direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Noordelijke Bedrijventerreinen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00023-0004

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'justitiële inrichting', een huis van bewaring en een strafgevangenis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. kunstwerken;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. objecten van beeldende kunst;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. sportvoorzieningen;
  • j. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • k. water;
  • l. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

9.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 9.1.1 genoemde gronden samenvalt met de bestemming 'Leiding - Water', is primair het bepaalde in artikel 19 van toepassing;

9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen ten behoeve van een justitiële inrichting
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de totale oppervlakte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 100% van het bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
9.2.2 Erfbebouwing ten behoeve van een justitiële inrichting
  • a. erfbebouwing mag uitsluitend worden opgericht op een minimum afstand van 10m uit de in lid 9.2.3 onder a bedoelde erf- of terreinafscheiding;
  • b. de bouwhoogte van erfbebouwing mag maximaal 4m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een uitbreiding van het hoofdgebouw of van erfbebouwing die is gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een justitiële inrichting
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding bedraagt minimaal 5m en mag maximaal 10m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten en sportvoorzieningen mag maximaal 15m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5m bedragen.
9.2.4 Gebouwen en overkappingen ten behoeve van een begraafplaats
  • a. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag maximaal 4,5m bedragen;
  • b. de goothoogte van gebouwen en overkappingen mag maximaal 2,5m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' mag de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven.
9.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een begraafplaats
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag maximaal 2m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Afwijken van maximum bouwhoogte hoofdgebouwen ten behoeve van een justitiële inrichting

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 onder c, voor het bouwen tot een maximum hoogte van 17m, mits in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien op eigen terrein conform de gemeentelijke parkeernota.

9.3.2 Afwijken maximum bouwhoogte erf- of terreinafscheiding ten behoeve van een begraafplaats

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.2.5 onder a, voor het bouwen van een erf- of terreinafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca, met uitzondering van vormen van niet-zelfstandige horeca ten dienste van de gebruikers van de in lid 9.1.1 genoemde voorzieningen;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie;