Artikel 36 Algemene wijzigingsregels
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor wat betreft:
-
a. de grens van de bestemming 'Water' en de grens van de aangrenzende bestemmingen alsmede het uitbreiden van de primaire bestemming waterkering, indien en voor zover dit noodzakelijk is in verband met het uitvoeren van kaderconstructiewerkzaamheden aan de oever van de Vecht, gehoord de waterbeheerder;
-
b. de bestemming 'Verkeer' te verbreden voor zover zulks noodzakelijk of gewenst is in verband met het creëren van een duurzaam veilige weg, mits de archeologische en aardkundige waarden daardoor niet, dan wel door het treffen van voorzieningen, onevenredig worden aangetast;
-
c. de grenzen van bestemmingen dusdanig aan te passen dat het bouwvlak van een bestaande woning, voor zover gelegen binnen de bestemming Wonen, kan worden verplaatst, voor zover zulks noodzakelijk of gewenst is voor het creëren van een verantwoord woonmilieu, mits de nieuwe oppervlakte van het bouwvlak, waarbinnen de woning, alle erfbebouwing en overkappingen zijn gesitueerd, niet meer dan 120 m² zal bedragen;
-
d. het verwijderen of vervangen van de bestemming Waarde - Archeologie - 2, Waarde -
Archeologie - 3, Waarde - Archeologie - 4, Waarde - Archeologie - 5 dan wel Waarde -
Archeologie - 6 indien en voorzover uit archeologisch onderzoek is gebleken dat het opgelegde beschermingsregime niet aansluit bij de feitelijk aanwezige archeologische waarden; gehoord de archeologisch deskundige;
-
e. het opnemen van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' wanneer de betreffende woning geen ondersteuning meer biedt aan de agrarische bedrijfsvoering, met dien verstande dat op de resterende gronden van het agrarisch bouwvlak de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' wordt opgenomen, onder de voorwaarden dat:
-
1. de inhoud van de woning mag maximaal de inhoud van de op het moment van het wijzigingsbesluit bestaande woning bedragen;
-
2. het aantal woningen moet beperkt blijven tot het bestaande aantal woningen dat op het moment van het nemen van het wijzigingsbesluit aanwezig is;
-
3. monumentale, cultuurhistorische en karakteristieke bebouwing behouden blijft en als zodanig wordt opgenomen in het wijzigingsplan;
-
4. geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
-
5. de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende agrarische en overige bedrijven niet onevenredig beperkt.