direct naar inhoud van Artikel 14 Gemengd - 3
Plan: Binnenstad 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01

Artikel 14 Gemengd - 3

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening op de begane grond;
  • b. een onderneming in de creatieve sector;
  • c. maatschappelijke activiteiten op de begane grond;
  • d. detailhandel op de begane grond;
  • e. kantoren op de begane grond;
  • f. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
  • g. horeca op de begane grond voor zover opgenomen in Bijlage 4 Lijst van toegelaten Horeca-inrichtingen;

en tevens voor:

  • h. horeca op de begane grond ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca';
  • i. bedrijven op de begane grond uit categorie 1 en 2 zoals genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van bedrijfsactiviteiten met de SBI-2008 code 016, 451, 452, 454, 45205, 473, 46499, 493, 5221, 7711 en 96012, ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf';
  • j. bedrijven op de begane grond voor zover opgenomen in Bijlage 6 Lijst van toegelaten bedrijven;
  • k. garages ten behoeve van het stallen van auto's ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garagebox',

met de daarbij behorende voorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de in artikel 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

14.2.1 ten aanzien van hoofdgebouwen:
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10,00 meter tenzij met een aanduiding anders is aangegeven;
  • c. de bouwdiepte op de begane grond niet meer bedraagt dan 20,00 meter;
  • d. de bouwdiepte op de verdieping niet meer bedraagt dan 12,50 meter;
  • e. sub c en d zijn niet van toepassing indien op de verbeelding een bebouwingspercentage is aangeven. Voor de betreffende percelen dient uitsluitend aan het bebouwingspercentage van het bouwvlak te worden voldaan;
  • f. de aanduiding bedoeld in sub e geeft het totaal toegestane grondoppervlak aan bebouwing binnen de bouwgrenzen aan, uitgedrukt in procenten van het bouwperceel;

14.2.2 ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garagebox' zijn garageboxen toegestaan met een maximale bouwhoogte van 4,00 meter;

14.2.3 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. deze zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1,00 meter bedragen voor zover deze zijn gelegen voor (het verlengde van) de voorgevellijn;
  • c. de bouwhoogte mag in overige gevallen maximaal 2,00 meter bedragen.
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub b en c is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garagebox' voor erfafscheidingen een hoogte toegestaan van 2,00 meter en voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde een maximale hoogte van 3,00 meter.

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn, om de stedebouwkundige karakteristieken te waarborgen zoals deze zijn omschreven in Bijlage 1 Stedenbouwkundige karakteristieken, bevoegd nadere eisen te stellen aan de bouwhoogte, goothoogte, situering bouwwerken op een perceel, bouwmassa, oppervlakte, kapvorm, uiterlijk van gebouwen alsmede aan de bebouwingstypologie.

14.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde onder artikel 14.2.1 sub b ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwhoogte' om ten behoeve van een accent in de bebouwing een grotere bouwhoogte toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte met maximaal 3,00 meter mag worden verhoogd. Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen;
  • b. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 14.2.1 sub c en d teneinde een maximale bouwdiepte van 25,00 meter toe te staan. Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen.

14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1 algemeen
  • a. in aanvulling op het bepaalde in artikel 14.1 sub h zijn artikel 54.2 sub a en b, artikel 55.2 sub a en b en artikel 56.2 sub a en b van overeenkomstige toepassing;
  • b. in afwijking van artikel 14.2.1 zijn geen gebouwen toegestaan binnen 18,00 meter van de spoorlijn waar mensen kunnen wonen en/of werken;

14.5.2 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

In aanvulling op het bepaalde in artikel 14.1 sub f wordt het gebruik van ruimten in het (hoofd)gebouw ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van het (hoofd)gebouw met een maximum van 50 m²;
  • b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van het desbetreffende pand;
  • c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. geen bedrijfsmatige activiteit buiten een gebouw plaatsvinden (behoudens in- en uitladen);
  • e. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • f. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
  • g. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.

14.6 Afwijken van de gebruiksregels
14.6.1 algemeen
  • a. het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 14.1 sub i ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;
  • b. Het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 14.1 sub i ten behoeve van bedrijven met een hogere milieucategorie volgens Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;
  • c. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 14.5.1 sub a met toepassing van artikel 54.3 sub a;

14.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'horeca' zoals bedoeld in artikel 14.1 sub h te verwijderen, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd en voortzetting op korte termijn niet is te verwachten;
  • b. Burgemeester en wethouders zijn, na horing van de milieudeskundige, bevoegd de categorale indeling van Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten volgens 14.1 sub i te wijzigen door het opnemen danwel afvoeren van een bedrijf, indien de ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel de technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven of indien het door de raad vastgestelde economisch beleid daartoe aanleiding geeft.