Plan: | Buitengebied, Veegplan 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1719.0bp16veegplanbg1-vg03 |
ONDERDEEL A: TOEPASSINGSVERKLARING
Op het plan zijn, voorzover onderdeel uitmakend van het plangebied, van toepassing de regels en verbeelding welke deel uitmaken van het bestemmingsplan buitengebied, bestaande uit:
met dien verstande dat die regels en verbeelding als volgt worden herzien:
De verbeelding bevat enkel de wijzigingen (waaronder mede begrepen de aanvullingen) ten opzichte van het bestemmingsplan buitengebied;
De in geel weergegeven regels zijn toegevoegd c.q. gewijzigd ten opzichte van de regels van het bestemmingsplan buitengebied als gevolg van de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied, Veegplan 1 d.d. 1 februari 2018.
De in groen weergegeven regels zijn toegevoegd c.q. gewijzigd ten opzichte van de regels van het bestemmingsplan buitengebied als gevolg van de tweede vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied, Veegplan 1 d.d. 5 maart 2020.
De weergegeven doorhalingen worden verwijderd uit de regels van het bestemmingsplan buitengebied als gevolg van de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied, Veegplan 1 d.d. 1 februari 2018.
De weergegeven
groene doorhalingen
worden verwijderd uit de regels van het bestemmingsplan buitengebied als gevolg van de tweede vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied, Veegplan 1 d.d. 5 maart 2020.
De wijzigingen als vervat in het d.d. 1 februari 2018 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied, Veegplan 1 vormen tevens onderdeel van de tweede vaststelling van het Buitengebied, Veegplan 1 d.d. 5 maart 2020, voorzover niet gewijzigd ten gevolge van deze tweede vaststelling.
ONDERDEEL B: BESTEMMINGSPLAN
het bestemmingsplan 'Buitengebied, Veegplan 1' met identificatienummer NL.IMRO.1719.0bp16veegplanbg1-vg03 van de gemeente Drimmelen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de navolgende bestemmingsplannen van de gemeente Drimmelen:
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van landbouwdieren; onder agrarische bedrijven worden tevens begrepen boomteeltbedrijven, sierteeltbedrijven en productiegerichte paardenhouderijen;
een aanduiding 'bouwvlak' binnen de bestemming Agrarisch - 1, Agrarisch - 2, Agrarisch - 3 of Agrarisch met waarden - Landschap;
gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of werk waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde;
de helft van de totale lengte van de in elkaars verlengde staande wieken (= de vlucht) + eventueel de hoogte van de belt, berg of stelling;
Wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze luidt op het moment
van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, dan wel een vlakvormige verzameling van gebouwen bij een kruispunt van wegen in het buitengebied, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige buitengebied- en niet-buitengebiedfuncties;
een in de regels opgenomen of aangeduid percentage, dat de grootte van het deel van een terrein (bouwvlak, bestemmingsvlak, bouwperceel etc.) aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;
een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse verblijft; onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig produceren, bewerken, installeren, inzamelen, herstellen, verhuren, opslaan en distribueren van goederen, alsmede het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen en bedrijven daaronder niet begrepen;
handelingen en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van de uitoefening van een bedrijf;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;
het via een bedrijf, stichting of ander rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/ exploitatie, dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt;
een woning, in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een of meerdere personen wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering noodzakelijk moet worden geacht;
natuurlijk of kunstmatig opgeworpen heuvel waarop een molen is gesitueerd;
de definitie als opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer;
Besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
a. t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
b. t.a.v. bebouwing m.b.t. dierplaatsen: bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan en waarvoor tevens vergunning is verleend voor het aspect milieu, dan wel die mag worden gebouwd en milieuvergund wordt krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
c. t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
d. t.a.v. gebruik m.b.t. dierplaatsen: het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen en waarvoor tevens vergunning is verleend voor het aspect milieu, dan wel die milieuvergund wordt krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
behandeling van een product zonder noemenswaardige veranderingen aan het product teweeg te brengen;
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat zich daarvan door zijn constructie of geringere afmetingen visueel onderscheid;
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie;
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;
bebouwing met een cultuurhistorische waarde, waaronder in ieder geval begrepen bebouwing welke:
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan; huifkarren worden hier mede onder begrepen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, opticien, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, telefoon-/internetdienst, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;
een bestaand agrarisch bouwvlak met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieu-oogpunt (ammoniak, stank en dergelijke) als vanuit ruimtelijk oogpunt (natuur, landschap en dergelijke) verantwoord is om te laten groeien tot een aanduiding 'bouwvlak' van maximaal 1,5 hectare voor een intensieve veehouderij;
zone die dienst doet als verspreidingsgebied respectievelijk migratieroute voor planten en dieren tussen verschillende natuurgebieden. Aanleg van verbindingszones heeft als doel barrières tussen deze gebieden op te heffen;
een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als het meest lokale wegtype, waarbij langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer gemengd is, zonder rijrichtingscheiding en meestal zonder gescheiden fietspaden;
een jaarlijks terugkerende één- of meerdaagse festiviteit met bijbehorende voorzieningen, zoals parkeerplaatsen en tijdelijke bouwwerken;
die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, picknicken, kanoën, survivaltochten en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie;
dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen die aansluiten bij het agrarisch bedrijf of bij de natuur- en landschapsbeleving van het landelijk gebied;
een aangeduid ruimtelijk begrensd gedeelte van een gebiedsplan met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is;
een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als een weg met gelijkvloerse kruisingen welke is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen, scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, hoger onderwijs en gezondheidszorggebouwen;
bedrijven welke vallen onder artikel 2.4. van Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
agrarische bedrijven met een grondgebonden bedrijfstak en een intensieve veehouderijtak;
de vorm van het landschap, ontstaan door geologische processen en beïnvloedt door menselijk handelen;
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;
een bedrijf, dat is gericht op het telen van gewassen door in hoofdzaak gebruik te maken van permanente kassen of tunnels;
het verbouwen van wilgenhout dat ontstaat en in stand wordt gehouden door periodiek dicht bij de grond afzetten door middel van snijden of hakken;
een gebouw bestemd voor verblijfsrecreatie door meerdere personen in groepsverband;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die:
Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: grondgebonden veeteelt, akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven en boomteeltbedrijven, waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn geplant;
een veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie;
eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 Groot vee-eenheid (GVE) overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe;
het verplaatsen van een bestaand agrarisch bedrijf van het ene agrarisch bouwvlak naar een ander agrarisch bouwvlak, waar de agrarische activiteiten zijn gestaakt;
een omvang die niet als bedrijfsmatig wordt aangemerkt en/of waarbij geen vergoeding wordt gevraagd voor gebruik;
een (deel van een) gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
ruimte die wordt gebruikt voor het schenken van dranken en verstrekken van spijzen, alsmede voor het nuttigen van dranken en spijzen welke ter plaatse worden verstrekt. Keukens en toiletgroepen worden hieronder niet begrepen;
bomen, struiken, cactussen of doorlevende klimplanten (zoals druiven);
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos;
een bedrijf dat is gericht op het kweken en verkopen van planten en siergewassen en het aanleggen en/of onderhouden van tuinen en andere groenvoorzieningen;
een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;
het in een gebouw bergen van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals (antieke) auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel danwel worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf;
agrarisch veehouderijbedrijf, niet zijnde een grondgebonden veehouderij, met een bedrijfsvoering die geheel
of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van landbouwdieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning. Hieronder wordt niet verstaan de verhuur door particulieren van maximaal twee kamers in de door hen zelf bewoonde woning;
het gelegenheid geven tot het houden van recreatief nachtverblijf in gebouwen deel uitmakend van een agrarische bedrijf dan wel een voormalig agrarisch bedrijf;
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
standplaats voor één of een aantal bij elkaar behorende kampeermiddelen;
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief verblijf;
een verblijfsruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard zonder baliefunctie;
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het de
ak voornamelijk bestaan uit glas of
een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder
geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of
een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;
de definitie als opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
rundvee, pluimvee (kippen, eenden, ganzen, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels e.d.), varkens, schapen, geiten, pelsdieren, konijnen, paarden, wormen e.d., consumptievissen (meerval, forel, paling, zeebaars, zeebrasem, tilapia e.d.);
een op de verbeelding ruimtelijk begrensd gedeelte van een gebiedsplan met het primaat landbouw dat geheel of gedeeltelijk voorziet, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij;
het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de context van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen;
gebouwd in overeenstemming met de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een agrarisch technisch hulpbedrijf dat – voornamelijk met behulp van verplaatsbare werktuigen – geheel of in overwegende mate diensten verleend op locatie aan land-, tuin-, bos-, of natuurbouw in verband met de bodemcultuur, hetzij ter uitvoering van grondwerkzaamheden;
een recreatief bedrijf dat hoofdzakelijk op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport en al dan niet mogelijkheden biedt voor het verblijf en de verzorging van paarden;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychisch en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
behandeling van dierlijke mest zonder noemenswaardige veranderingen aan het product teweeg te brengen;
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigingen;
een kleinschalig kampeerterrein als nevenactiviteit bij een (agrarisch) bedrijf of een burgerwoning, waarbij de plaatsing van kampeermiddelen is toegestaan in de periode 1 maart tot 1 december;
hydrologisch kwetsbaar natuurgebied;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
het ontplooien van activiteiten op een agrarisch bouwvlak die niet rechtstreeks de uitoefening van de
agrarische bedrijfsvoering betreffen;
niet - agrarische activiteiten die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie, waarbij de hoofdfunctie verbonden is aan een (agrarisch) bouwvlak of (niet-agrarisch) bestemmingsvlak;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt;
Niet-grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: intensieve veehouderijen, glastuinbouwbedrijven en gebouwgebonden teeltbedrijven en kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, viskwekerijen en wormenkwekerijen;
projectie van een al dan niet gekoppeld agrarisch bouwvlak op een locatie die volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet is voorzien van een zelfstandig bouwvlak, dan wel het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf;
gebouwde voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van water, elektriciteit, gas e.d.;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm dan wel het overstappen van een niet-agrarisch gebruik naar een agrarische bedrijfsvorm;
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofd- of nevenfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf;
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal twee zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw;
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining;
een uit bedrijfseconomisch oogmerk opgezet agrarisch bedrijf in de vorm van een houderij voor paarden die uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het fokken, trainen, africhten en verhandelen van paarden, waarbij tevens als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan het geven van instructie aan ruiter en paard; hierbij zijn publieks- en/of verkeersaantrekkende activiteiten niet toegestaan;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten;
het stallen van paarden van derden;
een bij een agrarische bestemming behorende woning die als bedrijfswoning en/of door een derde bewoond mag worden, in de zin van artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
periode van tien jaar, gerekend vanaf de datum van vaststelling van het bestemmingsplan;
die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik;
een gebouw dat dient als recreatieverblijf voor gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben;
een terrein voor het plaatsen en geplaatst houden van recreatiewoningen;
een begrensd gedeelte van de rijbaan dat voldoende breed is voor een rij voor het op dat gedeelte voorkomende verkeer;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht een omgevingsvergunning is vereist;
een gebouw ten behoeve van het schuilen van vee tegen weersinvloeden;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam) prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
geheel of gedeeltelijk afbreken;
een gebouw voor recreatief nachtverblijf, in de vorm van een caravan;
opslag van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans en dergelijke;
producten, gemaakt met grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en/of volgens streektraditie geteelde producten, en/of producten die volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van een bepaalde regio wordt geproduceerd;
teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een kas, voor een vollegrondstuinbouwbedrijf of boomteeltbedrijf. Hieronder worden ook schuurkassen, permanente tunnel- of boogkassen begrepen;
ondersteunende voorziening in, op of boven de grond die een onderdeel is van de vollegrondse bedrijfsvoering van een tuinbouwbedrijf of boomkwekerij en wordt gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden; te onderscheiden zijn de volgende categorieën:
een uitspanning waar thee en andere niet-alcoholische dranken alsmede kleine spijzen voor consumptie ter plaatse worden verstrekt, geen restaurant zijnde;
een klein vrijstaand gebouw, zonder eigen sanitaire voorzieningen, bestemd voor niet-langdurige verhuur voor recreatieve doeleinden in de vorm van verblijfsrecreatie aan steeds wisselende wandelaars, fietsers, ruiters, kanoërs of autogebruikers, waarbij verhuur aan dezelfde personen maximaal 3 dagen/nachten mag
zijn;
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak waarop artikelen voor de aanleg, inrichting en het onderhoud van en het verblijf in particuliere tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en diensten worden aangeboden zoals tuinplanten en bomen, bloemen en planten, dieren, bloembollen en zaden, gereedschap, decoratiemateriaal buitenhuis en binnenhuis, materiaal ten behoeve van klein en groot tuinonderhoud, dierbenodigdheden, diervoeding, seizoensartikelen in geval van kerstmarkt, paasmarkt, kleinmeubelen, tuinzwembaden en tuinsauna's, tuin gerelateerd speelgoed, tuinartikelen(tuinmeubilair), koffiecorner;
een werk of bouwwerk voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen;
een kas waarin op de begane grond bedrijfsverrichtingen plaatsvinden (sorteren, verpakken en afzetklaar maken) en waar op de eerste verdieping een kasfunctie plaatsvindt;
deel van een gebouw welke blijvend is ingericht voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in zelfstandige eenheden;
een gebouw buiten het bouwvlak ten behoeve van agrarisch gebruik;
het ontplooien van activiteiten op een agrarisch bouwvlak die verbonden zijn aan de bestaande te behouden agrarische bedrijfsvoering;
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie/logeergebouw, pension, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant, met inbegrip van wijzigingen en zoals vastgesteld op 7 juli 2017 en geldend vanaf 15 juli 2017;
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van een product te wijzigen;
een aangeduid ruimtelijk begrensd gedeelte van een gebiedsplan, gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur. Hervestiging of uitbreiding van intensieve veehouderij is mogelijk mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten;
de totale oppervlakte, gemeten op vloerniveau, die voor een functie wordt gebruikt;
grond waarop, anders dan ten dienste van een agrarisch bedrijf, op kleine schaal voedings- en/of siergewassen worden geteeld en voornamelijk ten eigen behoeve;
bedrijf met de omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit te verwachten redelijk inkomen;
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
wijziging van de begrenzing van een bouwvlak zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte;
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d., voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen;
een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang;
Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het
moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder,
zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals
deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één of meer personen;
een voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
het opdelen van een woning in meerdere wooneenheden;
Wet van 29 augustus 1991 , (Stb. 1991, nr. 439), tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek waarbij woon- en bedrijfsgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen;
gebied naast een waterloop waar maatregelen op het gebied van morfologie en inrichting nodig zijn om de doelstellingen uit het Provinciaal Waterplan 2010-2015 op het gebied van de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren te behalen.
veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor Agrarisch - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 3.1.2. opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
Voor voorzieningen ten behoeve van het agrarisch bedrijf, zoals mestsilo's, sleufsilo's, paardenbakken, waterbassins e.d. gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag een grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij en niet zijnde een paardenhouderij worden uitgeoefend. Voorts is -al dan niet in combinatie met het voorgaande - het volgende type agrarisch bedrijf toegestaan overeenkomstig de onderstaande aanduidingen:
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' voorts
uitsluitend
de volgende nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsvoering toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit maximaal de bestaande gebruiksvloeroppervlakte danwel de in de tabel opgenomen vloeroppervlakte is toegestaan. Voor zover geen oppervlakte in de tabel is opgenomen geldt de bestaande vloeroppervlakte als maximum:
Afkorting | Aanduiding | Nevenactiviteit | Adres | Huisnummer | |
(sa-4) | specifieke vorm van agrarisch - 4 | kampeerboerderij | Sluizenweg | 61 | |
(sa-7) | specifieke vorm van agrarisch - 7 | hoveniersbedrijf | Hoevenseweg | 14 | |
(sa-20) | specifieke vorm van agrarisch - 20 | kunstmatige inseminatie-station | Rijakkers | 2a | |
(sa-23) | specifieke vorm van agrarisch - 23 | ijsbaan | Amerweg | ||
(sa-25) | specifieke vorm van agrarisch - 25 | opslag bouwmaterialen | Kruisstraat | 52 | |
(sb-50) | specifieke vorm van bedrijf - 50 | opslag van agrarische producten voor derden | Eersteweg | 1a | |
(sa-30) | specifieke vorm van agrarisch - 30 | oranjerie met inpandige horecagebruiksruimte van 100 m2, alsmede een buitenterras van maximaal 70 m2. | Lageweg | 50 | |
(sa-31) | specifieke vorm van agrarisch - 31 | het houden van 60 poezen | Moerdijkseweg | 15 |
Voor ondergeschikte detailhandel gelden de volgende bepalingen:
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Bij het agrarisch bedrijf is inpandige statische opslag toegestaan als nevenactiviteit, tot een maximale vloeroppervlakte van 400 m2. Inpandige statische opslag is niet toegestaan in kassen, tenzij dit is opgenomen in de tabel onder e.
Bed & breakfast is niet toegestaan.
Binnen de bestemming 'Agrarisch - 1' is gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een minicamping is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', en uitsluitend in
de vorm van een nevenactiviteit, waarbij maximaal 25 kampeerplaatsen zijn toegestaan, alsmede na
verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 3.5.1.
Een minicamping is in de vorm van een nevenactiviteit toegestaan:
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van landschapswaarden:
Gestreefd wordt naar behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Dit houdt in dat:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
binnen één jaar na de oprichting of het in gebruik nemen danwel het verharden hiervan, maar uiterlijk 1 jaar nadat dit bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, ter plaatse van de bestemming 'Groen - Landschappelijke inpassing ' landschappelijk worden ingepast en instandgehouden overeenkomstig de Bijlage 6 Landschappelijke inpassing Hoevenseweg 22a .
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen uitsluitend worden opgericht / toegestaan::
In afwijking van het bepaalde onder 3.2.2 is het niet toegestaan om te bouwen ten behoeve van dierplaatsen.
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is als volgt:
Gebouwen algemeen | Min. | Max. | |
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
bouwlagen ondergronds | 1 | ||
bijgebouwen bij de bedrijfswoning mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning worden gesitueerd | |||
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 9 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 12 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12° | 60° | |
Kassen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 6 | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 | |
afstand kassen tot (bedrijfs)woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Min. | Max. | |
algemene bouwhoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte teeltondersteunende kassen | n.v.t. | 6 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen | n.v.t. | 6 m | |
afstand kassen tot (bedrijfs)woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 7 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande bedrijfswoning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 teneinde het bouwen ten behoeve van dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Daarnaast geldt de volgende bouwregel:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.6 onder a, alsmede van het bepaalde in 3.1.2 onder l sub 2 teneinde bouwwerken in de vorm van hoge tijdelijke alsmede overige teeltondersteunende voorzieningen (TOV) te kunnen bouwen buiten de aanduiding 'bouwvlak' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem', een en ander mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 teneinde een grotere goot- en/of bouwhoogte voor kassen toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.5 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder c teneinde de bouw van de eerste bedrijfswoning mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2, 3.2.2 en 3.5 ten behoeve van nieuwbouw voor nevenfuncties binnen de aanduiding 'bouwvlak' , mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
o. het gebruik van gebouwen voor het bouwen van carnavalswagens;
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken zoals bedoeld in 3.1.2 onder e
k en 3.2.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder e teneinde een vorm van agrarisch technischhulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder e jo. 3.2.2, teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dagrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuin
s, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder e, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van overige verbrede landbouw gericht op verwerking en waardevermeerdering van op het eigen bedrijf geproduceerde producten, zoals een ijs- of kaasmakerij, toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder e en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 lid n teneinde het gebruiken ten behoeve van meer dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een gebruikswijziging van bestaande gebouwen gericht op het in gebruik nemen van bebouwing voor de huisvesting van landbouwdieren ten behoeve van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, dan gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder g teneinde het gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 3.6.4. opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik en betreft het aanbrengen van verhardingen in de vorm van paden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering en betreft het aanbrengen van verhardingen uitsluitend ten behoeve van de tijdelijke opslag van bieten en tot een maximum oppervlakte van 600m2 per agrarisch bedrijf; - de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast. Hierbij geldt dat de beoordeling van de waterhuishoudkundige situatie pas plaats vindt bij oppervlakteverhardingen boven de 2000 m2; |
het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem met meer dan 50 cm, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem'; - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het diepwoelen of -ploegen van de bodem met meer dan 50 cm, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem'; - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het beplanten van gronden met houtgewas hoger dan 1 meter
Geen omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is vereist: - indien de aanplant plaatsvindt in het kader van een zorgvuldige landschappelijke inpassing o.b.v. een verleende omgevingsvergunning voor het afwijken van bouw- of gebruiksregels of wijziging; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied bomenteelt' |
- er mag geen onevenredige aantasting van de landschappelijke openheid plaatsvinden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning schootsveld' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van het schootsveld uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
het dempen van poelen, sloten en greppels uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
vellen of rooien van houtgewas, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschaps- en natuurwaarden; |
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde omschakeling danwel hervestiging toe te staan van een agrarische bedrijfsvorm, niet zijnde een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, naar een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, door middel van het aanduiden van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet-grondgebonden' mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde omschakeling danwel hervestiging toe te staan naar een agrarisch bedrijf in de vorm van een productiegerichte paardenhouderij, door middel van het aanduiden van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' met de aanduiding 'paardenhouderij' mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Algemene regels:
Regels in verband met maximale omvang agrarische bedrijven:
Regels in verband met landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit:
Regels in verband met omgevingswaarden:
Specifieke regels ten behoeve van een zorgvuldige veehouderij:
Indien sprake is van een uitbreiding van een grondgebonden veehouderij of intensieve veehouderij (niet zijnde een paardenhouderij), dan gelden tevens de volgende voorwaarden:
Specifieke regels ten behoeve van een geitenhouderij:
indien sprake is van een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – geitenhouderij', is toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid uitgesloten, tenzij voldaan kan worden aan de volgende voorwaarde:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 22 Wonen waarbij na bedrijfsbeëindiging de her- of verbouw van een voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij voor wonen kan worden toegestaan. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen teneinde het gebruik van een voormalige agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 9 Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf teneinde een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde als nevenactiviteit vergisting van:
in biovergistingsinstallaties toe te staan en/of verwerking van eigen mest en/of samenwerkende melkrundveehouderijen zonder vergisting, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de regels in het algemeen ten aanzien van schapenhouderijen en geitenhouderijen aanpassen, alsmede ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - geitenhouderij' deze aanduiding verwijderen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' deze aanduiding verwijderen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' de gronden geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Agrarisch - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 4.1.2. opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
Voor voorzieningen ten behoeve van het agrarisch bedrijf, zoals mestsilo's, sleufsilo's, paardenbakken, waterbassins e.d. gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag een grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij en niet zijnde een paardenhouderij worden uitgeoefend. Voorts is -al dan niet in combinatie met het voorgaande - het volgende type agrarisch bedrijf toegestaan overeenkomstig de onderstaande aanduidingen:
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' voorts
uitsluitend
de volgende nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsvoering toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit maximaal de bestaande gebruiksvloeroppervlakte danwel de in de tabel opgenomen vloeroppervlakte is toegestaan. Voor zover geen oppervlakte in de tabel is opgenomen geldt de bestaande vloeroppervlakte als maximum:
Afkorting | Aanduiding | Nevenactiviteit | Adres | Huisnummer | Vloeroppervlakte |
(sa-1) | specifieke vorm van agrarisch - 1 | forellenvijver met kantine en detailhandel in de vorm van verkoop van ter plaatse te nuttigen consumptiegoederen ten behoeve van de forellenvijver | Munnikenhof | 9 | 4650 m2
, waarvan 120 m2 ten behoeve van kantine en de toegestane vorm van detailhandel. |
(sa-2) | specifieke vorm van agrarisch - 2 | parkeren bij 'specifieke vorm van agrarisch - 1' | Munnikenhof/ Poolse Dreef |
9 | |
(sa-5) | specifieke vorm van agrarisch - 5 | slachterij | Scheerbiesstraat | 3a | |
(sa-24) | specifieke vorm van agrarisch - 24 | kinderdagverblijf | Wildestraat | 13 | |
(sa-26) | specifieke vorm van agrarisch - 26 | minicamping met maximaal 25 kampeerplaatsen, 4 trekkershutten en 6 bed&breakfasteenheden | Munnikenhof | 20 | |
(sa-27) | specifieke vorm van agrarisch - 27 | kaasbereiding en excursies tot maximaal 50 personen | Wagenbergsestraat | 2 | |
(sa-28) | specifieke vorm van agrarisch - 28 | opslag van land- en tuinbouwproducten | Wagenstraat | 55 | |
(sa-32) | specifieke vorm van agrarisch - 32 | minicamping met maximaal 25 kampeerplaatsen | Oud Drimmelen | 12 | |
(sa-33) | specifieke vorm van agrarisch - 33 |
honden- en kattenpension inclusief het trimmen van honden en katten. Hierbij zijn toegestaan maximaal: - 65 honden, in pensionhuisvesting met buitenuitloop; - 20 katten, in pensionhuisvesting. |
Zanddijk | 10a | |
(sa-34) | specifieke vorm van agrarisch - 34 | Pensionstalling voor maximaal 8 paarden en bed & breakfast / vakantieappartementen voor maximaal 8 personen in bestaande bebouwing. | Scheerbiesstraat | 6 |
Voor ondergeschikte detailhandel gelden de volgende bepalingen:
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Bij het agrarisch bedrijf is inpandige statische opslag toegestaan als nevenactiviteit, tot een maximale vloeroppervlakte van 400 m2. Inpandige statische opslag is niet toegestaan in kassen, tenzij dit is opgenomen in de tabel onder e.
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Binnen de bestemming 'Agrarisch - 2' is gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een minicamping is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' en uitsluitend in
de vorm van een nevenactiviteit, waarbij maximaal 25 kampeerplaatsen zijn toegestaan, alsmede na
verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 4.5.1.
Een minicamping is in de vorm van een nevenactiviteit toegestaan:
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Gestreefd wordt naar behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Dit houdt in dat:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
binnen één jaar na de oprichting of het in gebruik nemen danwel het verharden hiervan, maar uiterlijk 1 jaar nadat dit bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, ter plaatse van de bestemming 'Groen - Landschappelijke inpassing ' landschappelijk worden ingepast en instandgehouden overeenkomstig de Bijlage 8 Landschappelijke inpassing Scheerbiesstraat 4 en 4a .
4.1.3. Voorwaardelijke verplichting
Binnen uiterlijk 2 jaar nadat sprake is van een onherroepelijk bestemmingsplan, dient een
landschappelijke inpassing te zijn gerealiseerd ter plaatse van de gronden met de
bestemming 'Groen - Landschappelijke inpassing', en vervolgens in stand te worden
gehouden, overeenkomstig de Bijlage 1 Landschappelijke inpassing Zwaluwse Pootweg 5.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen uitsluitend worden opgericht / toegestaan:
In afwijking van het bepaalde onder 4.2.2 is het niet toegestaan om te bouwen ten behoeve van dierplaatsen.
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is als volgt:
Gebouwen algemeen | Min. | Max. | |
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
bouwlagen ondergronds | 1 | ||
bijgebouwen bij de bedrijfswoning mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning worden gesitueerd | |||
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 9 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 12 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12° | 60° | |
Kassen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 6 | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 | |
afstand kassen tot (bedrijfs)woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Min. | Max. | |
algemene bouwhoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte teeltondersteunende kassen | n.v.t. | 6 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen (anders dan hagelnetten en/of schaduwnetten) | n.v.t. | 4 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten en/of schaduwnettten | n.v.t. | 6 m | |
afstand kassen tot (bedrijfs)woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 7 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande bedrijfswoning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
antennemast | 25 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Een nutsvoorziening is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' en uitsluitend met de bestaande maatvoering en situering als maximum.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.3 teneinde het bouwen ten behoeve van dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Daarnaast geldt de volgende bouwregel:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 teneinde een grotere goot- en/of bouwhoogte voor kassen toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.6 onder a teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.5 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder c teneinde de bouw van de eerste bedrijfswoning mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.6 onder d teneinde de bouw van een schuilstal mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2, 4.2.2 en 4.5 ten behoeve van nieuwbouw voor nevenfuncties binnen de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
n het gebruik van gebouwen voor het bouwen van carnavalswagens.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken zoals bedoeld in 4.1.2 onder e
k (en e voorzover van toepassing) en 4.2.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder e teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technischhulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder e jo. 4.2.2, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van pensionstalling van paarden toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder e jo. 4.2.2, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van verbrede landbouw gericht op zorgverlening, waaronder een zorgboerderij, op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder e jo. 4.2.2, teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuin
s, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed & breakfastvoorzieningen in een grotere omvang e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder e, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van overige verbrede landbouw gericht op verwerking en waardevermeerdering van op het eigen bedrijf geproduceerde producten, zoals een ijs- of kaasmakerij, toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder h teneinde een grotere vloeroppervlakte ten behoeve van inpandige statische opslag toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder e en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 lid m teneinde het gebruiken ten behoeve van meer dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een gebruikswijziging van bestaande gebouwen gericht op het in gebruik nemen van bebouwing voor de huisvesting van landbouwdieren ten behoeve van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, dan gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder g teneinde het gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 4.6.4. opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 4.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 4.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 4.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 4.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik en betreft het aanbrengen van verhardingen in de vorm van paden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering en betreft het aanbrengen van verhardingen uitsluitend ten behoeve van de tijdelijke opslag van bieten en tot een maximum oppervlakte van 600m2 per agrarisch bedrijf; - de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast. Hierbij geldt dat de beoordeling van de waterhuishoudkundige situatie pas plaats vindt bij oppervlakteverhardingen boven de 2000 m2; |
het beplanten van gronden met houtgewas hoger dan 1 meter ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning schootsveld'; Geen omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden ter plaatse van deze aanduiding is vereist: - indien de aanplant plaatsvindt in het kader van een zorgvuldige landschappelijke inpassing o.b.v. een verleende omgevingsvergunning voor het afwijken van bouw- of gebruiksregels of wijziging; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wijngaard'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning schootsveld' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van het schootsveld uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem met meer dan 50 cm , uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het diepwoelen of -ploegen van de bodem met meer dan 50 cm, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het dempen van poelen, sloten en greppels uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
vellen of rooien van houtgewas, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschaps- en natuurwaarden; |
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde omschakeling danwel hervestiging toe te staan van een agrarische bedrijfsvorm, niet zijnde een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, naar een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, door middel van het aanduiden van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet-grondgebonden' mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde omschakeling danwel hervestiging toe te staan naar een agrarisch bedrijf in de vorm van een productiegerichte paardenhouderij, door middel van het aanduiden van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' met de aanduiding 'paardenhouderij' mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Algemene regels:
Regels in verband met maximale omvang agrarische bedrijven:
Regels in verband met landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit:
Regels in verband met omgevingswaarden:
Specifieke regels ten behoeve van een zorgvuldige veehouderij:
Indien sprake is van een uitbreiding van een grondgebonden veehouderij of intensieve veehouderij (niet zijnde een paardenhouderij), dan gelden tevens de volgende voorwaarden:
Specifieke regels ten behoeve van een geitenhouderij:
indien sprake is van een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – geitenhouderij', is toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid uitgesloten, tenzij voldaan kan worden aan de volgende voorwaarde:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 22 Wonen waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij voor wonen kan worden toegestaan; tevens kan daarbij woningsplitsing worden toegestaan. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Algemene regels geldend voor wijziging naar wonen:
Specifieke regels uitsluitend van toepassing bij wijziging naar wonen in combinatie met woningsplitsing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen teneinde het gebruik van een voormalige agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 9 Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf teneinde een agrarisch verwant bedrijf dan wel een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 22 Wonen met een aanduiding ten behoeve van inpandige statische opslag, teneinde - naast het gebruik ten behoeve van de woonfunctie - hergebruik van de bedrijfsbebouwing toe te kunnen staan voor inpandige statische opslag, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 15 Maatschappelijk, teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan met de daarbij behorende gronden in de vorm van verbrede landbouw gericht op zorgverlening, waaronder een zorgboerderij, op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Recreatie teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan met de daarbij behorende gronden voor dag- en verblijfsrecreatieve activiteiten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 8 Bedrijf, teneinde gebruik van de aanwezige bebouwing toe te staan voor niet-agrarische bedrijven, voor zover niet begrepen onder 4.7.6 en 4.7.7, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen teneinde bij een wijziging t.b.v. hergebruik binnen een andere bestemming, tevens een bestaande minicamping mee te wijzigen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de regels in het algemeen ten aanzien van schapenhouderijen en geitenhouderijen aanpassen, alsmede ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - geitenhouderij' deze aanduiding verwijderen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' deze aanduiding verwijderen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
De voor Agrarisch - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 5.1.2. opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:
Agrarische bedrijfsuitoefening.
Binnen deze bestemming zijn uitsluitend glastuinbouwbedrijven toegestaan, met dien verstande dat:
Eén bedrijfswoning per bedrijf, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen is.
Voor ondergeschikte detailhandel gelden de volgende bepalingen:
Bij het agrarisch bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is inpandige statische opslag toegestaan als nevenactiviteit, tot een maximale vloeroppervlakte van 400 m2. Inpandige statische opslag is niet toegestaan in kassen.
Binnen de bestemming 'Agrarisch - 3' is gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Gestreefd wordt naar behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Dit houdt in dat:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Ten behoeve van glastuinbouwbedrijven mogen (buiten een bouwvlak) worden opgericht:
De maatvoering en situering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij een glastuinbouwbedrijf is als volgt:
Gebouwen algemeen | Min. | Max. | |
afstand van kassen tot perceelsgrens | 1 m | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 10 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
afstand tot aan de bestemming 'water' | 4 m | ||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
bouwlagen ondergronds | 1 | ||
bijgebouwen bij de bedrijfswoning mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning worden gesitueerd | |||
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 9 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 12 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12° | 60° | |
Kassen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 10 | |
bouwhoogte | n.v.t. | 12 | |
oppervlakte kassen | 0,5 ha | ||
Kassen met tweede teeltlaag | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 11 | |
bouwhoogte | n.v.t. | 13,5 | |
afstand kassen tot bedrijfswoningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Min. | Max. | |
algemene bouwhoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen (anders dan hagelnetten en/of schaduwnetten) | n.v.t. | 4 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten en/of schaduwnettten | n.v.t. | 6 m | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 7 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande bedrijfswoning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Ten behoeve van het agrarisch bedrijf, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, mogen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' uitsluitend de volgende bouwwerken worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde onder 5.2.4 is het niet toegestaan om te bouwen ten behoeve van dierplaatsen.
De maatvoering en situering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij het grondgebonden agrarisch bedrijf is als volgt:
Gebouwen algemeen | Min. | Max. | |
afstand van kassen tot perceelsgrens | 1 m | ||
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg” aangeduide weg | 20 m | ||
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg” aangeduide weg | 15 m | ||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
bouwlagen ondergronds | 1 | ||
bijgebouwen bij de bedrijfswoning mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning worden gesitueerd | |||
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 9 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 12 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12° | 60° | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Min. | Max. | |
algemene bouwhoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen (anders dan hagelnetten en/of schaduwnetten) | n.v.t. | 4 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten en/of schaduwnettten | n.v.t. | 6 m | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 7 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande bedrijfswoning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.7 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.5 teneinde het bouwen ten behoeve van dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Daarnaast geldt de volgende bouwregel:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
n het gebruik van gebouwen voor het bouwen van carnavalswagens.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder e en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 lid m teneinde het gebruiken ten behoeve van meer dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een gebruikswijziging van bestaande gebouwen gericht op het in gebruik nemen van bebouwing voor de huisvesting van landbouwdieren ten behoeve van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, dan gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder g teneinde het gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' deze aanduiding verwijderen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen teneinde het gebruik van een voormalige agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Agrarisch met waarden - Landschap aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 6.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1:
Binnen de bestemming “Agrarisch met waarden - Landschap” is het beleid zowel gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame en concurrerende landbouw als op de bescherming van de aanwezige landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
Voor voorzieningen ten behoeve van het agrarisch bedrijf, zoals mestsilo's, sleufsilo's, paardenbakken, waterbassins e.d. gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag een grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij en niet zijnde een paardenhouderij worden uitgeoefend. Voorts is -al dan niet in combinatie met het voorgaande - het volgende type agrarisch bedrijf toegestaan overeenkomstig de onderstaande aanduidingen:
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' voorts
uitsluitend
de volgende nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsvoering toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit maximaal de bestaande gebruiksvloeroppervlakte danwel de in de tabel opgenomen vloeroppervlakte is toegestaan. Voor zover geen oppervlakte in de tabel is opgenomen geldt de bestaande vloeroppervlakte als maximum:
Afkorting | Aanduiding | Nevenactiviteit | Adres |
(ijs) | ijsbaan | ijsbaan | Laakdijk |
Voor ondergeschikte detailhandel gelden de volgende bepalingen:
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Bij het agrarisch bedrijf is inpandige statische opslag toegestaan als nevenactiviteit, tot een maximale vloeroppervlakte van 400 m2. Inpandige statische opslag is niet toegestaan in kassen, tenzij dit is opgenomen in de tabel onder f.
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' is gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een minicamping is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' en uitsluitend in
de vorm van een nevenactiviteit, waarbij maximaal 25 kampeerplaatsen zijn toegestaan, alsmede na
verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 6.5.5.
Een minicamping is in de vorm van een nevenactiviteit toegestaan:
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van landschapswaarden in de vorm van openheid.
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden:
Gestreefd wordt naar behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Dit houdt in dat:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen uitsluitend worden opgericht / toegestaan:
In afwijking van het bepaalde onder 6.2.2 is het niet toegestaan om te bouwen ten behoeve van dierplaatsen.
De bebouwde oppervlakte van rijhallen ten dienste van paardenhouderijen mag maximaal 1200 m2 bedragen. Indien de bestaande bebouwde oppervlakte meer bedraagt, geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum.
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is als volgt:
Gebouwen algemeen | Min. | Max. | |
afstand van kassen tot perceelsgrens binnen concentratiegebied glastuinbouw | 1 m | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
bouwlagen ondergronds | 1 | ||
bijgebouwen bij de bedrijfswoning mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning worden gesitueerd | |||
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 9 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 12 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12° | 60° | |
Kassen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 6 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
afstand kassen tot (bedrijfs)woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Min. | Max. | |
algemene bouwhoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
teeltondersteunende kassen zijn niet toegestaan | n.v.t. | 6 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen (anders dan hagelnetten en/of schaduwnetten) | n.v.t. | 4 m | |
bouwhoogte overige teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten en/of schaduwnettten | n.v.t. | 6 m | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 7 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande bedrijfswoning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
|
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.3 teneinde het bouwen ten behoeve van dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Daarnaast geldt de volgende bouwregel:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.5 teneinde een grotere goot- en/of bouwhoogte voor kassen toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.7 onder a sub 1 teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.7 onder a, sub 3 en 4, alsmede van het bepaalde in 6.1.2 onder m sub 2 teneinde bouwwerken in de vorm van hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, alsmede overige teeltondersteunende voorzieningen (TOV) te kunnen bouwen buiten de aanduiding 'bouwvlak', een en ander mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.6 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 onder c teneinde de bouw van de eerste bedrijfswoning mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2, 6.2.2 en 6.5 ten behoeve van nieuwbouw voor nevenfuncties binnen de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
n het gebruik van gebouwen voor het bouwen van carnavalswagens.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken zoals bedoeld in 6.1.2 onder l (en f voorzover van toepassing)en 6.2.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2 onder d teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technischhulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2 onder c teneinde pensionstalling toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2 onder c en 6.2.2, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van verbrede landbouw gericht op zorgverlening, waaronder een zorgboerderij, op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2 onder f
l en 6.2.5 teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuin
s, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed en breakfastvoorzieningen e.d. in een grotere omvang, toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2 onder d, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van overige verbrede landbouw gericht op verwerking en waardevermeerdering van op het eigen bedrijf geproduceerde producten, zoals een ijs- of kaasmakerij, toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2 onder i teneinde een grotere vloeroppervlakte ten behoeve van inpandige statische opslag toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 onder f g en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 lid m teneinde het gebruiken ten behoeve van meer dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien sprake is van een gebruikswijziging van bestaande gebouwen gericht op het in gebruik nemen van bebouwing voor de huisvesting van landbouwdieren ten behoeve van een grondgebonden veehouderij of een intensieve veehouderij, niet zijnde een paardenhouderij, dan gelden tevens de navolgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 onder i teneinde het gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 6.6.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 6.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 6.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 6.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder i de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden | ||
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; |
||
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik en betreft het aanbrengen van verhardingen in de vorm van paden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering en betreft het aanbrengen van verhardingen uitsluitend ten behoeve van de tijdelijke opslag van bieten en tot een maximum oppervlakte van 600m2 per agrarisch bedrijf; - de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast. Hierbij geldt dat de beoordeling van de waterhuishoudkundige situatie pas plaats vindt bij oppervlakteverhardingen boven de 2000 m2; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden van de groenblauwe mantel; |
||
het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem met meer dan 50 cm | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van landschappelijke en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
||
het diepwoelen of -ploegen van de bodem met meer dan 50 cm | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van landschappelijke en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
||
het dempen van poelen, sloten en greppels | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden plaatsvinden van de grondwaterafhankelijke natuur; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
||
het beplanten van gronden met houtgewas (hoger dan 1 meter) Geen omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is vereist: - indien de aanplant plaatsvindt in het kader van een zorgvuldige landschappelijke inpassing o.b.v. een verleende omgevingsvergunning voor het afwijken van bouw- of gebruiksregels of wijziging; |
- er mag geen onevenredige aantasting van de landschappelijke openheid plaatsvinden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning schootsveld' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van het schootsveld uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
||
vellen of rooien van houtgewas, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschaps- en natuurwaarden; | ||
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde omschakeling danwel hervestiging toe te staan naar een agrarisch bedrijf in de vorm van een productiegerichte paardenhouderij, door middel van het aanduiden van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' met de aanduiding 'paardenhouderij' mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Algemene regels:
Regels in verband met maximale omvang agrarische bedrijven:
Regels in verband met landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit:
Regels in verband met omgevingswaarden:
r. er moet sprake zijn van een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende
ecologische en landschappelijke waarden van de groenblauwe mantel.
Specifieke regels ten behoeve van een zorgvuldige veehouderij:
Indien sprake is van een uitbreiding van een grondgebonden veehouderij of intensieve veehouderij (niet zijnde een paardenhouderij), dan gelden tevens de volgende voorwaarden:
Specifieke regels ten behoeve van een geitenhouderij:
indien sprake is van een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – geitenhouderij', is toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid uitgesloten, tenzij voldaan kan worden aan de volgende voorwaarde:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 22 Wonen waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij voor woondoeleinden kan worden toegestaan; tevens kan daarbij woningsplitsing worden toegestaan. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Algemene regels geldend voor wijziging naar wonen:
Specifieke regels uitsluitend van toepassing bij wijziging naar wonen in combinatie met woningsplitsing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen teneinde het gebruik van een voormalige agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 22 Wonen met een aanduiding ten behoeve van inpandige statische opslag, teneinde - naast het gebruik ten behoeve van de woonfunctie - hergebruik van de bedrijfsbebouwing toe te kunnen staan voor inpandige statische opslag, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Recreatie teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan met de daarbij behorende gronden voor dag- en verblijfsrecreatieve activiteiten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen teneinde bij een wijziging t.b.v. hergebruik binnen een andere bestemming, tevens een bestaande minicamping mee te wijzigen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' deze aanduiding verwijderen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' de gronden geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Agrarisch met waarden - Natuur en landschap aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 7.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1.1:
Binnen de bestemming “Agrarisch met waarden - Natuur en landschap” is het beleid primair zowel gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame en concurrerende landbouw als op de bescherming van de aanwezige landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden.
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden:
Gestreefd wordt naar behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Dit houdt in dat:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Voor het oprichten van bouwwerken geldt het volgende:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 7.4.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 7.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 7.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 7.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden | ||
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2
ter plaatse van de aanduiding: - wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; |
||
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik en betreft het aanbrengen van verhardingen in de vorm van paden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering en betreft het aanbrengen van verhardingen uitsluitend ten behoeve van de tijdelijke opslag van bieten en tot een maximum oppervlakte van 600m2 per agrarisch bedrijf; - de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast. Hierbij geldt dat de beoordeling van de waterhuishoudkundige situatie pas plaats vindt bij oppervlakteverhardingen boven de 2000 m2; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden; |
||
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden; |
||
het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem met meer dan 50 cm | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van potentiële landschappelijke en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
||
het diepwoelen of -ploegen van de bodem met meer dan 50 cm | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van potentiële landschappelijke en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' mag het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone / herstel watersysteem' vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
||
het omzetten van grasland in bouwland/scheuren van grasland | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het graslandareaal voor weidevogels; | ||
het dempen van poelen, sloten en greppels | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden plaatsvinden van de grondwaterafhankelijke natuur; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
||
het aanleggen van drainage | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden plaatsvinden van de grondwaterafhankelijke natuur; | ||
het verlagen van de grondwaterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden plaatsvinden van de grondwaterafhankelijke natuur; | ||
het beplanten van gronden met houtgewas (hoger dan 1 meter)
Geen omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is vereist: - indien de aanplant plaatsvindt in het kader van een zorgvuldige landschappelijke inpassing o.b.v. een verleende omgevingsvergunning voor het afwijken van bouw- of gebruiksregels of wijziging; |
- de karakteristieke openheid van het landschap mag niet onevenredig worden aangetast; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning schootsveld' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van het schootsveld uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
||
vellen of rooien van houtgewas, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschaps- en natuurwaarden; | ||
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de karakteristieke historische verkavelingsstructuur; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 8.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 8.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van niet-agrarische bedrijven:
Afkorting | Aanduiding | Betekenis in regels | Straat | Huisnumme r | Bebouwingsopp ervlakte (m2) | |
(sb-1) | specifieke vorm van bedrijf - 1 | hondenpension | Bergen | 55 | 460 | |
(sb-2) | specifieke vorm van bedrijf - 2 | magazijn | Bergen | 14a | 155 | |
(sb-3) | specifieke vorm van bedrijf - 3 | opslag van houtproducten | Bergen | 28 | 2040 | |
(sb-6) | specifieke vorm van bedrijf - 6 | houtbewerking bij houthandel | Dirk de Botsdijk | 1 | 1540 | |
(sb-7) | specifieke vorm van bedrijf - 7 | groothandel in motorvoertuigen | Drimmelenseweg | 46 | 375 | |
(sb-10) | specifieke vorm van bedrijf - 10 | gemeentewerf | Steelhovensedijk | ong. | 0 |
|
(sb-11) | specifieke vorm van bedrijf - 11 | brandstofverkooppunt | De Langeweg | 2 | 500 |
|
(sb-12) | specifieke vorm van bedrijf - 12 | niet-agrarisch loonwerkbedrijf | Geraniumstraat | 50 | 645 | |
(sb-14) | specifieke vorm van bedrijf - 14 | detailhandel antiek | Zouterdijk | 22 | 1530 |
|
(sb-19) | specifieke vorm van bedrijf - 19 | reparatiebedrijf witgoed | Kerkdijk | 31 | 380 | |
(sb-28) | specifieke vorm van bedrijf - 28 | transportbedrijf | Wagenstraat | 70 | 310 |
|
(sb-32) | specifieke vorm van bedrijf - 32 | restauratie auto's | Withuisstraat | 8 | 640 | |
(sb-33) | specifieke vorm van bedrijf - 33 | seksinrichting | Witteweg | 15 | 150 | |
(sb-35) | specifieke vorm van bedrijf - 35 | productiebedrijf/ bouwnijverheid | Zandstraat | 1 | 1910 |
|
(sb-36) | specifieke vorm van bedrijf - 36 | bloemshop | Withuisstraat | 6 | 720 | |
(sb-37) | specifieke vorm van bedrijf - 37 | aannemersbedrijf | Molenstraat | 53 | 110 | |
(sb-42) | specifieke vorm van bedrijf - 42 | sloopbedrijf asbest | Oud Drimmelen | 7 | 725 |
|
(sb-43) | specifieke vorm van bedrijf - 43 | opslag bouwmaterialen | Witteweg | 17 | 900 | |
(sb-47) | specifieke vorm van bedrijf - 47 |
Opslag bouwmaterial-en en houtbewerking in een maximale milieucategorie 2 volgens de Staat van inrichtingen |
Witteweg | 15n | 1800 | |
(sb-48) | specifieke vorm van bedrijf - 48 | tuincentrum | Brandestraat | 18 | 3200 | |
(sb-50) | specifieke vorm van bedrijf - 50 | opslag en ondersteunend kantoor zonder baliefunctie |
Hoevenseweg | 12a | 430 | |
(sb-53) | specifieke vorm van bedrijf - 53 | kleinschalig aannemersbedrijf | Drimmelenseweg | 44 | 1000 |
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Gebruik van gronden en bouwwerken voor een minicamping is uitsluitend toegestaan via omgevingsvergunning als bedoeld in 8.5.2.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
8.1.3. Voorwaardelijke verplichting
Binnen uiterlijk 2 jaar nadat sprake is van een onherroepelijk bestemmingsplan, dient een
landschappelijke inpassing te zijn gerealiseerd ter plaatse van de gronden met de
bestemming 'Groen - Landschappelijke inpassing', en vervolgens in stand te worden
gehouden, overeenkomstig de Bijlage 2 Landschappelijke inpassing Witteweg 15n.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte.Deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 8 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 15° | 60° | |
Bedrijfswoning |
Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 7 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen); indien de inhoud ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum | ||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Max. | ||
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | 80 m2 | ||
goothoogte | 3,3 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
een windturbine, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' | de bestaande bouwhoogte | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.5 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
m. het gebruik van gebouwen voor het bouwen van carnavalswagens.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 8.1.2 onder c teneinde als nevenactiviteit bij een bedrijfswoning, bed & breakfast voorzieningen e.d., in een grotere omvang toe te staan alsmede toe te staan in vrijstaande bijgebouwen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 8.1.2 onder d (en a voorzover van toepassing) en 8.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4.1 onder d
f en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van niet-agrarische bedrijven als opgenomen in 8.2.3 te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een andere vorm van niet-agrarische bedrijvigheid toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in Artikel 9 Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf, teneinde een agrarisch verwant bedrijf dan wel een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in:
Algemene regels geldend voor wijziging naar wonen:
Specifieke regels uitsluitend van toepassing bij wijziging naar wonen in combinatie met woningsplitsing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van het toestaan van een grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 9.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 9.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van agrarisch verwante en technische hulpbedrijven.
Afkorting | Aanduiding | Activiteiten | Straat | Huisnum mer | Maximale bebouwde oppervlakt e (m2) |
(sb-8) | specifieke vorm van bedrijf - 8 | agrarisch toeleveringsbedrijf | Drimmelenseweg | 17a | 2650 |
(sb-20) | specifieke vorm van bedrijf - 20 | agrarisch loonbedrijf | Molendijk | 1 | 1130 |
(sb-21) | specifieke vorm van bedrijf - 21 | transportbedrijf/ varkenshandel | Munnikenhof | 8 | 475 |
(sb-23) | specifieke vorm van bedrijf - 23 | agrarisch loonbedrijf | Noordseweg | 1 | 2200 |
(sb-26) | specifieke vorm van bedrijf - 26 | agrarisch loonbedrijf | Schuivenoordseweg | 5 | 1220 |
(sb-29) | specifieke vorm van bedrijf - 29 | agrarisch loonbedrijf | Wagenstraat | 55a/b | 3270 |
(sb-31) | specifieke vorm van bedrijf - 31 | agrarisch loonbedrijf | Wagenstraat | 66a en b | 1120 |
(sb-39) | specifieke vorm van bedrijf - 39 | veehandel | Munnikenhof | 12 | 350 |
(sb-40) | specifieke vorm van bedrijf - 40 | agrarisch loonbedrijf | Dirk de Botsdijk | 4a | 1100 |
(sb-41) | specifieke vorm van bedrijf - 41 | agrarisch loonbedrijf | Streeplandsedijk | 1 | 350 |
(sb-46) | specifieke vorm van bedrijf - 46 | agrarisch loonbedrijf | Moerdijkseweg | 11 | 510 |
(sb-49) | specifieke vorm van bedrijf - 49 | pensionstalling | Munnikenhof | 1 | 5110 |
(sb-52) | specifieke vorm van bedrijf - 52 | pensionstalling ter plaatse van bestaande bebouwing | Stuivezandsestraat | 22 | 275 |
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Gebruik van gronden en bouwwerken voor een minicamping is uitsluitend toegestaan via omgevingsvergunning als bedoeld in 9.5.2.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
De gronden ter plaatse van Munnikenhof 1 welke samenvallen met het bestemmingsvlak 'Bedrijf - Agrarisch
verwant en technisch hulpbedrijf
' mogen uitsluitend voor de uitbreiding van het agrarisch verwante bedrijf
worden bebouwd, verhard en gebruikt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte, met dien verstande dat voor zover in de tabel in 9.1.2 onder a een bebouwde oppervlakte is opgenomen, die oppervlakte als maximum geldt. Deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.
In afwijking van het bepaalde in de tabel in 9.1.2 onder a is het niet toegestaan om te bouwen ten behoeve van dierplaatsen.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 6,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 15° | 60° | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 7 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande bedrijfswoning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Max. | ||
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | 80 m2 | ||
goothoogte | 3,3 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 15 m | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.6 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.4 teneinde het bouwen ten behoeve van dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Daarnaast geldt de volgende bouwregel:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 9.1.2 onder c teneinde als nevenactiviteit bij een bedrijfswoning, bed & breakfast voorzieningen e.d., in een grotere omvang toe te staan alsmede toe te staan in vrijstaande bijgebouwen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 9.1.2 onder d (en a voorzover van toepassing) en 9.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.1 onder e
g en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.1 teneinde het gebruiken ten behoeve van meer dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.1 teneinde ondergeschikte en ondersteunende horeca bij een pensionstalling mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van agrarisch verwante en agrarisch technische hulpbedrijven als opgenomen in 9.2.1 te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een andere vorm van een agrarisch verwant of een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in Artikel 22 Wonen, waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning voor woondoeleinden kan worden toegestaan; tevens kan daarbij woningsplitsing worden toegestaan. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Algemene regels geldend voor wijziging naar wonen:
Specifieke regels uitsluitend van toepassing bij wijziging naar wonen in combinatie met woningsplitsing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van het toestaan van een grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Bedrijf - Nutsbedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 10.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 10.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de nutsbedrijven genoemd in de navolgende Staat van nutsbedrijven:
Afkorting | Aanduiding | Nutsbedrijf | Adres | Huisn umme r | Toevoeging | Bebouwde oppervlakte | ||||||||
(sb-13) | specifieke vorm van bedrijf - 13 | waterzuivering | Buitendijk | |||||||||||
(sb-45) | specifieke vorm van bedrijf - 45 | onderhoudsgebouw waterschap | Thijsseweg | 23 | 650 m2 |
Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
De bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan de bestaande bebouwde oppervlakte, danwel niet meer dan de in de tabel in 10.1.2 onder a opgenomen bebouwde oppervlakte.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 8 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 15° | 60° | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 11.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 11.1.1:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Voor de nutsvoorzieningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 12.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 12.1.1:
Binnen deze bestemming is het beleid primair gericht op het beschermen van de landschappelijke en ecologische waarden. Houtproductie is toegestaan, mits dit ondergeschikt is aan het bosbehoud en het behoud van de landschappelijke en natuurwaarden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bestaande gebouwen, ten dienste van deze bestemming.
Uitsluitend bestaande gebouwen zijn toegestaan, waarbij de bestaande situering, de bestaande goot- en bouwhoogte en de bestaande inhoud als maximum geldt.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 12.4.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 12.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 12.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 12.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 12.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | - het dient te gaan om bestaande wegen en paden; - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. |
het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem | - het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast; - de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden. |
het diepwoelen of -ploegen van de bodem met meer dan 50 cm, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het dempen van poelen, sloten en greppels uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
De voor Groen - Landschappelijke inpassing aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 13.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 13.1.1:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
13.1.3.
De aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing dient te geschieden
overeenkomstig de landschappelijke inpassing als opgenomen in Bijlage 1
Landschappelijke inpassing Zwaluwse Pootweg 5 en Bijlage 2 Landschappelijke inpassing Witteweg 15n.
Uitsluitend zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan en uitsluitend in de vorm van een erfafscheiding.
Voor erfafscheidingen gelden de volgende bepalingen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 13.4.4 omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 13.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 13.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 13.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 13.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen als doorgang | de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het (agrarisch) gebruik, behorende bij de naastgelegen bestemming; de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
het verwijderen van houtopstanden ten behoeve van een doorgang | het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor het (agrarisch) gebruik, behorende bij de naastgelegen bestemming; het verwijderen betekent geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen teneinde uitbreiding van de aanduiding 'bouwvlak' in een aangrenzende Agrarische bestemming mogelijk te maken, zoals opgenomen in 3.7.3, 4.7.3, of 6.7.2, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 14.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 14.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de functies genoemd in de navolgende Staat van horecafuncties:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Adres | Huisnummer | Bebouwingsoppervlakte (m2) |
(sh-1) | specifieke vorm van horeca - 1 | café/ restaurant | Moerdijkseweg | 10 | 590 |
Per bestemmingsvlak is een bedrijfswoning toegestaan en maximaal één per bestemmingsvlak.
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Gebruik van gronden en bouwwerken voor een minicamping is uitsluitend toegestaan via omgevingsvergunning als bedoeld in 14.5.2.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan het in de tabel in 14.1.2 onder a opgenomen bebouwingsoppervlakte.Deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
Gebouwen | |||
goothoogte | max 5,5 m | ||
bouwhoogte | max 10 m | ||
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 7 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande bedrijfswoning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Vrijstaande bijgebouwen | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte | 80 m2 | ||
oppervlakte per bijgebouw | 17 m2 | ||
goothoogte | 3,3 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor voorgevel; elders 2 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5,5 m | ||
bouwhoogte overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte overkappingen | 150 |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.3 teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van een horecabedrijf te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.5 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 14.1.2 onder c teneinde als nevenactiviteit bij een bedrijfswoning, bed & breakfast voorzieningen e.d., in een grotere omvang toe te staan alsmede toe te staan in vrijstaande bijgebouwen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 14.1.2 onder d en 14.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.4.1 onder a en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 15.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 15.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de functies genoemd in de navolgende Staat van maatschappelijke functies:
Afkorting | Aanduiding | Activiteiten | Straat | Huisnummer |
(sm-1) | specifieke vorm van maatschappelijk - 1 | scouting met ondersteunende horeca | Bergen | 47 |
(sm-2) | specifieke vorm van maatschappelijk - 2 | dierenartspraktijk | Watertorenstraat | 9 |
(sm-3) | specifieke vorm van maatschappelijk - 3 | begraafplaats | Kerkpolder (Oud Drimmelen) | ong. |
(sm-4) | specifieke vorm van maatschappelijk - 4 | begraafplaats | Zwaluwseweg | 31 |
(sm-5) | specifieke vorm van maatschappelijk - 5 | gildeterrein | Hoge Vaartkant | 8 |
(sm-6) | specifieke vorm van maatschappelijk - 6 | molen | Dirk de Botsdijk | naast 2 |
(sm-7) | specifieke vorm van maatschappelijk - 7 | kapel | Poolseweg | ong. |
(sm-8) | specifieke vorm van maatschappelijk - 8 | kapel | Kerkdijk | ong. |
(sm-9) | specifieke vorm van maatschappelijk - 9 | bijengilde | Koekoeksweg | ong. |
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
De gronden welke samenvallen met het bestemmingsvlak 'Maatschappelijk' alsmede de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 9' mogen uitsluitend worden bebouwd, verhard en gebruikt, mits de landschappelijke inpassing van gebouwen, verhardingen en andere voorzieningen in de aangrenzende bestemming 'Groen - Landschappelijke inpassing' in stand wordt gehouden.
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de Staat van maatschappelijke functies in 15.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen. Voor zover geen oppervlakte in de tabel is opgenomen geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
Gebouwen | |||
goothoogte | max 5,5 m | ||
bouwhoogte | max 10 m | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor voorgevel; elders 2 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5,5 m | ||
bouwhoogte overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte overkappingen | 150 |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.2 teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bebouwing van een maatschappelijke functie te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 16.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 16.1.1:
Binnen de bestemming 'Natuur' is het beleid gericht op het beschermen van de landschappelijke en ecologische waarden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Gestreefd wordt naar behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Dit houdt onder andere in dat:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 16.4.4. opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 16.4.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 16.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 16.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 16.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van het beheren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de natuurwaarden; |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; |
het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van potentiële landschappelijke en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het diepwoelen of -ploegen van de bodem met meer dan 50 cm | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van potentiële landschappelijke en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; |
het dempen van poelen, sloten en greppels | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden plaatsvinden van de grondwaterafhankelijke natuur; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - eendenkooi' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van de eendenkooi uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
het beplanten van gronden met houtgewas hoger dan 1 meter ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - omgevingsvergunning schootsveld'; |
- ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning schootsveld' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van het schootsveld uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
vellen of rooien van houtgewas | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschaps- en natuurwaarden; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - eendenkooi' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van de eendenkooi uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven | - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de karakteristieke historische verkavelingsstructuur; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning cultuurhistorisch vlak' mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - eendenkooi' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van de eendenkooi uit oogpunt van cultuurhistorische waarden; |
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 17.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 17.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:
Afkorting | Aanduiding | Activiteiten | Straat | Huisnum mer | Bebouwde oppervlakt e |
(sr-1) | specifieke vorm van recreatie - 1 | landschapscamping, bestaande uit |
Groenendijk | ongenummerd (naast 35) | 400 m2, incl. 75 m2 horeca |
(sr-2) | specifieke vorm van recreatie - 2 | volkstuin | Vogelstraat | ongenummerd (naast 38) | |
(sr-3) | specifieke vorm van recreatie - 3 | recreatieparadijs (waaronder een kinderboerderij met binnen- en buitenspeelgelegenheid, een Indoor Survival Hal, bowlingbanen en ondersteunende horeca, ondergeschikte detailhandel, opslag caravans in bestaande bebouwing, minicamping) | Brugdam | 17 | 2100 m2, waarvan 925 m2 ten behoeve van inpandige horeca, en 272 m2 horeca in de vorm van een buitenterras |
(sr-4) | specifieke vorm van recreatie - 4 | gastenverblijf ten behoeve van natuurbeleving | Hamseweg | 9 | 49 m2 |
(sr-5) | specifieke vorm van recreatie - 5 |
verblijfsrecreatie in de vorm van een camping bestaande uit 5 trekkershutten, 25 kampeerplaatsen, 4 bed & breakfasteenheden. dagrecreatie in de vorm van een speeltuin, kinderboerderij en educatie. een en ander met aan de verblijfs- en dagrecreatie ondersteunende horeca en campingwinkel. Ondersteunende horeca is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca' met een inpandige horecagebruiksruimte van 150 m2 en een buitenterras van 100 m2. De campingwinkel heeft een maximale inpandige oppervlakte van 50 m2 en een buiten verkoopruimte van 20 m2. |
Wagenstraat | 74 | Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ruimte voor ruimte' bedraagt de maximale oppervlakte van bedrijfsgebouwen 750 m2. Dit is inclusief 150 m2 inpandige horecagebruiksruimte, 50 m2 campingwinkel, bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken behorend bij een bedrijfswoning. |
(sr - 6) | specifieke vorm van recreatie - 6 |
Camping (bestaande uit 50 kampeerplaatsen, 2 vakantieappartementen, bijbehorende voorzieningen waaronder sanitair, keuken voor campinggasten, recreatieruimte, een horecagebruiksruimte, campingwinkel), een bijbehorende gebruiksgerichte pensionstalling van 25 paarden, opslag van materieel en kampeermiddelen. |
Munnikenhof | 21 | 1750 m2, incl. 150 m2 horecagebruiksruimte en een horecaterras van 100 m2 |
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Binnen de bestemming is detailhandel toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane recreatieve voorzieningen.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de Staat van recreatieve voorzieningen in 17.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.
Voor de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 7 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
inhoud | max 750 m3, incl. aangebouwde bijgebouwen | ||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | max. 2,5 m | ||
bouwhoogte ballenvanghekken | max. 7,5 m | ||
bouwhoogte lichtmasten | max. 9 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de in 17.2.2 opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van recreatiebedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.4 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.4.1 onder b en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 18.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 18.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van sportvoorzieningen:
Aanduiding | Betekenis | Activiteiten | Straat | Huisnu mmer | Bebouwde oppervlakte |
(ss-2) | specifieke vorm van sport - 2 | ponyclub | Zandstraat | 36 | |
(ss-3) | specifieke vorm van sport - 3 | ijsbaan | Laakdijk | ||
(ss-5) | specifieke vorm van sport - 5 | manege | Wagenstraat | 40a | 2530 m2 |
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak de aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan zijn gebouwen uitsluitend toegestaan ter plaatse van die aanduiding 'bouwvlak'.
De in de tabel in 18.1.2 onder a opgenomen bebouwde oppervlakte geldt als maximaal toegestane oppervlakte. Voor zover geen oppervlakte in de tabel is opgenomen geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum. Deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.
In afwijking van het bepaalde in de tabel in 18.1.2 onder a is het niet toegestaan om te bouwen ten behoeve van dierplaatsen.
Voor de gebouwen en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bebouwingsregels:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de bedrijfswoning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m | |
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 7 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
inhoud | max 750 m3, ( incl. aangebouwde bijgebouwen) | ||
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 2,5 m | ||
bouwhoogte ballenvanghekken | 7,5 m | ||
bouwhoogte lichtmasten | 9 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max 6 m; voorzover in de tabel in 18.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel. |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.3 teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bebouwing van een sportfunctie te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.6 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.3 teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van de op grond van 18.1.2 onder a toegestane maneges te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.4 teneinde het bouwen ten behoeve van dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Daarnaast geldt de volgende bouwregel:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4.1 onder b en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4.1 teneinde het gebruiken ten behoeve van meer dierplaatsen mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, parkeervoorzieningen, wandel- en/of fietspaden, openbare nutsvoorzieningen, bermen, wegbeplantingen, sloten en overeenkomstig de in 19.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 19.1.1:
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden. Dit houdt in dat:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van de bestemming, alsmede gebouwen ten dienste van openbare nutsvoorzieningen.
Gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen dienen aan het volgende te voldoen:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 15 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 18 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming Artikel 16 Natuur ter plaatse van de aanduidingen:
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals ondergrondse retentievoorzieningen, ondergrondse afvalcontainers, bergbezinkbassins, groenvoorzieningen, spoorsloten, hekken, veiligheids-, onderhouds- en bereikbaarheidsvoorzieningen .
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede wachtruimtes en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
Voor nutsvoorzieningen en wachtruimtes gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen ten behoeve van spoorwegdoeleinden dienen te voldoen aan:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 20.2.2. teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of wachtruimtes toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden,
beschoeiingen e.d, een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 21.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 21.1.1:
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden. Dit houdt in dat:
Gestreefd wordt naar behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Dit houdt in dat:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in 22.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 22.1.1:
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van het bestemmingsvlak voorts uitsluitend de volgende nevenactiviteiten naast de woonfunctie toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit maximaal de aangegeven, of bij het ontbreken van een oppervlakte maat de bestaande, gebruiksoppervlakte is toegestaan en uitsluitend in bestaande gebouwen:
Afkorting | Aanduiding | Activiteiten | Straat | Huisnu mmer | Max. gebruiksoppervl akte |
(sw-1) | specifieke vorm van wonen - 1 | bed&breakfast en theetuin | Groenendijk | 33a | |
(sw-3) | specifieke vorm van wonen - 3 | paardenhouderij max 7 paarden | Helkantsedijk | 28 | |
(sw-5) | specifieke vorm van wonen - 5 | schildersbedrijf | Kerkdijk | 6 | |
(sw-6) | specifieke vorm van wonen - 6 | statische opslag | Kerkdijk | 29 | |
(sw-7) | specifieke vorm van wonen - 7 | houtbewerking | Kerkdijk | 46 | |
(sw-8) | specifieke vorm van wonen - 8 | opslag, transport, autopoetsbedrijf | Moerdijkseweg | 7 | |
(sw-11) | specifieke vorm van wonen - 11 | kantoor aan huis | Zandstraat | 20 | 80 m2 |
(sw-12) | specifieke vorm van wonen - 12 | opslag en stalling t.b.v. een loonbedrijf | Zandstraat | 14 | uitsluitend binnen de bestaande bebouwing |
(sw-13) | specifieke vorm van wonen - 13 | atelier | Plukmadesestraat | 61 | |
(sw-14) | specifieke vorm van wonen - 14 | reparatiebedrijf voor boten | Sluizenweg | 50 | |
(sw-15) | specifieke vorm van wonen - 15 | opslag | Brandestraat | 12 | |
(sw-16) | specifieke vorm van wonen - 16 | opslag | Groenedijk | 68 | |
(sw-17) | specifieke vorm van wonen - 17 | bouwbedrijf | Zandstraat | 2 | |
(sw-18) | specifieke vorm van wonen - 19 | interieur ontwerpbedrijf met bijbehorende detailhandel | Kerkdijk | 38 | |
(sw-19) | specifieke vorm van wonen - 19 | stucadoors- en restauratiebedrijf | Lageweg | 35 | |
(sw-20) | specifieke vorm van wonen - 20 | opslag voor privédoeleinde n, statische opslag en opslag voor derden |
Kerkdijk | 4 | 300 m2, waarvan 120 m2 ten behoeve van statische opslag en opslag voor derden |
(sw-21) | specifieke vorm van wonen - 21 | opslag voor privédoeleinde n, statische opslag en opslag voor derden |
Voorstraat | 15 | 788 m2. |
(sw-22) | specifieke vorm van wonen - 22 | bed & breakfast | Dirk de Botsdijk | naast 2 | toegestaan in gehele woning in afwijking van het bepaalde in 22.1.2 onder d |
(sw-24) | specifieke vorm van wonen - 24 | bed & breakfast in een vrijstaand bijgebouw voor maximaal acht personen | Stuivezandsestraat | 8 | |
(sw-25) | specifieke vorm van wonen - 25 | inpandige opslag met de daarbij behorende voorzieningen. | Hoevenseweg | 12a | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en met een maximum gebruiksoppervlakte van 250 m2. |
Per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan, met dien verstande dat:
Gebruik van gronden en bouwwerken voor een minicamping is uitsluitend toegestaan via
omgevingsvergunning als bedoeld in 22.5.1, alsmede ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein'.
Een minicamping is in de vorm van een nevenactiviteit toegestaan:
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Een theetuin is toegestaan:
Binnen de bestemming 'Wonen' is gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak de aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan zijn gebouwen uitsluitend toegestaan ter plaatse van die aanduiding 'bouwvlak'. In afwijking hiervan zijn bijgebouwen ook buiten de aanduiding 'bouwvlak' ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' toegestaan indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak de aanduiding 'bijgebouwen' is opgenomen.
Met betrekking tot de inhoud van de woningen gelden de volgende regels:
Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
Gebouwen algemeen | Min. |
afstand tot de as van de weg waarnaar de voorgevel is gericht | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde |
indien de voorgevel van de woning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de woning mogen worden gesitueerd | |
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
Woning | Min. | Max. | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 7 m, met dien verstande dat: - indien de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum - ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' de aangeduide goothoogte als maximum geldt |
|
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m, met dien verstande dat: - indien de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum - ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' de aangeduide bouwhoogte als maximum geldt |
|
inhoud | zie 22.2.3. | ||
dakhelling | 0º | 60º | |
afstand van de woning tot perceelsgrens | 3 m | n.v.t. | |
Bijgebouwen bij woning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,3 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
afstand vrijstaande bijgebouwen tot woning | n.v.t. | 20 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. | ||
bouwhoogte afrastering agrarische gronden met hobbymatig agrarisch gebruik | 1,5 m | ||
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m | ||
oppervlakte van een carports c.q. overkapping | 20 m2 | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2.4 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen te vergroten, mits voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2.4 teneinde de minimum afstand van een woning tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Ten behoeve van het stimuleren van sloop van overtollige bebouwing kan het bevoegd gezag door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2.3 teneinde een vergroting van de maximale inhoud voor een burgerwoning toe te staan, tot een maximum van 900 m3 onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 22.2.5 onder a en/of b teneinde herbouw van de bedrijfswoning op andere wijze mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 22.1.2 onder c (en a voorzover van toepassing) en 22.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 22.1.2 onder d teneinde als nevenactiviteit bij een woning, bed & breakfast voorzieningen e.d., in een grotere omvang toe te staan alsmede toe te staan in vrijstaande bijgebouwen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 22.1.2 onder e ten behoeve van een koffie- / theetuin, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.4.1 onder a en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.4.1 onder b teneinde het gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.1.2 onder i voor het toestaan van een andere landschappelijke inpassing ter plaatse van de gronden van Hoevenseweg 12a, mits hierdoor de aard, omvang en doelstelling van de inpassing niet wijzigt en dit landschappelijk aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van deze gronden wijzigen teneinde toevoeging van woningen door bouwkundige aanpassingen (splitsing) van bestaande boerderijgebouwen of woningen mogelijk te maken. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van het toestaan van een grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in Agrarisch - 3 ten behoeve van het toestaan van een glastuinbouwbedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' de bestemming van de gronden wijzigen in Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf teneinde een agrarisch verwant bedrijf dan wel een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde met een aanduiding ten behoeve van inpandige statische opslag, teneinde - naast het gebruik ten behoeve van de woonfunctie - hergebruik van de bedrijfsbebouwing toe te kunnen staan voor inpandige statische opslag, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' de bestemming wijzigen in Bedrijf, teneinde gebruik van de aanwezige bebouwing toe te staan voor niet-agrarische bedrijven, niet zijnde agrarisch verwante en technisch hulpbedrijven en inpandige statische opslag, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' de bestemming van de gronden wijzigen in Maatschappelijk, teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan met de daarbij behorende gronden in de vorm van verbrede landbouw gericht op zorgverlening, waaronder een zorgboerderij, op sociaal, fysiek of psychisch vlak, toe te staan in combinatie met licht agrarische activiteiten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' wijzigen in Recreatie teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan met de daarbij behorende gronden voor dag- en verblijfsrecreatieve activiteiten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in 23.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 23.1.1:
Het aantal woonwagens mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' met deze aanduiding is aangegeven.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woonwagens met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
Gebouwen algemeen | Min. | ||
afstand tot de as van de weg | 15 m, tenzij het hieronder bepaalde | ||
indien de voorgevel van de woning op een kortere afstand is gelegen, dan geldt dat gebouwen niet vóór de voorgevel van de woning mogen worden gesitueerd | |||
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
Woonwagens | Max. | ||
bouwhoogte | 4 m, met dien verstande dat indien de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | ||
bebouwde oppervlakte | 120 m2 | ||
Bijgebouwen en overkappingen bij woonwagen | Max. | ||
gezamenlijke oppervlakte per woonwagen | 25 m2 | ||
bouwhoogte | 3 m | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | |||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m |
Aanvullend op de tabel geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2.2 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Binnen de bestemming 'Wonen - 2' is gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de realisatie en instandhouding van een K1-brandstofleiding, met de bestaande druk, diameter en ligging;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen deze dubbelbestemming zijn geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende dubbelbestemming of hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding, alsmede uit oogpunt van externe veiligheid geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 24.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 24.4.1 genoemde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen (externe) veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 24.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 onder a, teneinde het bouwen van bouwwerken overeenkomstig andere bestemmingen mogelijk te maken, voorzover:
De bestaande druk en diameter van de leiding mogen niet zodanig worden gewijzigd, dat daardoor de wettelijke risicocontour (PR 10-6 contour) komt te liggen buiten de bij de bestaande druk en diameter behorende PR 10-6 contour.
Uitsluitend zijn leidingen toegestaan die passen binnen de bestaande plaatsgebonden risicocontour 10-6.
In het belang van het bepaalde in lid 25.1 is het verboden op of in de in lid 25.1 bedoelde gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 25.5 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor de werken en werkzaamheden bedoeld in lid 25.5 kan slechts worden verleend indien en voor zover:
De voor ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg en instandhouding van een bovengrondse hoogspanningsverbinding en uitsluitend in het bestaande type met de bestaande hoeveelheid KV's.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is toegestaan, ten dienste van deze bestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 26.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 26.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wordt ontnomen, indien de dubbelbestemming ter plaatse niet meer nodig is.
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg en instandhouding van een rioolpersleiding, één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen deze dubbelbestemming zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 27.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 27.4.1 genoemde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 27.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van (hoge) verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de diepte van de grondbewerkingen en de bebouwde oppervlakte als bepaald in 28.2, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Indien het gravend onderzoek betreft, dan is het verplicht om een Programma van Eisen conform KNA te laten opstellen en deze te laten goedkeuren door het bevoegd gezag.
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in 28.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in 28.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 28.5.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 28.5.1 onder c, wordt de deskundige van de bevoegde overheid (Regioarcheoloog) om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. Alvorens de bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt deskundig advies gevraagd aan een door Burgemeester en wethouders vastgestelde deskundige op het gebied van de archeologische Monumentenzorg conform de vigerende KNA.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van (middelhoge) verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de diepte van de grondbewerkingen en/of
de bebouwde oppervlakte als bepaald in 29.2, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere
geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Indien het gravend onderzoek betreft, dan is het verplicht om een Programma van Eisen conform KNA te laten opstellen en deze te laten goedkeuren door het bevoegd gezag.
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in 29.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in 29.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 29.5.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 29.5.1 onder c, wordt de deskundige van de bevoegde overheid (Regioarcheoloog) om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. Alvorens de bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt deskundig advies gevraagd aan een door Burgemeester en wethouders vastgestelde deskundige op het gebied van de archeologische Monumentenzorg conform de vigerende KNA.
De voor Waarde - Attentiegebied ehs aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de waterhuishoudkundige situatie, gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur(waarden).
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 30.2.1 opgenomen vergunningvereiste geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden als bedoeld in 30.2.1 of de elders in dit bestemmingsplan genoemde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden mag alleen worden verleend indien door die andere werken en/of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden als bedoeld in 30.2.1 hoort het bevoegd gezag het ter plaatse bevoegde waterstaatsgezag.
De voor Waterstaat - Regionaal waterbergingsgebied aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van de gronden.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toe te staan ten behoeve van deze bestemming en de hoofdbestemming, mits het behoud van het waterbergend vermogen verzekerd is.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 31.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de onder 31.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ten aanzien van bebouwing, zijn op of in de in 32.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 32.1 voor de bouw van bouwwerken die zijn toegelaten op grond van de aan de desbetreffende gronden gegeven hoofdbestemming, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de waterkering en het kwantitatieve waterbeheer. Daartoe wordt vooraf advies ingewonnen van de beheerder van de waterkering.
De voor Waterstaat - Winterbed aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van het stroomvoerend en bergend vermogen van de rivier.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn opgericht in overeenstemming met de Woningwet, maar in afwijking van dit bestemmingsplan, zijn toegestaan. Herbouw van deze bestaande gebouwen is niet toegestaan.
Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen:
aangeduide gronden gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.
In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen of in te richten ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - inrichting' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - inrichting' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in gebruik te nemen.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - inrichting ' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in gebruik te nemen.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - propaan' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - propaan' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in gebruik te nemen.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - propaan' te wijzigen in die zin dat:
De voor 'vrijwaringszone - dijk' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de beschermingszone van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Uitsluitend zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.6.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig deze functie en de andere bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de waterkering en het kwantitatieve waterbeheer. Daartoe wordt vooraf advies ingewonnen van de beheerder van de waterkering.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop 1', 'vrijwaringszone - molenbiotoop 2', 'vrijwaringszone - molenbiotoop 3' en 'vrijwaringszone - molenbiotoop 4' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend landschapselement en ter behoud, beheer en bescherming van de cultuurhistorische waarden van de molen de hierna volgende bepalingen:
Voor de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:
Aanduiding | Naam | Straat | Plaats | Afstand | Belthoogte | Askophoogte (z) | n | |||
vrijwaringszone - molenbiotoop 1 | Zeldenrust | Kerkdijk 21 |
Hooge Zwaluwe | 400 | 4,60 | 15,95 | 75 | |||
vrijwaringszone - molenbiotoop 2 | De Arend | Molenstraat 40 |
Terheijden | 400 | 7,50 | 19,90 | 75 | |||
vrijwaringszone - molenbiotoop 3 | De Moer / Emilliapolder (molenromp) | Moerseweg 7 | Hooge Zwaluwe | 100 | 0 | |||||
vrijwaringszone - molenbiotoop 4 | Schuddebeursche watermolen | Dirk de Botsdijk naast 2 | Lage Zwaluwe | 100 | 1,5 |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.7.2 en een hogere bouwhoogte toestaan, mits hierdoor hetzij direct, hetzij indirect het huidige en het toekomstige functioneren van de molen door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig aangetast worden. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren indien dit leidt tot een overschrijding van de hoogte die volgt uit de formule als opgenomen in 36.7.2 onder a. en b.:
Het onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De onder a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig aangetast worden. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de weg de hierna volgende bepalingen:
Op de in 36.8.1 bedoelde gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan, met dien verstande dat dit niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' binnen de bestemming Agrarisch - 1, Agrarisch - 2, Agrarisch - 3, Agrarisch met waarden - Landschap en/of de detailbestemmingsvlakken Bedrijf, Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf, Bedrijf - Nutsbedrijf, Horeca, Maatschappelijk, Recreatie, Sport, Wonen en/of Wonen - 2.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.8.2 teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemmingen toe te staan, mits hierbij het belang van toekomstige wegverbredingen niet onmogelijk dan wel onnodig duur te maken. Hiertoe wordt een verklaring van geen bezwaar verkregen van de wegbeheerder.
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning onverharde weg' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 36.9.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 36.9.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 36.9.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming, alsmede de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de onverharde weg. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 36.9.4
37.5.4
de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos, het agrarisch gebruik dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; de wegen en overige verhardingen betekenen geen onevenredige aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; |
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - reservering voorkeurstracé buisleidingenstrook' gelden ter bescherming van de belangen van de aanleg van een buisleidingenstrook de hierna volgende bepalingen:
Op de in 36.10.1 bedoelde gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.10.2 teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemmingen toe te staan, mits hierbij het belang van de toekomstige aanleg van een buisleidingenstrook niet onevenredig wordt geschaad door deze onmogelijk dan wel onnodig duur te maken.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - zoekgebied voorkeurstracé buisleidingenstrook' kunnen burgemeester en wethouders deze aanduiding wijzigen in de aanduiding 'wetgevingzone - reservering voorkeurstracé buisleidingenstrook' ter optimalisatie van het beoogde voorkeurstracé voor de aanleg van een buisleidingenstrook. Een en ander na een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van geurhinderveroorzakende objecten.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen ter plaatse van deze aanduiding geen nieuwe woningen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.12.2 voor het bouwen van nieuwe woningen overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits de voor de geurzone relevante inrichting zijn activiteiten heeft beëindigd dan wel de milieuvergunning van deze inrichting daartoe aanleiding geeft.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de omvang van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' wijzigen indien de voor de geurzone relevante inrichting zijn activiteiten heeft beëindigd dan wel de milieuvergunning van deze inrichting daartoe aanleiding geeft..
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen in de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen de planregels van dit bestemmingsplan wijzigen door de regels verband houdend met het tijdelijk moratorium voor geitenhouderijen op te heffen indien het bepaalde in de artikelen 6.4 lid 5, 7.4 lid 5 en 37 van de Verordening Ruimte komt te vervallen.
Artikel 38 Algemene gebruiksregels
38.1 Voorwaardelijke verplichting
Landschappelijke inpassing:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 38.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 38.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 38.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 38.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 38.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 38.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, Veegplan 1.