direct naar inhoud van 6.3 Bestemmingsregels
Plan: Noordelijke Bedrijventerreinen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00023-0004

6.3 Bestemmingsregels

6.3.1 Flexibiliteitsregels

In het bestemmingsplan is een aantal afwijkingsmogelijkheden opgenomen, zodat het bevoegd gezag (meestal burgemeester en wethouders) een omgevingsvergunning kan verlenen voor het beperkt afwijken van de regels. Door deze afwijkingsmogelijkheden mogen geen ruimtelijk ongewenste situaties ontstaan. Voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt daarom een nadere planologische afweging gemaakt. Deze afweging vindt plaats aan de hand van de volgende ruimtelijk relevante aspecten:

  • Straat- en bebouwingsbeeld

Bepaalde buurten en straten ontlenen hun kwaliteit aan het ruimtelijk beeld, een ruimtelijke samenhang, bijvoorbeeld verspringende rooilijnen, dwarskappen. Nieuwe bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing mag geen aantasting vormen van dit karakteristieke straat- en bebouwingsbeeld, maar moet daarin passen.

  • Verkeersveiligheid

Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld de noodzaak tot het vrijhouden van zichthoeken.

  • Parkeergelegenheid

Conform de gemeentelijke Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels moet worden voldaan aan de parkeernormen en moeten op eigen terrein zo veel mogelijk parkeerplekken worden gecreëerd.

  • Sociale veiligheid

Het betreft hier het voorkomen van sociaal onveilige plekken, zoals smalle onoverzichtelijke plekken in het (semi) openbaar gebied. Ook het voorkomen van bijvoorbeeld situaties waarbij de (semi) openbare ruimte aan beide zijden wordt begrensd c.q. begeleid door lange blinde gevels of muren.

  • Gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken

Het gaat hier om het criterium dat een uitbreiding van bebouwing geen onevenredige aantasting mag vormen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen en bouwwerken. Hier spelen bijvoorbeeld aspecten als uitzicht, lichttoetreding en bezonning van tuinen een rol.

  • Milieusituatie

Gedacht wordt aan het voorkomen van milieuhinder in brede zin. Een voorbeeld hiervan is de invloed op de omgeving beperken tot het niveau van een bepaalde bedrijfscategorie. Een ander voorbeeld is dat moet worden voldaan aan de geluidnormen krachtens de Wet geluidhinder of aan de risicoafstanden die gelden krachtens het Vuurwerkbesluit of het Besluit externe veiligheid inrichting.

6.3.2 Bedrijf

De bestemming 'Bedrijf' is toegekend aan de losse bedrijfspercelen in het plangebied, die niet onderdeel uitmaken van de bedrijventerreinen Zoeterhage, Hoornerhage en Rokkehage en die niet vallen onder ambachtelijke bedrijvigheid of een aan huis verbonden beroep of bedrijf.

Het gaat om een paar bedrijfspercelen aan de Zegwaartseweg, waarop in zijn algemeenheid bedrijven tot en met milieucategorie 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten Zegwaartseweg zijn toegestaan. De ter plaatse gevestigde bedrijven zijn daarnaast door middel van een aanduiding specifiek bestemd, omdat deze niet passen binnen de algemeen toegelaten milieucategorie, zie paragraaf 5.5.3. Het betreft een aannemersbedrijf en een bedrijf waarvan de activiteiten deels zijn aan te categoriseren als een bouwbedrijf algemeen en deels als agrarisch loonbedrijf. Ook het tankstation aan de Oostweg heeft de bestemming 'Bedrijf' gekregen met daarbij de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' gekregen. Op deze locatie is geen ander soort bedrijf toegestaan. Overeenkomstig de geldende milieuvergunning is in de regels de LPG-doorzet vastgezet op maximaal 1000m3 per jaar. Verder is het vulpunt door middel van een aanduiding vastgelegd, omdat de risicocontouren die rond het vulpunt ligt buiten de grenzen van het bedrijfsperceel valt.

Voor de percelen met de bestemming 'Bedrijf' is op de verbeelding een bouwvlak opgenomen. In het bouwvlak zijn de maximale goot- en bouwhoogte met een aanduiding aangegeven.

6.3.3 Bedrijventerrein

Aan de bedrijfspercelen op de bedrijventerreinen Zoeterhage, Hoornerhage en Rokkehage is de bestemming 'Bedrijventerrein' toegekend.

Bedrijfsactiviteiten

De toelaatbaarheid van bedrijven is gebaseerd op de milieuzonering (zie paragraaf 5.5.2). Dit betekent dat aan de hand van richtafstanden tot gevoelige functies in en in de omgeving van het plangebied is bepaald tot welke milieucategorie bedrijven zijn toegestaan. Reeds bestaande bedrijven die onder een milieucategorie vallen die afwijkt van wat volgens de zonering is toegestaan, zijn positief bestemd met een specifieke functieaanduiding. Het betreft ruim 30 bedrijven, zie paragraaf 5.5.3.

Er kan worden afgeweken van de regels om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee milieu(sub)categorieën hoger dan is toegestaan (bijvoorbeeld in plaats van 3.1 categorie 4.1 of in plaats van 2 categorie 3.2), voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op o.a. de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de toegestane categorie. Bij toepassing van deze bevoegdheid blijven de overige regels gewoon van toepassing (net als bij de overige afwijkingsregels geldt immers dat alleen van de vereisten kan worden afgeweken die expliciet worden benoemd).

Het is ook mogelijk, aangezien de Lijst van bedrijfsactiviteiten bedrijventerreinen niet uitputtend is, om af te wijken van de gebruiksregels, zodat bedrijven zich kunnen vestigen die niet zijn opgenomen in de Lijst van bedrijfsactiviteiten bedrijventerreinen. Deze bedrijven moeten wel een naar aard en uitstraling een gelijke milieubelasting hebben als de rechtstreeks toegestane bedrijven.

Overeenkomstig de gemeentelijke Horecanota zijn bij recht cateringbedrijven toegestaan. Ondanks dat in de gemeentelijke Horecanota beleid is opgenomen ten aanzien van cateraars, worden deze activiteiten in het kader van dit bestemmingsplan aangemerkt als bedrijf en niet als horeca. Cateraars zijn dan ook opgenomen in de twee lijsten van bedrijfstypen (bijlage 1 en bijlage 2 bij de regels) en niet in de Staat van horeca-activiteiten.

Vuurwerkbedrijven, zowel op het gebied van professioneel vuurwerk als op het gebied van consumentenvuurwerk, zijn niet toegestaan. Wel is een afwijkingsbepaling opgenomen om de verkoop en opslag van ten hoogste 10.000kg consumentenvuurwerk toe te laten. Een voorwaarde om van deze bevoegdheid gebruik te kunnen maken is dat moet worden voldaan aan de veiligheidsafstanden uit het Vuurwerkbesluit.

Risicovolle inrichtingen zijn bij recht niet toegelaten. Het plan bevat echter een afwijkingsbepaling om in het plangebied toch risicovolle inrichtingen toe te staan. Een voorwaarde voor gebruikmaking van deze bevoegdheid is onder meer dat de risico-contour van het bedrijf binnen zijn eigen perceelsgrens ligt.

M.e.r.-plichtige of m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten zijn eveneens uitgesloten. Een aantal bedrijven is op grond van hun aard en activiteiten planmer-plichtig. Zij kunnen pas worden toegelaten in een gebied als er of een projectmer (besluit) is genomen of er voorafgaande aan vestiging van deze bedrijven een aparte planmer-procedure is doorlopen. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is geen m.e.r.-procedure doorlopen (zie paragraaf 5.9).

Geluidszoneringsplichtige inrichtingen ('grote lawaaimakers') zijn niet toegestaan.

Detailhandel

Gelet op het karakter van het bedrijventerrein, is het niet gewenst alle vormen van detailhandel in het plangebied toe te staan. Wel is productiegebonden en ondergeschikte detailhandel toegestaan. Hierbij is van belang dat dit de ruimtelijke uitstraling van het plangebied als bedrijventerrein niet aantast, maar met name ook dat het een ondergeschikte activiteit blijft. Om deze reden is het oppervlak van het verkoopgedeelte gemaximeerd tot 5% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100m².

Verder is het ook toegestaan detailhandel uit te oefenen op het moment dat het uitsluitend elektronische verkoop betreft. De uitstraling van een dergelijk bedrijf staat niet aan de beoogde invulling van het terrein in de weg, nu expliciet is bepaald dat geen goederen mogen worden uitgestald en het ter plaatse afleveren aan particulieren is beperkt. Om deze reden is het oppervlak van het afhaalpunt gemaximeerd tot 20m2.

Ook is in het bestemmingsplan Noordelijke Bedrijventerreinen de vestiging van volumineuze detailhandel bij recht toegestaan. Aan de vestiging van een nieuw detailhandelsbedrijf zijn echter wel een aantal voorwaarden verbonden, die zijn overgenomen uit de Verordening Ruimte van de Provincie Zuid-Holland, zie paragraaf 2.2.2. Een voorbeeld van een dergelijke voorwaarde is dat het aandeel van bedrijven in volumineuze detailhandel niet meer mag bedragen dan 10% van het totale oppervlak van de bestemming 'Bedrijventerrein'. Voor een overzicht van de reeds op het de Noordelijke Bedrijventerreinen gevestigde volumineuze detailhandel wordt verwezen naar paragraaf 4.2.6.

Overeenkomstig de gemeentelijke Structuurvisie Detailhandel, zie paragraaf 2.4.18 is bij recht detailhandel in dieren, dierbenodigdheden en -voeding toegestaan. Hiervoor geldt onder andere de voorwaarde dat het winkelvloeroppervlak per vestiging ten hoogste 1.000 m2 mag bedragen.

Uit jurisprudentie volgt dat het afhalen en bezorgen van etenswaren valt onder detailhandel. Op de 'Noordelijke Bedrijventerreinen' is deze vorm van detailhandel algemeen toegelaten.

Daarnaast is een aantal detailhandelsbedrijven specifiek aangeduid, die zich in de loop der tijd legaal gevestigd hebben op de bedrijventerreinen en die niet bij recht zijn toegestaan. Het betreft hier een bouwmarkt en twee kringloopwinkels.

Horeca

Gelet op het karakter van het bedrijventerrein, is het niet gewenst om in zijn algemeenheid daar horeca toe te staan. Ondergeschikte horecavoorzieningen zijn toegestaan tot ten hoogste 5% van het totale bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 100 m² per bedrijf. Ondersteunende, dan wel ondergeschikte horeca heeft onder meer als kenmerk dat de openingstijden van deze horecafunctie is gekoppeld aan de openingstijden van het betreffende bedrijf. Hierbij kan worden gedacht aan een bedrijfsrestaurant of kantine.

Daarnaast zijn conform de gemeentelijke Horecanota Zoetermeer, zie paragraaf 2.4.19 in totaal twee zelfstandige horecavestigingen mogelijk gemaakt op de Noordelijke Bedrijventerreinen. Hierbij wordt vooral gedacht aan daghoreca ten behoeve van de werknemers op de bedrijventerreinen.

Kantoren

Bedrijfsgebonden kantoorvoorzieningen zijn toegestaan. Zelfstandige kantoren en dienstverlening zonder baliefunctie is beperkt toegestaan. Overeenkomstig de Verordening Ruimte van de Provincie Zuid-Holland, zie paragraaf 2.2.2 is bepaald dat het bedrijfsvloeroppervlak per vestiging ten hoogste 1.000 m2 mag bedragen.

Onder het begrip 'dienstverlening' worden bepaalde vormen van zakelijke dienstverlening verstaan, bijvoorbeeld op gebied het van informatie/informatietechnologie, reclame-/marktonderzoek, industrieel ontwerp/vormgeving, architectenbureaus, ingenieursbureaus en op administratief en juridisch gebied, zoals een accountantskantoor.

Verder is één kantoor specifiek aangeduid, die zich legaal gevestigd heeft, maar die vanwege de omvang (1.400 m2) niet bij recht is toegestaan.

Overige functies

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan. De bestaande bedrijfswoningen zijn echter positief bestemd, doordat deze specifiek zijn aangeduid. Andere bestaande functies die niet direct passen binnen de bestemming 'Bedrijventerrein', zoals kunstenaarsateliers, verenigings- en sportgebouwen en een kartbaan, zijn eveneens aangeduid.

Bouwregels

Het bouwvlak binnen een bedrijfsperceel mag voor maximaal 80% bebouwd worden, tenzij dit anders is aangeduid op de verbeelding. Er kan binnenplans worden afgeweken van dit bebouwingspercentage tot maximaal 90%. Dit mag niet ten koste gaan van de verplichting om de parkeerbehoefte op eigen terrein op te lossen. De maximale bouwhoogte bedraagt langs de randen doorgaans 9 meter. De maximale hoogte op de 'binnenterreinen' is 15 meter. De verschillende maximale bouwhoogten zijn door middel van een hoogteschijdingslijn op de verbeelding aangegeven. Hiermee is zo veel mogelijk aangesloten bij de toegestane hoogten uit de vorige bestemmingsplannen. Voor de bedrijfswoningen is in de regels een maximale goot- en bouwhoogte opgenomen, alsmede een erfbebouwingsregeling.

6.3.4 Detailhandel

De bestemming 'Detailhandel' geldt voor het perceel gelegen tussen Zegwaartseweg 94 en Zegwaartseweg 96. Overeenkomstig het vorige bestemmingsplan blijft op deze locatie de vestiging van een tuincentrum mogelijk. Onder het begrip 'tuincentrum' valt detailhandel in boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen, kamerplanten en attributen voor de verfraaiing en onderhoud van tuinen en de daarbij benodigde hulpmaterialen en tuinmeubilair. Hier valt eveneens onder de verkoop en aanleg van sierbestrating en de daarbij behorende modeltuinen. Verder is ten behoeve van het tuincentrum buitenopslag van goederen toegestaan tot maximaal 3 meter hoog toegestaan. Daarnaast maakt de bestemmingsregeling het mogelijk om, conform de feitelijke situatie, een winkelvloeroppervlak van 200 m2 te gebruiken voor detailhandel in dieren en dierbenodigdheden en - voeders. Ten behoeve van de bezoekers van het tuincentrum is ook ondergeschikte en niet-zelfstandige horeca toegestaan. Tot slot is 1 bedrijfswoning toegestaan. Met deze regeling is zo veel mogelijk aangesloten bij de toegestane functies uit het vorige bestemmingsplan.

Het bouwvlak is gelijk aan het bedrijfsperceel en mag voor maximaal 50% bebouwd worden. In het bouwvlak zijn de maximale goot- en bouwhoogte met een aanduiding aangegeven. Voor de bedrijfswoningen is in de regels een maximale goot- en bouwhoogte opgenomen, alsmede een erfbebouwingsregeling.

6.3.5 Gemengd

De bestemming 'Gemengd' heeft betrekking op de bestaande dansschool aan de Zegwaartseweg en het perceel aan de Zegwaartseweg 62. In aansluiting op het vorige bestemmingsplan zijn ter plaatse culturele en maatschappelijke voorzieningen toegestaan tot en met milieucategorie 2. Eveneens is ter plaatse horeca toegestaan. Op de locatie Zegwaartseweg 62 is de aanduiding 'kantoor' toegevoegd, waarmee tevens het ter plaatse aanwezige kantoor en/of dienstverlenende functie positief is bestemd tot maximaal 100 m2 bedrijfsvloeroppervlak. Ter plaatse van de aanduiding is een bedrijfswoning toegestaan.

Voor de percelen met de bestemming 'Gemengd' is op de verbeelding een bouwvlak opgenomen. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. In het bouwvlak zijn de maximale goot- en bouwhoogte met een aanduiding aangegeven. De maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw is 6 meter. Voor de bedrijfswoning is niet een separate regeling opgenomen voor de maximale goot- en bouwhoogte of voor de erfbebouwingsregeling.

6.3.6 Groen

Het groen met een structurerend karakter heeft de bestemming 'Groen' gekregen. Deze stroken grond worden niet uitgegeven en behouden in de toekomst een groenfunctie. Deze groenstroken maken onderdeel uit van de groene inpassing van het bedrijventerrein in de omgeving.

De bestemming 'Groen' beslaat hoofdzakelijk openbare groenvoorzieningen en water dat doorgaans van wijkoverstijgend c.q. lokaal belang is. Alleen gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en schuilhutten voor dieren zijn toegestaan.

Binnen de bestemming 'Groen' is onder meer geregeld dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 4 meter.

Binnen de bestemming is ook een vulpunt LPG gelegen, behorende bij een naastgelegen verkooppunt van motorbrandstoffen inclusief LPG aan de Oostweg.

6.3.7 Horeca

De bestemming 'Horeca' heeft betrekking op het bestaande horecabedrijf op de hoek Zegwaartseweg en Marconistraat.

De bestemming 'Horeca' is bedoeld voor horeca tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten en een partycentrum tot ten hoogste categorie 3 van de Staat van horeca-activiteiten. Ter plaatse van de aanduiding is een bedrijfswoning toegestaan.

De bouwvlakken mogen volledig worden bebouwd. Buiten het bouwvlak mogen de gronden worden bebouwd tot ten hoogste 10%. Binnen deze bestemming geldt zowel een maximale goothoogte als een maximale bouwhoogte. De verschillende maximale goot- en bouwhoogten zijn per bouwvlak aangegeven. Buiten het bouwvlak geldt voor gebouwen en overkappingen een maximale goothoogte van 3 meter. Voor de bedrijfswoning is in de regels een maximale goot- en bouwhoogte opgenomen, alsmede een erfbebouwingsregeling.

6.3.8 Maatschappelijk

De bestaande begraafplaats en de gevangenis hebben de bestemming 'Maatschappelijk' gekregen. Voor de gevangenis is vervolgens een aanduiding 'justitiële inrichting' op de verbeelding opgenomen en voor de begraafplaats een aanduiding 'begraafplaats'.

Het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'justitiële inrichting' mag volledig worden bebouwd. Verder is binnen het bouwvlak de maximale bouwhoogte aangegeven. Daarnaast is buiten het bouwvlak erfbebouwing toegestaan tot maximaal 4 meter hoog, waarbij een minimale afstand moet worden aangehouden van 10 meter gemeten vanaf de terreinafscheiding rond de justitiële inrichting. Deze terreinafscheiding moet minimaal 5 meter en mag maximaal 10 meter hoog zijn.

Voor de begraafplaats gelden andere bouwregels dan voor de gevangenis. Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' is geen bouwvlak opgenomen. Wel is voor het gehele bestemmingsvlak een maximum bebouwd oppervlak ten behoeve van gebouwen en overkappingen opgenomen. Dit oppervlak is bepaald op 710 m2. Een ander voorbeeld is dat voor de terreinafscheiding rond de gevangenis een minimale bouwhoogte is opgenomen van 5 meter, terwijl rond de begraafplaats de terreinafscheiding maximaal 2 meter hoog mag zijn.

6.3.9 Recreatie-Volkstuinen

De bestemming 'Recreatie-Volkstuinen' ziet op de langs de Zegwaartseweg aanwezige volkstuinen.

Binnen de bestemming zijn de bouwmogelijkheden beperkt. Er mag 1 gemeenschappelijk gebouw worden gebouwd met een oppervlak van maximaal 50 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 meter. Verder is per volkstuin 1 kas toegestaan met een oppervlakte van maximaal 10 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 meter. Bij bouwwerken, geen gebouw zijnde, kan worden gedacht aan bijvoorbeeld bouwwerken ten behoeve van de opslag van tuingereedschap, steunelementen voor het telen van groente en fruit en erfafscheidingen.

6.3.10 Tuin

Op gronden met de bestemming 'Tuin' mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd. De gronden met deze bestemming moeten een 'open' en groen karakter houden, daarom worden ook geen carports of andere overkappingen toegestaan. Kleine overkappingen in de vorm van een luifel, maar ook eventueel erkers en balkons worden op grond van artikel 2 Wijze van meten buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

6.3.11 Verkeer

De bestemming 'Verkeer' omvat alle doorgaande wegen, met uitzondering van de buurt- en erfontsluitingswegen, zoals de Oostweg, Fokkerstraat, Stephensonstraat enzovoort. In deze bestemming zijn begrepen de rijbanen voor het gemotoriseerd verkeer, aangrenzende fiets- en voetpaden en/of -stroken, voorzieningen voor het openbaar vervoer en parkeervoorzieningen. Verder zijn binnen de bestemming ook overdekte fietsenstallingen en gebouwde nutsvoorzieningen met een beperkte omvang mogelijk.


Binnen de bestemming 'Verkeer' is onder meer geregeld dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 meter.

6.3.12 Verkeer - Verblijfsgebied

De bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' omvat de buurt- en erfontsluitingswegen met de aangrenzende fiets- en voetpaden en/of -stroken, voorzieningen voor het openbaar vervoer en parkeervoorzieningen. Het betreft met name de Zegwaartseweg.

Verder zijn binnen de bestemming ook overdekte fietsenstallingen en gebouwde nutsvoorzieningen met een beperkte omvang mogelijk.

Binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is onder meer geregeld dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 meter.

6.3.13 Water

De bestemming 'Water' geldt voor de gronden die zijn aangewezen voor waterberging en waterhuishouding. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Er mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde, van geringe omvang worden gerealiseerd. Hierbij kan worden gedacht aan bruggen.

6.3.14 Wonen

De bestemming 'Wonen' geldt voor de woningen (zowel eengezinswoningen als (half)vrijstaande woningen) langs met name de Zegwaartseweg en de Bleiswijkseweg.

Binnen de bestemming 'Wonen' zijn tevens aan huis verbonden beroepen of bedrijven toegestaan. Wat wordt verstaan onder 'aan huis verbonden beroep of bedrijf' wordt omschreven in de begripsbepalingen. Groepspraktijken, detailhandel en horeca vallen buiten de regeling van aan huis verbonden beroep of bedrijf. Een webshop of een bed en breakfast is wel toegestaan, zolang deze voldoen aan de voorwaarden zoals omschreven in de begripsbepalingen. Beroep of bedrijf aan huis is in de lijn van de jurisprudentie toegestaan, zolang de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en aan het woonkarakter geen afbreuk wordt gedaan. Om deze reden zijn in de regels voorwaarden gesteld, waaraan het gebruik van een deel van een woning ten behoeve van een beroep of bedrijf aan huis moet voldoen.

Naast deze algemeen toegelaten bedrijvigheid aan huis is overeenkomstig het vorige bestemmingsplan voor een aantal percelen langs de Zegwaartseweg een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk' opgenomen. Op basis hiervan is ambachtelijke bedrijvigheid, kantoor en dienstverlening met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 100 m2 per vestiging toegestaan.

Binnen de bestemming 'Wonen' is een bouwvlak aangegeven, waarbinnen een woning kan worden gebouwd. In het bouwvlak zijn de maximale goot- en bouwhoogte van de woningen aangegeven.

In de erfbebouwingsregeling is voor het (achter)erf bepaald dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot een bepaald totaal oppervlakte is toegestaan, afhankelijk van de grootte van het erf. Voor de erfbebouwing geldt niet een beperking dat het binnen de breedte van de gevel moet worden gerealiseerd. Voor het zij-erf is wel bepaald dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen slechts mogen worden gebouwd op een afstand van tenminste 1 meter achter de voorgevelrooilijn. Alleen als op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Noordelijke Bedrijventerreinen' de situering van de erfbebouwing afwijkt van deze regel, dan mag de erfbebouwing bijvoorbeeld ook voor de voorgevelrooilijn staan op de exacte plek waar de betreffende erfbebouwing staat (de bestaande locatie). Ook wanneer in de toekomst de bestaande erfbebouwing wordt afgebroken, mag op de bestaande locatie nieuwe erfbebouwing worden opgericht.

6.3.15 Wonen - Woonwagenstandplaats

De bestemming 'Wonen - Woonwagenstandplaats' heeft betrekking op het woonwagenkamp aan de Bleiswijkseweg. Het woonwagenkamp heeft als bijzondere woonvorm, vanwege hun specifieke karakter een aparte woonbestemming gekregen. Binnen de bestemming zijn naast de woonfunctie tevens aan huis verbonden beroepen en bedrijven toegestaan. Een toelichting hierover is opgenomen onder de bestemming 'Wonen', paragraaf 6.3.14.

Op de verbeelding is aangegeven dat maximaal 12 woonwagenstandplaatsen zijn toegestaan. Per standplaats mag niet meer dan 1 woonwagen worden geplaatst. Daarnaast zijn op de verbeelding en/of in de bouwregels maximale maten aangegeven voor de woonwagens en voor de bijgebouwen. De eis dat de lange zijde van een woonwagen op een afstand van tenminste 1 meter uit de grens van de standplaats moet worden geplaatst, heeft te maken met de brandveiligheid en heeft als doel het voorkomen van (te snelle) overslag bij brand.

6.3.16 Leiding - Gas

De gronden met deze dubbelbestemmingen zijn primair aangewezen voor ondergrondse aardgastransportleidingen met een bedrijfsdruk van ten hoogste 40 bar en een diameter van maximaal 8,63 inch. Waar deze leiding samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Leiding - Gas'.

Bouwwerken zijn in beginsel slechts toegestaan voor zover deze ten dienste staan van de gasleiding. Bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen zijn slechts toegestaan na een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de belangen van de gasleiding en dat hierover vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Onder de belangen van de gasleiding wordt met name verstaan dat de veiligheid van de buisleiding niet mag worden geschaad en dat een kwetsbaar object niet mag worden toegelaten. Voor een aantal nader genoemde werkzaamheden die een risico zou kunnen inhouden voor de leiding, geldt het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.

6.3.17 Leiding - Riool

De gronden met deze dubbelbestemming zijn primair aangewezen voor ondergrondse rioolleidingen met een diameter van ten hoogste 900 mm. Waar deze leiding samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Leiding - Riool'.

Bouwwerken zijn in beginsel slechts toegestaan voor zover deze ten dienste staan van de rioolleiding. Bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen zijn slechts toegestaan na een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de belangen van de rioolleiding en dat hierover vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voor een aantal nader genoemde werkzaamheden die een risico zou kunnen inhouden voor de leiding, geldt het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.

6.3.18 Leiding - Water

De gronden met deze dubbelbestemming zijn primair aangewezen voor ondergrondse watertransportleidingen met een diameter van ten hoogste 500 mm. Waar deze leiding samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Leiding - Water'.

Bouwwerken zijn in beginsel slechts toegestaan voor zover deze ten dienste staan van de watertransportleiding. Bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen zijn slechts toegestaan na een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de belangen van de watertransportleiding en dat hierover vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voor een aantal nader genoemde werkzaamheden die een risico zou kunnen inhouden voor de leiding, geldt het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.

6.3.19 Waarde - Archeologie

De gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' zijn primair aangewezen voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Waar de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de archeologische bestemming. Dit betekent dat bebouwing ten behoeve van deze samenvallende bestemming groter dan een bepaald oppervlak en vanaf een bepaalde diepte slechts onder voorwaarden is toegestaan. Deze voorwaarden komen in essentie er op neer dat het bouwen niet ten koste gaat van de archeologische waarden. Voor een aantal nader genoemde werkzaamheden die een risico zou kunnen inhouden voor de archeologische waarden geldt het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.

6.3.20 Waterstaat - Waterkering

De gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' zijn primair bestemd voor de bescherming, de instandhouding en het onderhoud van de waterkeringen. Deze bestemming valt samen met andere bestemmingen. Omdat de waterstaatkundige functie primair is, geldt dat andere samenvallende bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Waterstaat - Waterkering'.

Bouwwerken zijn in beginsel slechts toegestaan voor zover deze ten dienste staan van de waterkering. Bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen zijn slechts onder voorwaarden toegestaan. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de belangen van de waterkering en dat hierover vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.