Plan: | Dijkverlegging Voorsterklei |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20140-VS00 |
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang
voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hiervoor is
beschreven.
Dit bestemmingsplan kent de bestemmingen Agrarisch - Cultuurgebied, Bedrijf - Nutsvoorziening, Cultuur en ontspanning, Natuur, Verkeer, Water, Waterkering, Wonen, Leiding - Brandstof, Leiding - Hoogspanningsverbinding, Waarde - Archeologie, Waarde - Archeologie hoog, Waarde - Archeologie laag, Waarde - Archeologie middelhoog, Waarde - EHS, Waterstaat - Kade en Waterstaat - Waterstaatkundige functie.
Agrarisch - Cultuurgebied (artikel 3)
De voor Agrarisch - Cultuurgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, voor kavelontsluitingspaden, voor de waterhuishouding, voor voet-, fiets- en/of ruiterpaden en voor het behoud van landschappelijke waarden. Op de verbeelding is de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp' opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding dienen de cultuurhistorische en landschappelijke waarden te worden behouden en beschermd.
Gebouwen worden in beginsel gebouwd binnen het bouwvlak. Enkele bestaande gebouwen buiten het bouwvlak zijn aangeduid op de verbeelding. Voorts zijn diverse bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals silo's toegestaan binnen het bouwvlak. Buiten het bouwvlak zijn slechts kleine erfafscheidingen toegestaan.
In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens, als stort- of opslagplaats of ten behoeve van een paardenbak in strijd is met de bestemming. Verder is in dat artikel een voorwaardelijke verplichting opgenomen teneinde de landschappelijke inpassing van het agrarisch bedrijf te garanderen.
De binnen de bestemming Agrarisch - Cultuurgebied aanwezige waarden worden beschermd door middel van een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van een aantal werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden.
Het gedeelte van deze bestemming ten oosten van de kade is met name in het bestemmingsplan opgenomen omdat er wijzigingen aan de kade plaatsvinden en op deze gronden tevens de dubbelbestemming Waterstaat - Kade is gelegen en omdat de beschermingszone van vroegere primaire waterkering uit het vigerende bestemmingsplan op deze gronden is 'wegbestemd'.
Bedrijf - Nutsvoorziening (artikel 4)
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen, met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
Op deze gronden mogen, uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor gebouwen geldt een maximale gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak van 150 m2 en een maximale bouwhoogte van 4 m. Voor andere bouwwerken geldt eveneens een maximale bouwhoogte van 4 m.
Cultuur en ontspanning (artikel 5)
De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor een stiltecentrum ten behoeve van zelfontplooiing, bezinning, therapie en opleiding, voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp', voor aan huis gebonden beroepen/bedrijven, voor een bed&breakfast en tevens maximaal 8 gastenverblijven. De daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, terreinen, parkeerplaatsen en erven zijn eveneens toegestaan.
Er zijn specifieke bouwregels opgenomen voor gebouwen, bedrijfswoningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Voor de bestaande karakteristieke bebouwing zijn nog aanvullende regels opgenomen.
Verder is in dat artikel een voorwaardelijke verplichting opgenomen teneinde de landschappelijke inpassing van het perceel te garanderen.
Via een afwijking is een aan huis gebonden beroep of bedrijf mogelijk dat niet in categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen, of dat in categorie 2 is opgenomen. Dit onder de voorwaarde dat de activiteit naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden gelijk is aan categorie 1.
De binnen de bestemming aanwezige waarden worden beschermd door middel van een omgevingsvergunningstelsel voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Daarnaast wordt de karakteristieke bebouwing beschermd door een omgevingsvergunning voor het slopen.
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de ecologische waarden en voor de openheid en het (micro)reliëf, met daarbij behorende bebouwing en voorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding 'water' is uitsluitend water en bijbehorende voorzieningen zoals oeverstroken toegestaan.
Op gronden met deze bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten dienste van de bestemming, met een maximale bouwhoogte van 2,5 m. Overkappingen mogen niet worden gebouwd.
In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat het gebruik van de gronden als stort- en opslagplaats, als sport-, wedstrijd-, speel-, parkeer- en/of kampeerterrein en/of voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-) vliegsport in strijd is met de bestemming.
De binnen de bestemming aanwezige waarden worden beschermd door middel van een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden.
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeersdoeleinden, vervoer over de weg met daarbij behorende bebouwing en voorzieningen zoals ongelijkvloerse kruisingen, viaducten, bermen en bermsloten, taluds en parkeer- en groenvoorzieningen. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor telecommunicatie met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ter reductie van het wegverkeerslawaai.
Op de verbeelding is de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp' opgenomen. De binnen de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp' aanwezige cultuurhistorische en landschappelijke waarden worden beschermd door middel van een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden. Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming toegestaan. Hierbij geldt een maximale bouwhoogte van 8 m.
De voor Water bestemde gronden zijn bestemd voor voorzieningen zoals rivieren, kanalen, beken en oeverstroken, ten behoeve van de waterhuishouding. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor het behoud, beheer, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en ecologische waarden.
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming toegestaan met een maximale bouwhoogte van 2,5 m.
De binnen de bestemming aanwezige waarden worden beschermd door middel van een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden.
Waterkering (artikel 9)
De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor de aanleg, het onderhoud, de verbetering en de bescherming van de primaire waterkering en voor het behoud, beheer en herstel van landschappelijke en ecologische waarden van de primaire waterkering. Daarnaast gelden binnen deze bestemming diverse functies die ter plaatse van toepassing zijn naast het gebruik ten behoeve van de waterkering. Deze functies zijn aangeduid op de verbeelding. Voor de regels ten behoeve van deze functies is aangesloten bij de bestemmingen waar deze functies op zijn gebaseerd.
Op gronden met de bestemming Waterkering mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de waterkering worden gebouwd. Door middel van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de ten behoeve van de andere binnen de bestemming voorkomende functies. Aangezien niet op voorhand duidelijk is welke bouwwerken kunnen worden gebouwd op of in de primaire waterkering zonder dat deze waterkering wordt aangetast, kunnen bouwwerken die niet rechtstreeks ten dienste van de waterkering staat, uitsluitend worden gerealiseerd na verlening van een omgevingsvergunning.
Bij het aanleggen en in stand houden van de primaire waterkering dienen enkele specifieke gebruiksregels in acht te worden genomen. In dit kader zijn met name de regels ten aanzien van voor situering, hoogte, kruinbreedte en taludhelling van de waterkering van belang.
Ter bescherming van de landschappelijke kwaliteit van de dijk is een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit opgenomen. Er is geen omgevingsvergunning noodzakelijk voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die voortkomen uit het rapport 'Dijkverlegging Cortenoever en Voorsterklei, SNIP3 CoVo, TM Technisch Ontwerp'. Dit technisch ontwerp voorziet juist in de realisatie van de waterkering alsmede in de andere tot het project behorende werkzaamheden. Bij de omgevingsvergunning wordt overigens niet getoetst op het aspect waterveiligheid omdat dit aspect reeds gewaarborgd is in de Keur van het waterschap.
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor één woning per bestemmingsvlak, voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarde ter plaatse van de aanduiding 'terp', voor bij de bestemming behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen zoals groen, paden, verhardingen, water, parkeerplaatsen en kabels en leidingen, voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven en voor een bed & breakfast met maximaal 3 kamers.
In de regels zijn maximale goot- en bouwhoogtes, oppervlaktematen en andere bouwregels opgenomen voor woningen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Via een omgevingsvergunning kan onder voorwaarden worden afgeweken van de bouwregels ten behoeve van het vervangen van de woning en herbouw op een ander plaats binnen het bouwvlak, het toestaan van een groter oppervlak van de woning, het vervangen van bijgebouwen herbouw op een ander plaats binnen het bestemmingsvlak.
In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat het gebruik van gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens, het gebruik van gebouwen voor recreatief nachtverblijf, met uitzondering van een bed & breakfast en het gebruik van gronden ten behoeve van een paardenbak strijdig zijn met de bestemming.
Tevens kan via een omgevingsvergunning een aan huis gebonden beroep of bedrijf dat niet in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen mogelijk worden gemaakt, onder de voorwaarde dat de activiteit naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden gelijk is aan categorie 1.
De binnen de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp' aanwezige waarden worden beschermd door middel van een omgevingsvergunningstelsel voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
Leiding - Brandstof (artikel 11)
De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een leiding ten behoeve van het transport van brandstoffen, de aanleg, het beheer, het onderhoud en de bescherming van die leiding en de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding. De daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen zijn toegestaan.
Op deze gronden mogen, behoudens de bestaande bouwwerken, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met een maximale bouwhoogte van 2,50 m.
Bij omgevingsvergunning kan onder voorwaarden van deze bouwregels worden afgeweken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen. Hiertegen mag echter uit hoofde van de veiligheid geen bezwaar bestaan.
Ter bescherming van de brandstofleiding is een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden opgenomen. Gebruik van de gronden als stort- en opslagplaats is in strijd met de bestemming.
Leiding - Hoogspanningsverbinding (artikel 12)
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding, voor de aanleg, het beheer, het onderhoud en de bescherming van die leiding en voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen.
Op deze gronden zijn, behoudens bestaande bouwwerken, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming toegestaan met een maximale bouwhoogte van 2,50 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het transport van elektriciteit hebben een maximale bouwhoogte van 70 m.
Via omgevingsvergunning kan onder voorwaarden worden afgeweken van de bouwregels van deze dubbelbestemming ten dienste van andere hier geldende bestemmingen (basisbestemmingen). Hiertegen mag echter uit hoofde van de veiligheid geen bezwaar bestaan.
Waarde - Archeologie, Waarde - Archeologie hoog, Waarde - Archeologie laag en Waarde - Archeologie middelhoog (artikel 13, 14, 15 en 16)
De gronden met een archeologische bestemming zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
Vanaf een bepaalde oppervlakte is voor het realiseren van gebouwen, werkzaamheden of werken verplicht vooraf een archeologisch rapport te overleggen. Het college kan vanwege de archeologische waarden voorschriften aan de omgevingsvergunning voor het bouwen of het uitvoeren van werken verbinden. De bedoelde werkzaamheden of werken zijn aan een omgevingsvergunning geboden en betreffen de volgende activiteiten: afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage.
Er is geen archeologisch rapport vereist als:
De ligging van deze bestemmingen is gebaseerd op het archeologisch onderzoek zoals in bijlage X is opgenomen. De diepte van 30 cm is gebaseerd op de diepte van een bouwvoor en van overige kleinschalige graafwerkzaamheden waardoor binnen deze diepte geen waarden worden verwacht. De oppervlakten zijn gebaseerd op het beleid voor archeologie van de Voorst.
Waarde - EHS (artikel 17)
De voor Waarde - EHS aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen en ontwikkelen van landschappelijke en ecologische waarden.
In de specifieke gebruiksregels zijn voorwaarden opgenomen voor het verlenen van een omgevingsvergunning. Een besluit hiertoe mag niet worden genomen als sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied, tenzij mitigerende maatregelen deze aantasting te niet doen, of er wordt voldaan aan diverse voorwaarden.
Waterstaat - Kade (artikel 18)
De gronden met deze bestemming zijn, behalve voor de daar aanwezige bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, het onderhoud, de verbetering en de bescherming van de kade en voor het behoud, beheer en herstel van landschappelijke en ecologische waarden van de kade. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor een inlaat ten behoeve van de instroom van water en een uitlaat ten behoeve van de uitstroom van water ter plaatse van de gelijknamige aanduidingen.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op gronden met de bestemming Waterstaat - Kade, behoudens de bestaande bouwwerken, uitsluitend bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2 m.
Via omgevingsvergunning kan onder voorwaarden worden afgeweken van de bouwregels van deze dubbelbestemming ten behoeve van het bouwen in overeenkomst met andere hier geldende bestemmingen (basisbestemmingen).
Tevens zijn in deze regels maatvoeringen opgenomen voor de kade, de inlaten, de kruinbreedte en de taludhelling. Deze maten moeten in acht worden genomen bij het aanleggen en in stand houden van de kade.
De fasering zoals opgenomen in de specifieke gebruiksregels behoeft enige uitleg. Deze regeling zorgt ervoor dat de inlaat niet eerder kan worden gerealiseerd (verlaagd) dan nadat de glanshaverhooilanden binnen het plangebied zijn verplaatst. De glanshaverhooilanden dreigen namelijk te worden aangetast door de vergraving van de gronden ten behoeve van de inlaat. In dat kader is in de passende beoordeling aangegeven dat glanshaverhooilanden moeten worden verplaatst ten opzichte van de huidige situatie.
Ter bescherming van de landschappelijke kwaliteit van de kade is een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit opgenomen. Er is geen omgevingsvergunning noodzakelijk voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die voortkomen uit het rapport 'Dijkverlegging Cortenoever en Voorsterklei, SNIP3 CoVo, TM Technisch Ontwerp'.
Bij deze omgevingsvergunning wordt niet getoetst op het aspect waterveiligheid omdat de gemeente hiertoe niet bevoegd is en dit aspect reeds gewaarborgd is in de Keur Waterschap Veluwe.
Waterstaat - Waterstaatkundige functie (artikel 19)
De dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie heeft betrekking op gronden die behoren tot een oppervlaktewaterlichaam waarop het stroomvoerend regime van de beleidslijn grote rivieren van toepassing is. Behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen zijn de gronden mede bestemd voor water, waterhuishoudkundige - en waterstaatsdoeleinden, en het beheer en onderhoud ervan, voor de afvoer en berging van water, ijs en sediment en voor de vergroting, de bescherming en het behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op gronden met de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie bouwwerken ten dienste van deze bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie, zoals duikers, keerwanden en merktekens, worden gebouwd.
Ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan met een oppervlakte van maximaal 25 m2. Dit is in lijn met de Waterwet. De bouwhoogte van alle bouwwerken mag 4 m bedragen of na een afwijking 12 m.
Door middel van een omgevingsvergunning kan onder voorwaarden worden afgeweken van de bouwregels van deze dubbelbestemming ten behoeve van het bouwen in overeenkomst met andere hier geldende bestemmingen (basisbestemmingen).
In deze bestemming zijn geen regels opgenomen voor een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit, omdat de Waterwet reeds regels kent voor dergelijke activiteiten. Voor de gemeente geldt in dit kader geen aanvullende beoordelingsbevoegdheid in het kader van de waterveiligheid.
Om de ruwheid van het terrein te beperken en de doorstroming van water te bevorderen is in de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie opgenomen dat voor gronden met de bestemming Agrarisch - Cultuurgebied, en de bestemming Natuur geldt dat tijdens het seizoen dat er hoogwater op kan treden (van november tot maart), geen opgaand (hoger dan 30 centimeter) agrarisch teeltgewas of natuurlijk gewas aanwezig mag zijn.
In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - maaiveldverlaging' het maaiveld wordt verlaagd ten behoeve van de vergroting, de bescherming en het behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit. Hierbij mag de verlaging van de gronden niet leiden tot een hoogte van de gronden ten opzichte van NAP van minder dan 2,50 m.
Naast de bestemmingen bevat het plan een aantal algemene regels over bijvoorbeeld begrippen, de wijze van meten, algemene afwijkingen en overgangsrecht. Deze min of meer standaardregels in bestemmingsplannen worden hier verder niet toegelicht, met uitzondering van de volgende bijzonderheden.
In de algemene regels zijn, met het oog op de bescherming van de waterkering, regels opgenomen voor de gebiedsaanduiding vrijwaringszone - dijk. Deze houden in dat en op de betreffende gronden een omgevingsvergunning geldt voor het bouwen van bouwwerken, anders dan ten behoeve van de waterkering. Daarnaast is ook opgenomen dat wanneer een ontwikkeling wordt beoogd op deze gronden door middel van bijvoorbeeld een afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid, advies wordt gevraagd aan de beheerder van de waterkering.