direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum
Plan: Binnenstad 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel op de begane grond;
  • b. detailhandel op de verdieping voor zover bestaand;
  • c. horeca op de begane grond voor zover opgenomen in Bijlage 4 Lijst van toegelaten Horeca-inrichtingen;
  • d. kantoren ter plaatse van de functie functieaanduiding 'kantoor';
  • e. dienstverlening op de begane grond voor zover bestaand;
  • f. een onderneming in de creatieve sector;
  • g. bedrijven op de begane grond uit categorie 1 en 2 zoals genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van bedrijfsactiviteiten met de SBI-2008 code 016, 451, 452, 454, 45205, 473, 46499, 493, 5221, 7711 en 96012, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf';
  • h. bedrijven op de begane grond voorzover opgenomen in Bijlage 6 Lijst van toegelaten bedrijven ter plaatse van de in de bijlage genoemde locatie;
  • i. wonen op de verdieping, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;

en tevens voor:

  • j. een parkeergarage, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeergarage';
  • k. bioscoopvoorzieningen inclusief horeca ten dienste van deze voorzieningen, ter plaatse van de functieaanduiding 'bioscoop';
  • l. horeca ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca';
  • m. een verkeersontsluiting/oprit ter plaatse van de functieaanduiding 'infrastructuur';
  • n. dienstverlening ter plaatse van de functieaanduiding 'dienstverlening';

met de daarbij behorende voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op de in artikel 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

5.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte niet meer dan 12,00 meter bedraagt, tenzij met een aanduiding anders is aangegeven;
  • c. de bouwdiepte op de verdieping maximaal 15,00 meter mag bedragen. Deze bepaling is niet van toepassing op de begane grond;
  • d. het bepaalde in sub c is niet van toepassing indien op de verbeelding een maximum bebouwingspercentage is aangegeven. In dat geval zijn gebouwen toegestaan voor zover wordt voldaan aan het bebouwingspercentage;
  • e. de aanduiding bedoeld in sub d geeft het totaal toegestane grondoppervlak aan bebouwing binnen de bouwgrenzen aan, uitgedrukt in procenten van het bouwperceel;

5.2.2 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. deze zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1,00 meter bedragen voor zover deze zijn gelegen voor (het verlengde van) de voorgevellijn;
  • c. de bouwhoogte mag in overige gevallen maximaal 2,00 meter bedragen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn, om de stedebouwkundige karakteristieken te waarborgen zoals deze zijn omschreven in Bijlage 1 Stedenbouwkundige karakteristieken, bevoegd nadere eisen te stellen aan de bouwhoogte, goothoogte, situering bouwwerken op een perceel, bouwmassa, oppervlakte, kapvorm, uiterlijk van gebouwen alsmede aan de bebouwingstypologie.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde onder artikel 5.2.1 sub b ter plaatse van 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwhoogte' om ten behoeve van een accent in de bebouwing een grotere bouwhoogte toe te staan, met dien verstande dat de bouwhoogte met maximaal 3,00 meter mag worden verhoogd.

Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 60.2 in acht te worden genomen.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 horeca
  • a. in aanvulling op het bepaalde in artikel 5.1 sub l zijn artikel 54.2 sub a en b, artikel 55.2 sub a en b en artikel 56.2 sub a en b van overeenkomstige toepassing;

5.5.2 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

In aanvulling op het bepaalde in artikel 5.1 sub i wordt het gebruik van de betreffende ruimten in het (hoofd)gebouw ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van het (hoofd)gebouw van de betreffende ruimten met een maximum van 50 m²;
  • b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van het desbetreffende pand;
  • c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. geen bedrijfsmatige activiteit buiten een gebouw plaatsvinden (behoudens in- en uitladen);
  • e. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • f. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
  • g. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 dienstverlening, detailhandel en horeca
  • a. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1 sub a, c en e teneinde de bestaande detailhandels- of horecafunctie van de begane grond uit te breiden naar de verdieping, dan wel teneinde de bestaande dienstverleningsfunctie te verplaatsen en/of uit te breiden, mits:
    • 1. het toestaan van detailhandel, horeca of - in voorkomend geval - van dienstverlening op de verdieping bijdraagt aan versterking van het kernwinkelgebied;
    • 2. de op de verdieping nagestreefde woonfunctie niet onevenredig wordt beperkt dan wel aangetast;
    • 3. een bedrijfstechnische noodzaak aanwezig is om de betreffende detailhandels-, horeca-, of - in voorkomend geval - dienstverleningsfunctie op de verdieping uit te breiden;
    • 4. het aantal vestigingen ten behoeve van dienstverlening gelijk blijft.

Bij het toepassen van deze afwijkingsbevoegdheid dienen de toetsingscriteria genoemd in artikel 60.2 in acht te worden genomen.

  • b. Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 5.5.1 sub a met toepassing van artikel 54.3 sub a;

5.6.2 bedrijf
  • a. Het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1 sub g ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;
  • b. Het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1 sub g ten behoeve van bedrijven met een hogere milieucategorie volgens Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;

5.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn, na horing van de milieudeskundige, bevoegd de categorale indeling van Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten volgens 5.1 sub g te wijzigen door het opnemen danwel afvoeren van een bedrijf, indien de ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel de technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven of indien het door de raad vastgestelde economisch beleid daartoe aanleiding geeft;
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bedrijfsfuncties bedoeld in artikel 5.1 sub h te verwijderen (c.q. te schrappen uit Bijlage 6 Lijst van toegelaten bedrijven) indien de bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf is beëindigd.
  • c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'horeca' zoals bedoeld in artikel 5.1 sub l te verwijderen, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd en voortzetting op korte termijn niet is te verwachten;