direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Noordelijke Bedrijventerreinen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00023-0004

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van de in de bijlagen bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten Zegwaartseweg;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - burgerlijke en utiliteitsbouw' tevens een bedrijf ten behoeve van algemene burgerlijke en utiliteitsbouw tot en met milieucategorie 3.1 van de in de bijlagen bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten Zegwaartseweg;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' tevens een agrarisch loonbedrijf tot en met milieucategorie 3.1 van de in de bijlagen bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten Zegwaartseweg;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', uitsluitend een verkooppunt motorbrandstoffen met LPG met bijbehorende installaties, autowasplaats, parkeervoorzieningen en ondergeschikte detailhandel met een winkelvloeroppervlak van maximaal 100m2. De maximaal toegestane doorzet LPG bedraagt ten hoogste 1.000m3 per jaar.

met daaraan ondergeschikt:

  • e. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. objecten van beeldende kunst;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. reclameobjecten;
  • l. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • m. water;
  • n. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

3.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 3.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 100% van het bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven. Indien geen goothoogte is aangegeven, geldt geen maximale goothoogte.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag achter en in de voorgevelrooilijn maximaal 2m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag voor de voorgevelrooilijn maximaal 1,50m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder a en b, voor het bouwen van een terreinafscheiding met een maximale bouwhoogte van 3m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden als buitenopslagplaats voor goederen;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen, behalve LPG-inrichtingen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor zelfstandige horeca;
  • h. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk;
  • i. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie;
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken van de milieucategorie

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.1 onder a voor het gebruik ten behoeve van activiteiten behorende tot ten hoogste 2 categorieën hoger dan in lid 3.1 genoemd;
  • b. het bepaalde in lid 3.1 onder a voor het gebruik ten behoeve van activiteiten die niet zijn genoemd in de bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten Zegwaartseweg.
3.5.2 Voorwaarden afwijken van de milieucategorie

Het bevoegd gezag verleent de onder lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning, indien de activiteiten die mogelijk worden gemaakt met de afwijking naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de op grond van lid 3.1 a tot en met c toegestane milieucategorieën.