direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Dijkverlegging Voorsterklei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20140-VS00

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, beheer en herstel van de landschappelijke en ecologische waarden;
  • b. de openheid en het (micro)reliĆ«f;
  • c. de waterhuishouding;
  • d. uitsluitend water en bijbehorende voorzieningen zoals oeverstroken ter plaatse van de aanduiding 'water';

met daarbij behorende bebouwing en voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de tot "Natuur" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte ten hoogste 2,50 m mag bedragen;
  • b. overkappingen niet mogen worden gebouwd.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden:

  • a. als stort- en opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens voor zover de-ze opslag geschiedt in het kader van het normale onderhoud;
  • b. als sport-, wedstrijd-, speel-, parkeer- en/of kampeerterrein;
  • c. voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-) vliegsport.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1

Het is verboden op of in de tot "Natuur" bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, voet-, fiets- en/of ruiterpaden;
  • b. het aanleggen van parkeerplaatsen;
  • c. het afgraven of ophogen van gronden;
  • d. het egaliseren van gronden;
  • e. het zaaien of inplanten van bomen en andere houtopstanden;
  • f. het aanbrengen dan wel wijzigen van drainagesystemen;
  • g. het graven, vergraven, verbreden, verdiepen of dempen van watergangen, vijvers en poelen;
  • h. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet.
6.4.2

Het bepaalde in artikel 6.4.1 is niet van toepassing indien het werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden betreft:

6.4.3

De werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.