direct naar inhoud van Artikel 5 Cultuur en ontspanning
Plan: Dijkverlegging Voorsterklei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20140-VS00

Artikel 5 Cultuur en ontspanning

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een stiltecentrum ten behoeve van zelfontplooiing, bezinning, therapie en opleiding;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp': voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarde;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek': voor de bescherming, instandhouding en het herstel van waardevolle bebouwingskenmerken en –elementen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – gastenverblijven': tevens voor gastenverblijven, met een maximum van 8 gastenverblijven per bestemmingsvlak;
  • e. bij deze bestemming behorende gebouwen, andere bouwwerken, voorzieningen zoals tuinen, paden, verhardingen, water, parkeerplaatsen en kabels en leidingen;
  • f. aan huis verbonden beroepen en/of aan huis verbonden bedrijven welke zijn genoemd in categorie 1 van de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en 100% van de vloeroppervlakte van de bijgebouwen mag worden gebruikt met een gezamenlijk maximum van 50 m2;
  • g. bed & breakfast, met dien verstande dat maximaal 3 kamers per bestemmingsvlak mogen worden gebruikt;
  • h. hobbymatig agrarisch gebruik.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen een bouwvlak gebouwd;
  • b. de bestaande (bedrijfs)woning is toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte maximaal de aangegeven hoogten in meters bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte maximaal de aangegeven hoogte in meters bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geldt dat uitsluitend de bestaande goot- en bouwhoogte, dakhelling en nokrichting zijn toegestaan.

5.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken voor – het verlengde van - de voorgevel van de bestaande woning bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 2.5 m;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken mag per bestemmingsvlak maximaal 10 m² bedragen.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder a en toestaan dat gebouwen deels buiten een bouwvlak worden gebouwd waarbij de overschrijding niet meer dan 1 m mag bedragen en met dien verstande dat deze afwijking niet leidt tot een groter oppervlak van het gebouw dan maximaal mogelijk zou zijn als geheel binnen het bouwvlak gebouwd zou worden.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
  • b. het gebruik van gastenverblijven voor permanente bewoning.
5.4.2 Voorwaardelijke verplichting

Bouwwerken mogen uitsluitend overeenkomstig de in lid 5.1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen 1 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de erfinrichtings- en landschapsmaatregelen conform het in bijlage 6 van deze regels opgenomen erfinrichtingsplan De Wellenberg, teneinde te komen tot een goede landschapppelijke en cultuurhistorische inpassing.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1, voor de vestiging van aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in categorie 1 van de in bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1 zoals die zijn genoemd in bijlage 1 bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
  • b. lid 5.1, voor de vestiging van aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2, mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1 zoals die zijn genoemd in bijlage 1 bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
  • c. lid 5.4.2, indien in plaats van de landschapsmaatregelen uit bijlage 6 andere landschapsmaatregelen worden getroffen, die voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in bijlage 6 genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald.

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:

  • a. het verwijderen, aanleggen en/of verharden van wegen, (voet-, fiets- en/of ruiter-)paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2, 
    met uitzondering van het aanleggen en verharden van wegen ter directe ontsluiting van agrarische percelen en kavelpaden;
  • b. het verwijderen of beschadigen van bomen en andere houtopstanden, voor zover dit niet is geregeld in de Boswet en de krachtens deze wet vastgestelde voorschriften;
  • c. het zaaien of inplanten van bomen en andere houtopstanden;
  • d. het afgraven en ophogen van gronden;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het egaliseren, diepploegen en -woelen van gronden;
  • g. het graven, vergraven, verbreden, verdiepen of dempen van watergangen, vijvers en poelen;
  • h. het verrichten van exploratieboringen en seismologisch onderzoek.
5.6.2

Het bepaalde onder 5.6.1 is niet van toepassing indien de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden betreft:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. die in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan dan wel worden uitgevoerd ter realisering van een omgevingsvergunning voor het bouwen;
  • c. plaatsvinden op gronden gelegen binnen het bouwvlak;
  • d. die worden uitgevoerd krachtens het rapport 'Dijkverlegging Cortenoever en Voorsterklei, SNIP3 CoVo, TM Technisch Ontwerp' zoals opgenomen in de bijlage;
  • e. die worden uitgevoerd krachtens het erfinrichtingsplan De Wellenberg zoals opgenomen in bijlage 6.
5.6.3

De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden zoals bedoeld in lid 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

5.6.4 Berekening oppervlakte

Voor de berekening van de oppervlakte zoals bedoeld in lid 5.6.1 onder a wordt de gezamenlijke oppervlakte van alle werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betrokken die een zodanige samenhang vertonen dat deze redelijkerwijs moeten worden beschouwd als zijnde één activiteit.

5.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
5.7.1 Omgevingsvergunningplicht

Voor het (gedeeltelijk) slopen van bouwwerken is, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een omgevingsvergunning vereist.

5.7.2 Beoordelingscriteria

De omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 5.7.1 kan slechts worden verleend, indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
  • b. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
  • c. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;
  • d. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.

5.7.3 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het bepaalde in lid 5.7.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden, die het normale onderhoud betreffen.