direct naar inhoud van Artikel 7 Verkeer
Plan: Dijkverlegging Voorsterklei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20140-VS00

Artikel 7 Verkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeersdoeleinden, vervoer over de weg, met daarbij behorende bebouwing en voorzieningen zoals ongelijkvloerse kruisingen, viaducten, bermen en bermsloten, taluds, parkeer- en groenvoorzieningen, alsmede voor de telecommunicatie;
  • b. het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarde ter plaatse van de aanduiding:'specifieke vorm van waarde - terp';

met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ter reductie van het wegverkeerslawaai.

7.2 Bouwregels

Op de tot "Verkeer" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken zijnde ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste bedraagt 8 m.

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.3.1

Het is verboden op of in de tot "Verkeer" bestemde gronden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - terp' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:

  • a. het verwijderen of beschadigen van bomen;
  • b. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • c. het egaliseren, diepploegen en -woelen van gronden;
  • d. het verrichten van exploratieboringen en seismologisch onderzoek.
7.3.2

Het bepaalde onder 7.3.1 is niet van toepassing indien de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden betreft:

7.3.3

De werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden als bedoeld onder 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.