Plan: | Hotel en Residence Oranje c.a. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.BPZWhvoranje-VA01 |
De eigenaren van de Hotels van Oranje, de initiatiefnemers, hebben een plan voor de ontwikkeling van de locatie aan de Koningin Wilhelmina Boulevard tussen het Schuitengat en het Vuurtorenplein, inclusief het huidige Hotel Oranje. Deze ontwikkeling is gecombineerd met de afbraak van het Strandhotel, Strand Motel en Hotel Alwine aan de Jan van Henegouwenweg, garagebedrijf Van Rijn aan de Golfweg en met de sloop van duinvilla 'Klein Duimpje' aan de Parallel Boulevard. De ontwikkeling voorziet in de uitbreiding van Hotel Oranje met hotelkamers, de bouw van woonappartementen en diverse hotel-gerelateerde functies met een parkeervoorziening tussen de boulevards. Aan de Jan van Henegouwenweg en de Golfweg zal een woonappartementengebouw worden gerealiseerd. Het plan van Hotels van Oranje past in de gemeentelijke visie op vernieuwing van dit deel van het centrum aan de kust.
De gemeenteraad van Noordwijk heeft op 27 februari 2013 voor deze herontwikkeling een motie met ruimtelijke kaders (zie bijlage 1) aangenomen en de initiatiefnemers hebben, met in achtneming hiervan, het ontwikkelingsplan opgesteld. Dit ontwikkelingsplan is met het voorontwerpbestemmingsplan in de zomer van 2015 ter inzage gelegd. Op 7 april 2016 heeft de gemeenteraad de formulering van de ruimtelijke kaders op onderdelen aangescherpt en aangepast (zie bijlage 3), na kennisneming en beoordeling van de inspraakreacties op het voorontwerpbestemmingplan in september 2015 (bijlage 2).
In de ruimtelijk kaders van 7 april 2016 staan de uitgangspunten voor de stedenbouwkundige en planologisch-juridische eisen waaraan de ontwikkeling van de locatie voor “Hotel en Residence Oranje” en het bestemmingsplan moeten voldoen. Deze kaders zijn daarom ook aan te merken als de beleidsmatige invulling van de wensen van de raad voor een goede ruimtelijke ordening bij de betreffende planlocatie. De initiatiefnemers hebben meerdere keren overleg gevoerd met bewonersorganisaties over het ruimtelijke plan.
Kaders februari 2013
Zoals hierboven reeds is aangegeven hebben de initiatiefnemers op basis van de eerste ruimtelijke kaders van februari 2013 een plan opgesteld. Op 31 oktober 2013 heeft de gemeenteraad kennis kunnen nemen van dit plan en kunnen vaststellen dat het op hoofdlijnen hieraan voldoet. Daarbij hebben zij ingestemd met het stedenbouwkundig schetsplan als basis voor een in te dienen principeverzoek. Na verdere aanpassingen en concessies vanuit de initiatiefnemer is met de wijkvereniging 'Het Oude Zeedorp' op 12 november 2013 overeenstemming bereikt over de plannen. Ook enkele andere betrokken organisaties hebben daarna aangegeven akkoord te gaan met de voorgestelde bouwplannen. De initiatiefnemers hebben vervolgens op 4 december 2013 het principeverzoek voor de realisatie van de plannen ingediend. De gemeenteraad heeft op 19 december 2013 besloten kennis te nemen van het voornemen van het college om akkoord te gaan met dit principeverzoek; daarnaast heeft de gemeenteraad besloten in te stemmen met de toepassing van de coördinatieregeling voor de plannen. Bij brief van 4 februari 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders vervolgens een principeakkoord afgegeven.
Aangepaste kaders april 2016
In de periode tussen begin 2014 en medio 2015 is het ontwikkelingsplan verder uitgewerkt, hebben diverse onderzoeken plaatsgevonden ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing en is het bestemmingsplan opgesteld en als voorontwerp in procedure gebracht. Het bestemmingsplan en het ontwikkelingsplan hebben vanaf 9 juli 2015 tot en met donderdag 16 september 2015 ter visie gelegen. Op 7 april 2016 heeft de gemeenteraad unaniem een besluit genomen over het voorontwerpbestemmingsplan en de ingekomen reacties. De aangepaste ruimtelijke kaders zijn opgenomen in bijlage 3 van deze plantoelichting. Hierin staat aangegeven dat het bestemmingsplan moet worden aangepast mede naar aanleiding van de ingekomen reacties. Het betreft hier onder andere de gedeeltelijke verlaging van bouw- en goothoogten, het verplicht stellen van inpandige laad- en losgelegenheid en ondergrondsparkeren en het beperken van de bouwhoogte aan de zijde van de Parallel Boulevard tot maximaal 1,50 meter boven de maaiveldhoogte aan die zijde. Ook de levendigheid van de plint zal in het bestemmingsplan beter moeten worden gewaarborgd. Ter plaatse van het Hotel Oranje dient de mogelijkheid voor een woonfunctie beperkt te worden, zodat het hotel/congrescentrum planologisch verankerd wordt.
Het plangebied is gelegen in Noordwijk aan Zee. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Het plangebied is gelegen langs de kuststrook van Noordwijk en maakt deel uit van de bebouwing aan de Koningin Wilhelmina Boulevard. Het plangebied bestaat uit twee delen. Een deel betreft de bebouwing van Hotels van Oranje aan de Koningin Wilhelmina Boulevard, het tweede deel betreft de voormalige hotels aan de Jan van Henegouwenweg en het garagebedrijf aan de Golfweg. De locaties kenmerken zich als een gebied met een badplaatsfunctie.
Figuur 1.1 Ligging en begrenzing van het plangebied
Op het plangebied vigeert momenteel het bestemmingsplan Zeewaardig. Dit bestemmingsplan is op 27 juni 2013 vastgesteld door de gemeenteraad. Na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 30 juli 2014 is het bestemmingsplan definitief vastgesteld op 18 december 2014.
In het vigerende bestemmingsplan Zeewaardig wordt de locatie al wel beschreven als een ontwikkelingslocatie in de nabije toekomst:
“Hotels van Oranje
Voor deze locatie is op dit moment (januari 2013) geen sprake (meer) van een concreet initiatief. In onderhavig bestemmingsplan worden de (bouw)mogelijkheden uit het huidige bestemmingsplan - en de voor de huidige bebouwing verleende vrijstellingen - opgenomen. In 2010 zijn afspraken gemaakt over het aantal te realiseren m2. Deze zijn vastgelegd in een brief van 10 februari 2010:
“Totaal is er nu 23.724 m2 gerealiseerd op de diverse kavels. De bebouwing is veelal gerealiseerd met vrijstellingen die niet zijn opgenomen in het vigerende bestemmingsplan. Op de kavels A, C en G is nog niet het volledige bebouwingsvlak uit het vigerende bestemmingsplan benut. Hier kan men nog een kleine 2.000 m2 (het bestemmingsplan geeft geen exacte m2's aan, alleen maar m3's) toevoegen, mits deze passen binnen de randvoorwaarden van het vigerende bestemmingsplan. Op basis van bovengenoemde analyse kan men concluderen dat het aantal te realiseren m2 momenteel afgerond 25.000 m2 bedraagt, exclusief de bebouwing van Hotels van Oranje (blok 8). Hierbij is rekening gehouden met de huidige souterrains van 5.500 m2 ”.
Ter plaatse gelden tussen de boulevards de bestemmingen 'Gemengd - 2', 'Wonen', 'Verkeer' en de dubbelbestemmingen 'Waterstaat – Waterkering' en 'Archeologie - 3'. Aan de Jan van Henegouwenweg en de Golfweg gelden de bestemmingen 'Horeca, categorie 6' en 'Bedrijven categorie 1 en 2' en eveneens de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterkering' (gedeeltelijk) en 'Archeologie-3'.
In figuur 1.2 is een uitsnede van de verbeelding van het vigerende bestemmingsplan opgenomen.
Figuur 1.2 Uitsnede verbeelding vigerende bestemmingsplan
In de geldende regeling voor het gedeelte tussen de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard 'Gemengd-2', zijn de gronden bestemd voor:
Op de verbeelding zijn voor de bouwvlakken diverse bouwhoogten aangegeven:
Voor het gedeelte van Hotel Oranje gelden diverse bouwhoogten tot 18 meter. Voor het gebied tussen het Schuitengat en het Vuurtorenplein zijn vier bouwvolumes opgenomen die in bouwhoogte variëren van 10 meter bij het Vuurtorenplein (niet aanwezig) tot 13 á 14 meter voor de beide midden-locaties en 15.60 meter voor het bouwvolume dat grenst aan het Schuitengat.
Voor de bestemming 'Gemengd - 2' geldt verder de bijzonder gebruiksregel dat de vestiging van grootschalige detailhandel niet is toegestaan.
In de bestemming 'Wonen' zijn de gronden bestemd voor woonbebouwing met een goothoogte van 6 meter en een bouwhoogte van 9 meter: het betreft hier de duinvilla's 'Roodkapje', Vuurtorenplein 47 en 'Klein Duimpje', Parallel Boulevard 315 en twee oorspronkelijke woonlocaties ter plaatse van het bestaande parkeerterrein van de Hotels van Oranje. De duinvilla Klein Duimpje is afgebroken.
In de bestemming 'Verkeer' zijn de gronden bestemd voor verkeersdoeleinden. Binnen de bepalingen zijn tevens (ondergrondse) parkeervoorzieningen opgenomen. Het betreft hier het Schuitengat zelf en een gedeelte van het parkeerterrein van de Hotels van Oranje aan de Parallel Boulevard.
De geldende regeling voor het gedeelte aan de Jan van Henegouwenweg is 'Horeca, categorie 6' (hotel) met een goot- en bouwhoogte van 12 meter en een aan de functie gebonden (ondergrondse) parkeervoorziening. Het betreft hier de twee hotels Strandhotel en Hotel Alwine en het daarbij horende het Strand Motel.
Bedrijven categorie 1 en 2
Voor de locatie van het garagebedrijf Van Rijn aan de Golfweg geldt de Bedrijvenbestemming voor categorie 1 en 2 met een bouwhoogte van 6 meter. In het vigerende bestemmingsplan Zeewaardig was ervoor gekozen om de bouw- en gebruiksmogelijkheden uit de bestemming 'Badplaatsbebouwing' voor deze locatie uit het voorheen geldende plan op hoofdlijnen over te nemen omdat bij de vaststelling van het bestemmingsplan Zeewaardig sprake was van een 'conserverend' plan. In de toelichting op het bestemmingsplan Zeewaardig wordt gemeld dat voor dit garagebedrijf op termijn (na beëindiging van het huidige gebruik) ook herontwikkeling was voorzien in het kader van de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Hierbij wordt gedacht aan woningbouw of hotelontwikkeling.
Het ruimtelijke plan bestaat uit het voornemen om tussen de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard een appartementencomplex te realiseren, waarvan de plint ten behoeve van Hotel Oranje zal worden ingevuld. Het bestaande gebouw van Hotel Oranje zal worden uitgebreid met een extra bouwlaag aan de Parallel Boulevard en twee bouwlagen aan de zijde van het Schuitengat en de Koningin Wilhelmina Boulevard. Met de uitbreiding van dit gebouw zal het Schuitengat, dat de verbinding vormt tussen de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard, worden verlegd. Daarmee wordt voor het gebied ten oosten van de Parallel Boulevard de oriëntatie op zee verstrekt.
Aan de Jan van Henegouwenweg zullen twee hotels en aan de Golfweg zal een garagebedrijf plaats maken voor een woonappartementencomplex met een ondergrondse parkeervoorziening.
De voorgenomen ontwikkelingen passen niet in het vigerende bestemmingsplan Zeewaardig. Het voorliggend bestemmingsplan voorziet daarom in de nieuwe juridisch-planologische regeling voor deze ontwikkeling.
De toelichting van het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 het plangebied toegelicht. Ingegaan wordt op de huidige situatie en de ontwikkeling die het bestemmingsplan mogelijk maakt. Hoofdstuk 3 gaat daarna in op het vigerende rijks-, provinciaal-, regionaal- en gemeentelijk beleid. De ontwikkeling zelf wordt in het hoofdstuk onderzoek (4) getoetst aan de sectorale aspecten plus de wet- en regelgeving. In hoofdstuk 5 bevat een toelichting op de juridische regeling. In hoofdstuk 6 en 7 wordt successievelijk ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Ten slotte zullen in hoofdstuk 8 de resultaten van het overleg ex artikel 3.1.1 worden weergegeven.
Noordwijk aan Zee is van oudsher een vissersdorp; tegenwoordig staat het dorp te boek als bekende badplaats. Dit verleden heeft het beeld van het huidige Noordwijk aan Zee in grote mate bepaald. Veel van de fysieke verschijningsvorm van de kern is een logisch gevolg van deze geschiedenis. In het duingebied kwamen vanaf de 12e eeuw kleine duinboerderijen te staan, die een zelfvoorzienend karakter hadden. Door die kleinschalige land- en tuinbouw, de visserij en de vestiging van ambachtslieden ontstond een kleine kern met een kerk, boerderijen, werkplaatsen en vissershuisjes, die werd stilaan uitgebreider. Voor de schepen op zee werd een vuurtoren gebouwd.
Rond 1860 ontstond de behoefte om te recreëren aan de kust. Zee, strand en duin vormden een gezonde omgeving om de steden te ontvluchten. De bevolking richtte zich steeds meer op toerisme en de eerste hotels werden gebouwd en in gebruik genomen. De badplaats Noordwijk aan Zee werd bekender en interessanter en de behoefte aan vestiging in de kern aan zee groeide. De eerste contouren van de boulevards ontstonden met hotelgebouwen die zich frontaal op de zee oriënteerden.
Noordwijk aan Zee heeft inmiddels een sterk imago als stijlvolle badplaats met lange historie. Noordwijk trekt nog steeds veel bezoekers, zowel nationaal als internationaal. Ook als woonplaats is Noordwijk aan Zee bijzonder populair. De gemeente Noordwijk kent een bloeiend cultureel leven.
Langs de Koningin Wilhelmina Boulevard zijn vooral de duurdere 4- en 5-sterren hotels gelegen. Het 5-sterrenhotel Hotel Oranje ligt ten zuiden van het Schuitengat die een verkeersverbinding (eenrichtingverkeer) vormt tussen de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard. Ten noorden van dit hotel zijn respectievelijk gelegen het voormalige Boulevardhotel (2 suites en thans voornamelijk congresruimten en kantoren), het Witte Huis (exclusieve congresruimte) en het Beachhotel met 4-sterren (84 kamers), welke allen onderdeel vormen van het complex van de Hotels van Oranje. De loopbrug over het Schuitengat verbindt beide hotels en congresfaciliteiten met elkaar. Verder liggen aan de Koningin Wilhelmina Boulevard ten noorden van het Schuitengat nog de restaurants 't Elfde Gebod en Dutch.
Aan de Jan van Henegouwenweg liggen twee 3-sterren hotels, Hotel Alwine met 29 kamers en het Strandhotel, eveneens met 29 kamers. Deze hotels zijn echter niet langer in gebruik voor toeristen maar voornamelijk voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Daarnaast is er ook het Strand Motel met 15 verhuurbare studio's met een eigen keukentje en een eigen huisnummer, onder andere voor werknemers van de Hotels van Oranje.
Hotels van Oranje
De Hotels van Oranje bestaan uit: Hotel Oranje aan de Wilhelmina Boulevard ten zuiden van het Schuitengat, en Boulevard Hotel, Beach Hotel en de horecagelegenheden 't Witte Huis en Elfde Gebod ten noorden van het Schuitengat.
Hotel Oranje
Het Hotel Oranje is een 5-sterrenhotel en bevat 172 kamers plus 1 dienstwoning (appartement) plus faciliteiten in de vorm van congres- en vergaderruimtes, restaurants en bar/café's. Het hotel bestaat uit 6 bouwlagen en kent aan de voorzijde op de onderste twee bouwlagen een kenmerkende zuilengalerij. De entree van het hotel is gelegen aan het Schuitengat. Het gebouw bevat thans 30 (bruikbare) parkeerplaatsen in een eigen parkeergarage.
Beachhotel
Het Beachhotel is een 4-sterrenhotel dat onderdeel is van de Hotels van Oranje. Het Beachhotel is een kenmerkend terrassenhotel bestaande uit vijf bouwlagen.
Figuur 2.2 Foto Beachhotel aan Koningin Wilhelmina Boulevard
Het parkeren van de gasten van de Hotels van Oranje gebeurt aan de achterzijde van het Beachhotel; dit parkeerterrein wordt ontsloten vanaf de Parallel Boulevard.
Figuur 2.3 Foto parkeerterrein Hotels van Oranje zijde Parallel Boulevard
Hotel Alwine en Strandhotel
Hotel Alwine en het Strandhotel zijn twee 3-sterrenhotels aan de Jan van Henegouwenweg. Beide zijn gebouwd in de jaren '60 en '70 en bestaan uit vier bouwlagen. Aansluitend bij deze hotels is het Strand Motel met 15 studio's gelegen.
Garage Van Rijn
Nabij de aansluiting van de Jan van Henegouwenweg en de Golfweg ligt het voormalige garagebedrijf Van Rijn. Dit perceel was vroeger in gebruik als garagebedrijf met verkoop van motorbrandstoffen. De eigenaar is gestopt met het bedrijf en gebruikt het thans als opslagplaats voor motorvoertuigen.
Figuur 2.5 Foto's Garagebedrijf Van Rijn in 2007 en 2016
De uitbreiding van Hotel Oranje voorziet in de toevoeging van 95 hotelkamers. Hiervoor zal aan de voorzijde van het hotel een uitbreiding met onder andere een toren plaats vinden en worden daarnaast aan de zijde van de Koningin Wilhelmina Boulevard en het Schuitengat twee bouwlagen toegevoegd en wordt aan de zijde van de Parallel Boulevard één bouwlaag toegevoegd. De uitstraling van het hotel blijft zo veel mogelijk gewaarborgd. De kenmerkende zuilenrij blijft gehandhaafd, de binnenruimte van het hotel wordt tot deze zuilenrij vergroot. In de nieuwe toren van het hotel zal een sky-bar komen voor hotelgasten. Door de sloop van het Beachhotel (84 kamers), Boulevardhotel (2 hotelsuites), Strandhotel (29 kamers) en Hotel Alwine (29 kamers) vermindert het totale aantal hotelkamers met 49 stuks.
De nieuwe plannen voor Hotel Oranje en de realisering van de horecafaciliteiten ten noorden van het Schuitengat, leiden voor de Hotels van Oranje tot een wijziging in de oppervlakte voor de horeca- en congresfuncties. Voor de congresruimte bedraagt de afname van de oppervlakte 360 m2. Dit komt door een meer geconcentreerde en efficiëntere indeling en flexibelere gebruiksmogelijkheden. Ook de totale oppervlakte voor openbare restaurants neemt af met 584 m2. Het oppervlak openbare bar neemt toe met 236 m2.
Figuur 2.6 Hotel Oranje : nieuwe gevel aan de Wilhelmina Boulevard
Het Beachhotel en de overige bebouwing van de Hotels van Oranje aan de Koningin Wilhelmina Boulevard, gelegen ten noorden van het Schuitengat, zullen worden gesloopt en hiervoor zal nieuwbouw worden gerealiseerd. Deze nieuwbouw bestaat uit een begane grondverdieping (een plint) waarin de hoofdentree van Hotel Oranje en Residence Oranje komt, met tevens de bij het hotel behorende functies, zoals horecafaciliteiten en de toegang tot de congres- en vergaderfaciliteiten. De plint zal een uitnodigend karakter krijgen als toegang tot het hotel en de appartementen met publieksfuncties die vanaf de Koningin Wilhelmina Boulevard toegankelijk zijn. Boven deze plint worden 76 woonappartementen gerealiseerd. Deze appartementen zullen een oppervlakte hebben van tenminste 120 m2.
Figuur 2.7 Impressie Hotel en Residence Oranje aan Koningin Wilhelmina Boulevard
Het gebouw 'Residence Oranje' zal bestaan uit twee afzonderlijke bouwmassa's die op de eerder beschreven plint staan. De bouwmassa's zijn zo gepositioneerd dat zij een stedenbouwkundig correcte beëindiging zijn van de bestaande strokenbebouwing tussen de boulevards.
Gebouw 1 staat daarbij gedeeltelijk onder een hoek ten opzichte van de Koningin Wilhelmina Boulevard. Aan de zijde van de Parallel Boulevard wordt voldoende afstand gecreëerd naar de achterliggende lagere bebouwing.
Figuur 2.8 Stedenbouwkundige aansluiting op de omgeving
De zo gemaakte ruimte krijgt een voornamelijk groene en duinachtige inrichting en uitstraling en geeft een kwalitatieve impuls aan de omgeving. Aan de zijde van de Parallel Boulevard ontstaat er ruimte voor een stedenbouwkundige ontspanning die wandvorming aan deze boulevard voorkomt. Het gebouw krijgt 7 verdiepingen boven de levendige plint en een goothoogte van circa 29 meter. De kap bereikt een bouwhoogte van circa 33 meter.
Gebouw 2 ligt aan de Koningin Wilhelmina Boulevard en loopt door tot de zuidzijde van het Vuurtorenplein. Dit gebouw krijgt een bouwhoogte van circa 26 meter, dat zijn 6 verdiepingen op de plint. De dakvloer van gebouw 2 is daarmee ongeveer even hoog als de vuurtoren die 26 meter hoog is.
Figuur 2.9 Impressie Hotel en Residence Oranje vanaf de duinovergang
De entree en gevel van gebouw 2 zijn mede gericht op het Vuurtorenplein en geven dit plein een wand. Naar de landzijde loopt het gebouw in hoogte af. Dit zorgt voor een goede aansluiting op de omliggende bebouwing. De appartementengebouwen hebben deels een terrasvorm, zodat de massa van de gebouwen naar boven toe kleiner wordt. Gebouw 1 wordt gekenmerkt door de diagonale positie, grote glasoppervlakken, verticale architectonische elementen en een flauwe kap. Deze kapvorm is in overleg met de omwonenden en belangenorganisaties gekozen. De stedenbouwkundige en architectonische opzet zorgen dat de gebouwen in maat en schaal goed aansluiten op de omgeving.
De hoofdingang van Hotel Oranje komt aan de Koningin Wilhelmina Boulevard (zeezijde): hier zullen de gasten die per bus of taxi arriveren kunnen in- en uitstappen. De parkeergarage onder het complex zal vanaf de Parallel Boulevard (landzijde) bereikbaar zijn.
Figuur 2.10 impressie Residence Oranje aan de Koningin Wilhelmina Boulevard
Figuur 2.11 impressie vanaf de Parallel Boulevard
Figuur 2.12 Vogelvlucht perspectief vanaf de Parallel Boulevard
Hotel en Residence Oranje ligt aan twee zijden aan het openbare gebied van de beide boulevards. De bebouwing zal daarom aan alle zijden een representatief aanzien krijgen. Er worden verschillende sferen gemaakt voor de ruimte aan de zeezijde (interieur) en voor de ruimte (exterieur en park) aan de landzijde. Het bouwplan van Hotel en Residence Oranje gaat uit van een complete inrichting van het hele gebied. Hier draagt de stedenbouwkundige opzet van het plan met meerdere gebouwen bij aan de beleving van openheid langs dit gedeelte van de beide boulevards.
Na de reacties van de bevolking en met in achtneming van de nieuwe ruimtelijke kaders van de gemeenteraad in april 2016 is het bouwplan aanzienlijk aangepast en nog op een aantal punten verbeterd. Dit betreft:
De hotels en het motel aan de Jan van Henegouwenweg en het garagebedrijf aan de Golfweg zullen worden gesloopt. Hiervoor in de plaats zal een woonappartementencomplex worden gebouwd. Volgens het vigerende bestemmingsplan zijn ter plaatse van de hotels en het motel vier volledige bouwlagen mogelijk. Op verzoek van de wijkvereniging 'Het Oude Zeedorp', en in het kader van de overeenkomst met deze wijkvereniging, telt het nieuwe appartementengebouw slechts twee volledige bouwlagen met daarboven een bewoonbare kapverdieping. Het is dan een verdieping lager dan de huidige (mogelijke) bebouwing. Qua bouwmassa en karakter sluit de nieuwbouw daarmee beter aan bij de bebouwing in de omgeving. In het gebouw worden 25 appartementen gerealiseerd; daaronder komt een parkeergarage. De uitrit van deze parkeergarage komt uit nabij de hoek van de Golfweg op de Jan van Henegouwenweg. De inrit ligt aan de Golfweg.
Figuur 2.13 Plattegrond Jan van Henegouwenweg / Golfweg
Figuur 2.14 Impressie appartementen Jan van Henegouwenweg / Golfweg
Het nieuwe appartementengebouw zal aan de Jan van Henegouwenweg op de bebouwingsgrens van de bestaande gebouwen komen te liggen. Door toepassing van architectonische middelen van de "Noordwijkse stijl" zal het gebouw bijdragen aan de verbetering van de woonkwaliteit van het gebied.
De entree van het gebouw ligt ongeveer in het midden aan de Jan van Henegouwenweg, De appartementen worden vanaf galerijen aan de binnenplaats ontsloten. Aan de Golfweg komt de inrit naar een binnenterrein, waar 8 parkeerplaatsen komen. Deze inrit is gecombineerd met de inrit naar de parkeergarage met 51 parkeerplaatsen. Het gebouw bevat, mede vanwege de balkons aan de Jan van Henegouwenweg en de toepassing van muurdammen en zuilen in de gevel, de expressie van de 'Noordwijkse stijl'. Het gebouw heeft een eigen individualiteit dat past in het aanwezige stedenbouwkundige patroon van wegen en bebouwing. De opbouw van de gevel bevat (belangrijk voor de Noordwijkse stijl) een driedeling met een 'plint' aan de onderzijde en een forse kap boven de middenpartij van het gebouw. Er zijn veel ramen waardoor het gebouw een open en transparant aanzien zal hebben. Er wordt gebruik gemaakt van natuurlijke elementen.
Figuur 2.15 Vogelvlucht appartementen Jan van Henegouwenweg
De appartementen zijn gericht op de Jan van Henegouwenweg en de Golfweg; dat houdt in dat aan de straatzijde een open gevel komt met woonkwaliteit (zuidelijke oriëntatie en levendigheid van de straat). De indeling van de appartementen is namelijk zodanig dat zoveel mogelijk verblijfsruimten aan de straatzijde komen te liggen en dus zijn de entrees aan de achterzijde. Er zal een hoogteverschil zijn aan de straatzijde tussen het openbare en het privégebied van de begane grond-appartementen. De ruimte onder de balkons van deze woonlaag zal dicht worden gezet, zodat zich hier geen zwerfvuil kan verzamelen.
In de kelder onder het appartementengebouw komen de bergingen van de appartementen en 51 parkeerplaatsen. Op het binnenterrein komen 8 parkeerplaatsen. De uitrit van de parkeergarage ligt aan de Golfweg nabij de hoek met de Jan van Henegouwenweg. In verband met voldoende veiligheid voor de kwetsbare verkeersdeelnemers is er naar gestreefd om een zo groot mogelijk horizontaal vlak bij de uitrit te realiseren.
In dit hoofdstuk zijn de ruimtelijk relevante beleidskaders voor het plangebied samengevat. De ontwikkelingsmogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt, passen binnen de beleidskeuzes en de leidende principes uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en het Barro. Het nationale beleid is namelijk gericht op intensieve benutting van bestaand stedelijk gebied.
Het plan past ook binnen de beleidskeuzen van de provincie Zuid Holland. Er is sprake van een regionale en (inter-)nationale behoefte aan de woningen die met dit plan kunnen worden gerealiseerd. De locatie geeft invulling aan een 'topmilieu wonen': woningen die bijdragen aan het provinciale doel: “een aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel”.
Met de huidige voorgenomen woningbouwplannen blijft de gemeente Noordwijk tot 2020 binnen het afgesproken aantal toe te voegen woningen. De locatie is een transformatiegebied binnen bestaand stedelijk gebied en voldoet daarmee aan de voorkeursvolgorde voor verstedelijking.
Het gemeentelijk beleid is gericht op behoud en versterking van de mondaine badplaats door versterking van de congresfunctie en de woonfunctie. In de Omgevingsvisie Noordwijk 2030 is aangegeven dat als een 7-sterren kustplaats gestreefd wordt naar toeristische voorzieningen van topniveau, met een grote diversiteit aan uitstekende accommodaties voor een brede doelgroep, een sterkere positie op de congresmarkt en een goede bereikbaarheid. Bij nieuwbouw van verblijfsaccommodaties wordt ingezet op ‘A-locaties’ met een duidelijke verbinding naar strand, zee en duinen. De uitstraling moet gericht zijn op topkwaliteit, allure en afwisseling.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
Voorgaande (hoofd)doelstellingen zijn in de structuurvisie vertaald naar nationale belangen. Deze zijn, direct of indirect, ook opgenomen in het Barro, waarmee zij juridisch doorwerken in bestemmings- plannen.
Planspecifiek
De volgende rijksbeleidspunten zijn van toepassing op het plangebied:
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimt kent een dusdanig hoog abstractieniveau dat er geen directe uitvoeringsprogramma’s op het voorliggende bestemmingsplan en de daarin voorziene ontwikkelingen van toepassing zijn. Door de beoogde ontwikkelingen wordt het bestaand stedelijk gebied herontwikkeld en benut voor versterking van Noordwijk als mondaine badplaats om te wonen en te verblijven. Hiermee wordt een bijdrage gelegen aan het door het Rijk beoogde excellente en internationaal aantrekkelijke vestigingsklimaat. Ten behoeve van de beoogde ontwikkeling heeft een zorgvuldige belangenafweging plaatsgevonden en zijn alle ruimtelijke aspecten en effecten op milieukwaliteiten nader onderzocht. In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit besluit omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmings- en inpassingsplannen. Met het Barro maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen, inpassingsplannen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Het gaat om kaders voor bijvoorbeeld rijksvaarwegen, het kustfundament, project Mainportontwikkeling Rotterdam en grote rivieren.
Planspecifiek
Het Barro kent geen concrete kaders, directe uitgangspunten of uitvoeringsprogramma’s die op het voorliggende bestemmingsplan en de daarin voorziene ontwikkelingen van toepassing zijn. De locatie maakt geen onderdeel uit van het door het Rijk aangewezen kustfundament.
Besluit ruimtelijke ordening (Ladder voor duurzame verstedelijking, artikel 3.1.6 Bro)
Overheden die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk willen maken, moeten standaard een aantal stappen zetten die borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling wordt gekomen. De ladder voor duurzame verstedelijking het uitgangspunt (art. 3.1.6 lid 2 Besluit ruimtelijke ordening & art. 2.1.1 Verordening Ruimte provincie Zuid-Holland).
Per 1 juli 2017 is een aanpassing van de ladder voor duurzame verstedelijking in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen betreffen een vereenvoudiging door het loslaten van de afzonderlijke 'treden' en het vervangen van het begrip 'actuele regionale behoefte' door 'behoefte'. Zowel voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen als buiten bestaand stedelijk gebied moet de behoefte worden beschreven. Uitgangspunt voor de wijziging is dat met het oog op een zorgvuldig ruimtegebruik, een nieuwe stedelijke ontwikkeling in beginsel in bestaand stedelijk gebied wordt gerealiseerd. Indien de nieuwe stedelijke ontwikkeling voorzien wordt buiten het bestaand stedelijk gebied, dient dat nadrukkelijk te worden gemotiveerd in de toelichting.
Planspecifiek
Toetsing aan artikel 3.1.6. lid 2 sub a Bro (stap 1 behoefte)
Ondanks de wijziging van het begrip 'actuele regionale behoefte' door 'behoefte' is in onderstaande toets de relevante regio als uitgangspunt genomen. De relevante regio voor woonappartementen in de hogere prijsklasse aan de kust is in dit geval zowel regionaal als internationaal. De relevante regio voor 5-sterren hotelkamers aan zee is internationaal.
Woningen
Woningbouwontwikkelingen vanaf circa 11 woningen worden gezien als nieuwe stedelijke ontwikkeling conform de ladder voor duurzame verstedelijking. In bestemmingsplan 'Zeewaardig' was de realisering van woningen in een deel van het plangebied reeds toegestaan en niet in aantal begrensd (plandeel Hotel van Oranje en Residence) en in een ander deel (Jan van Henegouwenweg) uitgesloten. Planologisch gezien is de woonfunctie dus al toegestaan in het overgrote deel van het plangebied. Ten opzichte van de huidige feitelijke situatie is er sprake van een toevoeging van 75 woonappartementen met een oppervlakte groter dan 120 m2 (Residence Oranje) en de 21 plus 4 grote woonappartementen aan de Jan van Henegouwenweg/Golfweg. De toevoeging van deze woningen is in het kader van een goede ruimtelijke ordening getoetst aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
Op grond van jurisprudentie kan voor de onderbouwing van de behoefte aan woningen gebruik worden gemaakt van provinciale, regionale en/of gemeentelijke (woon-)visies en (woningbouw-)programma's. Voor de onderbouwing van de behoefte aan de woningen is in de plantoelichting (paragraaf 3.3.4) ingegaan op de actuele provinciale woningbehoefteraming, de regionale woonagenda van Holland-Rijnland (vastgesteld maart 2018) en de Noordwijkse Woonagenda (vastgesteld februari 2017). Uit deze beleidskaders blijkt dat, rekening houdend met realisatie van woningen in 2015 en 2016, tot 2030 nog behoefte is aan het toevoegen van 780 woningen in Noordwijk, waarvan circa 45% in de vorm van appartementen, deels in het topsegment. Hieruit blijkt dat er zowel kwantitatief als kwalitatief behoefte is aan de beoogde woningen die in dit bestemmingplan mogelijk worden gemaakt.
Hotelkamers
In het bestemmingsplan 'Zeewaardig' was de realisering van hotelkamers in het gehele plangebied mogelijk, zonder begrenzing van het aantal kamers. Er werd in dat bestemmingsplan geen onderscheid gemaakt tussen 3- 4- of 5-sterrenkamers. Vooropgesteld wordt dat ook het nieuwe bestemmingsplan géén segmentering in sterrenkamers bepaalt. Het bestemmingsplan bepaalt slechts de functie hotel en maximeert het aantal kamers. Er is alleen rekening gehouden met de mogelijkheid om 5 sterrenkamers te realiseren om te kunnen voldoen aan de zwaarste parkeereis. Noordwijk streeft naar een toename in het 3-sterren- en 4-sterrensegment. Het behoud van de bestaande 5-sterrenhotels is echter ook zeer wenselijk, omdat die nu juist Noordwijk onderscheiden van veel andere kustplaatsen.
In de nieuwe situatie is het aantal hotelkamers binnen het plangebied beperkt tot 267 op grond van de planregels en er is feitelijk sprake van een afname van 49 hotelkamers ten opzichte van de huidige situatie (zie paragraaf 2.3.1). Er wordt zoals aangegeven geen onderscheid gemaakt tussen 3- 4- of 5-sterrenkamers. Op de locatie Jan van Henegouwenweg is de hotelbestemming daarnaast komen te vervallen. Gelet op het bovenstaande wordt geconcludeerd dat voor de hotelfunctie geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Toch is de behoefte in paragraaf 3.3.6 onderbouwd, uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening.
Toetsing aan artikel 3.1.6. lid 2 sub b Bro (stap 2 locatie)
Het plangebied ligt binnen bestaand stedelijk gebied en voldoet daarmee aan de voorkeursvolgorde. Het betreft in dit geval herstructurering van een centrumlocatie. Onderdeel van zorgvuldig ruimtegebruik is optimale benutting van bebouwde ruimte door intensief ruimtegebruik binnen bestaand stedelijk gebied en het voorkomen van onaanvaardbare leegstand. Het project voldoet aan dit uitgangspunt door het intensiever benutten van een herstructureringslocatie. De ontwikkeling leidt niet tot onaanvaardbare leegstand. Bovendien worden bestaande vrijgekomen locaties heringevuld. Hierbij is tevens van belang dat geen rijksbelangen in het geding zijn.
Conclusie
Uit de bovenstaande toetsing en de achtergronden in paragraaf 3.3.4 en 3.3.6 blijkt dat met de ontwikkeling sprake is van zorgvuldig ruimtegebruik. De ontwikkeling voldoet aan de uitgangspunten van de ladder voor duurzame verstedelijking.
Visie ruimte en mobiliteit (2014, geconsolideerde versie januari 2018)
De provincie stuurt op (boven)regionaal niveau op de inrichting van de ruimte in Zuid-Holland. De Visie ruimte en mobiliteit (VRM), vastgesteld op 9 juli 2014 en meermaals (gedeeltelijk) herzien, geeft op hoofdlijnen sturing aan de ruimtelijke ordening en maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer. Hoofddoel van de VRM is het scheppen van voorwaarden voor een economisch krachtige regio. Dat betekent: ruimte bieden om te ondernemen, het mobiliteitsnetwerk op orde en zorgen voor een aantrekkelijke leefomgeving. De VRM bevat een nieuwe sturingsfilosofie. De kern daarvan is:
In de VRM zijn voor ruimte en mobiliteit vier speerpunten benoemd:
Planspecifiek
Het plangebied ligt in het bestaand stads- en dorpsgebied ('bebouwde ruimte'), zoals zichtbaar in figuur 3.1. De provincie wil de bebouwde ruimte beter benutten. Onder 'bebouwde ruimte' wordt het stelsel verstaan van de systemen stedelijke agglomeratie, dorpen en linten en logistiek-industrieel systeem, inclusief de bijbehorende infrastructuur. Tegelijkertijd is er het streven om de leefkwaliteit van die bebouwde ruimte te verbeteren. Verder blijven ook buiten de bebouwde ruimte nieuwe woon- en werklocaties mogelijk en wenselijk.
Figuur 3.1. Ligging plangebied in 'bestaand stads- en dorpsgebied'
De beoogde ontwikkelingen voorzien in een herontwikkeling van een centrumlocatie waarbij 3- en 4 sterren accommodaties door 5-sterren kamers worden vervangen. Tevens worden de bestaande horecafaciliteiten uitgebreid. Met deze transformatie wordt tevens een bijdrage geleverd aan het opvangen van de (regionale) behoefte aan nieuwe woningen. De ontwikkeling draagt daarmee bij aan de provinciale doelstelling 'beter benutten en opwaarderen van wat er is'. Ook wordt er door de herontwikkeling van het gebied een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
Het plangebied is tevens deels onderdeel van een door de provincie aangewezen 'stads- of dorpsrand' zoals zichtbaar in figuur 3.2. De stads- en dorpsrand is de zone op de grens van bebouwd gebied en landschap. Het is het deel van een stad of dorp met potentie voor een hoogwaardig en geliefd woonmilieu doordat stedelijk en buiten wonen bij elkaar komen en er vaak sprake is van vrij uitzicht. In de voorgenomen planontwikkeling is stedenbouwkundig gezien een relatie gezocht met de open kustlijn. In hoofdstuk 2 is hier nader op ingegaan.
Figuur 3.2 Gedeeltelijke ligging van het plangebied in 'stads- of dorpsrand'
Verordening ruimte (2014, geconsolideerde versie april 2018)
Het provinciaal beleid wordt planologisch geborgd door de Verordening ruimte en mobiliteit. Hierin is de Ladder voor duurzame verstedelijking juridisch geborgd. Verder worden regels gesteld ten aanzien van (nieuwe) functies. De relevante artikelen zijn hieronder opgenomen. Het plan wordt hier tevens aan getoetst.
Artikel 2.1.1 lid 1 Ladder voor duurzame verstedelijking
Een nieuwe stedelijke ontwikkeling moet voldoen aan de volgende eisen:
Planspecifiek
De ontwikkeling voldoet aan de provinciale ladder voor duurzame verstedelijking.
Artikel 2.2.1 lid 1 Ruimtelijke kwaliteit bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen
Een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit:
Planspecifiek
Omdat het project past binnen de bestaande gebiedsidentiteit en voldoet aan de richtpunten van de kwaliteitskaart, namelijk kwaliteit in stads- en dorpsgebied, is in dit geval sprake van 'inpassen'. De ontwikkeling aan de stadsrand draagt bij aan het realiseren van een rand met passende overgangskwaliteit (front). De ontwikkelingen draagt bij aan de identiteit van de stad en de hoogteaccenten vallen zoveel mogelijk samen met centra (zwaartepunten). Lid b en c zijn niet van toepassing.
Figuur 3.3 Uitsnede kaart stedelijke occupatie
Structuurvisie Holland-Rijnland (2009, herziening 2012)
De structuurvisie van de regio Holland-Rijnland is de toekomstvisie op de ruimtelijke kwaliteit en ontwikkeling van de regio tot 2020, met een doorkijk naar 2030. De visie gaat in op het behouden en versterken van haar kwaliteiten, zoals de hoge landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit van de regio en de ruimtelijke structuur gebaseerd op een compacte historische centrumstad, een stedelijke kern midden in het Groene Hart, de vele hechte dorpen en de groene omgeving.
De structuurvisie kent zeven kernpunten, te weten:
Planspecifiek
Het duingebied van Noordwijk is aangemerkt als top-woonmilieu en de ambitie is om Noordwijk als mondaine badplaats te positioneren, congrestoerisme te versterken en de bereikbaarheid van de kust te verbeteren. Zoals in paragraaf 3.3.4 omschreven worden door de beoogde ontwikkeling woningen in de hogere prijsklasse toegevoegd, waardoor het woonmilieu in het hogere segment versterkt wordt. Door de uitbreiding van het aantal hotelkamers en de horecafaciliteiten kan het congrestoerisme groeien. De reeds bestaande congresfaciliteiten blijven aanwezig, maar worden geconcentreerd en efficiënter ingedeeld.
Omgevingsvisie Noordwijk 2030
Op 12 oktober 2017 is door de gemeenteraad de Omgevingsvisie Noordwijk 2030 vastgesteld. Met deze visie wordt geanticipeerd op de nieuwe Omgevingswet, maar juridisch gesproken is het een structuurvisie, zoals bedoeld in de Wro. De essentie van de omgevingsvisie is: “Noordwijk is een energieke, duurzame, inspirerende en gastvrije kustplaats met topkwaliteit en allure.”
In de omgevingsvisie worden 7 sterren benoemd, die de basis vormen van de visie, waarbij in alle sterren duurzaamheid het leidende principe is. In onderstaande afbeelding is dit schematisch verbeeld.
Figuur 3.4. De 7 sterren uit de Omgevingsvisie
Voor het plangebied laat de kaart bij de Omgevingsvisie zien dat ingezet wordt op:
Figuur 3.4. uitsnede uit Kaart Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief
Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard
Afwisseling in bouwhoogtes levert een aantrekkelijk dynamisch beeld op van de Koningin Wilhelmina Boulevard. Gestreefd wordt naar een in hoogte gevarieerde skyline van de Koningin Wilhelmina Boulevard: ieder gebouw verschilt duidelijk van hoogte met de buren. Om de schaal van de Koningin Wilhelmina Boulevard zoveel mogelijk te laten aansluiten bij het dorpse karakter van Noordwijk aan Zee, wordt de bouwhoogte wel begrenst. De hoogte van het meest authentieke en beeldbepalende gebouw aan de Koningin Wilhelmina Boulevard, de vuurtoren, is daarbij leidend. De top van de vuurtoren is richtinggevend voor de bouwhoogte van de skyline van de Koningin Wilhelmina Boulevard.
Door een zorgvuldige uitwerking per bouwplan van dit uitgangspunt (afwisseling in bouwhoogte, waarbij de top van de vuurtoren richtinggevend is) blijft er ook op langere termijn een aantrekkelijke variëteit tussen hogere en lagere gebouwen. Ter behoud van de beleving van de vuurtoren moeten de gebouwen direct naast de vuurtoren lager zijn dan de top van de vuurtoren. Ook moet het zicht op de vuurtoren zoveel mogelijk behouden blijven. Dit uitgangspunt moet ruimte geven om in goed overleg tot een hoogwaardige ontwikkeling van deze hele boulevard te komen. Voor de gewenste uitstraling blijft het huidige beeldkwaliteitsplan functioneren, met als trefwoorden allure en topkwaliteit ('De Noordwijkse Stijl').
Voor een beter functionerende Koningin Wilhelmina Boulevard is de wens de huidige 'open einden' om te vormen tot 'hotspots' met stedelijke allure, zoals een 'Cultuurcluster Vuurtorenplein'. Met De Muze als aanknopingspunt kan het Vuurtorenplein uitgroeien tot een brandpunt voor culturele activiteiten en kunstuitingen. Dat geeft tevens een impuls aan het beleid voor het uitbouwen van een energiek cultureel klimaat in Noordwijk, met een aanbod dat gevarieerd en interessant is voor bewoners en bezoekers.
Ter versterking van de ambitie voor een sfeervolle en aantrekkelijke kustzone is de visie om de Koningin Wilhelmina Boulevard geleidelijk omvormen van 'doorgangsroute' naar aantrekkelijke 'verblijfszone met meer mogelijkheden voor passende actieve en passieve beleving van cultuur en evenementen'.
In de toekomst is het wenselijk tevens een strandgevoel creëren op strategische plekken van de Koningin Wilhelmina Boulevard door meer duinbeplanting en strandbeleving toe te voegen.
Bij herinrichting van de Parallel Boulevard wordt ingezet op een kwaliteitsverbetering. Aan de schaduw(zee-)zijde van de Parallel Boulevard is meer (groene) duinbeplanting gewenst die tevens de blinde muren van de parkeergarages en souterrains verzachten. Enkele strategische locaties op de Parallel Boulevard worden nieuwe verblijfsplekken met verbindingen tussen zee en achterland. Dit zijn plekken waar men ook kan oversteken en de gebruikte materialen voor eenheid zorgen. Hier komen ook solitaire bomen die goed gedijen in dit zeeklimaat. Voor de gewenste uitstraling van de gebouwen worden de richtlijnen uit het Beeldkwaliteitsplan Noordwijk aan Zee gehandhaafd. Daarbij wordt ingezet op een meer levendig gebruik en uitstraling van de begane grond van de gebouwen.
Duurzaamheid en natuur
De beleidsaccenten ten aanzien van duurzaamheid zijn:
• duurzaam bouwen en klimaatbestendige gebiedsontwikkeling;
• gescheiden stelsel riool en hemelwaterafvoer;
• hoge kwaliteit openbare ruimte met voldoende water, groen en speelgelegenheid.
Waar mogelijk is het gewenst dat bij ontwikkelingen maatregelen worden genomen die de biodiversiteit vergroten en de verstening van Noordwijk verminderen.
Parkeergelegenheid
Voldoende parkeergelegenheid op de juiste plek is essentieel voor een 7-sterren kustplaats. Op dit moment is er niet altijd voldoende parkeergelegenheid voor alle bewoners en bezoekers. Het aantal parkeerplaatsen in Noordwijk is al lange tijd hetzelfde en de inrichting van een aantal parkeerterreinen is verouderd. Bij ontwikkelingen is het van belang voldoende parkeerplaatsen beschikbaar te houden voor bewoners en bezoekers.
Toerisme
Vanaf 1860 kwam het 'badtoerisme' op gang en heeft Noordwijk zich ontwikkeld tot een badplaats met allure. Gastvrijheid staat daarbij hoog in het vaandel. Nog steeds trekt Noordwijk veel dagjesmensen en vakantievierders en is in de loop der jaren een volwaardige speler geworden op de congresmarkt. Met hun bestedingen en één miljoen overnachtingen zorgen ze voor veel werkgelegenheid. Noordwijk heeft voor een kustgemeente van deze grootte een zeer omvangrijk hotelaanbod, met name in het midden en hoog segment. Het aantal kamers in de vijf sterrenhotels komt bijna overeen met steden als Rotterdam en Den Haag. Dat is uniek voor een Nederlandse kustplaats. Voor een deel van de hotellerie in Noordwijk zijn de zakelijke bijeenkomsten en overnachtingen van grote betekenis, variërend van 20 tot 60% van de overnachtingen. De locatie en omgeving moeten dan bij voorkeur wel een bijzonder karakter hebben. Gezien de inspirerende ligging van Noordwijk aan zee, strand en duinen biedt deze trend veel perspectief voor het opwaarderen van de accommodaties voor conferenties, meetings en beurzen.
Een 7-sterren kustplaats vraagt om toeristische voorzieningen van topniveau, met een grote diversiteit aan uitstekende accommodaties voor een brede doelgroep, een sterkere positie op de congresmarkt en een goede bereikbaarheid. Groei van het hotelaanbod in Noordwijk is geen doel op zich, maar groeiplannen kunnen de diversiteit van het aanbod te vergroten. Bij nieuwbouw van verblijfsaccommodaties wordt ingezet op 'A-locaties' met een duidelijke verbinding naar strand, zee en duinen. Het toeristisch kerngebied van Noordwijk aan Zee is de belangrijkste visitekaart. Daarom zal de uitstraling gericht zijn op topkwaliteit, allure en afwisseling.
Planspecifiek
Met de doorzichten tussen de bebouwing en met het rechttrekken van het Schuitengat ontstaat meer beleving tussen de boulevard en de zee met het achterliggende gebied: de oriëntatie van het achterliggende gebied op zee wordt versterkt. Met de realisatie van een levendige plint op de begane grond wordt een verbondenheid gerealiseerd met de wandelaars op de Koningin Wilhelmina Boulevard. Daarnaast wordt aan de boulevard voorzien in een brede gebruiksvriendelijke inrichting ten behoeve van horeca en terrassen. Hierdoor ontstaat een versterking van de kwaliteit van het verblijfsgebied ter plaatse.
Er wordt rekening gehouden met de vrije ligging van de vuurtoren en de zichtlijn vanuit de Quarles van Uffordstraat blijft gerespecteerd. Daarnaast wordt de zichtlijn vanaf de Koningin Wilhelmina Boulevard hersteld en blijft de vuurtoren vanaf de Koningin Wilhelmina Boulevard vrijliggend ten opzichte van de voorgevelrooilijn van de nieuwe bebouwing.
Aan de Jan van Henegouwenweg / hoek Golfweg komt het nieuwe woonappartementengebouw in de bebouwingsgrens te staan van de huidige bebouwing aan de Jan van Henegouwenweg en het gebouw zal een open en meer op de omgeving gerichte uitstraling krijgen. De verblijfsruimten van de appartementen zijn aan de wegzijden van het gebouw gelegen en er komen balkons waardoor het gebouw een aantrekkelijk aanzien zal hebben. De route die via de Jan van Henegouwenweg vanaf het oostelijke woongebied naar de boulevard voert, wordt hierdoor aantrekkelijker.
Het bestemmingsplan draagt voorts bij aan de duurzaamheidsdoelstelling uit de Omgevingsvisie door het weghalen van auto's van maaiveld naar ondergronds parkeerruimten, een hoogwaardige groene inrichting van het dak van de parkeergarage en het vergroten van de duinbeleving.
Het bestemmingsplan draagt bij aan de het verbeteren van de parkeergelegenheid omdat er een overschot aan parkeerplaatsen wordt gerealiseerd. Bezoekers van de congresfaciliteiten en het hotel kunnen makkelijker een parkeerplaats vinden. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar paragraaf 3.3.7 en 4.2.
Op de bijdrage van het bestemmingsplan aan de doelstellingen op gebied van toerisme wordt in paragraaf 3.3.6 nader ingegaan.
Boulevard-discussie
Op 30 oktober 2014 heeft de gemeenteraad het college opdracht gegeven om met alle inwoners en ondernemers van Noordwijk een brede discussie te voeren over de ruimtelijke ontwikkeling van de Koningin Wilhelmina Boulevard. Dit heeft geleid tot een discussieavond en een online enquête die blijk geven van inzichten, informatie, tips en suggesties die het college waardevol genoeg vindt om ingezet te kunnen worden, bijvoorbeeld bij het oplossen van ruimtelijke vraagstukken omtrent de Koningin Wilhelmina Boulevard.
De resultaten zijn gebruikt als input voor de Omgevingsvisie, waarbij is gekeken naar de korte-termijnkansen en hoe deze omgezet kunnen worden in concrete voorstellen. De Boulevarddiscussie en de Krijtlijnennotitie zijn geen vastgesteld beleid. Ze zijn input geweest voor de nieuwe Omgevingsvisie. Gezien het raadsbesluit van 30 oktober 2014 zijn deze in bijlage 5 en 6 toegevoegd.
Motie Kaders 2013 en 2016
Voor de herontwikkeling van de gronden van de Hotels van Oranje heeft de gemeenteraad op 27 februari 2013 de eerste ruimtelijke kaders vastgesteld (zie bijlage 1 van deze plantoelichting). Een maand later, op 27 maart 2013 hebben het college van burgemeester en wethouders en de eigenaren van Hotels van Oranje in een gezamenlijke verklaring aangegeven dat sprake is van een noodzakelijke, essentiële kwaliteitsslag voor de boulevard. Daarbij is afgesproken dat de hiervoor noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan door het college met voortvarendheid aan de Raad zal worden voorgelegd. De Raad heeft op 28 maart 2013 deze gezamenlijke verklaring ondersteund en de ruimtelijke kaders herbevestigd, zie hiervoor bijlage 4.
In overleg met de gemeente en enkele organisaties van omwonenden is op basis van de vastgestelde bouwkaders het eerste stedenbouwkundig schetsplan opgesteld. Dit schetsplan is door de gemeente en de externe stedenbouwkundige getoetst aan de op 27 februari 2013 vastgestelde ruimtelijke kaders, ten behoeve van de behandeling in de gemeentelijke adviescommissie van 2 oktober 2013 en de gemeenteraad van 31 oktober 2013. Voor de eerste ambtelijke toetsing en de externe adviezen van september 2013 wordt verwezen naar bijlagen 7 en 8 van de plantoelichting.
In oktober en november 2013 is verder overlegd met de gemeente en organisaties van omwonenden. In overleg met de omwonenden zijn daarbij, passend binnen de vastgestelde bouwkaders van februari 2013, verdere specifieke afspraken gemaakt over het ontwerp. Dit betrof met name de bouwmassa, het inpandig laden/lossen, de ligging van de ingangen, het parkeren, en de vorm en hoogte van de kap. Dit heeft geleid tot een tweede aangepast stedenbouwkundig schetsplan van november 2013, resulterend in een overeenkomst met de wijkvereniging 'Het Oude Zeedorp' (zie bijlage 9) en de steun van diverse andere betrokken organisaties (Vereniging van Eigenaren 'De Heemborgh' en de Noordwijkse Ondernemers Vereniging). De overeenkomst tussen de initiatiefnemers en Het Oude Zeedorp is door de verantwoordelijke wethouder mede ondertekend.
Tussen begin 2014 en medio 2015 is het ontwikkelingsplan verder uitgewerkt, hebben diverse onderzoeken plaatsgevonden ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing en is het bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan is in de voorontwerpfase door de initiatiefnemers en de gemeente in procedure gebracht. Het bestemmingsplan en het ontwikkelingsplan hebben vanaf 9 juli 2015 tot en met donderdag 16 september 2015 ter visie gelegen.
Op 7 april 2016 heeft de gemeenteraad unaniem een besluit genomen over het plan en de ingekomen reacties. De tweede lijst met kaders is opgenomen in bijlage 3 van deze plantoelichting. Hierin staat aangegeven dat het bestemmingsplan op een aantal onderdelen moet worden aangepast mede naar aanleiding van de ingekomen reacties. Het betreft hier de gedeeltelijke verlaging van bouw- en goothoogten, het verplicht stellen van inpandige laad- en losgelegenheid en ondergrondsparkeren, en het beperken van de bouwhoogte aan de zijde van de Parallel Boulevard tot max. 1,50 meter boven de maaiveldhoogte aan die zijde. Ook de levendigheid van de plint zal in het bestemmingsplan beter moeten worden gewaarborgd. Ter plaatse van het Hotel Oranje wordt een woonfunctie verboden, zodat het hotel/congrescentrum planologisch verankerd wordt.
In de hiernavolgende tabel zijn de kaders die de gemeenteraad heeft gesteld, weergegeven. In de rechtse kolom is aangegeven hoe de afspraken met betrekking tot dit laatste schetsplan zijn vastgelegd en gewaarborgd.
Ontwikkelingskaders februari 2013 | Ontwikkelingskaders april 2016 | Vastlegging in bestemmingsplan (of ander instrument) | |
1 | Het vastgestelde Beeldkwaliteitsplan voor Noordwijk Zeewaardig is leidend m.b.t. de beeldkwaliteit (Noordwijkse Stijl) | Het vastgestelde Beeldkwaliteitsplan voor Noordwijk Zeewaardig is leidend bij de ontwikkeling van het bouwplan met betrekking tot de beeldkwaliteit (Noordwijkse stijl). | Bouwplan is getoetst door de welstandscommissie aan het beeldkwaliteitsplan (omgevingsvergunning) |
2 | De vuurtoren moet worden gerespecteerd, de rooilijn moet terugliggen zodat de vuurtoren vanaf de boulevard beter zichtbaar wordt. | Het merkbeeld van Noordwijk, "de vuurtoren" wordt gerespecteerd; de rooilijn van de nieuwbouw moet terugvallen zodat de vuurtoren vanaf de boulevard beter zichtbaar wordt. | Bouwplan houdt rekening met deze zichtlijn. In het bestemmingsplan is de zichtlijn op de vuurtoren aangeduid. Het bouwvlak ligt achter deze zichtlijn. |
3 | De onderbouw moet voorzien zijn van een uitnodigende plint met publieksfuncties | De onderbouw moet aan de zijde van de Koningin Wilhelmina Boulevard worden voorzien van een uitnodigende plint met publieksfuncties, welke vanaf de boulevard toegankelijk zijn. Functies welke in strijd zijn met de gewenste levendigheid en transparantie zoals wonen, kantoren, parkeren en opslag worden in het bestemmingsplan uitgesloten. Deze voorwaarde geldt niet voor de beoogde kantoor- expeditie en opslagfuncties aan de zijde van het Schuitengat. Voor de zijde van het Vuurtorenplein geldt het uitgangspunt van een levendige plint met publieksfuncties alsmede woonfuncties. |
In het bestemmingsplan is opgenomen dat appartementen uitsluitend op de verdieping zijn toegestaan (behalve aan de zijde van het Vuurtorenplein). De toegang tot de appartementen ligt uiteraard wel op de begane grond. Middels een specifieke aanduiding en in artikel 3.3.3 is bepaald dat besloten functies, zoals congreszalen, wonen, kantoren, parkeren en opslag hier niet zijn toegestaan. |
4 | Het parkeren moet onder het maaiveld worden opgelost. Het bouwplan moet, behoudens een eventuele plint voor publieke voorzieningen, doorzichten mogelijk maken vanaf de achterliggende gebieden naar de KW- Boulevard. Derhalve geen gesloten bouwblok, maar een opdeling van de bebouwing in twee of meer los van elkaar staande bouwblokken met een eigen identiteit. De positionering van de bouwblokken dient zodanig te worden gekozen dat het gevoel c.q. de beleving van een massale bebouwing vanaf de land- en zeezijde wordt voorkomen. |
Het parkeren moet onder het maaiveld worden opgelost. Het bouwplan moet, behoudens de plint voor publieke voorzieningen, doorzichten mogelijk maken vanaf de achterliggende gebieden naar de KW- Boulevard. Derhalve geen gesloten bouwblok, maar een opdeling van de bebouwing in twee of meer los van elkaar staande bouw- blokken met een eigen identiteit. De positionering van de bouwblokken dient zodanig te worden gekozen dat het gevoel c.q. de beleving van een massale bebouwing vanaf de land- en zeezijde wordt voorkomen. Aan de zijde van de Parallel Boulevard ligt het dak van de parkeergarage met binnentuin op maximaal 1.50 meter boven het aangrenzende trottoirniveau. |
In het bestemmingsplan is de ondergrondse (onder het afgesproken peil van 10,28 +NAP) gelegen parkeergarage opgenomen. Er is sprake van doorzichten en twee bouwblokken. In het bestemmingsplan zijn de verschillende gebouwdelen door specifieke hoogte aanduidingen bestemd. De hoogte van het dak van de parkeergarage aan de zijde van de Parallel Boulevard is in het bestemmingsplan geborgd in artikel 3.2.1 |
5 | Het Schuitengat krijgt ter plaatse van de Koningin Wilhelmina Boulevard een verbijzonderde afronding | Het Schuitengat krijgt ter plaatse van de KW- Boulevard een verbijzonderde afronding. |
De toren bij Hotel Oranje draagt bij aan deze afronding. Dit onderdeel ziet ook toe op de beeldkwaliteit en wordt vastgelegd in de omgevingsvergunning. |
6 | De nieuwbouw wordt alzijdig ontworpen, met het hoogste punt in het midden van het terrein en aflopend naar de zijden aan de Parallel Boulevard en het Vuurtorenplein. Met aan de Parallel Boulevard een hoogwaardige afwerking met zoveel mogelijk een duingevoel. De bouwmassa van de zichtbare bebouwing wordt beperkt tot maximaal 26.000 m2, welke voortvloeit uit de bestaande bouwrechten uit het vigerend bestemmingsplan en reeds verleende vergunningen |
De nieuwbouw wordt alzijdig ontworpen. De zijde aan de Parallel Boulevard wordt kwalitatief hoogwaardig afgewerkt met zoveel mogelijk een duin gevoel. Voor het bouwprogramma tussen het Schuitengat en de vuurtoren, met een totale omvang van maximaal 25.000 m2, gelden de volgende uitgangspunten: • ca. 5.000 m2 voor horeca en overige niet-wonen gerelateerde functies (onder verwijzing naar kader nr.8 oud); • ca. 20.000 m2 voor woonappartementen, waarbij uitgangspunt is dat de woningen door de initiatiefnemer met een verplicht af te nemen service-abonnement worden gekoppeld aan de in de plint gevestigde voorzieningen, waarmee o.a. wordt beoogd om het draagvlak van deze en overige Noordwijkse voorzieningen te versterken en het gebruik als tweede woning te beperken. De m2 bebouwd bruto vloeroppervlak welke ontstaan als gevolg van een eventuele overkapping van de beoogde binnentuin op de hoek KW- Boulevard/Schuitengat, ten behoeve van hotelfuncties, blijven in deze berekening buiten beschouwing. |
Bouwplan voorziet hierin, mede aan de hand van de voorstellen en wensen van de organisaties van omwonenden. In het bestemmingsplan zijn de verschillende bouwdelen met hun bouwhoogten specifiek voorzien van een hoogte- aanduiding. De overige punten zien toe op de beeldkwaliteit en worden vastgelegd in de omgevingsvergunning. Bouwplan voldoet aan de oppervlakteverplichtingen. Bij de indiening van het bouwplan zal een 'floorplan' worden overlegd waaruit zal blijken dat de afgesproken oppervlakte niet wordt overschreden. Op de verbeelding van het bestemmingsplan is met verschillende bouwhoogtes de bouwmassa gewaarborgd. |
7 | De maximale bouwhoogte bedraagt 10 bouwlagen, waarvan 1 toplaag niet bewoonbaar. Maximale bouwhoogte van de bebouwing aan de zijde van het Vuurtorenplein: de hoogte van de vuurtoren | Uitgangspunt is een in bouwhoogte gevarieerde skyline, waarbij de hoogte van de vuurtoren (26 meter torenhoogte) richtinggevend is. Gemeente en initiatiefnemer zetten voor de beoogde ontwikkeling in op een hoog ambitie- niveau, waarbij ten aanzien van de bouwhoogte een logische relatie wordt gelegd tussen enerzijds de als iconisch beleefde waarde van de vuurtoren en anderzijds de toekomstige vormgeving van het Hotel Oranje en wel zodanig ambitieus vormgegeven dat daarmee de realisering van maximaal 7 bouwlagen, bovenop een levendige plint, in het zuidelijke bouwblok in stedenbouwkundig en architectonisch wordt gerechtvaardigd. Het thans voor- liggende bouwplan wordt hiertoe door de initiatiefnemer opgewerkt en verder verrijkt. |
In het nieuwe ontwerp voor Residence Oranje zijn het centrale- en het noordelijke bouwdeel samengevoegd met behoud van de uitgangspunten in de kaders. De maximale bouwhoogte (de dakvloer van het gebouw) bedraagt van het noordelijke gebouwdeel (dat grenst aan het Vuurtorenplein) circa 26 meter en is daarmee ongeveer gelijk aan de vuurtoren. Gebouwdeel Noord telt 6 bouwlagen op de levendige plint. Gebouwdeel Zuid heeft een kap waarmee overige bouwdelen en technische installaties aan het zicht worden onttrokken, en is circa 29 meter (goot) en bijna 33 meter (bouwhoogte) hoog. Het college van B&W heeft aangegeven akkoord te gaan met de verhoging van deze goothoogte. |
Maximale bouwhoogte: • Voor het noordelijk bouwdeel aan de zijde van de vuurtoren: een maximale bouwhoogte van 24 meter bestaande uit een levendige plint op de begane grond en daarboven maximaal 5 (woon)lagen. In geval de initiatiefnemer kiest voor een (niet voor bewoning bestemde) schuine kap op dit bouwdeel gelden in afwijking van het voorgaande de volgende maten: een maximale goothoogte van 22 meter en een maximale bouwhoogte van 26 meter, nagenoeg conform het voor- ontwerp-bestemmingsplan, • Het centrale bouwdeel: een maximale bouwhoogte van 26 meter bestaande uit een levendige plint op de begane grond en daarboven maximaal 6 (woon)lagen. In geval de initiatiefnemer kiest voor een (niet voor bewoning bestemde) schuine kap op dit bouwdeel gelden in afwijking van het voorgaande de volgende maten: een maximale goothoogte van 26 meter en een maximale bouwhoogte van 30 meter. • Het zuidelijk bouwdeel: een maximale goothoogte van 28 meter en een maximale bouwhoogte van 33 meter, bestaande uit een levendige plint op de begane grond, daarboven maximaal 7 (woon)lagen + een niet voor bewoning bestemde gesloten schuine kap waarmee overige bouwdelen en technische installaties aan het zicht worden onttrokken. Het uitnutten van de maximale ontwikkelingscapaciteit is hierbij geen doel op zich, doch moet op overtuigende wijze dienend blijken ter ondersteuning van een kwalitatief hoogwaardige ontwikkeling. Het bestemmingsplan kent geen vrijstellingsregeling om af te wijken van de maximale maatvoering ten aanzien van goot- en bouwhoogten en/of het maximaal te realiseren bouwvolume. De peilmaten zoals deze worden gehanteerd in het (voorontwerp)bestemmingsplan zijn uitgangspunt bij de bepaling van bouwhoogten. Peil: 10,28 meter+N.A.P. |
Het bestemmingsplan kent geen vrijstellingsregeling om af te wijken van de maximale maatvoering ten aanzien van goot- en bouwhoogten en/of het maximaal te realiseren bouwvolume. De peilmaten zoals deze worden gehanteerd in het (voorontwerp)bestemmingsplan blijven uitgangspunt bij de bepaling van bouwhoogten. Peil : 10,28 meter +N.A.P. |
||
8 | In het geval van NICC (Noordwijk Inter- national Convention Center) mag ten hoogste 5.000 m2 aan extra bovengrondse bebouwing, gelieerd aan NICC-functies worden gerealiseerd. | Zie kader nr. 6. | Het in 2012 beoogde grote NICC wordt niet gerealiseerd. Door een ingrijpende interne ver- bouwing in Hotel Oranje en de realisering van congres- faciliteiten elders in het gebouw ontstaat feitelijk wel een (iets kleiner) volwaardig inter- nationaal congrescentrum. Feitelijk kan een beroep worden gedaan op een deel van de extra 5.000 m2. |
9 | De gemeente werkt mee aan extra vergunningplichtige oppervlakte voor het NICC onder maaiveld. | Een tijdelijke, incidentele, functie voor congressen of evenementen in de parkeergarage is toegestaan, met inachtneming van kader nr. 15. | Dit is niet opgenomen in dit bestemmingsplan. Indien dergelijke activiteiten voordoen zal dit worden afgestemd met de gemeente. |
10 | Hotel Oranje mag worden uitgebreid met extra kamers en een skybar, met maximaal 2 verdiepingen aan de zijde van de Koningin Wilhelmina Boulevard en één laag aan de Parallel Boulevard | Uitbreiding Hotel van Oranje: Instemming met toevoeging van hotelkamers en skybar in maximaal twee extra verdiepingen op het bestaande complex en torentje aan de zijde van de KW- Boulevard en maximaal één extra verdieping aan de zijde van de Parallel Boulevard. Het (ontwerp) bestemmingsplan geeft zekerheid ten aanzien van de hotelfunctie, echter gekoppeld aan planologische zekerheid omtrent de totale beoogde ontwikkeling. |
Door middel van de nieuwe bouwhoogten is de uitbreiding van Hotel Oranje zoals aangegeven in de bouwkaders, in het bestemmingsplan geborgd. De beperking van de woonfunctie in de bestemming 'Gemengd' bestaat uit de bepaling in artikel 3.1 onder d: “ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – residence', tevens wonen op de verdiepingen ”. |
11 | Stedenbouwkundige inpassing moet worden aangetoond, rekening houdende met schaduwwerking, windhinder en verkeersafwikkeling. | Verantwoorde stedenbouwkundige inpassing moet op overtuigende wijze kunnen worden aangetoond, rekening houdend met aspecten als schaduwwerking, windhinder (mede i.r.t. Schuitengat) en verkeersafwikkeling (bezoekers en laad-en losverkeer). Een inpandige laad- en losgelegenheid geldt als voorwaarde voor de realisatie van de nieuwbouw. | In de toelichting van het bestemmingsplan wordt beschreven hoe het stedenbouwkundig ontwerp aan deze onderdelen voldoet. De indiening van de bouwaanvraag zal vergezeld gaan van de specifieke, aan het bouwplan gerelateerde onderzoeksresultaten betreffende schaduwwerking Bijlage 38 en 39 (paragraaf 4.13) en de windhinder (paragraaf 4.12). De inpandige laad- en losgelegenheid is als een voorwaardelijke verplichting in artikel 3.3.4 onder d. opgenomen. |
12 | In het proces is er een positief advies van een onafhankelijke stedenbouwkundige van naam en faam, door B&W aan te wijzen in overleg met HvO. | Het beoogde bouwplan is inmiddels besproken met de welstandscommissie. |
De welstandsadviezen zijn opgenomen in Bijlage 10 en Bijlage 11 van deze plantoelichting. |
13 | Initiatiefnemers nemen de inspan- ningsverplichting tot opwaarderen van eigendommen achter de Parallel Boulevard. | De drie locaties Strandhotel en Hotel Alwine, Hotel Oranje en Residence Oranje worden in onlosmakelijke samenhang met elkaar ontwikkeld, een en ander bij overeenkomst nader te regelen. Daar waar mogelijk zoekt de gemeente aansluiting bij de overeenkomst tussen de Hotels van Oranje en de wijkvereniging "Het Oude Zeedorp". | Het bestemmingsplan voorziet mede op verzoek en in overeenstemming met de wijkvereniging in de herontwikkeling van de gronden aan de Jan van Henegouwen- weg/ hoek Golfweg. |
14 | Uitwerking van de gevel aan het Vuurtorenplein houdt rekening met een goede aansluiting op het plein en de relatie tot de vuurtoren. | De nadere uitwerking van de gevel aan het Vuurtorenplein houdt rekening met een goede aansluiting op het plein en daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de relatie met de vuurtoren. Uitgangspunt is dat aan deze zijde geen gesloten gevel(beeld) ontstaat. | Het complex van Residence Oranje is opgedeeld in twee gebouwen die als zodanig ook herkenbaar zullen zijn. Gebouwdeel Noord ligt aan het Vuurtorenplein en heeft aan deze zijde op begane grond niveau als uitzondering een appartement met een open gevel. |
15 | Over het openbaar medegebruik van parkeerplaatsen worden afspraken gemaakt. | Voor het openbaar medegebruik van de te realiseren parkeervoorzieningen worden nadere afspraken gemaakt. Boven de eigen parkeerbehoefte voorziet het te realiseren bouwplan in een goed bereikbare parkeergarage met 150 tot zo mogelijk 200 openbare parkeerplaatsen. De gemeente verleent initiatiefnemer een eenmalige bijdrage in de redelijkerwijze (op basis van gedegen en wederzijds gedragen rapportage) te verwachten onrendabele top van de voor openbaar gebruik toe te voegen extra parkeerplaatsen in de parkeergarage. De bijdrage wordt gemaximeerd op een bedrag van € 15.000,- per parkeerplaats (excl. BTW). De in aanmerking te nemen exploitatieperiode bedraagt 40 jaar. De restwaarde van de parkeerplaatsen wordt in de berekening in aanmerking genomen. Initiatiefnemer verleent de gemeente (voor deze 40 jaar) juridische zekerheid over de blijvende beschikbaarheid en toegankelijkheid van de openbare parkeerplaatsen (zakelijk recht/kettingbeding/boetebeding); Het parkeertarief is afgestemd op de tarieven in de directe omgeving. De initiatiefnemer draagt zorg voor een deugdelijke exploitatie (goed beheer, verlichting, schoonmaak, veiligheid, verwijzing e.d.). De gemeente stemt haar parkeerbeleid af op de capaciteit in de nieuwe parkeervoorziening (bijvoorbeeld minder parkeerplaatsen op/onder het Wantveld) een en ander te betrekken in het lopende parkeeronderzoek voor Noordwijk Zeewaardig. |
Deze afspraken maken onderdeel uit van de overeenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemers. Ter zekerstelling dat er voldoende 'eigen' parkeerplaatsen worden gerealiseerd is onder andere de volgende voorwaardelijke verplichting opgenomen in artikel 3.3.4: ''a. het aantal parkeerplaatsen dat nodig is voor de parkeerbehoefte die met bijlage 1 van deze regels kan worden vastgesteld voor het gebruik van de in lid 3.3.1 a t/m d genoemde functies, dient te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden in de parkeergarage zoals genoemd in lid 3.1 onder j. Indien de parkeergarage niet gebruikt mag worden gelet op het bepaalde in 3.3.4 sub c. is er geen sprake van het instandhouden van de parkeerplaatsen zoals bedoeld in dit sublid. b. indien de parkeergarage, zoals genoemd in lid 3.1 onder j, gebouwd wordt om te voldoen aan het gestelde onder a, dan wordt boven op het aantal parkeerplaatsen bedoeld onder a. een zodanig aantal extra parkeerplaatsen aangelegd, dat het totaal aantal parkeerplaatsen binnen de bestemming minimaal 500 bedraagt. Deze extra parkeerplaatsen dienen te worden aangelegd in de parkeergarage zoals genoemd in lid 3.1 onder j en zijn mede bedoeld om te voorzien in de parkeerbehoefte van eventuele toekomstige functiewijzigingen en/of bouwplannen binnen het plangebied'' |
16 | In relatie tot het geheel van de beschreven ontwikkelings- mogelijkheden doneert de initiatiefnemer een substantiële financiële bijdrage ter beperking van de onrendabele top van een nader te bepalen project voor sociale woningbouw of aan het gemeentelijk Volkshuisvestingsfonds, een en ander nader bij overeenkomst uit te werken. |
Tabel 3.1 Kaders gemeenteraad en toets planvoornemen
Overeenkomst Hotels van Oranje en omwonenden
Naast deze bouwkaders zijn, in overleg met de wijkvereniging en omwonenden, ook nadere afspraken gemaakt over de ontwikkeling. Deze afspraken zijn niet opgenomen in de bouwkaders die zijn vastgesteld door de gemeenteraad, maar zijn op 15 januari 2014 vastgelegd in een overeenkomst met de wijkvereniging.
In deze overeenkomst zijn de volgende afspraken gemaakt. In de tweede kolom staat op welke wijze deze afspraken zijn verwerkt in dit bestemmingsplan.
De bouwhoogte van het complex aan de Jan van Henegouwenweg bedraagt ten hoogste drie bouwlagen | Op de verbeelding is voor het overgrote deel van het appartementencomplex aan de Jan van Henegouwenweg respectievelijk een goot- en een bouwhoogte (9 en 11 meter) opgenomen. Binnen deze hoogte kunnen twee bouwlagen en een bewoonbare kap-verdieping worden gerealiseerd. Voor de beide torens en een middelgedeelte is alleen een goothoogte gehanteerd. Ook hierbinnen zijn maximaal 3 bouwlagen mogelijk. |
De bovenste laag van de uitbreiding van Hotel Oranje aan de zijde van de Parallel Boulevard wordt één meter teruggelegd. | De nieuwe bouwhoogtes bij Hotel Oranje zijn zodanig dat de uitbreiding aan de zijde van de Parallel Boulevard één meter terug ligt. |
Laad- en losvoorzieningen worden zo veel mogelijk inpandig gerealiseerd ter verbetering van de huidige verkeerssituatie en veiligheid. | Laad en losvoorzieningen zijn in het bestemmingsplan inpandig mogelijk gemaakt en geborgd in een voorwaardelijke verplichting (zie artikel 3.3.4 onder d.) |
Tabel 3.2 Overeenkomst wijkvereniging
Beeldkwaliteitsplan Noordwijk aan Zee (2005)
Voor ruimtelijke ontwikkelingen in Noordwijk aan Zee is het Beeldkwaliteitsplan opgesteld met specifieke eisen en beeldkaders voor alle onderscheiden delen. In de uitgangspunten wordt sterk de nadruk gelegd op het belang van afstemming van bouwplannen op de omgeving, op de eigenheid van iedere locatie en op de inrichting van de openbare ruimte. Dit moet enerzijds gedurende een lange periode consistentie in het beeld van de bebouwing garanderen, en anderzijds ontwikkelaars en initiatiefnemers in staat stellen op voorhand met passende plannen te komen. In het document is een streefbeeld omschreven dat zich de Noordwijkse stijl noemt: een architectuur die past bij de badplaatsen aan de Atlantische kust en voortborduurt op de traditie van de oude Noordwijkse duinvilla's.
In het Beeldkwaliteitsplan wordt ook een aantal specifieke eisen gegeven voor de ontwikkelingen aan de Koningin Wilhelmina Boulevard. Zo dient voor de eenduidigheid van de relatie van de bebouwing en het maaiveld een strakke rooilijn te worden gevolgd, die gevuld is met commerciële functies en toegangen tot hotels en appartementen. In het ontwerp is hier rekening mee gehouden en wordt de onderste laag van de bebouwing in een strakke plint gerealiseerd waar diverse publieksgerichte functies aanwezig zijn. Tevens komen in de plint de toegangen tot het hotel en de appartementen.
Daarnaast moet volgens het Beeldkwaliteitsplan de boulevardwand zijn opgebouwd uit diverse 'korrels' die los staan van elkaar en eventueel verspringen met een maximale breedte van 40 á 50 meter. In de kaders die de gemeenteraad echter daarna heeft vastgesteld is bepaald dat de bebouwing uit 2 of meer bouwblokken dient te bestaan. Op dit punt zijn de beleidsmatige uitgangspunten van het Beeldkwaliteitsplan door het vaststellen van de ruimtelijke kaders door de gemeenteraad nader ingevuld en opnieuw vastgesteld. De consequentie hiervan is dat het IRV ten aanzien van de gestelde maximale gevelbreedte zal worden aangevuld met de uitspraak van de gemeenteraad inzake de kaders voor het gebied Hotels van Oranje. Het IRV en het Beeldkwaliteitsplan zijn hierop op 15 december 2016 aangepast.
Planspecifiek
Het bouwplan van Hotels van Oranje bestaat uit verschillende gebouwen en voldoet aan de door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders. De bebouwing aan de Koningin Wilhelmina Boulevard mag op basis van de eisen uit het Beeldkwaliteitsplan niet hoger zijn dan 10 lagen indien een kap wordt toegepast. Het bouwplan heeft thans, conform kader 7 van de vastgestelde kaders van de gemeenteraad, voor het noordelijke gebouwdeel (dat grenst aan het Vuurtorenplein) 6 bouwlagen op de levendige plint. Gebouwdeel Zuid heeft een flauwe kap en heeft 7 lagen op een levendige plint. Op deze wijze past het bestemmingsplan en het bouwplan binnen de hoogte-eisen van het Beeldkwaliteitsplan.
Bij de ontwikkelingen aan de Koningin Wilhelmina Boulevard moet volgens het Beeldkwaliteitsplan zo veel mogelijk worden gestreefd naar bouwplannen die betrekking hebben op een complete invulling van het gebied tussen de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard. Dit gebied wordt gekenmerkt door een dubbele rij orthogonaal (rechtstandig) geplaatste bebouwing met tussenliggende openbare ruimte (Heemborgpromenade). De ruimtelijke kwaliteit van dit stedenbouwkundige patroon laat echter te wensen over. In een groter verband heeft deze strip tussen de twee boulevards een verkaveling in blokken, welke van elkaar worden gescheiden door dwarsverbindingen zoals de Noordzeestraat, Lage Wurft en Schuitegat. Het zuidelijk deel wordt gekenmerkt door diagonaal lopende verbindingen die noordelijker (vanaf Beyaert) geleidelijk overgaan in een duidelijk orthogonaal stelsel met dwarsstraten die haaks op de boulevards staan.
De nieuwe verkaveling van het gebied tussen het Schuitengat en het Vuurtorenplein wordt ingepast in het orthogonale stedenbouwkundige patroon, waarbij de ruimte en de opbouw van volumes aan de zeezijde een rustiger beeld laat zien. Er ontstaat, gezien vanaf de zeezijde een duidelijk opgedeelde wand, met herkenbare volumes en een fraaie voorruimte aan de boulevard. Daarnaast wordt de boulevard aangesloten op het achterliggende woongebied door een directe aansluiting (doorgang) op de Jan van Henegouwenweg.
Aan de Parallelboulevard zijde wordt het terrein anders ingericht waardoor er twee 'plein-'ruimten ontstaan: aan de Parallel Boulevard (Landzijde) en aan de Koningin Wilhelmina Boulevard (Zeezijde). Deze ruimten krijgen een eigen kwaliteit en karakter. De diagonale lijn van het gebouw in de ruimte aan de Parallelweg wijkt af van het orthogonale stedenbouwkundige patroon met de blokken langs deze weg, maar door de verbreding van de ruimte wordt een ruimtelijke stap met meer openheid richting het Vuurtorenplein gemaakt.
In bijlage 7 is de gemeentelijke beoordeling van het bouwplan d.d. september 2013 opgenomen. Na deze beoordeling is het bouwplan nog op een aantal punten verbeterd, dit betreft:
Welstandsnota Noordwijk (2014)
Op 26 juni 2014 is de Welstandnota Noordwijk 2014 vastgesteld, een actualisatie van de nota uit 2011. Voor elk gebied in Noordwijk gelden specifieke welstandscriteria. De diverse wijken en buurten hebben immers specifieke stijlkenmerken. Zo wordt ingezet op de Noordwijkse Stijl in het toeristisch gebied van Noordwijk aan Zee en wordt in de kern van Noordwijk Binnen gerefereerd naar de bouwstijl in de Voorstraat. Welstandsbeleid geeft de gemeente de mogelijkheid om cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden van Noordwijk te benoemen en daarmee te bewaken. Noordwijk moet zich ontwikkelen tot een (bad)plaats die onderscheidt van andere plaatsen door kwaliteit. De inhoud van de welstandsnota is daarom volledig gebaseerd op het lokale gemeentelijk beleid, dat gericht is op het versterken van kwaliteitswaarden als ‘stijlvol’, ‘charmant’ en ‘ingetogen’.
Aan de categorie dure woningen en woningen in het topsegment in principe geen behoefte bestaat omdat er voldoende aanbod is. Als aanbeveling in het WBO is echter opgenomen om toch duurdere koopwoningen toe te voegen omdat op deze manier in een bovengemeentelijke behoefte wordt voorzien. En het realiseren van duurdere woningen zorgt voor een meer gedifferentieerde wijkopbouw (zie argumentatie hierboven).
De welstandscommissie toetst geen bestemmingsplannen, maar wel bouwplannen en omgevingsvergunningen. Het bouwplan is op 17 oktober 2013 voorgelegd aan de welstandscommissie. In haar beoordeling reageert de Welstandscommissie positief op de ontwikkelingen ten opzichte van het eerdere plan: “De overzichtstekening laat goed zien dat het ontwerp zich voegt in de bestaande context wat betreft hoogte en positionering. De hoofdopzet met twee grote volumes vormt stedenbouwkundig een goede basis voor nadere uitwerking. Het groener maken van de parkeerzone valt in goede aarde”. Het advies van de Welstandscommissie uit 2013 is opgenomen als Bijlage 10 van deze plantoelichting. Na het laatste overleg in de vergadering van 6 oktober 2016 zijn (kleine) aanpassingen aan het plan gemaakt. Het verslag van de welstandscommissie is opgenomen in Bijlage 11. De conclusie is dat het nu voorliggende plan voldoet aan de redelijke eisen van welstand.
Landelijk beleid
In de Monumentenwet van 2006 stellen Rijk en provincie dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Sinds 1 juli 2016 is de Wet op de archeologische monumentenzorg vervangen door de Erfgoedwet. De uitgangspunten uit het 'Verdrag van Malta' blijven in de Erfgoedwet de basis van de Nederlandse omgang met archeologie. De Erfgoedwet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen
vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
Archeologiebeleid gemeente Noordwijk
In juni 2011 is de Integrale Erfgoednota Noordwijk 'Erfgoed op de kaart' vastgesteld met de Erfgoedverordening Gemeente Noordwijk 2011, in samenhang met 'In de bodem van Noordwijk': de archeologische waarde verwachtings- en beleidsadvieskaart, en de bouwhistorische verwachtingenkaart. De Erfgoednota biedt een goede basis voor de uitvoering van de wettelijke eisen ten aanzien van gebouwde (rijks)monumenten, het van rijkswege beschermd dorpsgezicht en archeologie. De Erfgoednota biedt tevens een visie en structuur voor de omgang met het erfgoed, de formatie voor uitvoering van het beleid en de wettelijke taken voor het erfgoed en een verbinding van de planologische kaders van ruimtelijk beleid. In paragraaf 4.8 wordt verslag gedaan van het archeologisch onderzoek.
Landelijk beleid
Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in de toelichting van elk bestemmingsplan een beschrijving te worden gegeven van de aanwezige cultuurhistorische en archeologische waarden van het plangebied.
Erfgoedbeleid gemeente Noordwijk
Het erfgoedbeleid van de gemeente Noordwijk is eveneens in de in juni 2011 vastgestelde Integrale Erfgoednota Noordwijk 'Erfgoed op de kaart' vastgelegd. In paragraaf 4.8 wordt nader ingegaan op het aspect cultuurhistorie.
Woonvisie Provincie Zuid-Holland
Het woonbeleid staat in de Visie Ruimte en Mobiliteit, het Programma Ruimte en de Verordening Ruimte. Algemeen doel is het voorzien in de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte aan woningen en woonmilieus. Regionale afstemming over woningbouwprogramma's staat centraal in het woonbeleid. Gemeenten stellen in regionaal verband woonvisies vast. Hierin bepalen gemeenten de gewenste gezamenlijke ontwikkelrichting voor woningbouw en de woonkwaliteiten. Regionale woonvisies worden gemaakt voor één of meerdere woningmarktgebieden.
Door op regionale schaal af te stemmen over het kwalitatieve en kwantitatieve regionale woningbouwprogramma wordt vraag en aanbod naar woningen meer in balans gebracht. De provincie geeft inzicht in de vraag naar woningen door de driejaarlijkse woningbehoefteraming, bevolkingsprognose en woningmarktverkenning. De vergelijking met het aanbod (plancapaciteit van gemeenten) geeft een beeld van de balans en aandachtspunten in het woningbouwprogramma in Zuid-Holland.
Programma ruimte
De woningbehoefteraming (WBR) en de Bevolkingsprognose (BP) zijn het uitgangspunt voor het overleg met de regio's over de reële behoefte aan woningen. De WBR gaat uit van het binnenlands migratiesaldo nul per regio, terwijl de BP uit gaat van een prognose over binnenlandse migratiebewegingen. Daarnaast voert de provincie een kwalitatieve woningmarktverkenning uit op basis van het landelijke woningbehoefteonderzoek (het WoON). Het gaat daarbij om de behoefte aan woningen per financieringsvorm/prijsklasse en woonmilieu. De ramingen en de verkenning worden elke drie jaar uitgevoerd. Deze versies zijn van 2016.
Planspecifiek
De provinciale woonvisie is opgegaan in de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). Regionale afstemming over woningbouwprogramma's staat centraal in het woonbeleid. Gemeenten stellen in regionaal verband woonvisies vast. Hierin bepalen gemeenten de gewenste gezamenlijke ontwikkelrichting voor woningbouw en de woonkwaliteiten. Door op regionale schaal af te stemmen over het kwalitatieve en kwantitatieve regionale woningbouwprogramma wordt vraag en aanbod naar woningen meer in balans gebracht. Afstemming over de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte heeft plaatsgevonden in de Regionale Woonagenda 2017 van Holland-Rijnland.
Regionale Woonagenda 2017 (maart 2018)
De Regionale Woonagenda is 14 maart 2018 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Hierin is de regionale woningbehoefte (kwantitatief en kwalitatief) beschreven en de bijbehorende planlijst regionaal afgestemd.
Woningbouwontwikkelingen in aantallen moeten passen binnen de kaders die de provinciale Woningbehoefteraming (WBR) en Bevolkingsprognose (BP) biedt. Beide prognoses kennen verschillende uitgangspunten, waardoor een bandbreedte voor de woningbehoefte ontstaat.
Planspecifiek
Rekening houdend met realisatie in 2015 en 2016 is tot 2030 nog behoefte aan het toevoegen van 780 woningen in de gemeente Noordwijk. Noordwijk lig in de woonregio Holland-Rijnland Noord. Hier is minder harde plancapaciteit dan behoefte. De bandbreedte van de woningbehoefte ligt namelijk tussen de 3.900 woningen op basis van de WBR 2016 en de 10.080 woningen op basis van de BP2016. Het planaanbod (inclusief de zachtere plannen) is op dit moment niet meer dan 6.590 woningen.
Figuur 3.5 Uitsnede tabel woningbehoefteraming 2016, periode 2017-2030
Figuur 3.6 Uitsnede tabel planaanbod versus woningbehoefteraming, periode 2017-2030
Uit de regionale woonvisie blijkt dat het plangebied is aangemerkt als rustig stedelijk woonmilieu (rustige stadswijk).
Figuur 3.7 Indeling woonmilieus Holland-Rijnland
De woningbehoefte in Noordwijk tot 2030 per woonmilieu is indicatief bepaald op 400 in het rustig stedelijke woonmilieu en 380 in het dorpse woonmilieu. De beoogde woningen voorzien daarmee in een behoefte ten aanzien van het rustig stedelijke woonmilieu.
Figuur 3.8 Uitsnede tabel verdieping behoefte woonmilieus per gemeente
Behoefte appartementen en het hoge segment
Voor enkele specifieke karakteristieke segmenten is aanvullend de behoefte benoemd. Dan gaat het om de appartementenvraag (versus grondgebonden woningen) vanwege de ruimtelijke impact en de behoefte in het topsegment (boven circa € 700.000). Voor woningen in het topsegment geven verkoopresultaten van vrijstaande woningen in de regio een beeld. De prijzen voor deze woningen liggen het hoogst in de subregio West (€ 769.000), gevolgd door Noord (€ 656.000) en Oost (€ 476.000). Dit is aanzienlijk hoger dan het landelijke gemiddelde van € 388.000 in dit segment. De verkooptijden zijn het kortst in de subregio West, ondanks de hoge prijs. Dit duidt erop dat de druk op dit deel van de markt vooral hoog is in de subregio West, gevolgd door de regio Noord.
Figuur 3.9 Behoefte per specifiek segment
Met name in de meer stedelijke woonmilieus is de behoefte aan appartementen relatief groot. Dan gaat het om Leiden, Katwijk en in iets mindere mate ook Noordwijk, Noordwijkerhout, Zoeterwoude en Alphen aan den Rijn. In West is een behoorlijke druk op woningen in het topsegment. Teylingen en Noordwijk zijn daarbij tevens in trek, terwijl Noordwijkerhout lange verkooptijden kent. Al met al lijken in de (sub)urbane woonmilieus rond Leiden de kansen voor het topsegment het grootst.
Regionaal afwegingskader woningbouwplannen (RAW)
Het regionaal afwegingskader woningbouwplannen (RAW) is het model waarmee regiogemeenten bepalen of een bestemmingsplan sub- of bovenregionale afstemming behoeft en waarmee het plan wordt verantwoord bij de provincie. Gemeenten toetsen hun woningbouwplannen aan het RAW als voor het plan een nieuw bestemmingsplan of een wijziging of herziening van het bestemmingsplan nodig is. Het gaat om zowel plannen uit de (actuele) lijst projecten als om reserveplannen en nieuwe initiatieven. Het resultaat is een dynamische lijst van woningbouwplannen met een realistische planning die jaarlijks wordt gemonitord en besproken. De afstemming is subregionaal of bovenregionaal, de terugkoppeling vindt plaats in het regionale portefeuillehoudersoverleg Ruimte. Jaarlijks biedt het dagelijks bestuur van de regio na advies van het portefeuillehoudersoverleg Ruimte de actuele planlijst aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan ter verantwoording van bestemmingsplannen.
Planspecifiek
Het project “Hotels van Oranje” is opgenomen in de regionale monitor als 'categorie 4a' project met in totaal 128 woningen. In totaal worden 76 (Residence Oranje) en 25 (Jan van Henegouwenweg) nieuwe appartementen mogelijk gemaakt. Per saldo worden 101 woningen toegevoegd. Er is geen verdere (sub)regionale afstemming nodig.
Noordwijkse Woonagenda 2016-2020 (februari 2017)
De gemeenteraad heeft op donderdag 25 augustus 2016 De Noordwijkse Woonagenda 2016 – 2020, 'De toekomst van het wonen in Noordwijk' vastgesteld. De herziening is vastgesteld door de gemeenteraad op 2 februari 2017. De Woonagenda geldt als overkoepelend beleidsdocument, op basis waarvan in de veranderende context toch steeds consistente en passende keuzes kunnen worden gemaakt. In Noordwijk is het niet de vraag óf er iets moet gebeuren, maar vooral wat, wanneer, hoe en in welk tempo. Er is sprake van veranderende wet- en regelgeving, een nieuwe realiteit in de wereld van het vastgoed en grote druk op de Noordwijkse woningmarkt. Voor de komende jaren zet de gemeente Noordwijk in op de volgende vier thema's:
In Noordwijk zal het aantal huishoudens de komende tien jaar met ruim 1.300 toenemen. Qua samenstelling zijn hierin een aantal belangrijke bewegingen te bespeuren. Dit zijn onder andere gezinsverdunning, vergrijzing, de uitstroom van starters en gezinnen, en de hoeveelheid arbeidsmigranten. Als gekeken wordt naar de geschiktheid voor bewoning door senioren en mensen met een lichamelijke beperking, dan biedt de woningvoorraad hiervoor onvoldoende mogelijkheden. Zeker gezien de toenemende vergrijzing ligt hier een zeer grote uitdaging.
Veel aanpassingen aan de bestaande woningvoorraad zullen nodig zijn om aan de toenemende vraag te kunnen blijven voldoen. Al geruime tijd is er een stagnatie in het aanbod voelbaar. Door de daling van de huizenprijzen de laatste jaren blijven veel woningeigenaren in hun huidige woning wonen waardoor de natuurlijke doorstoom nagenoeg stil is komen te vallen. Een tweede oorzaak is de vergrijzing en dat deze groep steeds langer zelfstandig moet en kan blijven wonen. De derde oorzaak is de beperkte toename van het aantal beschikbare woningen.
Door het geringe aantal gerealiseerde nieuwbouwwoningen is er een natuurlijke markt ontstaan voor nieuwbouwwoningen in Noordwijk. Vanwege de schaarste aan woningen op de gehele markt is er aan vrijwel ieder type woning behoefte. Geconcludeerd is dat er 200 woningen per jaar gerealiseerd moeten worden.
De Woonagenda is de basis voor gesprekken met de verschillende partijen die bij de realisatie van de woonambities in Noordwijk een belangrijke rol spelen: bewoners, investerende, bouwende en beherende partijen, zorgverleners en uiteraard voor de gemeente zelf.
Segmentering: - sociale huur (tot de liberalisatiegrens in 2016 €710) min. 20% - sociale koop met WOZ € 201.000 max. 10% - middeldure huur tot €1.050/ koop tot €350.0000 min. 20% - overig koop vanaf €350.000/huur vanaf 1.050 max. 50% 30% sociaal geldt voor alle projecten waarbij meer dan twee woningen worden gerealiseerd. Als minimaal 30% sociaal bouwen op een bepaalde locatie door een ontwikkelaar niet wordt gehaald, wordt bijgedragen aan het compensatiefonds. De uitwerking van het compensatiefonds en de op te stellen voorwaarden worden opgenomen in een verordening die vastgesteld wordt door de gemeenteraad. |
Figuur 3.10 Segmentering zoals opgenomen in de Woonagenda
In het kader van het thema 'werken aan zorg en flexibiliteit' stelt Noordwijk zich ten doel om het aantal nieuwe woningen in de categorie 4-sterren (rolstoel toe- en doorgankelijk) te vergroten.
Planspecifiek
De beoogde ontwikkeling van Residence Oranje en de Jan van Henegouwenweg is gericht op woningen in het topsegment. De kwaliteit van de woningen in het topsegment levert een bijdrage aan de allure die Noordwijk heeft als badplaats. Naast sociale en middeldure woningen zorgt het realiseren van duurdere woningen voor een meer gedifferentieerde wijkopbouw. Met het toevoegen van duurdere koopwoningen wordt daarnaast in een (boven)gemeentelijke behoefte voorzien. Daarbij zullen deze bewoners ook bijdragen aan de lokale economie, wat een positieve impuls inhoudt voor de lokale economie.
Op 30 mei 2017 is de verordening 'Bestemmingsreserve ter bevordering van Sociale Huurwoningen Noordwijk' in werking getreden waarin compensatie is vastgelegd voor bouwplannen die niet voldoen aan de eis van 30% sociale woningbouw. In maart 2018 is de 'Verordening tot wijziging van de Verordening Bestemmingsreserve ter bevordering van Sociale Huurwoningen Noordwijk' in werking getreden. Aangezien de planvorming al in 2010 is aangevangen en er sprake is van eerdere afspraken over de plannen van de Hotels van Oranje (februari/maart 2013 en april 2016) heeft de Noordwijkse Woonagenda en de 30% sociaal / compensatiefonds geen betekenis voor de onderhavige plannen.
Onderstaand volgt de opsomming van de voor dit project relevante beleidsdoelstellingen voor groen en water. In het onderzoek hoofdstuk, onder de paragrafen 4.9 en 4.10 wordt ingegaan op de inhoud voor zover relevant in deze situatie.
Groen
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en het beleid van de provincie ten aanzien van de bescherming van dier- en plantensoorten en de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland de uitvoering van het plan niet in de weg staan. In elk geval moet aannemelijk zijn dat vergunning of ontheffing van de van de bij of krachtens deze wet geldende verbodsbepalingen kan worden verkregen voor de activiteiten die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Dit is anders indien uit de Wnb voortvloeit dat een passende beoordeling moet worden gemaakt. Deze dient te zijn verricht ten tijde van vaststelling van het bestemmingsplan.
Met de Wnb zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving.
Gebiedsbescherming
De Wnb kent diverse soorten natuurgebieden, te weten:
Natura 2000-gebieden
De Minister van Economische Zaken (EZ) wijst gebieden aan die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden: Natura 2000. Een dergelijk besluit bevat de instandhoudingsdoelstellingen voor de leefgebieden van vogelsoorten (Vogelrichtlijn) en de instandhoudingsdoelstellingen voor de natuurlijke habitats en habitats van soorten (Habitatrichtlijn).
Een bestemmingsplan dat afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, kan uitsluitend vastgesteld worden indien uit een passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat het plan, onderscheidenlijk het project de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zal aantasten. Indien deze zekerheid niet is verkregen, kan het plan worden vastgesteld, indien wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
De bescherming van deze gebieden heeft externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze gebieden plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.
Bijzondere nationale natuurgebieden
De Minister van Economische Zaken (EZ) kan buitenom de gebieden die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden Natura 2000, ook gebieden aanwijzen als Bijzonder nationaal natuurgebied wanneer het gebied is opgenomen op een lijst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Habitatrichtlijn of het gebied onderwerp is van een procedure als bedoeld in artikel 5 van de Habitatrichtlijn. De beschermende werking die geldt voor gebieden die behoren tot Natura 2000, geldt in dat geval ook voor het bijzondere nationaal natuurgebied.
Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Gebieden die deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) worden aangewezen in de provinciale verordening. Voor dit soort gebieden geldt het 'nee, tenzij' principe, wat inhoudt dat binnen deze gebieden in beginsel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden.
Soortenbescherming
In de Wnb wordt een onderscheid gemaakt tussen:
De Wnb bevat onder andere verbodsbepalingen ten aanzien van het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, eieren en rustplaatsen van vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn. Gedeputeerde Staten (hierna: GS) kunnen hiervan ontheffing verlenen en bij verordening kunnen Provinciale Staten (hierna: PS) vrijstelling verlenen van dit verbod. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om ontheffing of vrijstelling te kunnen verlenen zijn opgenomen in de Wnb en vloeien direct voort uit de Vogelrichtlijn. Verder is het verboden in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden of te vangen of te verstoren. GS kunnen hiervan ontheffing verlenen en bij verordening kunnen PS vrijstelling verlenen van dit verbod. De gronden voor verlening van ontheffing of vrijstelling zijn opgenomen in de Wnb en vloeien direct voort uit de Habitatrichtlijn.
Ten slotte is een verbodsbepaling opgenomen voor overige soorten. Deze soorten zijn opgenomen in de bijlage onder de onderdelen A en B bij de Wnb. De provincie kan ontheffing verlenen van deze verboden. Verder kan bij provinciale verordening vrijstelling worden verleend van de verboden. De noodzaak tot ontheffing of vrijstelling kan hierbij ook verband houden met handelingen in het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden.
Provinciale vrijstellingen Zuid-Holland
Bij de implementatie van de Wet natuurbescherming binnen provincie Zuid-Holland is ervoor gekozen om dat beleidsarm te doen. Uitgangspunt is om de landelijke vrijstelling zoals hij gold onder de Ffw voor te zetten onder de Wnb. De landelijke vrijstelling gold voor algemene amfibieën en zoogdieren. Om te beoordelen of de soorten in aanmerking komen voor een provinciale vrijstelling is per soort gekeken naar de verspreiding en talrijkheid in provincie Zuid-Holland. Hieruit blijkt dat de soorten molmuis, ondergrondse woelmuis en tweekleurige bosspitsmuis niet of nauwelijks voorkomen in Zuid-Holland, hierdoor is een provinciale vrijstelling voor deze soorten niet opportuun.
Water
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Gemeentelijk
Waterschapsbeleid
Het algemeen bestuur van Rijnland heeft op 9 maart 2016 het nieuwe Waterbeheerplan 'Waardevol Water' (WBP5) vastgesteld. In het WBP5 wordt richting gegeven aan het waterbeheer in de periode 2016 -2021. Daarmee realiseert Rijnland de ambities uit het coalitieakkoord, zodat het gebied nu en in de toekomst goed beschermd wordt tegen overstromingen en wateroverlast, er een goede waterkwaliteit ontstaat, het afvalwater op duurzame wijze wordt gezuiverd en de grondstoffen worden hergebruikt. In het WBP5 staat samen werken met de omgeving aan water centraal. Rijnland wil samen met zijn omgeving werken aan duurzaam en efficiënt waterbeheer tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
Keur en uitvoeringsregels
Op grond van de Waterwet is Rijnland als waterschap bevoegd via een eigen verordening, de Keur, regels te stellen aan handelingen die het watersysteem beïnvloeden. Sinds 1 juli 2015 heeft Rijnland een nieuwe Keur. Er gelden minder regels voor burgers, bedrijven en Rijnland. Het aantal vergunningen en meldingen is ongeveer gehalveerd. Zo geeft Rijnland verantwoordelijkheid, flexibiliteit en vertrouwen waar dat kan, maar stellen we regels waar dat moet.
Bij de Keur horen de Uitvoeringsregels. Hierin staan voorwaarden voor allerlei werkzaamheden die bewoners en bedrijven willen uitvoeren bij water en dijken. De Uitvoeringsregels kan een zorgplicht, een Algemene regel en een Beleidsregel bevatten.
De Keur en uitvoeringsregels zijn te vinden op: https://www.rijnland.net/regels/keur-en-uitvoeringsregels
Riolering en afkoppelen
Voor zover het bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, is het van belang dat er met Rijnland afstemming plaatsvindt over het omgaan met afvalwater en hemelwater. Overeenkomstig het rijksbeleid gaat Rijnland uit van een voorkeursvolgorde voor de omgang met deze waterstromen. Deze houdt in dat allereerst geprobeerd moet worden het ontstaan van (verontreinigd) afvalwater te voorkomen, bijvoorbeeld door het toepassen van niet uitlogende bouwmaterialen en het vermijden van vervuilende activiteiten op straat zoals auto's wassen en chemische onkruidbestrijding. Vervolgens is het streven vuil water te scheiden van schoon water, bijvoorbeeld door het afkoppelen van hemelwaterafvoeren van gemengde rioolstelsels. De laatste stap in de voorkeursvolgorde is het zuiveren van het afvalwater. De doelmatigheid daarvan wordt vergroot door het scheiden van de schone en de vuile stromen.
De gemeente kan gebruik maken van deze voorkeursvolgorde bij de totstandkoming van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP), waarin de uiteindelijke afweging wordt gemaakt en waarbij doelmatigheid van de oplossing centraal staat.
Gemeentelijk rioleringsplan 2013-2017
Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is een belangrijk hulpmiddel voor het maken van de juiste afwegingen op het terrein van bodembescherming, waterkwaliteit en rioleringszorg. Conform de Wet milieubeheer geeft de gemeente in het GRP aan op welke wijze zij haar wettelijke taak voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater wil uitvoeren. Het plan is gericht op de instandhouding van een goede riolering. Het GRP 2013-2017 is in de raadsvergadering van 20 december 2012 vastgesteld. Jaarlijks wordt op basis van het GRP een Operationeel Plan opgesteld, waarin de voor dat jaar uit te voeren beheer- en onderhoudswerkzaamheden en –investeringen zijn opgenomen.
Omgevingsvisie Noordwijk 2030
Strategische beleidsinzet en visie
Het beleid is gericht op het versterken het toeristisch cluster in Noordwijk om zich verder te ontwikkelen als gastvrije, inspirerende en energieke kustplaats met topkwaliteit en allure, voor zowel dagbezoekers, verblijfstoeristen als congresgangers, in goede balans met het leefklimaat voor bewoners. De stimulering van selectieve groei is gericht is op verbetering van de kwaliteit, diversiteit en beleving van het toeristisch product.
Hotels
De beleidsinzet voor hotels is vooral gericht op verhoging bezettingsgraad en diversiteit in het hele segment en upgrading van de kwaliteit/onderscheidend vermogen binnen de segmenten. Groei van het hotelaanbod in Noordwijk is geen doel op zich, groeiplannen kunnen wel worden ingezet om de diversiteit van het aanbod te vergroten. Bij nieuwbouw van verblijfsaccommodaties wordt ingezet op ‘A-locaties’ met een duidelijke verbinding naar strand, zee en duinen.
Planspecifiek
De locatie van het Hotel Oranje past geheel binnen de Omgevingsvisie. De Koningin Wilhelmina Boulevard kan op deze wijze doorgroeien als het hotelconcentratiegebied met veelal grootschalige hotels. Het vormt de basis voor een evenwichtige toeristische gebiedsontwikkeling in Noordwijk.
In algemene zin wordt er zoveel mogelijk naar gestreefd om de hotelfunctie te handhaven. Echter dankzij de marktontwikkelingen in het hotelaanbod zijn er situaties denkbaar waarbij niet alleen nieuwe hotels ontstaan maar waar ook hotels verdwijnen. De functiewijziging van de bestemming hotel naar woonbestemming is in een aantal situaties denkbaar.
In het hogere segment en op de uitverkoren hotellocaties wordt vastgehouden aan de hotelbestemming. Indien een hotel in het hoger segment bij gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden bij de huidige vestiging een nieuwe locatie vindt, kan een bestemmingswijziging voor de oude locatie worden overwogen. In een aantal gevallen wordt gecompenseerd in een nieuwe vorm of nieuw concept. Ook in deze omstandigheden kan een bestemmingswijziging voor de voormalige locatie worden overwogen. Het uitgangspunt voor bestemmingswijzigingen op oude hotellocaties is dat de levensvatbare hotelcapaciteit binnen de gegeven mogelijkheden wordt behouden en zo mogelijk versterkt.
Het Strandhotel en Hotel Alwine zijn in de praktijk niet meer in gebruik als hotel. Vervanging door een kleinschalig nieuw hotel is op deze locatie niet opportuun en past bovendien minder goed in de omgeving waarin voornamelijk wordt gewoond.
Het aan de Koningin Wilhelmina Boulevard gelegen plangebied, en dus ook het Beachhotel, heeft een dubbelbestemming. Het verzoek om het hotel te slopen en appartementen of woningen te bouwen zal op grond van deze dubbele bestemming worden gehonoreerd zonder dat compensatie aan de orde is. Desondanks is het voornemen om het verlies aan hotelkamers te compenseren door het toevoegen van bijna 100 extra 5-sterren kamers bij Hotel Oranje. Hierdoor zullen de recreatieve bestedingen toenemen.
Inventariserend onderzoek verblijfsaccommodatiemarkt Gemeente Noordwijk (2015)
In 2015 is door LA Group een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar onder meer de hotelbranche in de gemeente Noordwijk. Dit inventariserend onderzoek betreft een actuele visie op de verblijfsaccommodatiemarkt in de gemeente. Uit de enquêtes onder de hoteliers wordt geconcludeerd dat de hoteliers overwegend positief zijn over de ontwikkeling van het toeristische en congressegment.
In de gemeente Noordwijk zijn medio 2015 42 hotels, pensions, hostels, B&B's en appartementencomplexen gevestigd met in totaal 1.569 kamers. Hieruit wordt geconcludeerd dat het kameraantal is gedaald ten opzichte van het niveau in 2010, terwijl de ambitie op circa 1.850 kamers lag voor 2015.
Figuur 3.11 Aantal kamers hotels Noordwijk (LA Groep, 2015)
Segmentatie hotels
Als het gaat om hotelsegmenten wordt geconcludeerd dat Noordwijk relatief veel 5-sterren hotels heeft en in verhouding weinig 4-sterren hotels. Het aandeel van de overige segmenten is meer in lijn met het Nederlandse gemiddelde.
Figuur 3.12 Hotelsegmenten Noordwijk in vergelijking met het Nederlandse gemiddelde (LA Groep, 2015)
Bezettingsgraad hotels
Het aantal overnachtingen in hotels in Noordwijk is over de periode 2009-2014 redelijk stabiel gebleven. Uit meest recente gegevens van de gemeente Noordwijk wordt geconcludeerd dat in 2014 bijna 500.000 overnachtingen zijn geregistreerd. Hieruit blijkt dat de ambitie uit 2010 net niet is gehaald als het gaat om het aantal hotelovernachtingen (570.000 overnachtingen).
Figuur 3.13 Aantal overnachtingen hotels naar sterrenklasse (LA Groep, 2015)
Uit onderstaande figuur wordt geconcludeerd dat de 'bedbezetting' flink is gestegen de afgelopen jaren. Als de overnachtingen gekoppeld worden aan het aantal bedden kan de bedbezetting berekend worden. De totale bedbezetting in 2014 ligt met 47% ruim boven het landelijke gemiddelde van dat jaar.
Figuur 3.14 Bedbezetting hotels (LA Groep, 2015)
Als naar de segmentering van de gasten wordt gekeken blijkt het volgende (Inventariserend onderzoek verblijfsaccommodatiemarkt Gemeente Noordwijk, 2015):
Uit de enquêtes onder de hoteliers wordt geconcludeerd de hoteliers overwegend positief zijn over de ontwikkeling van het toeristische en congressegment.
Rabobank cijfers en trends (2018)
Het aantal hotelovernachtingen in Nederland neemt al jaren toe. Het aantal buitenlandse gasten is de afgelopen jaren sterker toegenomen dan het aantal Nederlandse gasten. Hierdoor wordt nu iets meer dan de helft van het aantal overnachtingen door buitenlanders geboekt . De Nederlandse hotelbranche is dus afhankelijk van zowel Nederlandse als buitenlandse bezoekers. Ongeveer 40% van de hotelovernachtingen betreft boekingen van zakelijke reizigers. De overige 60% betreft toeristische reizigers. Voor de komende jaren verwacht de Rabobank dat het aantal overnachtingen verder zal toenemen.
Het aantal hotels neemt al jaren toe. Daarbij stijgt ook het gemiddelde aantal kamers per hotel. De toename van het aantal overnachtingen zal gedeeltelijk worden opgevangen door een hogere bezettingsgraad in bestaande hotels en gedeeltelijk door een toename van het aantal hotels. Op langere termijn kan het groeiende aanbod leiden tot verzadiging in de markt. Er worden daarnaast steeds meer overnachtingen geboekt via Airbnb. Hiermee wordt dit platform een geduchte concurrent voor hotels. Hotels zullen een meerwaarde moeten leveren om aantrekkelijk te blijven. Er zijn daarbij grote regionale verschillen als het gaat om de prestaties van hotels. Hotels in de metropoolregio Amsterdam, grote steden en in de kustregio's hebben gemiddeld hogere bezettingsgraden en kamerprijzen. Dit komt met name door het toenemende buitenlandse toerisme in deze regio's.
Hotelonderzoek Horwath HTL
De behoefte aan hotelkamers blijkt uit onderzoek van Horwath HTL: een stijgende bezettingsgraad en kamerprijs, inclusief goede vooruitzichten. De gemiddelde bezettingsgraad van hotels in Nederland is in 2017 gestegen tot 76,8%. De bezettingsgraad steeg het snelst in het vijfsterrensegment: van 70,5% naar 75,5%.
Figuur 3.15 Bezettingsgraden
In het vijfsterrensegment was de prijsstijging 2%. Het prijsniveau in het vijfsterrensegment ligt met
€216,- in 2017 ruim twee maal zo hoog als in het driesterrensegment.
Figuur 3.16 Ontwikkeling kamerprijzen
Hoteliers verwachten dat de groei in 2018 vooral gestimuleerd wordt door de economische groei in Nederland en wereldwijd. Ook het lokale toerisme wordt gezien als positieve invloed. Circa 60% van de hoteliers verwacht dat de bezettingsgraad zal stijgen, en maar liefst 80% verwacht een stijging van de gemiddelde kamerprijs. De sterkste groei wordt verwacht in het toeristisch individuele segment, gevolgd door het zakelijke segment en het congressegment. Toergroepen zullen naar verwachting slechts licht toenemen.
Planspecifiek
De behoefte aan hotelaccommodaties in Noordwijk verschuift naar meer luxe. Het aantal budgethotels neemt verder af. Het Strandhotel en Hotel Alwine (3-sterren en ieder 29 kamers) zijn in de praktijk niet meer in gebruik als hotel. Het Beachhotel (84 kamers) is op dit moment als onderdeel van Hotels van Oranje nog wel in gebruik als 4-sterrenhotel. Het verlies aan hotelkamers (inclusief 2 suites in het Boulevardhotel) van 144 stuks (waarvan 58 niet meer in gebruik) wordt gecompenseerd door het toevoegen van 95 luxe 5-sterren kamers bij Hotel Oranje. Hierdoor nemen de recreatieve bestedingen toe.
De bestaande 5-sterren hotels zijn cruciaal voor de status van Noordwijk als internationale congresplaats en zullen door de gemeente als zodanig bejegend worden. Uit het Inventariserend onderzoek verblijfsaccommodatiemarkt blijkt de bijzondere hotelmarkt ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde en dat de hoteliers, overwegend positief zijn over de ontwikkeling van het toeristische en congressegment. De gemeentelijke ambitie voor het aantal overnachtingen is nog niet gehaald. De initiatiefnemers zien mede vanwege de aantrekkende internationale congresmarkt marktperspectief voor uitbreiding van Hotel Oranje (5-sterren). De toevoeging van bijna 100 hotelkamers in het 5-sterren segment past daarmee in het vastgestelde beleid.
Er is anno 2017 sprake van een groeiende vraag, met name in Amsterdam en in de kustgebieden, maar ook meer aanbieders. Hotel Oranje is een van de weinige 5-sterren hotels aan de kust.
Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan 2002 - 2020
In het Provinciaal Verkeer- en Vervoer Plan (PVVP, 2004) beschrijft de provincie Zuid-Holland hoe zij de komende jaren haar beleid op het terrein van verkeer en vervoer vorm wil gaan geven. Daarbij komen onderwerpen aan de orde als bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Om de bereikbaarheid en de kwaliteit van de leefomgeving in stand te houden is ten eerste een kwaliteitssprong van het openbaar vervoer op alle niveaus vereist. Vervolgens dient een vermindering van congestie en een verbetering van de bereikbaarheid plaats te vinden. Om die reden worden kwaliteitseisen gesteld aan de trajectsnelheden van de verschillende typen wegverbindingen. Tot slot wordt gestreefd naar een toename van het fietsgebruik. Daartoe zal een volwaardig fijnmazig netwerk van zowel verkeersveilige, sociaal veilige, als comfortabele verbindingen moeten worden gerealiseerd.
Nota Parkeren en Stallen Noordwijk 2013
De Nota Parkeren en Stallen Noordwijk is in mei 2013 vastgesteld door het college. Noordwijk hanteert voor woningen in principe een behoeftevolgend beleid. Dit betekent dat er voor nu en voor de toekomst, voldoende parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd om aan de vraag van de bewoners en de bezoekers te kunnen voldoen. Voor zowel wonen als overige functies zijn door CROW tabellen opgesteld met daarin per woningtype/functie een norm voor de te realiseren hoeveelheid parkeerplaatsen. Voor wonen zijn daar waar nodig afwijkende normen bepaald, passend bij de Noordwijkse situatie.
Planspecifiek
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en in het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan 2002-2020 worden geen concrete uitspraken gedaan over het plangebied. De Nota Parkeren en Stallen geeft concrete parkeernormen voor alle geplande ontwikkelingen. Hier wordt in paragraaf 4.2 en in bijlage 12 op ingegaan.
In deze paragraaf wordt het onderzoek dat ten behoeve van de ontwikkeling van Hotel Oranje en de woonappartementen aan de Koningin Wilhelmina Boulevard en aan de Jan van Henegouwenweg is uitgevoerd, weergegeven. Per aspect wordt eerst het geldende toetsingskader aangegeven, vervolgens wordt de planontwikkeling getoetst aan dit kader, waarna ten slotte een conclusie wordt getrokken.
Algemeen Programma
Voor Hotel Oranje en voor de nieuwe woonappartementen van Residence Oranje aan de Koningin Wilhelmina Boulevard wordt tussen het Schuitengat en het Vuurtorenplein een parkeergarage met 495 parkeerplaatsen gerealiseerd. De in- en uitrit van deze garage liggen op eigen terrein. Via een route op het dek van de parkeergarage wordt aangesloten op de Parallel Boulevard. De bestaande parkeergarage onder Hotel Oranje wordt op deze nieuwe parkeergarage aangesloten. In de toekomstige situatie heeft deze garage een capaciteit van 25 parkeerplaatsen (huidige capaciteit bedraagt 30 parkeerplaatsen).
Aan de Jan van Henegouwenweg, bij de aansluiting op de Golfweg, komt een appartementencomplex voor 25 appartementen en een parkeervoorziening met 51 plaatsen ondergronds en 8 op een binnenplaats.
Figuur 4.1 in- en uitritten Parallel Boulevard
Verkeersontsluiting gemotoriseerd verkeer
De Parallel Boulevard is onderdeel van de hoofdverkeersstructuur van Noordwijk en er geldt een maximum snelheid van 50 km/u. In het verkeersstructuurplan van de gemeente ('Werkdocument Verkeer en Bereikbaarheid', Royal HaskoningDHV in samenwerking met de gemeente Noordwijk, 2014) staat dat deze weg conform de eisen van Duurzaam Veilig wordt heringericht. Daarbij zal tenminste worden voorzien in aanliggende fietspaden, een beperking van het aantal aansluitingen en het veilig vormgeven daarvan en in veilige en uniform ingerichte voetgangersoversteekplaatsen.
Het hotel krijgt, naast een ingang aan de zijde van de Parallel Boulevard, de hoofdingang aan de Koningin Wilhelmina Boulevard. Aan deze zijde komt ook een Kiss-&-Ride-strook voor het afleveren en ophalen van hotel- en congresgasten. De Koningin Wilhelmina Boulevard is een éénrichtingsweg waar alleen verkeer in zuidelijke richting (vanaf het Vuurtorenplein naar het Palaceplein) is toegestaan. De weg is ingericht als erftoegangsweg met een maximum snelheid van 30 km/u en de verblijfsfunctie staat hier centraal.
Het plan voorziet ook in de realisatie van 25 appartementen aan de Jan van Henegouwenweg-hoek Golfweg (nu Strandhotel, Hotel Alwine en Strand Motel plus het garagebedrijf Van Rijn). Deze beide wegen zijn erftoegangsweg met een maximum snelheid van 30 km/u.
De Parallel Boulevard leidt in noordelijke richting naar de Quarles van Uffordstraat en in zuidelijke richting naar De Grent. Ook deze beide wegen zijn onderdeel van de hoofdwegenstructuur (50 km/u) en vormen twee van de drie belangrijke invalsroutes naar Noordwijk vanaf het provinciaal wegennet.
De Quarles van Uffordstraat gaat richting Noordwijk Binnen over in de Van Panhuysstraat en de Van de Mortelstraat en sluit vervolgens aan op de provinciale weg N444. De Grent gaat richting Noordwijk Binnen over in de Oude Zeeweg en de Beeklaan en sluit vervolgens aan op de Herenweg. Vanaf de N444 en de Beeklaan wordt aangesloten op de regionale (N206) en nationale ontsluitingsstructuur (A44). De kortste afstand tot de regionale en nationale ontsluitingsstructuur bedraagt respectievelijk circa 3 kilometer en 6,5 kilometer. De ontsluiting van het gebied is goed.
Verkeersontsluiting langzaam verkeer
Voor voetgangers heeft het hotel twee ingangen: één aan de Koningin Wilhelmina Boulevard en één aan de Parallel Boulevard. De horecaplint en de appartementen zijn te voet geheel ontsloten vanaf de promenade langs de Koningin Wilhelmina Boulevard. De appartementen aan de Jan van Henegouwenweg/Golfweg worden vanaf de Jan van Henegouwenweg ontsloten.
De Koningin Wilhelmina Boulevard is gecategoriseerd als erftoegangsweg. Hier maken het gemotoriseerd verkeer (in één richting) en het fietsverkeer gebruik van dezelfde verkeersruimte. Gezien de beperkte verkeersintensiteit en relatief lage snelheid van het gemotoriseerd verkeer op dit type wegen leidt dit niet tot verkeersonveiligheid. Voor voetgangers zijn aan weerszijden van de rijbaan promenades aanwezig.
Verkeersontsluiting expeditieverkeer en touringcars
De bevoorrading van het nieuwe Hotel Oranje zal plaatsvinden via aparte in- en uitritten aan het Schuitengat en de Parallel Boulevard. Het expeditieverkeer bereikt de inpandige laad- en loslocatie via de toegang aan het Schuitengat en rijdt na het laden en lossen verder naar de uitrit van het voorterrein aan de Parallel Boulevard.
Voor touringcars is het mogelijk passagiers zowel aan de zijde van de Parallel Boulevard (landzijde) als aan de zijde van de Koningin Wilhelmina Boulevard (zeezijde) af te zetten en op te halen. Voor de hoofdingang van het hotel aan de Koningin Wilhelmina Boulevard komt een Kiss-&-Ride-strook. Om te waarborgen dat de bereikbaarheid van deze Kiss-&-Ride-strook ook voor touringcars goed functioneert, wordt voldoende ruimte gemaakt voor een uitritconstructie.
Parkeerbalans
Het plan voorziet aan de ene kant in een herstructurering van het gebied waarbij bestaande functies in oppervlak of aantal eenheden wijzigt en aan de andere kant komen functies te vervallen of worden ze juist toegevoegd. Dit betekent een wijziging in de parkeerbehoefte. Tevens wordt aan de ene kant parkeercapaciteit toegevoegd en komt tegelijkertijd als gevolg van de ontwikkeling een deel van de bestaande parkeercapaciteit te vervallen. Middels een parkeerbalans zijn deze verschuivingen in de parkeerbehoefte en parkeercapaciteit inzichtelijk gemaakt. Bij het bepalen van de parkeerbehoefte is gebruik gemaakt van de nota Parkeren en Stallen Noordwijk 2013. Op basis van deze nota zou gerekend kunnen worden met aanwezigheidspercentages voor de parkeerbehoefte in verband met het bepalen van eventueel dubbelgebruik. De maatgevende dagdelen zijn hier de zaterdagavond en de werkdagavond, maar er kan op deze periodes slechts in zeer beperkte mate sprake zijn van dubbelgebruik vanwege de hoge bezettingsgraden. Zodoende is geen gebruik gemaakt deze aanwezigheidspercentages. Verdere uitgangspunten bij het opstellen van de parkeerbalans zijn opgenomen in bijlage 12.
Wijzigingen parkeerbehoefte Jan van Henegouwenweg
Voor de ontwikkelingen aan de Jan van Henegouwenweg is de verschuiving van de parkeerbehoefte inzichtelijk gemaakt. De berekeningen zijn opgenomen in de volgende tabel. Onder het nieuwe appartementengebouw wordt voorzien in een niet openbare parkeergarage met een capaciteit van 51 parkeerplaatsen. Bovendien wordt parkeercapaciteit (niet openbaar) gerealiseerd op een binnenplaats. Deze capaciteit bedraagt 8 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte van in totaal 47 parkeerplaatsen dient in deze parkeergarage en op de binnenplaats opgevangen te worden. De capaciteit van in totaal 59 parkeerplaatsen is ruim voldoende om te kunnen voorzien in de parkeerbehoefte.
Functie | Bestaand | Toekomstig | Verschil | Norm |
Parkeer- behoefte |
Woningen <70 m2 | 15 woningen | 0 woningen | -15 woningen | 1,55 pp per woning | -23,25 |
Woningen >70 m2 <120 m2 | 0 woningen | 21 woningen | +21 woningen | 1,8 pp per woning | +37,8* |
Woningen >120 m2 | 0 woningen | 4 woningen | +4 woningen | 2,0 pp per woning | +8,0* |
Hotelkamers 3 sterren | 58 kamers | 0 kamers | -58 kamers | 5,0 pp per 10 kamers | -29 |
Garagebedrijf | 430 m2 bvo | 0 m2 bvo | -430 m2 bvo | 2.35 pp per 100 m2 bvo | -10,1 |
* Het totaal aan parkeerbehoefte voor de woningen in de toekomstige situatie is opgebouwd uit afgerond 39 parkeerplaatsen voor bewoners en 8 parkeerplaatsen voor bezoekers.
De bestaande parkeerbehoefte wordt opgevangen in het openbaar gebied. Deze behoefte komt te vervallen. Met de gemeente Noordwijk is afgesproken dat dit bestaande tekort mag worden verrekend met het aantal te compenseren parkeerplaatsen rondom Hotel en Residence Oranje. Het betreft een te verrekenen bestaand tekort aan 58 parkeerplaatsen.
Wijzigingen parkeerbehoefte Hotel en Residence Oranje
In de volgende tabel is op basis van bestaande en toekomstige oppervlakten of aantallen eenheden van functies bepaald wat de ontwikkelingen rondom Hotel en Residence Oranje voor gevolg hebben op de parkeerbehoefte. Hieruit blijkt een toename van de parkeerbehoefte van circa 23 parkeerplaatsen.
Functie | Bestaand | Toekomstig | Verschil | Norm |
Parkeer- behoefte |
Congresruimte | 3.115 m2 nvo | 2.755 m2 nvo | -360 m2 nvo | 5,5 pp per 100 m2 bvo | -19,8 |
Restaurant openbaar | 1.694 m2 bvo | 1.110 m2 bvo | -584 m2 bvo | 9,0 pp per 100 m2 bvo | -52,6 |
Bar openbaar | 310 m2 bvo | 546 m2 bvo | +236 m2 bvo | 5,0 pp per 100 m2 bvo | +11,8 |
Niet openbare horeca* | 0 m2 bvo | 1.284 m2 bvo | +1.284 m2 bvo | 2,75 pp per 100 m2 bvo | +35,3 |
Sauna | 287 m2 bvo | 340 m2 bvo | +53 m2 bvo | 2,5 pp per 100 m2 bvo | +1,3 |
Fitness | 47 m2 bvo | 65 m2 bvo | +18 m2 bvo | 1,4 pp per 100 m2 bvo | +0,3 |
Beautycentrum / kapsalon | 11 kamers/stoelen | 13 kamers/stoelen | +2 kamers/stoelen | 1,55 pp per kamer/stoel | +3,1 |
Zwembad | 448 m2 bassin | 448 m2 bassin | 0 m2 bassin | 11,5 pp per 100 m2 bassin | 0 |
Hotelkamers 4 sterren | 84 kamers | 0 kamers | -84 kamers | 3,4 pp per 10 kamers | -28,6 |
Hotelkamers 5 sterren | 174 kamers | 267 kamers | +93 kamers | 5,3 pp per 10 kamers | +49,3 |
Woningen >120 m2 ** | 1 woning (dienstwoning) | 76 woningen | +75 woningen | 0,3 pp per woning | +22,5 |
Totaal
|
+22,7 |
* Het betreft hier 834 m2 restaurant ('Orangerie') op de begane grond, 381 m2 aan bar op de verdieping ('Imperial Bar') en 69 m2 bar op de 7e verdieping ('Skybar'). Conform uitgangspunten in bijlage 12 is hier een 50% van de parkeernorm voor congresruimte op toegepast.
** Voor de 76 woningen binnen de Residence wordt rekening gehouden met 2 parkeerplaarsen per woning voor bewoners (totaal 152 parkeerplaatsen). Deze worden binnen de parkeergarage gereserveerd. In de tabel is vervolgens nog rekening gehouden met het parkeren voor bezoekers op basis van een norm van 0,3 parkeerplaatsen per woning.
Naast de toename van de parkeerbehoefte komt als gevolg van de ontwikkeling een aantal parkeerplaatsen te vervallen. Het betreft:
Op basis van bovenstaande zouden in de nieuw te realiseren parkeergarage 152 exclusieve parkeerplaatsen en 23 openbare parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd voor respectievelijk bewoners van de appartementen en bezoekers van de overige functies binnen Hotel en Residence Oranje en moeten 202 bestaande parkeerplaatsen worden gecompenseerd. Echter mag het bestaande tekort van 58 parkeerplaatsen rondom de locatie Jan van Henegouwenweg hiervan worden afgetrokken (de functies die deze bestaande behoefte veroorzaken komen te vervallen). Binnen de parkeergarage onder Hotel en Residence Oranje zou dan een parkeerbehoefte opgevangen moeten worden van 319 parkeerplaatsen. Het plan voorziet in de realisatie van een parkeergarage met een capaciteit van 495 parkeerplaatsen. Deze capaciteit is zodoende ruim voldoende om in de parkeerbehoefte te kunnen voldoen. De parkeerbalans is sluitend.
Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling
De ontwikkeling van Hotel en Residence Oranje en de realisatie van de appartementen aan de Jan van Henegouwenweg leidt tot een wijziging in de verkeersgeneratie van en naar het gebied. Om dit in beeld te brengen is de netto verkeerstoename bepaald. Daarbij is gebruik gemaakt van CROW publicatie 317 ('Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie', 2012). Uitgangspunt is de ligging in een matig stedelijk gebied (bron: CBS) binnen het centrumgebied van Noordwijk, behalve voor de Jan van Henegouwenweg, deze weg ligt niet in het centrum maar, volgens de nota parkeren en stallen Noordwijk 2013, in “rest bebouwde kom”.
Toename verkeer door nieuwe units/m2: | |
Appartementen Residence Oranje: 76 appartementen 6,8 mvt/etmaal |
517 mvt/etmaal |
Jan van Henegouwenweg > 120 m2: 4 appartementen 7,1 mvt/etmaal |
28 mvt/etmaal |
Jan van Henegouwenweg 70 – 120 m2: 21 appartementen 5,6 mvt/etmaal |
118 mvt/etmaal |
Hotel Oranje: 95 kamers, 15,3 ritten per 10 kamers |
145 mvt/etmaal |
Openbaar horeca: café/bar 236 m2, 37 pp turnover 2, in- en uit |
48 mvt/etmaal |
Besloten horeca: restaurant/bar 1.284 m2, 35 pp turnover 1, in en uit |
70 mvt/etmaal |
Sauna: 53 m2, 4,5 mvt/etmaal per 100 m2 |
2 mvt/etmaal |
Fitness 18 m2, 9,9 mvt/etmaal per 100 m2 |
2 mvt/etmaal |
Beauty-salon 2 kamers 3 pp, turnover 2, in- en uit |
12 mvt/etmaal |
Totaal toename verkeer | 942 mvt/etmaal |
Tabel 4.4 Berekening toename verkeer
Afname verkeer door verdwijnen units/m2 | |
Congresruimte 360 m2, 20 pp turnover 1, in en uit |
-40 mvt/etmaal |
Openbaar restaurant 584 m2, 52 pp turnover 2, in en uit |
-208 mvt/etmaal |
Beach Hotel 84 kamers, 9,75 ritten /10 kamers |
-82 mvt/etmaal |
Boulevard Hotel 2 kamers, 15,3 ritten/ 10 kamers |
-3 mvt/etmaal |
Strand Hotel 29 kamers, 14,4 ritten/10 kamers |
-42 mvt/etmaal |
Strand Motel huur studio's < 70 m2 15 studio's, 3,2 mvt/etmaal |
-48 mvt/etmaal |
Hotel Alwine 29 kamers, 14,4 ritten/10 kamers |
-42 mvt/etmaal |
Garagebedrijf Van Rijn 430 m2, 10,0 ritten per 100 m2 |
-43 mvt/etmaal |
Appartement Hotel Oranje: 1 dienstwoning 6,8 mvt/etmaal |
-7 mvt/etmaal |
Totaal afname verkeer | -515 mvt/etmaal |
Tabel 4.5 Berekening afname verkeer
Functie | Toe- en afname | mvt/etmaal |
Verkeersgeneratie horeca functies
(congres, hotel, horeca, wellness) |
toename verkeer | 279 |
afname verkeer | - 417 | |
saldo toename verkeer | -138 | |
Verkeersgeneratie
wooneenheden en garagebedrijf |
toename verkeer | 663 |
afname verkeer | -98 | |
saldo toename verkeer | 565 | |
Verkeersgeneratie totaal | totaal toename verkeer | 942 |
totaal afname verkeer | - 515 | |
saldo toename verkeer | 427 |
Tabel 4.6 Berekening totale verkeersgeneratie
Voor de verdeling van het verkeer over het wegennet en voor beoordeling van de toe- of afname van het verkeersaanbod op verschillende wegen is de verkeersgeneraties van de woonfunctie (inclusief het garagebedrijf) apart beschouwd van de verkeersgeneratie van functies die behoren tot de Hotels van Oranje. Dit omdat de verdeling van beide verkeersgeneraties over het wegennet van Noordwijk op een verschillende wijze zal plaatsvinden.
Als gevolg van de toename van het aantal wooneenheden is de verkeerstoename 565 mvt/etmaal. Een redelijke inschatting is dat 75% van dit verkeer extern gericht is, dat wil zeggen 424 mvt/etmaal. Het overige verkeer (141 mvt/etmaal) zal intern gericht zijn (naar winkels, openbare voorzieningen, andere inwoners van Noordwijk, etc.) en zich verspreiden over het stratennet van Noordwijk. Alleen het extern gerichte verkeer (424 mvt/etmaal) is daarom wat betreft hun effect op het wegennet van Noordwijk doorgerekend, samen met de verkeerstoename ten gevolge van de herstructurering van Hotels van Oranje.
De herstructurering van Hotels van Oranje (toename aantal 5 sterren hotelkamers in Hotel Oranje en oppervlakte openbare en besloten horeca, afname 3 en 4 sterren kamers in de andere hotels en de afname van de oppervlakten van restaurant en afname van de oppervlakte congresruimten) leidt daarnaast tot een verkeersafname van 138 mvt/etmaal. Naar verwachting is bij toeristen en bezoekers slechts in beperkte mate sprake van intern gericht verkeer.
Het merendeel van de bewoners (65%) zal van en naar de locatie een directe route via de Quarles van Uffordstraat, Van Panhuysstraat, Van de Mortelstraat, N444, Gooweg en N443 volgen. Een klein gedeelte (10%) zal via de Northgodreef rijden en de rest (25%) zal via de Oude Zeeweg / Beeklaan naar het zuiden rijden.
Toeristen en bezoekers zullen vanwege de bewegwijzering vaker via de Northgodreef (40%) rijden. Een deel (20%) zal via de Oude Zeeweg / Beeklaan rijden en de rest 40% rijdt van en naar de N206/A44 via de Quarles van Uffordstraat. Dit leidt tot een verdeling van de verkeersgeneratie zoals aangegeven in figuur 4.8. In dit figuur is per weggedeelte met zwarte getallen de verkeerstoename in aantallen motorvoertuigen per etmaal aangeduid ten gevolge van toename extern verkeer bewoners en met rode getallen de verkeerstoename ten gevolge van de toename extern verkeer toeristische bezoekers.
Figuur 4.2 Verdeling extern gericht verkeer over wegen Noordwijk (mvt/etmaal)
Verklaring:
De gemeente Noordwijk beschikt over een verkeersmodel. Hiervoor zijn verkeersprognoses opgenomen voor het jaar 2030 voor de Parallel Boulevard, Quarles van Uffordstraat en De Grent. Binnen dit bestemmingsplan is deze autonome verkeersintensiteit verder opgehoogd met de netto verkeersgeneratie als gevolg van de planontwikkeling. De verkeersintensiteiten op deze voor Noordwijk belangrijke ontsluitingswegen is opgenomen in tabel 4.7.
Weg | 2030 autonoom | 2025 incl. ontwikkeling | |
Parallel Boulevard - tussen de Quarles van Uffordstraat en de Jan van Henegeouwenweg | 5.329 | 5.615 | |
Parallel Boulevard - tussen de Jan van Henegouwen weg en de Schoolstraat | 6.048 | 6.334 | |
Quarles van Uffordstraat - tussen de Parallel Boulevard en de Golfweg | 2.673 | 2.894 | |
Quarles van Uffordstraat - tussen de Golfweg en de Prins Bernhardstraat | 3.061 | 3.282 | |
De Grent | 10.216 | 10.294 |
Tabel 4.7 Intensiteiten hoofdwegen Noordwijk
De gemeente Noordwijk kent geen beleid inzake intensiteiten. Daarom wordt aangesloten bij de CROW. De CROW hanteert voor gebiedsontsluitingswegen een maximale gewenste verkeersintensiteit van 15.000 mvt/etmaal. Deze maximale waarde wordt op geen van de wegen overschreden.
Conclusie
Het aspect verkeer en parkeren levert geen belemmeringen op voor de voorgenomen ontwikkeling, er is een surplus van parkeerplaatsen die beschikbaar zijn voor het openbaar medegebruik.
Toetsingskader
Voor de geluidsbelasting aan de gevels van nieuwe woningen geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De uiterste grenswaarde bedraagt 63 dB.
De locatie van het project ligt binnen de bebouwde kom en aan wegen waar zowel 50 km/u als 30 km/u is toegestaan. Onderzoek naar geluidshinder ten gevolge van niet-gezoneerde wegen (met een maximumsnelheid 30 km/u) is op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) niet vereist, maar op basis van jurisprudentie en in het kader van een goede ruimtelijke ordening dient de geluidsbelasting wel inzichtelijk gemaakt te worden. Hierbij wordt aangesloten bij de normstelling van de Wgh. Op basis van artikel 110g Wgh mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Op basis van artikel 3.6 uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006 (RMG 2006) geldt voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/u een aftrek van 5 dB. Op alle in deze paragraaf genoemde geluidsbelastingen is deze aftrek toegepast, tenzij anders vermeld.
Onderzoek
De locatie van Hotel en Residence Oranje ligt binnen de wettelijke geluidszones van de Parallel Boulevard en de Quarles van Uffordstraat. Daarom is akoestisch onderzoek op grond van de Wet geluidhinder uitgevoerd (zie bijlage 13).
Ten gevolge van het verkeer op de Quarles van Uffordstraat, de Wantveld en de verschillende 30 km/u-wegen is geen sprake van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Dit is wel het geval ten gevolge van het wegverkeer op de Parallel Boulevard. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden op het zuidelijke gebouw van de Residence (delen oost- en zuidgevel) en op het appartementengebouw aan de Jan van Henegouwenweg (westgevel en klein deel zuidgevel).
Uit het maatregelonderzoek blijkt dat maatregelen stuiten op overwegende bezwaren van financiële, stedenbouwkundige, landschappelijke, verkeerskundige of vervoerskundige aard. Binnen het akoestisch onderzoek is reeds rekening gehouden met de aanpassing van het wegdektype op de Parallel Boulevard van dicht asfaltbeton naar SMA-08G+. Ten opzicht van de bestaande situatie heeft dit reeds een positief effect.
Uit de richtlijnen voor het verlenen van hogere waarden van de Omgevingsdienst West-Holland is opgenomen dat een hogere waarde maximaal 58 dB mag bedragen. Aan deze richtlijn wordt voldaan. De maximale geluidbelasting is berekend op de westgevel van het appartementengebouw aan de Jan van Henegouwenweg en bedraagt 58 dB.
Geconcludeerd wordt dat hogere waarden vastgesteld moeten worden. Het aantal hogere waarden is afhankelijk van de indeling van de appartementengebouwen. Omdat de indeling van de appartementengebouwen nog niet duidelijk is (er kan gevarieerd worden in de omvang van de appartementen), is nog niet bekend hoeveel hogere waarden exact benodigd zijn. Op basis van de ontwerptekeningen van de buitengevel is hier een ruime inschatting voor gedaan. Het besluit hogere waarden is opgenomen in bijlage 49.
Tabel 4.8 Benodigde hogere waarden
Aanvullend (zie bijlage 14 en bijlage 40) is onderzocht wat de akoestische effecten zijn van:
Omdat het wegverkeerslawaai als gevolg van het verkeer op de Parallel Boulevard voor de akoestische situatie maatgevend is, zijn andere wegen buiten beschouwing gelaten.
Voor beide situaties zijn de bestaande en de toekomstige situatie met elkaar vergeleken zodat hiermee de toename van de geluidsbelasting kon worden bepaald. Uit de resultaten hiervan blijkt dat de maximale toename van de geluidsbelasting voor de Parallelflat 1,12 dB bedraagt en dat bij de woningen aan de oostzijde van de Parallel Boulevard de maximale toename van de geluidsbelasting 0,16 dB bedraagt.
In beide situaties is deze toename beduidend minder dan 1,5 dB, die volgens de Wgh in reconstructiesituaties als drempel geldt voor aanvullende maatregelen. Ook wordt de uiterste grenswaarde van 68 dB nergens overschreden. Daarnaast is van belang dat een geluidstoename van minder dan 1 dB niet hoorbaar is voor het menselijk gehoor.
Geconcludeerd wordt daarom dat:
In beide situaties is geen sprake van een onaanvaardbaar akoestisch klimaat voor de bestaande appartementen en woningen.
Toetsingskader
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (Wml). De Wml bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van stikstofdioxide en fijn stof zijn in de volgende tabel weergegeven.
Tabel 4.9 Grenswaarden maatgevende stoffen Wml
Besluit niet in betekende mate
In dit Besluit niet in betekende mate is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor
de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden twee situaties onderscheiden:
Besluit gevoelige bestemmingen
Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Met deze amvb wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' - zoals een school - in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt. Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor PM10 en NO2, met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg. Waar in zo'n onderzoekszone de grenswaarden voor PM10 of NO2 (dreigen te) worden overschreden, mag het totaal aantal mensen dat hoort bij een 'gevoelige bestemming' niet toenemen. Bij uitbreidingen van bestaande gevoelige bestemmingen is een eenmalige toename van maximaal 10% van het totale aantal blootgestelden toegestaan. Is (dreigende) normoverschrijding niet aan de orde, dan is er geen bouwverbod voor gevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone. Wel moet in die situaties de locatiekeuze goed gemotiveerd worden; dat gebeurt in de context van de goede ruimtelijke ordening.
Onderzoek
Als gevolg van de beoogde ontwikkelingen is sprake van een netto toename van verkeer van 427 mvt/etmaal (extern plus intern verkeer, inclusief 2% vrachtverkeer). Uit de nibm-tool blijkt dat als gevolg hiervan sprake is van een toename van het gehalte stikstof in de lucht van 0,36 µg/m3 en van fijn stof van 0,07 µg/m3 wanneer uitgegaan wordt van de realisatie van het planvoornemen in het jaar 2019. De toenames blijven ruim beneden de 1,2 µg/m3. Dit betekent dat het plan 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de toename van de hoeveelheid stikstofdioxide en fijn stof in de lucht. Er wordt dus voldaan aan de luchtkwaliteitswetgeving en nader onderzoek is niet noodzakelijk.
Figuur 4.3 Uitsnede nibm-tool
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de NSL-monitoringstool 2017 die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende weg betreft de Parallel Boulevard. Uit de NSL-monitoringstool blijkt dat in 2016 de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide 18,6 µg/m3 bedraagt, voor fijn stof PM10 is dit 19,2 µg/m3 (met 7,0 overschrijdingsdagen per jaar) en voor fijn stof PM2,5 10,4 µg/m3. Deze waarden liggen ruimschoots onder de grenswaarden. Hierdoor is er ter plaatse van het plangebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Ten behoeve van de in- en uitrit van de parkeergarage ter hoogte van Residence Oranje is in het kader van een goede ruimtelijke ordening aanvullend onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is bijgevoegd in bijlage 41. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de concentraties luchtverontreinigende stoffen op alle onderzochte punten ver onder de wettelijke grenswaarden liggen. Daarbij dient bovendien te worden opgemerkt dat de berekeningen zijn uitgevoerd op basis van een aantal worstcase uitgangspunten (verkeersprognoses 2030 voor rekenjaar 2016, grote stagnatie van verkeer ter plaatse van de in- en uitrit van de parkeervoorziening en niet meenemen zeezoutcorrectie). De daadwerkelijke concentraties zullen daarom naar verwachting nog lager zijn.
Het plangebied ligt op circa 6,5 km van de rijksweg A44 en op circa 3 km van de provinciale wegen in de omgeving. Het plan hoeft dan ook niet getoetst te worden aan het Besluit gevoelige bestemmingen.
Conclusie
Er wordt ruimschoots voldaan aan de normen die gelden voor luchtkwaliteit en de beoogde ontwikkeling draagt niet in betekenende mate bij aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen ter plaatse. De Wet milieubeheer staat de uitvoering van dit bestemmingsplan dan ook niet in de weg.
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de realisatie van nieuwe functies zoals woningen en een hotel in de omgeving van bedrijvigheid:
Om milieuhinder reeds in het ruimtelijk spoor te voorkomen wordt gebruik gemaakt van de publicatie Bedrijven en milieuzonering (VNG, 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.
Onderzoek en conclusie
De Parallel Boulevard geldt als één van de ontsluitende wegen van Noordwijk (hoofdinfrastructuur). In het plangebied is een functionele mix aanwezig van hotels met parkeergelegenheid. In de omgeving zijn hotels aanwezig, maar ook woningen en zakelijke dienstverlening. In het plangebied zelf wordt ook in het noordelijke deel een mix van functies voorgestaan (restaurant, café) en een horeca-/congresfunctie met daarboven appartementen.
Het hele gebied wordt aangemerkt als gemengd gebied, door de grote hoeveelheid detailhandels- voorzieningen, horecafuncties en enkele bedrijven in de omgeving. Een 'gemengd gebied' is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. In het bestemmingsplan Zeewaardig is het gebied ook met dit omgevingstype aangeduid. Voor de nieuwe functies in het gebied gelden op basis van de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering (2009) de richtafstanden ten opzichte van het omgevingstype 'gemengd gebied'.
Functie |
SBI-code 2008 |
Richtafstanden in meter in een gemengd gebied | Afstand tot plangebied in meter | ||||
Geur | Stof | Geluid | Gevaar | ||||
hotel/ congrescentrum | 5510 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
restaurant/cafetaria | 561 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Café | 563.1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
detailhandel brood | 4724 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
detailhandel n.e.g. | 47.A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
parkeerterrein/ parkeergarage |
5221.1 | 0 | 0 | 10 | 0 | 0 |
Tabel 4.10 Richtafstanden bedrijfsfuncties
De toelaatbaarheid in dit bestemmingsplan is gebaseerd op het plan Zeewaardig: bestemming Gemengd – 2. Het gaat hierbij om horeca in de categorieën 1, 2, 5 en 6. De horeca-categorieën zijn opgenomen in de begripsbepalingen. Onder categorie 1 wordt verstaan lichte, aan detailhandel gerelateerde horeca, zoals broodjeszaken en ijssalons. Categorie 2 betreft horeca in de vorm van een restaurant of cafetaria. Van amusement, casino of muziekcafé zal vanwege de bestemmingsregels geen sprake zijn.
Voor lichte, aan detailhandel gerelateerde horeca, restaurants en cafetaria moet een melding gedaan worden op grond van het Activiteitenbesluit. Op deze locatie worden voedingsmiddelen voor derden bereid en hiervoor geldt een meldingsplicht (categorie B). Een zelfstandige parkeergarage is ook meldingsplichtig.
Met uitzondering van het aspect geluid van het parkeren geldt voor de beoogde functies een richtafstand van 0 meter ten opzichte van omgevingstype 'gemengd gebied'. Hieraan wordt voldaan. Verder in deze paragraaf wordt nader ingegaan op het aspect geluid van het parkeren.
Aan de noordzijde van Residence Oranje ligt achter de vuurtoren de bebouwing van het Vuurtorenplein. Deze éénlaagse bebouwing bevat commerciële functies, zoals een boekhandel en enkele snackbars waarvoor een richtafstand van 0 m geldt in een gemengd gebied. Hieraan wordt voldaan.
Gelet op bovenstaande kan gesteld worden dat sprake is van een aanvaardbaar woon-, leef- en verblijfsklimaat voor de bestaande en nieuwe gevoelige functies (woningen en hotels) en dat bedrijven in de omgeving worden niet belemmerd in hun bedrijfsvoering.
Garagebedrijf van Rijn
Nabij de aansluiting van de Jan van Henegouwenweg en de Golfweg ligt het voormalige garagebedrijf Van Rijn. Dit perceel was vroeger in gebruik als garagebedrijf met verkoop van motorbrandstoffen. De eigenaar is gestopt met het bedrijf en gebruikt het thans als opslagplaats voor motorvoertuigen. Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling wordt het garagebedrijf gesloopt. De vigerende bedrijfsbestemming wordt daarmee opgeheven. Het is niet meer mogelijk hier in de toekomst een bedrijf in de categorie 1 of 2 op te richten. De locatie maakt plaats voor een woon- appartementencomplex met daaronder een parkeergarage, waarvan de in- en uitrit ter hoogte van de kruising van de Jan van Henegouwenweg met de Golfweg zal liggen. In het appartementencomplex ligt een binnenplaats met 8 parkeerplaatsen voor met name bezoekers. Gelet op de geringe omvang van de parkeergarage en de afstand tot de bestaande woningen zal geen noemenswaardig negatief effect optreden ten gevolge van de uitrit van de parkeergarage en ten gevolgen van het parkeren op de binnenplaats. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
In de directe omgeving van het appartementencomplex zijn geen bedrijven aanwezig die van invloed zijn op de milieusituatie ter plaatse of die door de ontwikkeling belemmerd worden in hun bedrijfsvoering.
Parkeergarage Hotel Oranje
De capaciteit in de parkeergarage bedraagt 495 parkeerplaatsen. Voor de beoordeling van het geluid van het parkeren is nagegaan welke omvang de verkeersbewegingen hebben bij de in- en uitrit. Deze berekening is niet vergelijkbaar met de berekening van de parkeerbalans of de verkeersgeneratie omdat uit wordt gegaan van het aantal bewegingen dat in de 'worst-case-'situatie op kan treden bij de in- en uitritten van de parkeergarage.
Voor de hotel- en congresgasten gasten die met groepsvervoer of taxi's zullen komen, ligt de hoofdingang van Hotel Oranje aan de zeezijde en loopt de aan- en afvoerroute via de Koningin Wilhelmina Boulevard.
Voor de bewoners van Residence Oranje en het deel van de hotelgasten dat met eigen vervoer komt, ligt de ingang aan de landzijde, zodat de ritten via de parkeergarage zullen lopen. Uitgangspunt voor de berekeningen is een 'worst-case'- situatie dat de parkeergarage gedurende de dag volledig wordt gevuld, waarbij elke parkeerplaats een gemiddelde turnover kent van 1,5 per dag. Dit betekent dat gedurende de dag 760 voertuigen de parkeergarage inrijden en uitrijden. Ten aanzien van de inrit naar de parkeergarage en het verkeer dat hier de parkeergarage inrijdt is akoestisch onderzoek uitgevoerd.
Dit onderzoek (zie bijlage 15) heeft geleid tot de constatering dat bij de woning aan het Vuurtorenplein 47 (Roodkapje) aan de normen wordt voldaan. Hierbij is het feit meegenomen dat de betreffende woning aan het huidige, open parkeerterrein grenst met het optredende geluid van dichtslaande deuren, startende en manoeuvrerende auto's. In de nieuwe situatie zullen de auto's onder het maaiveld, in de garage worden geparkeerd waardoor dit geluid van het parkeerterrein grotendeels zal verdwijnen.
Onder het appartementengebouw aan de Jan van Henegouwenweg komt een ondergrondse parkeergarage met 51 parkeerplaatsen, waarvan de in- en uitrit ter hoogte van de kruising van de Jan van Henegouwenweg met de Golfweg zal liggen. Gelet op de geringe omvang van de parkeergarage en de afstand tot de bestaande woningen zal geen noemenswaardig negatief effect optreden ten gevolge van de uitrit van de parkeergarage. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Wonen boven de plint
Het Beachhotel en de overige bebouwing van de Hotels van Oranje aan de Koningin Wilhelmina Boulevard zullen worden gesloopt en hiervoor zal nieuwbouw worden gerealiseerd. Deze nieuwbouw bestaat uit een begane grondverdieping (een plint) waarin de hoofdentree van Hotel Oranje en Residence Oranje komt, met tevens de bij het hotel behorende functies, zoals horecafaciliteiten en de toegang tot de congres- en vergaderfaciliteiten. Voor deze functies geldt een richtafstand van 0 m in een gemengd gebied. Aangezien wordt voldaan aan de richtafstand levert dit geen belemmering op ten aanzien van de appartementen die boven de plint gerealiseerd worden. Ook worden bedrijven hierdoor niet belemmerd in hun bedrijfsvoering.
Conclusie
Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de huidige en nieuwe woningen. Ook worden bedrijven in de omgeving door de beoogde ontwikkeling niet belemmerd in hun bedrijfsvoering. Het aspect bedrijven en milieuhinder vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
Toetsingskader
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Onderzoek en conclusie
Uit de gegevens van de risicokaart en het Basisnet blijkt dat er in de directe omgeving geen vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen plaatsvindt. Uit informatie van de risicokaart blijkt tevens dat er in de directe omgeving van het plangebied geen inrichtingen zijn gesitueerd die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Vanwege het ontbreken van relevante risicobronnen in de omgeving die van invloed zijn op het plangebied, is het uitvoeren van nader onderzoek en een verantwoording van het groepsrisico niet nodig.
Wel is het bestaande Hotel Oranje zelf een risicovolle inrichting, vanwege de opslag van 1.000 liter chloorbleekloog en 1.000 liter zwavelzuur (vloeistoffen die giftig gassen kunnen vormen). Het bedrijf valt niet onder het Besluit externe veiligheid maar onder het Activiteitenbesluit (inrichting type B). Als gevolg van de beoogde ontwikkeling verandert dit niet. Voor Hotel Oranje geldt in de huidige situatie en de toekomstige situatie geen PR 10-6 contour of veiligheidsafstand.
Op enige afstand ligt het sportfondsenbad, een risicovolle inrichting, vanwege de opslag van 2.000 liter chloorbleekloog en 1.000 liter zwavelzuur (vloeistoffen die giftig gassen kunnen vormen). Het bedrijf valt net als het Hotel Oranje niet onder het Besluit externe veiligheid, maar onder het Activiteitenbesluit (inrichting type B). Er geldt geen PR 10-6 contour of veiligheidsafstand. Er wordt geconcludeerd dat het plan niet wordt beperkt door het aspect externe veiligheid.
Toetsingskader
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Onderzoek en conclusie
Door IDDS (bijlage 16: locatie tussen de boulevards en Jan van Henegouwenweg en bijlage 17: locatie Parallel Boulevard 315 – duinvilla Klein Duimpje) en Econsultancy (bijlage 18: locatie Golfweg 19) zijn verkennende bodemonderzoeken uitgevoerd.
Uit de beide onderzoeken van IDDS blijkt het volgende:
Bovengrond
Ondergrond
Grondwater
Bodemonderzoek
De gemeten waarden zijn dermate gering dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op het perceel ingevolge de Wet bodembescherming, niet noodzakelijk is. De bodemkwaliteit is geschikt voor de beoogde functies. In één van de boringen is een stukje hechtgebonden asbest aangetroffen op circa 0,5 meter beneden maaiveld. In de overige boringen is geen asbest aangetroffen. Hoewel het in dit geval kan gaan om een toevallig aanwezig stukje, kan het ook mogelijk zijn dat er meer asbest in de grond aanwezig is. Daarom is het noodzakelijk dat een verkennend asbestonderzoek (conform NEN5707) wordt uitgevoerd op het parkeerterrein. Het huidige verkennende bodemonderzoek en het verkennende asbestonderzoek vormen de basis voor zowel het bestemmingsplan als voor de aan te vragen omgevingsvergunning. De aanvullende asbest onderzoeken zullen worden uitgevoerd wanneer de bebouwing wordt gesloopt, in het kader van dit bestemmingsplan is dit geen belemmering voor de planvorming.
De overige geanalyseerde parameters voor grond en voor grondwater zijn niet noemenswaardig verontreinigd. Indien uit het asbestonderzoek in bodem blijkt dat er geen sprake is van asbest, zijn er vanuit milieu-hygiënisch oogpunt geen belemmeringen voor de beoogde plannen en is de bodemkwaliteit geschikt voor de beoogde functies.
De onderzoeksresultaten, te weten de aangetoonde overschrijdingen van de betreffende achtergrondwaarden, liggen in lijn met de verwachting zoals gesteld in de bodemkwaliteitskaart. De gemeten waarden zijn dermate gering dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op het perceel, ingevolge de Wet bodembescherming, niet noodzakelijk is. Beperkingen inzake het verlenen van een omgevingsvergunning (activiteit bouwen) worden op basis van de onderzoeksresultaten uit milieuhygiënisch oogpunt niet voorzien.
Bij de aanvraag omgevingsvergunning zijn deze onderzoeken ter beoordeling ingediend bij de Omgevingsdienst West-Holland. Indien er grond wordt afgevoerd of toegepast op een locatie, dient dit plaats te vinden conform de van overheidswege gestelde regels.
Uit het onderzoek van Econsultancy voor de locatie Golfweg 19 blijkt het volgende:
Aangezien de onderzoekslocatie ontgraven gaat worden ten behoeve van de realisatie van een ondergrondse parkeergarage wordt niet verwacht dat de aangetoonde bodemverontreinigingen een milieuhygienische belemmering vormen voor de beoogde bestemmingsplanwijzigingen. In het kader van de omgevingsvergunning dient wel rekening gehouden te worden met de aangetoonde PAK en zinkverontreiniging.
Indien er werkzaamheden plaatsvinden, waarbij grond vrijkomt, kan de grond niet zonder meer worden
afgevoerd of elders worden toegepast. De regels van het Besluit bodemkwaliteit zijn hierop mogelijk van toepassing.
Op 18 juli 2016 heeft de Omgevingsdienst West Holland schriftelijk gereageerd op het bodemonderzoek Golfweg 19 met de mededeling dat met het bodemonderzoek is aangetoond dat er geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging, zodat dit onderzoek volstaat voor onderbouwing van de bestemmingswijziging en de bouw. Verzocht wordt om bij graafwerkzaamheden en/of grondverzet rekening te houden de regelgeving, in het bijzonder het Besluit bodemkwaliteit. Tevens wordt geadviseerd rekening te houden met de matig verontreinigde grond in het westelijk deel van de locatie, welke niet zonder meer kan worden hergebruikt.
Actualiteit onderzoeken
Door onderzoekbureau IDDS (bijlage 42) is in april 2018 nagegaan of de onderzoeksresultaten nog gebruikt kunnen worden ten behoeve van de lopende procedure. Zij komen tot de conclusie dat er om de volgende redenen geen (significante) veranderingen van de milieukundige bodemkwaliteit in de afgelopen jaren zullen zijn opgetreden:
De ODWH heeft tevens de bodemrapporten nogmaals beoordeeld (bijlage 43). Zij geven aan dat de onderzoeken voldoende recent zijn. Aanvullend asbestonderzoek dient uitgevoerd te worden, omdat het beleid rondom asbest in 2017 gewijzigd is. Waar nog bestaande bebouwing aanwezig is, is het niet mogelijk nu bodemonderzoek uit te voeren. Na sloop zal er daarom nog een verkennend bodemonderzoek op deze locaties moeten worden verricht. Afhankelijk van het aantreffen van bodemvreemde bijmengingen en/of asbestverdachte materialen is dan ook voor deze locaties wellicht tevens een asbestonderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek zal dan uitgevoerd worden. Om te borgen dat deze onderzoeken nog worden uitgevoerd, wordt er daartoe aan de omgevingsvergunning een voorwaarde verbonden.
4.8.1 Archeologie
Onderzoek en conclusie
Volgens het gemeentelijk beleid ten aanzien van archeologie ligt het gebied in Archeologisch Beleidsadviesgebied 3 met een onderzoeksplicht bij een bodemverstoring met een oppervlakte van minimaal 500 m2 en een diepte van 50 cm. Op grond hiervan dient voor de beoogde ontwikkelingen onderzoek te worden uitgevoerd om de daadwerkelijke archeologische waarden te bepalen. Er is door IDDS archeologisch bureau- en veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de ontwikkelingen tussen de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard, zie bijlage 19 en door Econsultancy voor de locatie aan de Golfweg 19, zie bijlage 20. Vanwege de aanwezigheid van bebouwing op de locatie aan de Jan van Henegouwenweg kan daar nu geen archeologisch veldonderzoek plaats vinden. Na sloop van de bebouwing zal dit onderzoek worden uitgevoerd.
De resultaten van het onderzoek uitgevoerd in februari 2014 zijn op actualiteit getoetst in april 2018. De bevestiging is opgenomen in bijlage 44.
Uit het onderzoek van de locatie tussen beide boulevards blijkt het volgende:
Het plangebied wordt bedekt door Jonge duinen, waarbij onder de Jonge duinen restgeulafzettingen voorkomen. Op basis hiervan geldt voor het plangebied een lage verwachting op archeologische resten in en op een opgevulde geul van de Oude Rijn voor activiteiten die nauwelijks sporen achterlaten zoals scheepvaart en visserij. In de top van het zandpakket van de Jonge duinen kunnen de resten voorkomen van bewoning, industrie en landbouw. Uit de historische kaarten blijkt echter dat het plangebied tot in het begin van de 20e eeuw nog niet ontgonnen duingebied was. Pas vanaf de jaren '30 van de 20e eeuw is het terrein bebouwd geraakt en deze huizen zijn in de jaren '90 pas afgebroken. In de bovenste meters van de bodem in het plangebied kunnen daarom resten voorkomen van deze bebouwing. Het plangebied ligt op de Jonge duinen die in het plangebied een dikte bereiken van 6,0 tot 10,5 m.
Onder het pakket Jonge duinen komt, op een niveau van -0,2 tot 0,4 m NAP, een opgevulde geul van de Oude Rijn voor. De vulling van deze restgeul bestaat uit zandige klei met zand- en detrituslaagjes of uit grof zand met klei- en detrituslaagjes. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren. De graafwerkzaamheden voor de geplande parkeergarage zullen binnen het pakket Jonge duinzand blijven. De nieuwe panden en de parkeergarage zullen worden onderheid en deze heipalen zullen vrijwel zeker reiken tot in of door de aangetroffen restgeulafzettingen. Omdat de archeologische verwachting voor het Jonge duinzand en de restgeulafzettingen laag is, zullen de betreffende werkzaamheden geen bedreiging vormen voor archeologische waarden.
De regioarcheoloog heeft in vervolg en met kennis van dit onderzoek de verwachtingen voor zowel de jonge duinen als het onderliggende landschap naar “laag” bijgesteld. Er is geadviseerd om ter plaatse van de onderzochte locatie geen dubbelbestemming archeologie op te nemen in het bestemmingsplan.
Voor de locatie van duinvilla Klein Duimpje geldt ook dat de archeoloog de conclusie van IDDS deelt dat een booronderzoek niet nodig is om de verwachting van dit gebied scherp te krijgen. Er gaat echter dieper gegraven worden (tot 0,5 meter +NAP) dan eerder in het VOBP was aangegeven, namelijk tot slechts 10 cm boven het niveau van de restgeulafzettingen waarin toevalsvondsten aanwezig kunnen zijn. Er wordt daarom in de omgevingsvergunning de volgende voorwaarde opgenomen:
“Melding toevalsvondst
Ingeval archeologische resten worden aangetroffen dient dit op grond van artikel 5.10 van de Erfgoedwet onmiddellijk te worden gemeld aan de Minister van OC&W. De vondst dient gedurende 6 maanden, te rekenen vanaf de datum van de melding, ter beschikking te worden gesteld of gehouden voor wetenschappelijk onderzoek.“
Voor het bestemmingsplan zijn er verder geen gevolgen.
Uit het onderzoek ter plaatse van Golfweg 19 blijkt het volgende:
Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden en de verstoorde bodemopbouw, wordt geadviseerd om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden.
De resultaten van dit onderzoek zijn op 6 december 2016 beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Noordwijk). De gemeente heeft besloten dat een booronderzoek niet nodig is om de verwachting van dit gebied scherp te krijgen. Er gaat echter dieper gegraven worden (tot 0,5 meter +NAP), namelijk tot slechts 10 cm boven het niveau van de restgeulafzettingen waarin toevalsvondsten aanwezig kunnen zijn. Er moet daarom in de omgevingsvergunning de voorwaarde betreffende een “Melding toevalsvondst” opgenomen worden.
Conclusie
Het aspect archeologie is onderzocht en leidt niet tot beperkingen voor de uitvoering van het plan. Wel dient de volgende voorwaarde worden opgenomen in de omgevingsvergunning indien er sprake is van een toevalsvondst:
“Melding toevalsvondst
Ingeval archeologische resten worden aangetroffen dient dit op grond van artikel 5.10 van de Erfgoedwet onmiddellijk te worden gemeld aan de Minister van OC&W. De vondst dient gedurende 6 maanden, te rekenen vanaf de datum van de melding, ter beschikking te worden gesteld of gehouden voor wetenschappelijk onderzoek.''
4.8.2 Cultuurhistorie
Monumenten
In het plangebied zijn geen gemeentelijke of rijks- monumenten aanwezig. Het plangebied ligt ook niet binnen een 50 meter attentiezone van zowel rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten als een MIP-monument. Vlak buiten het plangebied staat de rijksmonumentale vuurtoren uit 1923 naar het ontwerp van C. Jelsma.
Overige waardevolle objecten
Aan de Parallel Boulevard waren twee oorspronkelijke duinvilla's aanwezig genaamd 'Roodkapje' en 'Klein Duimpje'. Het huis Roodkapje op Vuurtorenplein 47 is in een inventarisatie naar waardevolle objecten aangemerkt als beeldbepalend pand, maar dit heeft geen juridische status. Karakteristiek is ook de Janusfontein. Het pand 'Klein Duimpje' is inmiddels gesloopt.
Waardevolle structuren
Het plangebied maakt geen onderdeel uit van het door het Rijk aangewezen beschermd dorpsgezicht.
Conclusie
Met de rijksmonumentale vuurtoren aan de Koningin Wilhelmina Boulevard is rekening gehouden, door beperking van de bouwhoogte van de nieuwbouw. Bij de projectie van de nieuwe bebouwing is tevens rekening gehouden met de zichtlijn over de boulevard. Vanuit het zuiden zal over de voetgangerspromenade de vuurtoren prominent zichtbaar blijven.
De beeldbepalende villa 'Roodkapje' blijft buiten de ontwikkeling van Hotel en Residence Oranje. Er is bij het ontwerp in de bouwhoogte van de nieuwe bebouwing rekening gehouden met de aanwezigheid van het pand Roodkapje. Zo zal de bouwhoogte van het noordelijke gebouwdeel aan de zijde van de Parallel Boulevard afnemen, omdat is gekozen voor een terrasvormige bouw aan de zijde van de villa.
Waterbeheer en watertoets
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap van Rijnland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over de voorgestane ontwikkeling.
Huidige situatie waterhuishouding
Het plangebied ligt in de kern Noordwijk aan Zee. Momenteel is het plangebied hoofdzakelijk verhard in de vorm van bebouwing en omliggende terreinverharding.
De bodem bestaat ter plaatse uit zandgrond. Volgens de Bodemkaart van Nederland (www.bodemdata.nl) is ter plaatse van het plangebied sprake van grondwatertrap IIb. Dat betekent dat van nature de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier varieert tussen 0,25 en 0,4 m beneden maaiveld en de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 0,5 en 0,8 m beneden maaiveld.
Binnen of direct langs het plangebied bevindt zich geen open water. Het plangebied valt buiten de Kernzone van de duinenrij. Wel valt het plangebied binnen de beschermingszone van de duinenrij. Binnen de beschermingszone gelden beperkingen voor bouwen en aanleggen om te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast. De bebouwing en verharding in de omgeving van het plangebied zijn aangesloten op een gemengd rioolstelsel. Het plangebied ligt daarnaast niet in een grondwaterbeschermingsgebied.
Ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot beleid
In de huidige situatie is het plangebied reeds volledig verhard. Er is dan ook geen sprake van een toename aan oppervlakteverharding. Watercompensatie is dan ook niet aan de orde.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
Veiligheid en waterkeringen
Constructies in, op of nabij een waterkering vormen een potentieel gevaar voor de primaire functie van de waterkering. Niet alleen kan bebouwing het waterkerend vermogen negatief beïnvloeden, ook kan het toekomstige dijkverzwaring in de weg staan. Het waterkerend vermogen van een dijk wordt bepaald door de kruinhoogte, de fundering, alsmede de stabiliteit en de waterdichtheid van het beklede dijklichaam. De aanwezigheid van bebouwing kan de faalmechanismen en daarmee het waterkerend vermogen negatief beïnvloeden. Het hoogheemraadschap heeft daarom bouwactiviteiten in de waterkering in haar Keur in beginsel verboden. Indien activiteiten plaatsvinden die in strijd zijn met het belang van de kering (bijvoorbeeld bouwwerken, kabels en leidingen, verhardingen, beplantingen, etc.) moet een watervergunning op basis van de Keur aangevraagd worden bij het hoogheemraadschap van Rijnland. Omdat het waterkeringbelang niet het enige belang is en bouwwerken in sommige gevallen verenigbaar zijn met een veilige waterkering, kan het hoogheemraadschap via een vergunning ontheffing verlenen van dit verbod. Bij de realisatie van de parkeergarage wordt rekening gehouden met de waterkering, de constructie van de parkeergarage wordt buiten de waterkering gehouden.
Het beleid van Rijnland met betrekking tot de primaire waterkering (zeewering), zoals vastgelegd in de Kustnota deel II Beleidsregels staat in het 'Bouwbeleid binnen de bebouwingscontouren' ondermeer beschreven dat het hoogheemraadschap zich in de kern- en beschermingszones (de zogenaamde leggerzones) van de primaire waterkering (zeewering) en buiten de bebouwingscontouren zich het volgende ten doel stelt:
Over de planvorming heeft inmiddels informeel overleg plaats gehad. De parkeergarage/kelder is buiten de kern- en beschermingszone van de primaire waterkering gesitueerd, zodat op grond van de Keur geen Watervergunning vereist is.
Riolering en afkoppelen
Overeenkomstig het bouwbesluit zal de nieuwbouw worden voorzien van gescheiden vuilwater en regenwater afvoer systeem. Het vuilwater wordt aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel onder de Parallel Boulevard. Het regenwater wordt aangesloten op een infiltratie inrichting welke op eigen terrein wordt gerealiseerd.
De gemeente voert een afkoppelingsbeleid waarbij indien mogelijk zoveel mogelijk regenwater lokaal wordt verwerkt. Op basis van het grondwateronderzoek en de (on)mogelijkheid tot het infiltreren van het regenwater zullen gemeente en ontwikkelaar in overleg gaan over de wijze van verwerken van het regenwater afkomstig vanuit deze ontwikkeling. Uitgangspunt is dat een bestaande infiltratiecapaciteit minimaal wordt gehandhaafd en afgestemd op de technische grondwatermogelijkheden wordt vergroot.
Zorgplicht en preventieve maatregelen voor hemelwater
Voor de behandeling van hemelwater wijst Rijnland op de zorgplicht en op het nemen van preventieve maatregelen. Het verdient aanbeveling daar waar mogelijk aandacht te besteden aan maatregelen bij de bron. Preventie heeft de voorkeur boven 'end-of-pipe' maatregelen. Uitgangspunt is dat het te lozen hemelwater geen significante verslechtering van de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater mag veroorzaken en emissie van vervuilende stoffen op het oppervlaktewater waar mogelijk wordt voorkomen. Door bijvoorbeeld:
Daar waar ondanks de zorgplicht en de preventieve maatregelen het te lozen hemelwater naar verwachting een aanmerkelijk negatief effect heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kan in overleg tussen gemeente en waterschap gekozen worden voor aanvullende voorzieningen, een verbeterd gescheiden stelsel of – als laatste keus – aansluiten op het gemengde stelsel. Ook kan de gemeente in overleg met het waterschap kiezen voor een generieke 'end-of-pipe'-aanpak. Deze keuze moet dan expliciet gemaakt worden in het GRP.
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones een zogenaamde dubbelbestemming opgenomen, deze heeft de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.
Noordwijk aan Zee kent een grondwaterproblematiek bij (langdurig) natte periodes. Om in de toekomst problemen te voorkomen is door de gemeente Noordwijk besloten specifiek voor ondergrondse bouwwerken nadere regels te stellen. Door te voorkomen dat te diep onder maaiveld wordt gebouwd, kunnen toekomstige problemen met grondwaterstanden in combinatie met ondergrondse bouwwerken voorkomen worden. De 'beperking' zoals deze wordt opgelegd is gebaseerd op de onderzoeksresultaten van Wareco Ingenieurs (rapportage 'Oorzaken hoge grondwaterstand Noordwijk aan Zee', d.d. 06-05-2015, behorend bij het Paraplubestemmingsplan Grondwater). In de regels van dit bestemmingsplan is in deze gewerkt met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Ondergrondsbouwen'.
Geotechnisch- en geohydrologisch onderzoek
Er worden twee nieuwe parkeergarages gerealiseerd: een dubbellaagse parkeergarage tussen het Vuurtorenplein en het Schuitengat en een enkellaagse parkeergarage onder de appartementen aan de Jan van Henegouwenweg/Golfweg. De kelder tussen het Vuurtorenplein en het Schuitengat sluit aan op de reeds aanwezige kelder onder Hotel Oranje (circa NAP +3,5 m) en de daarnaast gelegen kelder onder de Heemborgh (tweelaags). De aanleg van de nieuwe parkeerkelders kan van invloed zijn op het stromingspatroon van het grondwater en kan leiden tot plaatselijk opstuwing of juist een verlaging van de grondwaterstanden. Door Fugro is in 2015 een geohydrologische effectstudie uitgevoerd naar de barrièrewerking van de parkeerkelder onder de nieuwbouw van de Hotels van Oranje, zie bijlage 21.
Bij een second opinion van dit onderzoek zijn de uitgangspunten ten aanzien van het doorlaatvermogen en afsluiting van de toplaag door aanleg van de kelder in twijfel getrokken. Ten opzichte van het eerder uitgevoerde onderzoek is bovendien het ontwerp van de parkeerkelder gewijzigd, waarbij het aanlegniveau van de kelder is aangepast. Derhalve zijn de berekeningen van de barrièrewerking nogmaals in de rapportage van Wareco (bijlage 22– 8 november 2016) uitgevoerd.
Door de aanleg van de parkeerkelder zal barrièrewerking optreden en zullen de grondwaterstanden stijgen tot maximaal 10 cm ten opzichte van een huidig natte situatie. Het effect van de kelder op de grondwaterstanden beperkt zich tot circa 40 meter stroomopwaarts van de Hotels van Oranje. Stroomafwaarts van de parkeerkelder dalen de grondwaterstanden juist, met maximaal 40 cm.
In de berekeningen is ook rekening gehouden met de toekomstige inrichting van het openbaar terrein rondom de Hotels van Oranje. Ter plaatse van de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard worden in de nabije toekomst voorzieningen aangebracht die de grondwaterstanden beïnvloeden (drainage en infiltratieleiding).
Het berekende effect van de parkeerkelder op de grondwaterstanden is in deze toekomstige situaties aanzienlijk groter dan in de huidige situatie, waarin deze voorzieningen nog niet aanwezig zijn. Dit effect wordt gecompenseerd door de grondwaterstandverlaging als gevolg van de onderbemalen drainage in de Koningin Wilhelmina Boulevard. De grondwaterstanden in de omgeving van de Hotels van Oranje blijven daardoor ook bij de aanleg van de parkeerkelder lager dan in de huidige situatie. De buffercapaciteit in de ondergrond die wordt gecreëerd door de drainageleiding in de Koningin Wilhelmina Boulevard, wordt echter door aanleg van de parkeerkelder deels teniet gedaan.
In de situatie waarbij onder de kelderbak een uiterst goed doorlatende grindlaag wordt aangebracht, wordt geen stijging van de grondwaterstand in de omgeving berekend, zie afbeelding 4.3. Om een belangrijke stijging van de grondwaterstand te voorkomen adviseert Wareco om grind aan te brengen onder de keldervloer. Onder de keldervloer van de parkeergarage zal daarom een grindlaag aangebracht worden.
Afbeelding 4.3 Berekende daling en stijging grondwaterstand Wareco-notitie
Ook voor de parkeergarage onder de nieuwbouw aan de Jan van Henegouwenweg is een geohydrologische effectstudie uitgevoerd (bijlage 45). Uit dit onderzoek volgt dat de opstuwing als gevolg van de aanleg van de parkeerkelder kleiner is dan 2 cm en dat er derhalve geen maatregelen nodig zijn tegen opstuwing.
Onderzoek
Gebiedsbescherming
Natura 2000
Vanwege de nabijheid van de Natura 2000-gebieden Kennemerland-zuid (ten noorden van Noordwijk) en Coepelduynen (ten zuiden van Noordwijk) is aan de hand van een voortoets in het kader van de Wet natuurbescherming onderzocht of de beoogde ontwikkeling mogelijk negatieve gevolgen heeft voor dit gebied. Centraal staat de vraag of er ten aanzien van de instandhoudingsdoelen van deze Natura 2000-gebieden een kans op een significant negatief effect is. Deze voortoets is opgenomen in bijlage 23. De conclusie van deze voortoets is in deze paragraaf beschreven.
Figuur 4.4 Natura 2000-gebied ten noorden van Noordwijk
Algemeen
De ingreep vindt plaats binnen bestaand bebouwd gebied op minimaal 500 meter vanaf Natura 2000. Effecten als areaalverlies, versnippering en verandering waterhuishouding zijn daarom niet aan de orde.
Geluid
De kwalificerende habitatsoorten zijn niet gevoelig voor geluidverstoring. Effecten op de instandhoudingsdoelen worden daarom geheel uitgesloten.
Trillingen
Vanwege de afstand van het plangebied tot Natura 2000 (> 500 m) is het uitgesloten dat trillingen van bouwwerkzaamheden het Natura 2000-gebied bereiken. Effecten op de instandhoudingsdoelen worden daarom geheel uitgesloten.
Lichthinder
De afstand tussen het plangebied en Kennemerland-Zuid is dermate groot dat de meervleermuis hier geen hinder ondervindt van licht van de bouwactiviteiten. Er zal minder verkeer langs Kennemerland-Zuid komen waardoor er geen waarneembare toename is van licht. De nauwe korfslak en groenknolorchis zijn niet gevoelig voor verstoring door licht. Effecten op de instandhoudingsdoelen worden daarom geheel uitgesloten.
Recreatiedruk
Op basis van de voortoets kan het volgende worden geconcludeerd met betrekking tot eventuele extra verstoringseffecten als gevolg van extra recreanten in het duin:
De toevoeging van enkele honderden recreanten per jaar aan de bestaande bezoekersaantallen van honderdduizenden bezoekers zal een verwaarloosbaar effect hebben op de verstoring van de kwalificerende habitattypen en -soorten. De meervleermuis is in de schemering actief, de toename van het aantal recreanten in het gebied zal op dat tijdstip helemaal verwaarloosbaar zijn. Significante verstoringseffecten worden geheel uitgesloten. Vanwege het ontbreken van negatieve effecten op de natuurgebieden zal er geen sprake zijn van cumulatieve van andere ontwikkelingen.
Vermesting/verzuring door stikstofdepositie
Onderzocht is in welke mate de nieuwe ontwikkeling enig effect in de vorm van extra stikstofdepositie kan sorteren op de Natura 2000 gebieden in de omgeving. Ten behoeve van de ontwikkeling is een berekening van de stikstofdepositie uitgevoerd, dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 24. De bijbehorende rekenresultaten uit de AERIUS Calculator waarnaar wordt verwezen zijn opgenomen in Bijlage 25. In de berekeningen is gekozen voor peiljaar 2016, omdat dit peiljaar worst-case is ten opzichte van het opvolgende peiljaar. Omdat in september 2017 een update van AERIUS Calculator is geweest, is in juni 2018 de berekening nogmaals ingevoerd en gecontroleerd op actualiteit ten opzichte van de drempelwaarden. Deze berekening is bijgevoegd in bijlage 46.
Uit de resultaten blijkt dat de verandering van de hoeveelheid verkeersbewegingen niet leidt tot een verhoging van stikstofdepositie boven de drempelwaarde van 0,05 mol/ha/jr. Het <= teken in de tabel duidt erop dat het model wel een verandering berekent maar dat deze onder de drempelwaarde van 0,05 mol/ha/jr blijft. Dit betekent dat significant negatieve effecten als gevolg van vermesting/verzuring door stikstofdepositie zijn uitgesloten.
Overige beschermde gebieden
Het plangebied maakt geen deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS). Het NNN ligt buiten de kern Noordwijk en bestaat op kortste afstand vanuit de kern uit de gebieden Coepelduynen en Kennemerland-Zuid, beide Natura 2000-gebieden. De effecten op het NNN zijn gelijk aan de effecten op Natura 2000 die hiervoor zijn beschreven.
Belangrijke weidevogelgebieden liggen op circa 2,8 km afstand van het plangebied. Vanwege de afstand zijn negatieve effecten op weidevogels uit te sluiten.
Uit de kaart van het Natuurbeheerplan blijkt dat in het plangebied geen beschermde landschapselementen aanwezig zijn.
Soortenbescherming
In het kader van de ontwikkeling zijn in eerste instantie twee veldbezoeken gebracht aan de locatie. Op basis hiervan is een rapport (quick scan) opgesteld (zie bijlage 26) over de mogelijke aanwezigheid van wettelijk beschermde soorten binnen het plangebied. Hieruit blijkt dat de aanwezigheid van vleermuizen en broedvogels ter plaatse van het noordelijke deel van het plangebied niet zijn uit te sluiten. De aanwezigheid van overige diersoorten is gezien de biotoop van het plangebied niet te verwachten.
In 2015 is nader onderzoek naar vleermuizen en broedvogels uitgevoerd (zie bijlage 27) ter plaatse van het hotel. Uit de resultaten van het onderzoek komt naar voren dat in het gebied gewone dwergvleermuizen foerageren, maar dat er geen vaste verblijfplaatsen aanwezig zijn. Gedurende en na realisatie van de plannen kan deze soort er blijven vliegen. Effecten op vleermuizen worden derhalve uitgesloten. Broedvogels zijn niet aangetroffen.
In juli 2016 is een tweede verkennend veldonderzoek naar het voorkomen van beschermde planten- en diersoorten in het kader van de flora en fauna uitgevoerd voor de locatie Golfweg 19 (zie bijlage 28). Onderzocht is of de voorgenomen realisatie van het appartementengebouw samen zou kunnen gaan met effecten op beschermde planten- en diersoorten. Er is vastgesteld dat het voorkomen van matig of zwaar beschermde soorten is uitgesloten. De bebouwing bezit geen gaten waarin vleermuizen of vogels zich zouden kunnen ophouden. In verband met de mogelijke aanwezigheid van algemene broedvogels is het van belang om werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of te werken op een manier zodat vogels tot broeden komen. Voor overige soort(groep)en is het gebied verder volledig ongeschikt. Wel vliegen en foerageren er vleermuizen. Gedurende en na realisatie van de plannen kunnen deze soorten er blijven vliegen. Effecten op vleermuizen worden derhalve uitgesloten. Er kunnen daarnaast algemene licht beschermde zoogdieren voorkomen. Voor deze algemene soorten bestaat een algemene vrijstelling van de Wet natuurbescherming.
In het onderzoeksseizoen van 2017 is het ecologisch veldonderzoek geactualiseerd omdat de voorgaande onderzoeken enigszins gedateerd zijn en daarnaast is per 1 januari 2017 de Wet natuurbescherming van kracht geworden. De rapportage is opgenomen in Bijlage 29. De conclusie is dat er geen veranderingen zijn ten opzichte van de eerdere onderzoeken. De locatie zou geschikt kunnen zijn voor vleermuizen en broedvogels, daarom is aanvullend een veldinventarisatie uitgevoerd. Uit deze veldinventarisatie (Bijlage 30) blijkt dat in het gebied geen vaste rust- en verblijfplaatsen voorkomen van de vleermuis, huismus, gierzwaluw of overige vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen. Wel vliegen in het gebied gewone dwergvleermuizen. Deze kunnen ook na realisatie van de plannen blijven vliegen en foerageren. Voor overige soort(groep)en is het plangebied verder volledig ongeschikt. Op grond van bovenstaande analyse is het aannemelijk dat het plan ten uitvoer kan worden gebracht; de Wet natuurbescherming beïnvloedt de uitvoerbaarheid van het plan van de Hotels van Oranje te Noordwijk niet negatief.
Bij de uitvoering van de grondwerkzaamheden kunnen maatregelen worden genomen om te voorkomen dat (her)vestiging of (her)kolonisatie van beschermde soorten kan plaatsvinden, daarvoor kan het terrein regelmatig worden gemaaid, zodat er geen (natuurlijke) houtige beplanting kan groeien. Ook het vlak houden van het terrein kan de (her)vestiging van soorten tegengaan. Daarnaast is het dagelijks gebruik van het terrein een vorm van verstoring om (her)vestiging van beschermde soorten tegen te gaan. Echter verstoring mag alleen worden toegepast ter voorkoming van de (her)vestiging van soorten en niet ter bestrijding van al aanwezige soorten. Zo kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat de in de duingebieden aanwezige rugstreeppad (die namelijk aangetrokken wordt door grondwerkzaamheden) zich vestigt, door de werkzaamheden naadloos op elkaar te laten aansluiten en/of het plangebied voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden volledig af te schermen met antiworteldoek (hoogte 40-50 cm en 5 cm in de grond).
Tijdens werkzaamheden dient daarnaast rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Er wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron: website vogelbescherming).
Conclusie
Het aspect ecologie staat de uitvoering van het plan niet in de weg.
Toetsingskader
In het Besluit milieueffectgrapportage (m.e.r.) is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Ook wanneer de drempelwaarden niet worden overschreden moet het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten nagaan of mogelijk sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, zie aanleiding geven om een milieueffectrapport (MER) op te stellen. Daarbij moet worden gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:
In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig (bijlage C en D), projectmer-plichtig (bijlage C) of mer-beoordelingsplichtig (bijlage D) zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Onder deze drempelwaarden is een ontwikkeling niet rechtstreeks planmer-, projectmer of mer-beoordelingsplichtig.
Concreet voor deze situatie heeft de ontwikkeling betrekking op een ontwikkeling zoals genoemd in de D-lijst, categorie D 11.2 (stedelijk ontwikkelingsproject). Voor categorie D 11.2 gelden drempelwaarden voor een m.e.r.- beoordelingsplicht, deze drempelwaarden zijn:
1. 2.000 woningen of meer in een aaneengesloten gebied,
2. Oppervlakte van 100 hectare of meer,
3. Bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer.
De voorgenomen ontwikkeling blijft ruim onder de drempelwaarde.
Sinds 7 juli j.l. is een aanpassing van het Besluit m.e.r. in werking getreden. Hierin is geregeld dat ook voor projecten die zijn opgenomen in bijlage D, maar beneden de drempelwaarden vallen, een besluit moet worden genomen of een MER nodig is. In dat kader wordt afgewogen of het plan - ondanks dat het ruim onder de drempelwaarde blijft - mogelijk toch belangrijke negatieve milieueffecten heeft, op basis van de eerder genoemde omstandigheden. Dit is een “vormvrije” mer-beoordeling.
Toetsing
De ontwikkeling voorziet in de uitbreiding van Hotel Oranje met hotelkamers en de bouw van woonappartementen en diverse hotel-gerelateerde functies met een parkeervoorziening tussen de boulevards. Aan de Jan van Henegouwenweg en de Golfweg zal een woonappartementengebouw worden gerealiseerd. Deze ontwikkeling is gecombineerd met de afbraak van het Strandhotel, Strand Motel en Hotel Alwine aan de Jan van Henegouwenweg, garagebedrijf Van Rijn aan de Golfweg en met de sloop van duinvilla 'Klein Duimpje' aan de Parallel Boulevard.
Het plangebied ligt niet in een gevoelig gebied, zoals een Natura 2000-gebied of het Nederlands Natuurnetwerk (zie paragraaf 4.10). Tevens vindt de ontwikkeling plaats binnen stedelijk gebied. Te verwachten effecten hangen samen met effecten op het Natura 2000 (stikstofdepositie) door de met de ontwikkeling gepaard gaande verkeersaantrekkende werking. Als vormvrije m.e.r.-beoordeling is nagegaan of het project leidt tot nadelige effecten in de nabijgelegen Natura 2000-gebieden. In dat kader is een voortoets uitgevoerd, zie bijlage 23.
Conclusie
Gelet op de aard en omvang van het plan, de planlocatie en de kenmerken van de potentiële effecten kan op voorhand worden geconcludeerd dat er hiermee geen belangrijke negatieve milieugevolgen aan de orde zijn die een milieueffectrapportage rechtvaardigen. Bij de besluitvorming over het ontwerpbestemmingsplan is door de gemeenteraad tevens vastgesteld dat geen milieueffectrapportage nodig is. Dit besluit is bijgevoegd in bijlage 37.
In 2014 is door Van Zanten raadgevende ingenieurs B.V. (ZRi) een windhinderonderzoek (zie bijlage 32) uitgevoerd. Doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in het te verwachten windklimaat in de nieuwe situatie en met name de veranderingen in het windklimaat ten opzichte van de huidige situatie. ZRi heeft het onderzoek naar het windklimaat uitgevoerd door middel van CFD (computational fluid dynamics). Bijlage 31 bevat de uitgangspunten van het onderzoek.
Het huidige ontwerp betreft een model dat gedateerd is op 29 mei 2018. In 2016 waren er echter ook al enkele wijzigingen ten opzichte van het ontwerp dat is gebruikt voor de windhinderstudie in 2014. Naar aanleiding van deze wijzigingen in het ontwerp in 2016 is de invloed hiervan op het windklimaat ingeschat ten opzichte van de berekende situatie in 2014 (zie bijlage 33). Van de verschillende gewijzigde elementen wordt de invloed als volgt ingeschat:
In juni 2018 is wederom gekeken wat de invloed is van de laatste wijzigingen in de planvorming op het windklimaat en de resultaten van het windhinderonderzoek uit 2014. Voor een deel is de invloed van deze wijzigingen al ingeschat in 2016. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in bijlage 47.
Bij de woningen achter het hotel bleek uit het onderzoek in 2014 dat het windklimaat verbetert. Dit is te verklaren door de hogere bebouwing die meer wind tegenhoudt en afremt. Het verhogen van de gootlijn van het ene bouwblok en het verbreden van het andere bouwblok maakt deze afscherming groter en daarmee gunstiger voor het windklimaat.
Aan de zijde van het Schuitengat is het ontwerp sinds 2014 nauwelijks veranderd, waarmee ook niet wordt verwacht dat het windklimaat hier verandert ten opzichte van de studie uit 2014. In het geheel wordt verwacht dat het windklimaat na de wijzigingen niet substantieel afwijkt van de situatie zoals in 2014 is berekend. Lokaal zullen wel kleine verschillen optreden. Deze verschillen zijn, naar verwachting, echter gering.
Voor het bepalen van de windsnelheden die optreden is gebruik gemaakt van een rekenpakket voor computational fluid dynamics (CFD) waarmee stromingen van massa, volume en energie kunnen worden gesimuleerd. Onderdeel van dit pakket is een 3D modelleer programma waarmee een model wordt gemaakt van de stedelijke omgeving met alle randvoorwaarden, zoals de ruwheid en het windprofiel. Omdat bij windsimulaties er geen randvoorwaarden zijn die variëren over de tijd, zijn 12 tijds- onafhankelijke simulaties uitgevoerd, voor 12 windrichtingen, conform NEN 8100.
Toetsingskader
Hinder van wind is uiteraard afhankelijk van de windsterkte en -richting, maar ook van de activiteiten dien men op dat moment onderneemt. Om die reden worden de eisen aan windhinder onderverdeeld in drie categorieën van activiteiten, namelijk Doorlopen (trottoirs, voetpaden enz.), Slenteren (pleinen, winkelpromenades) en Langdurig zitten (bijv. terrassen).
Windhinder is geen enkele situatie geheel uit te sluiten. Bij harde wind of storm is windhinder onvermijdelijk. Om die reden worden de eisen aan windhinder gekoppeld aan een overschrijdingskans (in procenten van het aantal uren per jaar) dat de windsnelheid boven een zekere drempelwaarde uitkomt. Deze drempelwaarde is in NEN 8100 vastgesteld op 5,0 m/s. Dit beoordelingscriterium komt globaal overeen met een windkracht van 4 Beaufort en hoger.
Toetsingskader is dat loopkwaliteit op de openbare wegen en trottoirs kan worden gegarandeerd en nergens windgevaar optreedt, mits dit in de huidige situatie ook het geval is. Indien in de huidige situatie een overschrijding optreedt, geldt de huidige waarde als eis.
Onderstaand figuur 4.5 geeft zowel toetsingsgebied voor de windstudie weer als de resultaten van de vergelijking van de bestaande situatie met de nieuwe situatie. Lichtblauw is het gebied bestemd voor doorlopen, donkerblauwe is slenteren en groen is verblijven.
Figuur 4.5 Vergelijking windklimaat oude situatie en nieuwe situatie
Resultaten en conclusie
De resultaten van het onderzoek naar het windklimaat zijn, samengevat, als volgt:
Om inzichtelijk te maken wat de schaduwwerking van de planontwikkeling is, is een schaduwstudie uitgevoerd, zie bijlage 38 en bijlage 39. De schaduwstudie omvat alle seizoenen met tijdsintervallen van 3 uur. In de winter staat de zon het laagst, in de zomer het hoogst. Voor- en najaar zijn hetzelfde; de zon staat dan tussen het laagste en hoogste punt in. De schaduwstudie bevat een vergelijking van de nieuwe situatie met de huidige feitelijke situatie en een vergelijking van de nieuwe situatie met de huidige planologische mogelijkheden.
Toetsingskader
Er bestaan in Nederland geen formele wettelijke normen en eisen ten aanzien van de bezonning voor bebouwing. Om te bepalen of effecten voor de omgeving evenredig of onevenredig zijn wordt over het algemeen aangesloten bij de bezonningsnormen van het TNO. Een gebouw voldoet aan de lichte norm wanneer er gedurende twee uren per etmaal bezonning mogelijk is in de periode van 19 februari tot en met 21 oktober. Daarbij is het geen vereiste dat de bezonning aansluitend plaatsvindt. Om te voldoen aan de strenge norm moet er in de periode van 21 januari tot en met 22 november bezonning mogelijk zijn gedurende drie uren per etmaal. Ook hierbij is het geen vereiste dat de bezonning aansluitend plaatsvindt.
Hotel en Residence Oranje
Uit de schaduwstudie blijkt dat in voor- en najaar vanaf ca. 18:00 uur er meer schaduw over met name de aangrenzende woningen aan de Parallel Boulevard en op de hoek Parallel Boulevard/Quarles van Uffordtstraat valt ten opzichte van de huidige feitelijke situatie. In de huidige situatie liggen die woningen nog in de zon tussen 18:00 uur en 21:00 uur omdat de zon nog over en langs de lagere en verder liggende bestaande bebouwing van Hotels van Oranje schijnt. Als gekeken wordt naar de huidige planologische situatie, wordt zichtbaar dat rond 18:00 uur de schaduw de betreffende woningen ook al bijna raakt. De Golfflat komt één of twee uur eerder op de avond in de schaduw te liggen. Het effect op de Parallelflat is beperkt.
In de zomer begint het schaduwwerpend effect van de nieuwbouw ook rond 18:00 uur. Dit effect treedt met name op bij de pal tegenover liggende woningen aan de Parallel Boulevard. De schaduwen zullen met name in huis te merken zijn, omdat de achtertuinen van die woningen al in de schaduw van de eigen woning liggen. Het effect op de Parallelflat is beperkt.
In de winter is er nagenoeg geen effect, omdat door de lange schaduwen en de huidige hoge bebouwing er al veel schaduw is.
Jan van Henegouwen
In alle seizoenen blijkt dat de schaduwwerking beperkt is. Dit komt door de situering van de huidige hoge bebouwing aan de Jan van Henegouwenweg.
Conclusie
Er zal beperkt meer schaduw zijn door de voorgenomen ontwikkeling. Enige toename van schaduw in een stedelijke omgeving is acceptabel en valt binnen de TNO normen, omdat er nog voldoende bezonning mogelijk is. De resultaten van de schaduwstudie geven geen aanleiding om te concluderen dat er geen sprake meer is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de planregels. De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Voor de ontwikkeling van de locatie is een volledig bouwplan uitgewerkt. Hierover is met omwonenden en overige belanghebbenden uit de directe omgeving uitvoerig overleg gevoerd. Omdat het bouwplan bekend is, hierover ook met de wijkvereniging overeenstemming is bereikt, en ook het vigerende bestemmingsplan Zeewaardig een hoge mate van detaillering kent, is gekozen voor een specifieke bestemmingsregeling met aanduidingen van de bouwgrenzen en bouwhoogten op de verbeelding.
De keuze voor de bestemming Gemengd is bepaald op grond van de huidige bestemmingsregeling. In het vigerende bestemmingsplan Zeewaardig is de bestemming Gemengd - 2 toegekend. Omdat met het voorliggende bestemmingsplan wordt voorzien in specifieke bouw- en gebruiksmogelijkheden voor de voorgenomen ontwikkelen is gekozen voor de bestemming Gemengd – 3.
Het bestemmingsplan voorziet in een directe titel voor het bouwplan.
In dit hoofdstuk zijn de begrippen en wijze van meten conform SVBP2012 opgenomen. Artikel 1 van de planregels definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen. De begrippen “horeca” en “peil” worden hieronder nader toegelicht. Daarnaast is het artikel "Wijze van meten” opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden.
Horeca
In de definitiebepaling van horeca worden zes verschillende horeca categorieën onderscheiden. Voor de volledigheid zijn alle benoemde categorieën genoemd, maar de horecabedrijven onder categorie 1: lichte, aan detailhandel gerelateerde horeca, zoals broodjeszaken en ijssalons en categorie 4: bar-dancing of dancing (discotheek) zullen in dit gebied niet mogen worden gevestigd. De andere categorieën zijn wel toegelaten: Categorie 2 betreft horeca in de vorm van een restaurant of cafetaria. Categorie 3 betreft een café/bar. Categorie 5 betreft horecazaken in de vorm van zaalaccommodaties en congresruimtes. Categorie 6 heeft ten slotte betrekking op hotels.
Binnen de categorieën congresruimtes en hotels horen eet- en drinkgelegenheden voor de gasten. Deze restaurants en cafés/bars zijn niet openbaar toegankelijk en maken deel uitmaken van het hotel en/of het congrescentrum.
Peil
Als gevolg van het hoogteverschil in het plangebied is er voor gekozen om het peil van de gebouwen te relateren aan een vast punt ten opzichte van N.A.P. Voor het gebied tussen de Koningin Wilhelmina Boulevard en de Parallel Boulevard is het peil gerelateerd aan het punt ter plaatse van de voet van de Vuurtoren op de promenade van de Koningin Wilhelmina Boulevard. Dit punt ligt op 10,28 m +N.A.P.
Het peil voor de nieuwe appartementen aan de Jan van Henegouwenweg is gerelateerd aan de huidige hoogte van de drempel van het Strandhotel aan de Parallel Boulevard. In de overeenkomst met de wijkvereniging is namelijk afgesproken dat de begane grond vloer van de nieuwbouw op dezelfde hoogte zal liggen. Dit punt bevindt zich op 7,40 m +N.A.P., waarbij een marge van 10 cm naar boven mag worden aangehouden. Het peil is definitief 7,20 m +N.A.P. geworden, lager en gunstiger dan was besproken.
Voor beide aparte peilgebieden is op de verbeelding een specifieke aanduiding opgenomen. Voor het eerste peilgebied aan de Koningin Wilhelmina Boulevard is dit 'specifieke bouwaanduiding – 1'; het tweede peilgebied aan de Jan van Henegouwenweg is met 'specifieke bouwaanduiding – 2' aangeduid.
De hoogtematen van gebouwen en bouwwerken zijn aan deze punten gerelateerd en voor de afleesbaarheid van de hoogtematen in het terrein zijn twee dwarsdoorsneden van het gebied opgenomen in bijlage 34 en 35 van de plantoelichting zodat er duidelijkheid is over de hoogte.
Tenslotte is op afbeelding 5.1 een schematische dwarsdoorsnede met hoogtematen opgenomen waardoor deze in de regeling beter afleesbaar zijn.
Gemengd – 3
In het bestemmingsplan is, zoals gezegd, gekozen voor de nieuwe bestemming Gemengd-3 omdat het hier specifieke bouw- en gebruiksmogelijkheden betreft die alleen voor de ontwikkeling en het gebruik van deze gronden zijn opgesteld. De vigerende regeling (Gemengd-2) voorzag daar onvoldoende in. De belangrijkste verschillen tussen de regeling in Gemengd-2 en Gemengd-3 zijn:
De horeca-activiteiten van categorie 2 en 3 zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond.
Facilitaire functies die dienen ter ondersteuning van deze horeca-activiteiten, zoals garderobe, keuken, toiletten zijn wel toegelaten op de verdiepingen of in de kelder. Detailhandel is in de bestemming Gemengd-3 niet toegestaan.
Van amusement, casino of muziekcafé is hier geen sprake. Het betreft hier horeca waar voedingsmiddelen voor derden worden bereid met beperkte invloed op het milieu en waarbij op grond van het Activiteitenbesluit (categorie B) melding moet worden gedaan.
Binnen de bestemming Gemengd – 3 is een ondergrondse (al dan niet deels openbare) parkeergarage toegelaten die deels boven maaiveld mag uitsteken. De bewoners van de appartementen zullen een eigen afdeling (tweede parkeerlaag) in de parkeergarage krijgen met autoboxen. De parkeergarage zal verder worden benut door de bezoekers van Hotel Oranje en indien er ruimte is mogelijk ook door overige bezoekers van Noordwijk aan Zee.
Ten slotte zijn binnen de bestemming Gemengd - 3 alleen woningen toegestaan in het gedeelte ten noorden van het Schuitengat. Deze gronden hebben de specifieke aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – residence ' gekregen. De woningen mogen hier uitsluitend op de verdieping worden gerealiseerd, maar bergingen, entrees, opgangen en trappenhuizen behorende bij de woningen zijn ook op de begane grond en in de (parkeer-)kelder toegestaan. Alleen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is wonen ook toegelaten op de begane grond. Het betreft hier de locatie aan de noordzijde van het complex, grenzend aan het Vuurtorenplein. Bij de woningen zijn aan huis-verbonden-beroepen en –bedrijven toegestaan. Hiervoor is in de bestemmingsregeling een specifieke bepaling opgenomen.
De goot- en bouwhoogten voor de bouwvlakken zijn gerelateerd aan nauwkeurig bepaalde peillocaties: ten behoeve van Hotel en Residence Oranje is dat de locatie voor de Vuurtoren op de promenade van de Koningin Wilhelmina Boulevard en ten behoeve van de appartementen aan de Jan van Henegouwenweg ter plaatse van de drempel van de huidige vooringang van het Strandhotel aan de Parallel Boulevard.
Bouwregels
Hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Een uitzondering hierop betreft de ondergrondse parkeergarage; deze mag ook buiten het bouwvlak worden gebouwd, maar alleen op gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'parkeergarage'. Ondergrondse verbindingen zijn ook toegestaan buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - verbinding'. Verder mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – domein' kleine gebouwen, zoals kiosken, paviljoens en follies, en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd.
Enkele bouwregels zijn met specifieke aanduidingen op de verbeelding weergegeven.
Het betreft hier:
Figuur 5.1 dwarsdoorsnede parkeergarage met hoogtematen
De maximale goot- en bouwhoogten zijn met precisie bepaald op basis van het definitief ontwerp van de gebouwen en worden op de verbeelding weergegeven. De architectonische complexiteit van het ontwerp die past bij de Noordwijkse stijl met soms terrasvormige opbouw en terugliggende delen van het gebouw, zoals loggia's, heeft geleid tot een patroon van hoogtelijnen voor het aanduiden van de verschillende verdiepingen van de gebouwen. In het midden van de gebouwen staat tevens voor het hoogste punt de maximale (nok)hoogte vermeld.
De exacte hoogtematen zijn gerelateerd aan het peil (10,28 +NAP) en naar boven afgerond op halve en hele meters.
Specifieke gebruiksregels
In de planregels is het maximum aantal hotelkamers en appartementen vastgelegd. Tevens is het maximum vloeroppervlak ten behoeve van de horeca categorieën 2, 3 en 5 vastgelegd. Deze aantallen liggen ten grondslag aan de berekening van de parkeerbehoefte. De vermelde aantallen en oppervlakken mogen overigens worden gewijzigd, met uitzondering van het aantal woningen, indien dit niet leidt tot een hogere parkeerbehoefte. Als dit wél het geval is, dient een aparte omgevingsvergunning aangevraagd te worden.
Door middel van specifieke functieaanduidingen zijn de volgende planeigenschappen in de regeling opgenomen:
Voor de berekening van de parkeerbehoefte wordt gebruik gemaakt van de normen voor het parkeren die in bijlage 1 van de regels staan. Deze parkeernormen worden toegepast op de 'feitelijke gebruiksoppervlakte' van de betreffende functie, zoals beschreven in paragraaf 4.2 van deze plantoelichting.
Ten slotte zijn enkele voorwaardelijke verplichtingen opgenomen. De eerste voorwaardelijke verplichting houdt in dat het aantal parkeerplaatsen dat nodig is voor de horeca-activiteiten en de woonfunctie gerealiseerd en in stand moet worden gehouden in de ondergrondse parkeergarage. Daarnaast is opgenomen dat er ten minste 500 parkeerplaatsen in totaliteit worden aangelegd binnen de bestemming. Met voorgenoemd aantal wordt bovenop het voor het plan noodzakelijke aantal parkeerplaatsen een overschot van ca. 175 parkeerplaatsen gerealiseerd, onder andere bedoeld om (in de toekomst) te kunnen voorzien in eventuele functiewijzigingen en bouwplannen binnen de locatie. Deze parkeerplaatsen behoren bij het hotel, de exploitant kan er voor kiezen deze parkeerplaatsen beschikbaar te stellen ten behoeve van openbare parkeerplaatsen, maar dat is geen verplichting op basis van het bestemmingsplan. Het is aan de eigenaar te bepalen of en hoe de parkeerplaatsen gebruikt of geëxploiteerd worden binnen de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Na realisatie geldt er dan ook geen instandhoudingsplicht voor dit overschot. Als (een deel van) het overschot van parkeerplaatsen gebruikt wordt t.b.v. extra parkeergelegenheid die noodzakelijk is in verband met een functiewijziging of bouwplan binnen het plangebied, dan vallen die parkeerplaatsen wél onder de eerder genoemde instandhoudingsplicht. Verder is het gebruik als parkeergarage uitsluitend toegestaan indien een geluidswerende voorziening wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden zolang een geluidsgevoelige functie is toegelaten op het naastgelegen perceel Vuurtorenplein 47. Vanuit het oogpunt van voorkomen van overlast voor de omgeving en de borging van een goed woon- en leefklimaat is de voorwaardelijke verplichting opgenomen dat de laad- en losfaciliteiten inpandig gerealiseerd dienen te worden.
Daarnaast is een faseringsbepaling opgenomen. Het bestemmingsplan wordt met toepassing van de coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 Wro voorbereid en vastgesteld tegelijkertijd met de verlening van een omgevingsvergunning voor het gehele project. Het uitgangspunt is dat de werkzaamheden zoals opgenomen in deze omgevingsvergunning ook als zodanig worden uitgevoerd. Wel is een faseringsregeling opgenomen. De regeling voorkomt dat het appartementengebouw direct ten noorden van het Schuitegat wordt gerealiseerd en de uitbreiding van het hotel/congresdeel (Hotel Oranje) niet, hetgeen vanuit stedenbouwkundig en programmatisch opzicht onaanvaardbaar wordt geacht. Tot slot geldt er een voorwaardelijke verplichting waarmee is geborgd dat het bouwen en/of gebruiken van woningen uitsluitend is toegestaan indien voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder of de hoogst toelaatbare geluidsbelasting ingevolge het hogere waardenbesluit.
Indien niet aan één van de voorwaardelijke verplichtingen wordt voldaan is sprake van een met de bestemming Gemengd – 3 strijdig gebruik.
Verkeer
De gronden van de Koningin Wilhelmina Boulevard, het Schuitengat en een deel van de Parallel Boulevard zijn bestemd als Verkeer. De hiervoor aangewezen gronden zijn bestemd voor wegverkeer voor ten hoogste twee rijstroken, wijkontsluitingswegen, woonerven, voet- en fietspaden, kruisende infrastructuur en alle bij die bestemming horende voorzieningen, bijvoorbeeld parkeervoorzieningen of wind- of geluidwerende voorzieningen.
Binnen de verkeersbestemming zijn ook terrassen toegestaan waar de bestemming Verkeer grenst aan horecabedrijven binnen de bestemming Gemengd. Ook is een regeling opgenomen voor evenementen. Hierbij zijn kleine evenementen zonder meer toegestaan binnen de bestemming, voor middelgrote en grote evenementen zijn locaties aangewezen in de regels. In de begripsbepaling van evenement zijn de kleine, middelgrote en grote evenementen gedefinieerd.
Wonen - 1
Het appartementencomplex aan de Jan van Henegouwenweg/Golfweg heeft de bestemming Wonen -1. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan met aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven. Het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep en bedrijf is toegestaan onder een aantal voorwaarden die in de planregels staan opgesomd. Daarnaast is een (ondergrondse) parkeergarage toegestaan van maximaal 1 laag.
De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. In het bestemmingsplan zijn de maximale goot- en bouwhoogte vastgelegd. De ondergrondse parkeergarage mag ook buiten het bouwvlak worden gebouwd wanneer de gronden zijn voorzien van de nadere aanduiding 'parkeergarage' en deels boven maaiveld uitsteken. De in- en uitgang van een parkeergarage dient te worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer in – uitrit'.
Tevens mogen buiten het bouwvlak overige bouwwerken worden gebouwd.
In de bestemming Wonen-1 is middels een voorwaardelijke verplichting geborgd dat parkeerplaatsen voor bewoners in de parkeergarage moeten worden gerealiseerd. Parkeerplaatsen voor bezoekers mogen ook op maaiveld aangelegd worden. Ook geldt hier de voorwaardelijke verplichting dat het bouwen en/of gebruiken van woningen uitsluitend is toegestaan indien voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder of de toelaatbare geluidsbelasting ingevolge het hogere waardenbesluit.
Waarde – Archeologie - 3
In het archeologisch onderzoek, zoals beschreven in paragraaf 4.8, zijn de gronden betrokken die bij deze planontwikkeling zijn betrokken. Op 27 maart 2014 heeft de regioarcheoloog in Katwijk geadviseerd op het IDDS-rapport 1630 dat is door vertaald in dit bestemmingsplan. Op basis van de rapportage zijn de verwachtingen voor zowel de jonge duinen als het onderliggende landschap naar laag bijgesteld. De archeoloog heeft daarom geadviseerd geen dubbelbestemming archeologie op te nemen in het bestemmingsplan. De openbare gronden, die in het bestemmingsplan de bestemming Verkeer hebben gekregen zijn echter buiten dit onderzoek gelaten. Dit betekent dat deze gronden dus niet zijn vrijgegeven ten aanzien van de archeologische waarde ter plaatse. Op deze gronden is daarom op de verbeelding toch nog de dubbelbestemming Waarde – Archeologie - 3 opgenomen. Ter bescherming van de archeologische waarde zijn ter plaatse niet direct bouwwerken of werkzaamheden toegestaan. Deze zijn uitsluitend na verlening van een omgevingsvergunning toegestaan. Voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning dient door middel van een archeologisch onderzoek te worden aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn of worden geschaad.
Waterstaat – Waterkering
Ten behoeve van de waterkerende functie van de duinen en de boulevard is de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering opgenomen. Binnen deze bestemming mogen in principe geen bouwwerken worden gebouwd. Bouwen binnen deze dubbelbestemming is uitsluitend toegestaan indien het waterstaatbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Waterstaat - Ondergrondsbouwen
De regeling in de dubbelbestemming 'Waterstaat - Ondergrondsbouwen' voorkomt dat zonder grondwateronderzoek te diep wordt gebouwd en daarmee de grondwateroverlast in Noordwijk kan toenemen.
Dit hoofdstuk bevat de antidubbeltelregel, algemene bouwregels, en overige regels en werking wettelijke regelingen. In de algemene gebruiks- en bouwregels zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot parkeren. Het eerste standaardartikel is bindend voorgeschreven voor ieder bestemmingsplan.
In vervolg op de gemaakte afspraak met de omgeving is afgezien van een gangbare afwijkingsmogelijkheid van 10% op de in het bestemmingsplan aangegeven maten.
In artikel 3.2.1 Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan. In de slotregel wordt de citeerwijze van de regels van het plan voorgeschreven.
Het project wordt op particulier initiatief gerealiseerd. De kosten in verband met de realisatie van het project zijn dan ook voor rekening van de initiatiefnemer. De kosten voor het volgen van de procedure zullen via de gemeentelijke legesverordening aan de initiatiefnemer worden doorberekend. Het bouwproject wordt gefinancierd uit eigen middelen van de initiatiefnemer.
Artikel 6:12, lid 2 geeft aan dat de gemeenteraad kan besluiten géén exploitatieplan vast te stellen indien:
In onderhavige situatie wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden, omdat het kostenverhaal van het project geregeld zal worden in een anterieure overeenkomst.
Voorgeschiedenis en motie 'Kaders'
In 2010 is gestart met de ontwikkeling van plannen voor de vergroting van Hotel Oranje, het verder uitbouwen van de congresfunctie met een 'Noordwijk International Convention Center' (NICC) en de realisering van 'Residence Oranje', een hoogwaardig appartementengebouw. Een in 2012 gepresenteerd stedenbouwkundig plan leidde vooral vanwege de hoogte (circa 15 bouwlagen) en massaliteit van de bebouwing ten noorden van het Schuitengat (circa 40.000 m2) tot veel protesten vanuit de omwonenden. Hierop is het plan in november 2012 ingetrokken.
Op 27 februari 2013 zijn door de gemeenteraad 'kaders' vastgesteld waaraan een nieuw bouwplan moet voldoen. Hierop volgend overleg tussen het College van B&W en Hotels van Oranje heeft geleid tot een 'Gezamenlijke verklaring' van Burgemeester en Wethouders en Hotels van Oranje d.d. 27 maart 2013. Beider doel is om te komen tot een passende bouw ontwikkeling die recht doet aan de noodzakelijke kwaliteitsslag voor de Koningin Wilhelmina Boulevard.
Afgesproken is om gezamenlijk te komen tot een plan op basis van de vastgestelde 'kaders', waarbij gestreefd wordt naar een zo breed mogelijk maatschappelijk gedragen planontwikkeling en waarbij het realiseren van 10 bouwlagen die in de vastgestelde kaders werd toegestaan, geen doel op zich is.
Tijdens de raadsvergadering van 28 maart 2013 is vervolgens unaniem een motie aangenomen waarin is uitgesproken dat de 'Gezamenlijke verklaring' wordt ondersteund, en waarin het College van B&W wordt opgedragen met Hotels van Oranje te komen tot een zo breed mogelijk maatschappelijk gedragen planontwikkeling op basis van de vastgestelde kaders van februari 2013.
Breed maatschappelijk draagvlak
Om te komen tot een zo breed mogelijk maatschappelijk gedragen planontwikkeling is Hotels van Oranje voorafgaand aan en tijdens de planvorming in overleg getreden met diverse maatschappelijke organisaties.
Totaal zijn er enkele tientallen overlegsessies geweest. Dit intensieve proces met een open dialoog heeft geleid tot veel aanpassingen en een grote mate van bekendheid met de inhoud van dit project, welke zal bijdragen aan een breed draagvlak.
Uiteindelijk heeft dit (onder andere) geleid tot:
Voor het overzicht van de ontwikkeling van het plan, het overleg met de maatschappelijke organisaties, de aanpassingen aan het plan en de besluitvorming ter zake wordt verwezen naar bijlage 36.
Na het uitgebreide voorbereidend proces is voorliggend bestemmingsplan opgesteld. Het bestemmingsplan is als voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de diverse overlegpartners. Deze zijn gedurende 6 weken in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven. Tevens is het voorontwerpbestemmingsplan gedurende 10 weken ter inzage gelegd, waarbij belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld een inspraakreactie in te dienen.
Deze opmerkingen en inspraakreacties hebben geleid tot de Nota van Beantwoording van 7 april 2016. Op 7 april 2016 heeft de gemeenteraad de formulering van de ruimtelijke kaders op onderdelen aangescherpt en aangepast (zie bijlage 3), na kennisneming en beoordeling van de inspraakreacties (zie bijlage 2). De inhoud van de nieuwe kaders is verwerkt in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
Het ontwerpbestemmingsplan 'Hotel en Residence Oranje' heeft van 28 maart tot en met 8 mei 2018 ter inzage gelegen. Op dinsdag 10 april was er een inloopavond. Omdat sprake is van een gecoördineerde procedure lagen tegelijkertijd het ontwerpbesluit hogere grenswaarde en de ontwerpomgevingsvergunning ter inzage. Gedurende de termijn zijn er negen zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen worden inhoudelijk behandeld in de Nota van Beantwoording, bijlage 48. Naar aanleiding daarvan is een aantal wijzigingen aangebracht, die ook beschreven staan in de Nota van Beantwoording.
Een bestemmingsplan is voor de gemeente een belangrijk instrument om haar ruimtelijk beleid vorm te geven. Door middel van een combinatie van positieve bestemmingen en het uitsluiten van bepaalde activiteiten en functies kan sturing plaatsvinden van gewenste en ongewenste ontwikkelingen. Een belangrijk aspect hierbij is de handhaving en het toezicht op de naleving van het bestemmingsplan. Deze handhaving is van cruciaal belang om de in het plan opgenomen ruimtelijke kwaliteiten ook op langere termijn daadwerkelijk te kunnen vasthouden. Daarnaast is de handhaving van belang uit een oogpunt van rechtszekerheid: alle bewoners en gebruikers dienen door de gemeente op eenzelfde wijze daadwerkelijk aan het plan worden gehouden.
In dit bestemmingsplan is daarom allereerst gestreefd naar een zo groot mogelijke eenvoud van in het bijzonder de regels.
Hoe groter de eenvoud (en daarmee de toegankelijkheid en leesbaarheid), hoe groter in de praktijk de mogelijkheden om toe te zien op de naleving van het plan. Hoe minder knellend de regels zijn, hoe kleiner de kans dat het met de regels wat minder nauw wordt genomen. In de praktijk worden op de lange duur immers ook alleen die regels gerespecteerd waarvan door de betrokkenen de noodzaak en de redelijkheid wordt ingezien.
In de bouwregels zijn maten opgenomen die van toepassing zijn op gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Te realiseren gebouwen en andere bouwwerken moeten voldoen aan deze maatvoering, zo niet, dan kan het college van burgemeester en wethouders geen omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen.
Gebruiksregels worden opgenomen om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken en ongewenste ontwikkelingen uit te sluiten. Toetsing aan de gebruiksregels is aan de orde bij functiewisseling of nieuwvestiging.
De doelstellingen van het ruimtelijke beleid kunnen slechts verwezenlijkt worden, indien de regels van het bestemmingsplan worden nageleefd. De gemeente dient op de eerste plaats zelf haar regels na te leven en vervolgens dient de gemeente er zorg voor te dragen dat anderen deze regels naleven.
In het kader van het wettelijke vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland. De opmerkingen en reacties zijn verwerkt in de Nota van Beantwoording van 7 april 2016.
Op 7 april 2016 heeft de gemeenteraad tevens de formulering van de ruimtelijke kaders op onderdelen aangescherpt en aangepast (zie bijlage 3), na kennisneming en beoordeling van de inspraakreacties op het voorontwerpbestemmingplan in september 2015 (zie bijlage 2).