deze parkeervoorzieningen zodanig kan geschieden dat de ruimtelijke karakteristieken van het gebied niet worden aangetast.
Bij het toepassen van deze afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria genoemd in artikel 60.2 in acht te worden genomen.