Plan: | Bedrijventerreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0289.0030BVbedrijventer-VSG1 |
de beheersverordening 'Bedrijventerreinen' met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0289.0030BVbedrijventer-VSG1 en de bijbehorende regels en bijlagen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Wageningen;
waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk in de bodem bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
Ter plaatse van het besluitvlak 'Noordwest 1985' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 1 regels bestemmingsplan 'Noordwest 1985' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 2 verbeelding bestemmingsplan 'Noordwest 1985' van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'De Nieuwe Weg 1' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 3 regels uitwerkingsplan 'De Nieuwe Weg 1' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 4 verbeelding uitwerkingsplan 'De Nieuwe Weg 1' van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'De Nieuwe Weg 2' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 5 regels uitwerkingsplan 'De Nieuwe Weg 2' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 6 verbeelding uitwerkingsplan 'De Nieuwe Weg 2' van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Plan Nude (1A)' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 7 regels bestemmingsplan 'Plan Nude' (1959) en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 8 verbeelding bestemmingsplan 'Plan Nude' (1A) van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Plan Nude (1B)' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 7 regels bestemmingsplan 'Plan Nude' (1959) en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 9 verbeelding bestemmingsplan 'Plan Nude' (1B) van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Plan Nude (1C)' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 7 regels bestemmingsplan 'Plan Nude' (1959) en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 10 verbeelding bestemmingsplan 'Plan Nude' (1C) van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Nude 1980 blad 1' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 11 regels bestemmingsplan 'Nude 1980' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 12 verbeelding bestemmingsplan 'Nude 1980' (blad 1) van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Nude 1980 blad 2' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 11 regels bestemmingsplan 'Nude 1980' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 13 verbeelding bestemmingsplan 'Nude 1980' (blad 2) van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Nude 1980 blad 3' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 11 regels bestemmingsplan 'Nude 1980' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 14 verbeelding bestemmingsplan 'Nude 1980' (blad 3) van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Costerweg Troelstraweg' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 15 regels bestemmingsplan 'Costerweg - Troelstraweg' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 16 verbeelding bestemmingsplan 'Costerweg - Troelstraweg' van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Parkeren Costerweg' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 17 regels bestemmingsplan 'Parkeren Costerweg' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 18 verbeelding bestemmingsplan 'Parkeren Costerweg' van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Bedrijventerrein - Nude' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 19 regels bestemmingsplan 'Bedrijventerrein - Nude' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 20 verbeelding bestemmingsplan 'Bedrijventerrein - Nude' van toepassing.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Archeologie 2' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere (hoofd)bestemmingen mogen binnen deze bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen, zijn op de in artikel 3.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van artikel 3.4.1 sub a geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek met bijbehorend rapport of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
De resultaten van deze maatregelen of van het onderzoek dienen uiterlijk binnen twee jaar na afloop van het veldwerk te worden overlegd.
Het verbod, als bedoeld in artikel 3.4.1, is niet van toepassing indien:
Ter plaatse van het besluitvlak 'Archeologie 3' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere (hoofd)bestemmingen mogen binnen deze bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen, zijn op de in artikel 4.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van artikel 4.4.1 sub a geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek met bijbehorend rapport of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
De resultaten van deze maatregelen of van het onderzoek dienen uiterlijk binnen twee jaar na afloop van het veldwerk te worden overlegd.
Het verbod, als bedoeld in artikel 4.4.1, is niet van toepassing indien:
Ter plaatse van het besluitvlak 'Archeologie 4' zijn de gronden , behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere (hoofd)bestemmingen mogen binnen deze bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen, zijn op de in artikel 5.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in artikel 5.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van artikel 5.4.1 sub a geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek met bijbehorend rapport of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
De resultaten van deze maatregelen of van het onderzoek dienen uiterlijk binnen twee jaar na afloop van het veldwerk te worden overlegd.
Het verbod, als bedoeld in artikel 5.4.1, is niet van toepassing indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van het bepaalde in Artikel 2 van dit bestemmingsplan geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd in overeenstemming met de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het volgende:
In afwijking van het bepaalde in Artikel 2 van dit bestemmingsplan geldt voor bestaand legaal gebruik, dat afwijkt van hetgeen in artikel 2 is geregeld, het volgende:
Als bestaand legaal bouwen en gebruik geldt in ieder geval gebouwde bouwwerken of bestaand gebruik conform het bepaalde in Bijlage 21 diverse vrijstellingen.
De onderstaande regels vervangen het overgangsrecht voorzover opgenomen in de bestemmingsplannen in Artikel 2:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1 met maximaal 10 %.
Lid 9.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat bestemmingsplan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met die beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 9.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordening Bedrijventerreinen .