direct naar inhoud van Artikel 11 Leiding - Brandstof
Plan: Dijkverlegging Voorsterklei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20140-VS00

Artikel 11 Leiding - Brandstof

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Brandstof" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. een leiding ten behoeve van het transport van brandstoffen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - brandstof';
  • b. de aanleg, het beheer, het onderhoud en de bescherming van die leiding;
  • c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met de daarbij behorende andere bouwwerken en voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1

Op de tot "Leiding - Brandstof" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste bedraagt 2,50 m.

11.2.2

Het bepaalde in artikel 11.2.1 is niet van toepassing op bestaande bouwwerken.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan, indien dit noodzakelijk is voor een doelmatig gebruik, worden afgeweken van het bepaalde in 11.2 ten behoeve van bebouwing ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, indien en voor zover uit overleg met de leidingbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van de veiligheid geen bezwaar bestaat.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden als stort- en opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen materialen, behoudens voor zover deze opslag geschiedt in het kader van het normale onderhoud.

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5.1

Het is verboden op of in de tot "Leiding - Brandstof” bestemde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het ophogen van gronden;
  • b. het verrichten van graaf- en grondwerkzaamheden, anders dan normaal spit- en ploegwerk (tot normaal spit- en ploegwerk wordt niet gerekend: diepploegen);
  • c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 0,30 m;
  • d. het aanbrengen van (gesloten) verhardingen;
  • e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere diepwortelende (meer dan 0,30 m) beplantingen.
11.5.2

Het bepaalde onder 11.5.1 is niet van toepassing indien de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden betreft:

11.5.3

De werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden als genoemd onder 11.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor, dan wel door de daarvan direct dan wel indirect te verwachten gevolgen geen gevaar of nadeel voor de leiding en het transport van brandstof ontstaat en het aan de leiding te verrichten onderhoud niet wordt belemmerd.

11.5.4

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.5.1 hoort het bevoegd gezag de leidingbeheerder.