direct naar inhoud van 6.2 De regels
Plan: Landelijk Gebied Weesp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0457.BP0200LG-oh01

6.2 De regels

In de volgende paragrafen is een toelichting opgenomen van de in de regels opgenomen bestemmingen.

6.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen
In dit artikel worden de begrippen nader omschreven die gebruikt worden in de regels. Dit voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.

Artikel 2 Wijze van meten
In dit artikel wordt beschreven op welke wijze de in de regels voorgeschreven maatvoeringen gemeten moeten worden.

6.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De regels in verband met de bestemmingen kennen een min of meer gelijke opbouw en bestaan in ieder geval uit een bestemmingsomschrijving en bouwregels. Voor een aantal bestemmingen zijn daarbij bijzondere gebruiksregels opgenomen en/of een afwijkingsbevoegdheid dan wel wijzigingsbevoegdheid.

De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Hierin is een omschrijving opgenomen van de functies, die binnen de bestemming zijn toegestaan (het gebruik). In een aantal gevallen is een specificering opgenomen van de toegestane functie, die correspondeert met een functieaanduiding op de verbeelding.

De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om een omgevingsvergunning.

In dit bestemmingsplan worden de volgende bestemmingen gebruikt:

Artikel 3 Agrarisch met waarden

Basis voor dit artikel zijn de bestaande agrarische gebruiks- en bouwmogelijkheden op grond van de vigerende bestemmingsplannen. Deze gronden zijn bestemd voor agrarische activiteiten alsmede de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden. Binnen deze bestemming komt een aantal specificaties voor zoals glastuinbouw, intensieve neventakken, paardenhouderijen en kinderopvang. Daarnaast is binnen deze bestemming aangegeven dat op elk bouwvlak een bedrijfswoning is toegestaan , dan wel het vergunde aantal ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan op het perceel aanwezig zijn of mogen worden opgericht op grond van artikel 32.5 (bestaande maten). De bedrijfswoningen staan niet meer op de verbeelding aangegeven. Een uitzondering hierop zijn de bouwvlakken waar de bedrijfswoning inmiddels als burgerwoning in gebruik is door derden en de bedrijfsvoering op het overige deel van het bouwvlak gewoon doorgaat. Momenteel is dat slechts voor 4 percelen in het plangebied aan de orde. Wanneer sprake is van een dergelijk gebruik is de woning op het perceel aangeduid als 'plattelandswoning' en zijn verder geen bedrijfswoningen meer toegestaan.

Met het opnemen van de aanduiding 'plattelandswoning' op de betreffende woning is het gebruik van de woningen als burgerwoning gelegaliseerd maar dienen de gebruikers te accepteren dat de belangen van aanwezige (agrarische) bedrijven boven het woonklimaat van het betreffende perceel gaat.

Bouwen is uitsluitend op de bouwvlakken toegestaan. Dat geldt in beginsel ook voor paardenbakken. Bouwen buiten het bouwvlak is onder strikte voorwaarden mogelijk na afwijking. De afwijkingsregels geven ook de mogelijkheid voor een grotere goot- en bouwhoogte en een andere afdekking van de bedrijfswoning.

Het bouwen buiten het bouwvlak kan via een afwijking slechts als sprake is van agrarische noodzaak om de bestaande bedrijfsbebouwing uit te breiden en het bestaande bouwvlak daar onvoldoende ruimte voor biedt. Onder agrarische noodzaak wordt ook het dierenwelzijn verstaan.

Via een wijzigingsbevoegdheid is het wel mogelijk de vorm van het bouwvlak, zoals op de verbeelding weergegeven te veranderen als dat voor de bedrijfsvoering beter uitkomt. Een belangrijke voorwaarden is dat het oppervlak van het bouwvlak niet mag worden vergroot. Alle waarden in en om de gronden moeten in acht worden genomen.

Op de bouwvlakken is het toegestaan, onder voorwaarden, niet agrarische-nevenactiviteiten te ontplooien zoals kleinschalige bedrijvigheid, zorgfuncties, paardenpensions en kleinschalige dag- en verblijfsrecreatieve functies. Deze functies dienen in principe in bestaande bebouwing te worden uitgeoefend en mogen een oppervlakte van ten hoogste 650 m2 beslaan. Wanneer de bestaande bedrijfsgebouwen niet toereikend zijn, mag in totaal maximaal 500 m2 aan nieuwe bebouwing worden gerealiseerd ten behoeve van de nevenactiviteit. De enige beperking is dat de nevenactiviteit dan volledig in de nieuwe bebouwing dient plaats te vinden.

Ten aanzien van het agrarisch gebruik is het toegestaan teeltondersteunende voorzieningen te bouwen. Dat kan slechts op de gronden met de aanduiding 'glastuinbouw'. Deze voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan als niet meer dan 20% van het grondoppervlak hiermee wordt bebouwd en als de aanwezige waarden hiervan geen hinder ondervinden.

Productiegebonden detailhandel is toegestaan op agrarische bedrijven tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2. Voor bedrijven op de gronden met de aanduiding 'glastuinbouw' geldt een uitzondering tot 500 m2.

Vanwege de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden is in deze bestemming een vergunningenstelsel opgenomen om deze waarden te beschermen, in stand te houden dan wel verder te ontwikkelen (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden). Zonder een dergelijke vergunning is het niet toelaatbaar bepaalde werken en werkzaamheden uit te voeren.

Voor het vergroten van de gebruiksmogelijkheden van de agrarische gronden zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor het realiseren van een tweede bedrijfswoning, het veranderen of vergroten van het bouwvlak, de bouw van een gezamenlijke mestopslag en het toekennen van de bestemming Wonen. Voor alle voorkomende wijzigingsbevoegdheden zijn voorwaarden gesteld.

In de bestemming Agrarisch met waarden komen ook cultuurhistorische elementen voor. Deze hebben de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gekregen. Het slopen van deze elementen is niet zondermeer toegestaan. Hiervoor dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd. Bij het eventueel heroprichten van bebouwing op deze gronden, na sloop, is de oorspronkelijke verschijningsvorm maatgevend.

Artikel 4 Bedrijf

Op de gronden met de bestemming Bedrijf zijn niet-agrarische bedrijven gevestigd. De agrarische loonbedrijven zijn binnen deze bestemming apart aangeduid, evenals het voorkomende kantoor. Bij ieder bestaand bedrijf is een bedrijfswoning toegestaan, al dan niet met een aan huis gebonden beroep of bedrijf.

Gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan en deze mogen volledig worden bebouwd. Bedrijfsgebouwen zijn toegestaan tot 10 meter met een goothoogte van 6 meter, overeenkomstig de bestaande bouwmogelijkheden op grond van de vigerende bestemmingsplannen.

Voor de gronden met de bestemming Bedrijf is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming onder voorwaarden te kunnen veranderen naar Wonen.

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorzieningen

De nutsvoorzieningen in het plangebied vallen onder de bestemming Bedrijf-Nutsvoorzieningen. De bestaande bouw- en gebruiksrechten zijn hierin opgenomen. Het gemaal op de hoek 's-Gravenlandseweg en de Keverdijk is apart aangewezen.

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

Voor fort Uitermeer is een bestemming Cultuur en ontspanning opgenomen. Binnen deze bestemming zijn diverse functies mogelijk gericht op cultuur , training en natuur. Het behoud en de ontwikkeling van de aanwezige en potentiƫle waarden staan daarnaast in de bestemming centraal. Op de gronden is een bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Verder is een aantal cultuurhistorische elementen apart aangewezen binnen deze bestemming.

In de bestemming is de mogelijkheid opgenomen om de bedrijfswoning elders op het terrein binnen de bestemming Cultuur en ontspanning te realiseren als dat vanuit akoestiek haalbaar is gebleken. Het aantal woningen mag echter niet vermeerderen.

Artikel 7 Groen
De bestemming 'Groen' is gebruikt voor plantsoenen, groenstroken en andere aanplanten binnen het plangebied die kunnen worden aangemerkt als structureel groen maar waar geen natuurwaarden gelden. De bouwmogelijkheden zijn beperkt. Parkeren is op deze gronden niet toegestaan.

Artikel 8 Maatschappelijk - Begraafplaats

De begraafplaats is conform de feitelijke gebruiks- en bouwmogelijkheden opgenomen in het bestemmingsplan.

Conform het vigerende bestemmingsplan is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om het te bebouwen oppervlak te kunnen verruimen tot maximaal 1.500 m2.

Artikel 9 Natuur
Deze bestemming wordt gebruikt voor het behoud, herstel en ontwikkeling van natuur(gebieden). Extensief recreatief medegebruik, zoals fietsen en wandelen, is hieraan ondergeschikt. Deze bestemming voorziet in een regeling waarmee bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden slechts uitgevoerd kunnen worden nadat hiervoor een omgevingsvergunning is verleend.

De in de EHS opgenomen gronden zijn in deze bestemming ondergebracht en krijgen op deze manier de bescherming die het vereist om de EHS te behouden, herstellen en ontwikkelen.

Omdat een deel van de gronden momenteel nog in agrarisch gebruik is, is een aanduiding 'agrarisch' toegevoegd aan de gronden waar dat daadwerkelijk zo is en op grond van het vigerende bestemmingsplan reeds is toegestaan. Dit geldt ook voor de in het gebied aanwezige paardenhouderij. Bouwwerken ten dienste van deze bestemming zijn uitsluitend in het bouwvlak toegestaan. Hierop is middels een afwijking een uitzondering mogelijk voor gebouwen ten dienste van beheer en onderhoud, een schuilgelegenheid, observatiehut dan wel een materialenschuur.

Om het agrarisch gebruik om te kunnen zetten naar Natuur is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om alle aan de gronden toegekende aanduidingen te verwijderen. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding 'wonen' te kunnen toevoegen voor de nu bestaande bedrijfswoning binnen de agrarische functie.

Vanwege de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden is in deze bestemming een vergunningenstelsel opgenomen om deze waarden te beschermen, in stand te houden dan wel verder te ontwikkelen (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden). Zonder een dergelijke vergunning is het niet toelaatbaar bepaalde werken en werkzaamheden uit te voeren.

In de bestemming Natuur komen ook cultuurhistorische elementen voor. Deze hebben de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gekregen. Het slopen van deze elementen is niet zondermeer toegestaan. Hiervoor dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd. Bij het eventueel heroprichten van bebouwing op deze gronden, na sloop, is de oorspronkelijke verschijningsvorm maatgevend.

Artikel 10 Natuur - Oever

De gronden langs de Vecht, die speciale natuurwaarden kennen, zijn bestemd als Natuur - Oever. Ook hier zijn het behoud, herstel en de ontwikkeling van natuur voorop gesteld en zijn extensieve vormen van recreatie beperkt mogelijk gemaakt.

Het in Natuur opgenomen vergunningenstelsel om bepaalde werken en werkzaamheden uit te voeren na vergunningverlening is ook in deze bestemming van toepassing om de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden te beschermen (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden). Zonder een dergelijke vergunning is het niet toelaatbaar bepaalde werken en werkzaamheden uit te voeren.

In de bestemming Natuur - Oever komen ook cultuurhistorische elementen voor. Deze hebben de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gekregen. Het slopen van deze elementen is niet zondermeer toegestaan. Hiervoor dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd. Bij het eventueel heroprichten van bebouwing op deze gronden, na sloop, is de oorspronkelijke verschijningsvorm maatgevend.

Artikel 11 Recreatie

Het wellness centrum is opgenomen in de bestemming recreatie. De aanwezige ondersteunende horeca is ook in deze bestemming ondergebracht. Verder zijn de bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden overgenomen.

Artikel 12 Recreatie - Verblijf

In het gebied komt een recreatiewoning voor langs de Vecht. Op de bestaande bebouwing is deze bestemming opgenomen. Uitbreiding van de woning is niet mogelijk.

Artikel 13 Recreatie - Volkstuin

Ten aanzien van de volkstuinen zijn de bestaande rechten uit de vigerende bestemmingsplannen overgenomen. Daartoe zijn binnen de bestemming de bestaande terreinen apart aangewezen.

Artikel 14 Sport

In dit artikel zijn de bestaande sportvoorzieningen in het plangebied vervat. Het betreft de golfbaan, de manege en de sportverenigingen aan de 's-Gravenlandseweg en de Lange Muiderweg.

De bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen zijn overgenomen.

Het gebruik van de gronden voor een kinderdagverblijf, dan wel een buitenschoolse opvang is via een afwijking mogelijk gemaakt.

Artikel 15 Tuin
De bestemming Tuin is bedoeld voor particuliere gronden langs de Vecht waarop geen bebouwing wenselijk is. Deels behoren de gronden toe aan de daarbij behorende woningen (al of niet als overtuin). In andere gevallen zijn het gronden behorende bij de woonschepenligplaatsen in de Vecht. Op deze gronden is in principe geen bebouwing toegelaten. Op bepaalde gronden is een aanduiding opgenomen zodat bijgebouwen onder voorwaarden mogen worden gerealiseerd.

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn wel overal onder voorwaarden toegestaan.

Artikel 16 Verkeer
Deze bestemming geldt voor wegen, straten en voet - en fietspaden ten behoeve van de afwikkeling van alle verkeer. Daarnaast zijn binnen deze bestemming parkeer- en groenvoorzieningen toegestaan. Voor parkeerterreinen is een aparte aanduiding in het plan opgenomen.

Artikel 17 Verkeer - Railverkeer

Het bestaande spoor met bijbehorende gronden en bouwwerken is in deze bestemming vervat. De bestaande gebruiks- en bouwmogelijkheden zijn overgenomen.

Artikel 18 Water
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor de aanleg, het onderhoud en de instandhouding van watergangen en vaarwegen en de waterhuishouding. De vaarwegen zijn met een aanduiding opgenomen in het plan evenals de ligplaatsen voor woonschepen, de sloepenhaven, een botenhelling en aanlegsteiger bij fort Uitermeer. De wateren mogen uitsluitend op de daartoe aangegeven locaties worden gebruikt als ligplaats.

Binnen deze bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van bovenstaande doeleinden.

In de regels is een afwijking opgenomen voor het mogelijk maken van grotere woonschepen mits het oppervlakte niet groter wordt dan 80 m2.

Artikel 19 Wonen
Deze bestemming geldt voor alle woningen in het plangebied met bijbehorende tuinen. Bij de woningen zijn aan huis gebonden beroepen en bedrijven toelaatbaar. Voor andere specifieke functies zoals horeca, kantoor, dierenarts en gemengd is een aanduiding opgenomen op de gronden waar deze functies reeds legaal worden uitgeoefend dan wel volgens het vigerende bestemmingsplan zijn toegestaan.

De bouwregels zijn opgenomen conform de vigerende bestemmingsplannen alsmede het afwijkingenbeleid van de gemeente. Een afwijking is mogelijk om een grotere goot- en bouwhoogte mogelijk te maken en om het bouwvlak te vergroten. Daarnaast is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor een groter oppervlak aan erfbebouwing. Het betreft de terugbouwregeling die bedoeld is om nog bestaande voormalige bedrijfsgebouwen op gronden die inmiddels een woonbestemming hebben te verwijderen. Als 'beloning' is het mogelijk tot ten hoogste 250 m2 aan erfbebouwing nieuw te mogen realiseren volgens de bouwregels voor erfbebouwing. Het totaal terug te bouwen oppervlak is afhankelijk van het totaal te slopen oppervlak aan voormalige bedrijfsgebouwen.

Voor deze percelen is het ook mogelijk gemaakt nevenactiviteiten te ontplooien, niet zijnde aan huis verbonden beroep of bedrijf. Juist de grotere oppervlakte voor erfbebouwing biedt de mogelijkheid voor bijvoorbeeld het hobbymatig houden van dieren en uitoefenen van agrarische activiteiten, zorgfuncties, paardenpensions en kleinschalige dag- en verblijfsrecreatieve functies.

In de bestemming Wonen komen ook cultuurhistorische elementen voor. Deze hebben de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gekregen. Het slopen van deze elementen is niet zondermeer toegestaan. Hiervoor dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd. Bij het eventueel heroprichten van bebouwing op deze gronden, na sloop, is de oorspronkelijke verschijningsvorm maatgevend.

Artikel 20 Leiding - Gas

In dit artikel zijn de regels opgenomen ten behoeve van de instandhouding en bescherming van de bestaande gasleiding.

Artikel 21 Leiding - Hoogspanning

In dit artikel zijn de regels opgenomen ten behoeve van de instandhouding en bescherming van de bestaande ondergrondse hoogspanningsleiding.

Artikel 22 Leiding - Leidingstrook

In dit artikel zijn de regels opgenomen ten behoeve van de instandhouding en bescherming van de bestaande nationale leidingenstrook.

Artikel 23 Leiding - Water

In dit artikel zijn de regels opgenomen ten behoeve van de instandhouding en bescherming van de bestaande waterleiding.

Artikel 24 Waarde - Aardkunde

De aangewezen aardkundige waarden zijn binnen deze bestemming verankerd in het bestemmingsplan. Om de bestaande geomorfologie en daarmee samenhangende belangen te beschermen gelden voor deze gronden beperkingen ten aanzien van de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Artikel 25 Waarde - Archeologie - 2, Artikel 26 Waarde - Archeologie - 3, Artikel 27 Waarde - Archeologie - 4, Artikel 28 Waarde - Archeologie - 5, Artikel 29 Waarde - Archeologie - 6
De bestemmingen Waarde - Archeologie 1-7 worden gehanteerd voor die delen van het plangebied, die op basis van het archeologische vooronderzoek (mogelijk) archeologische waarde bevatten. Bouwen is op deze gronden ten behoeve van een andere ter plaatse geldende (enkel)bestemming uitsluitend toegestaan, nadat uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Uitzondering hierop is het vervangen, vernieuwen of veranderen van bestaande bebouwing op de bestaande plaats, waarbij de oppervlakte op of onder peil niet wordt vergroot of bij heiwerkzaamheden en als de grondwerkzaamheden ten behoeve van het bouwwerk niet dieper plaatsvinden dan, of het oppervlak niet groter is dan:

Waarde - Archeologie - 2: 0,50 m; 100 m2;

Waarde - Archeologie - 3: 0,25 m; 250 m2;

Waarde - Archeologie - 4: 2,50 m; 100 m2;

Waarde - Archeologie - 5: 0,50 m; 250 m2;

Waarde - Archeologie - 6: 1000 m2.

Artikel 30 Waterstaat - Waterkering

Binnen deze bestemming zijn de waterkeringen opgenomen langs de Vecht. Binnen deze bestemming mag niet zondermeer gebouwd worden, behalve wanneer het ten dienste staat van de waterkering.

6.2.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

In dit hoofdstuk zijn de aanvullende, algemene regels opgenomen.

Artikel 31 Anti-dubbeltelregel
Dit artikel bevat de bepaling om te voorkomen dat met het bestemmingsplan strijdige situaties ontstaan of worden vergroot. Het artikel is wettelijk vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening en is daaruit overgenomen.

Artikel 32 Algemene bouwregels
In dit artikel is een aantal aanvullende bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen kunnen gelden. Het betreft regelingen ten aanzien van kelders, dakkapellen, dakterassen en erfbebouwing bij woonschepen. Tevens is in dit artikel bepaald hoe omgegaan wordt met bestaande maten in het plangebied die afwijken van de in dit bestemmingsplan toelaatbaar gestelde maten.

Artikel 33 Algemene gebruiksregels

Aanvullend zijn in het plan regels gesteld ten aanzien van het gebruik. In dit artikel is een aantal gebruiksmogelijkheden voor het gehele plan uitgesloten (tenzij daarvoor een uitzondering is gemaakt).

Verder bevat dit artikel de voorwaarden voor aan huis gebonden beroep en bedrijf. Deze voorwaarden zijn conform het huidige gemeentelijke beleid ten aanzien van de aan huis verbonden beroepen en bedrijven.

Artikel 34 Algemene aanduidingsregels

Voor een aantal specifieke aspecten zijn aanvullende regels gesteld. Dat geldt voor de vrijwaringszone van de molenbiotoop, de veiligheidszone van de LPG-tankinstallatie (gelegen buiten het plangebied), de veiligheidszone voor het spoor, de vrijwaringszone voor de vaarweg (AmsterdamRijnKanaal) en de in het plangebied aangewezen cultuurhistorische waarden. Binnen deze zones zijn aanvullende regelingen van kracht voor het bebouwen dan wel het gebruik van de gronden.

In dit artikel zijn eveneens bepalingen opgenomen ten aanzien van de wijzigingsgebieden die op de verbeelding zijn weergegeven. Wijzigingsgebied 1 is bedoeld voor de uitbreiding van de begraafplaats. De regels zijn opgenomen conform de wijzigingsregels in het vigerende bestemmingsplan. Wijzigingsgebied 2 is opgenomen om de bedrijfsbestemming in het fort Uitermeer onder voorwaarden te wijzigen in de bestemming Cultuur en ontspanning.

Artikel 35 Algemene afwijkingsregels
In dit artikel is, in aanvulling op de afwijkingsregels uit hoofdstuk 2, nog een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Zo is het op grond van deze bepalingen mogelijk een paardenbak buiten het bouwvlak te realiseren, een windmolen te plaatsen of andere geringe afwijkingen mogelijk te maken.

Artikel 36 Algemene wijzigingsregels

In de algemene wijzigingsregels is de mogelijkheid opgenomen een aantal bestemmingsgrenzen te verleggen en bouwgrenzen te veranderen. Het betreft de bestemming Water (alsmede de waterkering), de bestemming Verkeer en de bouwvlakken van de bestemming Wonen. Verder is de mogelijkheid opgenomen de verschillende bestemmingen voor Archeologie aan te passen indien aangetoond is dat de veronderstelde waarden niet aanwezig zijn of in mindere mate aanwezig zijn.

Tot slot is in dit artikel de mogelijkheid opgenomen op agrarische bedrijfswoningen de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' te geven als de woning niet langer wordt bewoond door de agrariƫr die op de resterende delen van het perceel het agrarisch gebruik voortzet.

Artikel 37 Overige regels

In dit artikel is bepaald dat de in het plan genoemde wet- en regelgeving moet worden gelezen zoals die op het moment van ter visie leggen van het bestemmingsplan geldt.

6.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 38 Overgangsrecht
De tekst uit dit artikel is wettelijk vastgelegd en overeenkomstig opgenomen. Het betreft een regeling voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het inwerking treden van het bestemmingsplan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.

Artikel 39 Slotregel
In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.