Plan: | Buitengebied Hof van Twente, Veegplan 2020 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1735.BGxVeegplan2020-VS10 |
Artikel A: Toepassingsbereik
Het bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente (vastgesteld op 16 december 2014), inclusief herziening 2015 (vastgesteld op 9 december 2015), herziening regels beleid KGO (vastgesteld op 7 maart 2017), bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, Veegplan 2018 (vastgesteld op 10 juli 2018) en bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, Veegplan 2019 (vastgesteld 15 oktober 2019), zijn onverkort van toepassing op het plangebied van dit plan, met dien verstande dat de hiervoor genoemde vier bestemmingsplannen als volgt worden herzien:
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, Veegplan 2020 met identificatienummer NL.IMRO.1735.BGxVeegplan2020-VS10 van de gemeente Hof van Twente;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, alsmede nevenactiviteiten in de vorm van kappers, autorijscholen, assurantiekantoren, verzekeringskantoren, schoonheidsspecialistes, hondentrimsalons, kindercrèches, pedicures en naar de aard daarmee qua uitstraling op het woonmilieu vergelijkbare activiteiten en met uitzondering van detailhandel en webwinkels, maar inclusief internetverkoop, dat in de eigen woning en of bij de woning behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij ten hoogste 25% van het woonoppervlak wordt gebruikt met een maximum van 50 m2 en de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een woning die op de begane grond volledig rolstoeltoegankelijk is te maken, zonder uit- of aanbouwen te realiseren.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw;
de afrastering bestaat uit gekloofde eiken of kastanje houten palen met 2 puntdraden.
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden, fokken en/of africhten van dieren, met dien verstande dat gebruiksgerichte paardenhouderijen niet zijn toegestaan;
een niet- industrieel bedrijf dat is gericht op het leveren van dieren, goederen en diensten aan agrarische bedrijven dan wel op het verwerken of opslaan van dieren en goederen, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven;
een agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit agrarisch gebruik is toegestaan;
gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
zaken welke zijn overgebleven uit een vroeger tijd en getuigen van een toestand die toenmaals was, en daarmee cultuurhistorisch waardevol zijn;
een toegekende hoge, middelhoge of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College van de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een kleinschalige overnachtingaccommodatie bestaande uit maximaal vier bedden, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf in de bestaande en legale woning in combinatie met het serveren van ontbijt, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van bed & breakfast maximaal 50 m2 mag bedragen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, niet zijnde de bedrijfswoning;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie, dat in de regels aangegeven recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die hoort bij en waarvan (een lid van) het huishouden functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
de vloer van een gebouw, niet zijnde een keldervloer, op het peilniveau;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer (Besluit externe veiligheid inrichtingen);
een vrijstaand gebouw, dat door zijn vorm, functie, situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan dat op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het houden van vee op milieu- en diervriendelijke wijze zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en toevoegingen aan veevoer. E.e.a. conform de biologische productiemethode als bedoeld in het landbouwkwaliteitsbesluit;
Een rij streekeigen bomen (bijvoorbeeld langs een weg of sloot) waarbij de rij een minimale lengte heeft van 50 meter. Bomen die geplant worden hebben een diameter van minimaal 10 cm.
agrarisch bedrijf dat zich bezighoudt met het telen van hoogopgaande houtopstanden en/of planten voor tuinen en groenvoorzieningen;
is een vegetatie die voornamelijk uit bomen bestaat met de daarbij behorende ondergroei van planten en struiken. Een bos bestaat uit streekeigen beplanting en heeft een oppervlakte van minimaal 1.000 m2.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een (natuur)ramp of een niet-verwachte gebeurtenis, die ernstige schade veroorzaakt;
een motorvoertuig dat ingericht is om in te verblijven;
onder complex wordt verstaan erfverharding, (mest)kelders, (mest)silo's etc. deze moeten bij toepassing van de Rood voor Rood-regeling worden verwijderd.
een gebouwencomplex, bestemd en ingericht voor het houden van conferenties, congressen, symposia en andere grote bijeenkomsten, met bijbehorende ondergeschikte horeca;
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, met uitzondering van prostitutie en een seksinrichting;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de onderlinge betrekkingen tussen dieren en planten en de omgeving waarin zij leven;
een energie neutrale woning heeft een EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) waarde 0.1. De energieprestatie van een energiezuinige woning gaat alleen over het gebouw gebonden energiegebruik. Dat is de energie die nodig is voor het verwarmen of koelen van het binnenklimaat, het warm tapwater en de verlichting. Het energieverbruik daalt naarmate de EPCwaarde omlaag gaat.
het geheel van binnen een bouwperceel voorkomende bebouwing dat in samenhang zorgt voor een kenmerkend beeld van dat bouwperceel;
een georganiseerde gebeurtenis, (openlucht)manifestatie, themadag of -week in de vorm van een voor publiek bestemde uitvoering/ verrichting van vermaak op het gebied van sport, muziek of op sociaal-cultureel vlak;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
een bedrijf dat zich richt op het recreatief gebruik van paarden. Hieronder worden ook maneges en paardenpensions begrepen;
een vegetatie die voornamelijk uit hakhout soorten bestaat met de daarbij behorende ondergroei van planten en struiken. Een geriefbos bestaat uit streekeigen beplanting en heeft een oppervlakte van minimaal 500 m2. Bij beheermatig snoeien kan het hout gebruikt worden als biomassa.
een bedrijf dat (nagenoeg) volledig is gericht op het telen van tuinbouwgewassen, waarbij de productie (nagenoeg) volledig plaatsvindt in kassen;
een gebouw dat is bestemd voor periodiek recreatief nachtverblijf door groepen, met permanent daarvoor ingerichte ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen;
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel zoals melkrundvee, schapen en paarden. Het biologisch houden van vee wordt geschaard onder een grondgebonden agrarisch bedrijf.
een haag bestaat uit streekeigen beplanting (bijvoorbeeld: veldesdoorn, meidoorn, beuk of liguster) en heeft een lengte van minimaal 10 meter.
het betreft het berekenen van de afstand van windmolens tot gasleidingen. De volgende formule wordt gebruikt om de high impact zone te berekenen. Dit wordt berekend door een cirkel met een straal die bestaat uit de ashoogte van de turbine x 1/3 van de wieklengte. De cirkel wordt gemeten vanuit de turbine zelf getrokken.
het gebruik van grond ten behoeve van agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een hoogstam fruitboom heeft een 180 tot 200 cm lange stam. Hierboven begint de vertakking met gesteltakken. Er dient gebruik gemaakt te worden van streekeigen soorten.
het begrip horeca is onderverdeeld in drie categorieën
horeca categorie I
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals theehuisjes, conferentiecentrums, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, dagrestaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven;
horeca, categorie II:
een horecabedrijf, waar meestal in hoofdzaak alcoholische dranken worden verstrekt en/of waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals cafés, bars, snackbars en cafetaria's, inclusief het geven van feesten en partijen;
horeca, categorie III:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, wezenlijke onderdelen vormen en waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken, zoals discotheken, dancings en nachtclubs;
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daar op afgestemd duurzaam beheer van bos;
een persoon die of groep personen die gezamenlijk een huishouding voert;
een bijgebouw dat, in afwijking van het begrip bijgebouw zoals bedoeld in 1.28, is opgenomen binnen de hoofdbouwmassa van de woning en in architectonisch opzicht deel uitmaakt van de woning;
een plan bij realisering van nieuwe bouw- en/of gebruiksmogelijkheden waarin de ruimtelijke inpassing hiervan in de bestaande situatie wordt beschreven;
het verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en er geen sprake is van voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom en het ter plaatse afhalen van goederen;
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf of een deel daarvan waar ten minste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer voor het houden van vee, pluimvee, nertsen, konijnen, vissen en wormen waarbij dit houden geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in bebouwing;
maximaal drie huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van een of meerdere voorzieningen (zoals een gezamenlijke rioolaansluiting en/of hemelwatervoorziening en/of ruimte) en waarbij de woning uiterlijk uit één bouwvolume bestaat;
tenten, tentwagens, kampeerauto's of toercaravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde een stacaravan, chalets of trekkershutten;
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, om daarop een gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
gebouwen die zijn aangewezen als Rijksmonument of gemeentelijk monument, alsmede gebouwen met een typisch Twentse bouwstijl of bebouwing die deel uitmaakt van een beeldbepalend ensemble, dan wel bebouwing die door de welstandscommissie of de ervenconsulent van het Oversticht als zodanig kan worden aangemerkt;
een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, bloemen en/of planten, zoals een schuurkas en een permanente boog-/ tunnelkas;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,5 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen;
een kleine waterplas van minimaal één meter diep en een flauw aflopende oever, waar de omstandigheden zodanig zijn dat ze kan dienen als voortplantingsgebied voor de kikkers, padden en salamanders. Een poel mag niet in open verbinding staan met wateren waar vis in leeft, de larven (kikkervisjes) zouden dan opgegeten worden door de vissen. Bomen en struiken zijn direct rond een poel niet gewenst. Een gevarieerde kruidlaag rond het water met nectarplanten daarentegen is belangrijk omdat ze insecten aantrekt die als voedsel kunnen dienen voor de amfibieën. Enige begroeiing met soorten als bies, gele lis en watermunt past goed bij een poel.
het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeermiddelen, met dien verstande dat buiten de periode van 15 maart tot en met 31 oktober geen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn, met uitzondering van campers. Deze mogen jaarrond aanwezig zijn op kleinschalige kampeerterreinen;
Een laan is een weg die aan beide zijden geflankeerd wordt door streekeigen bomen. De laan is minimaal 50 meter lang. Bomen die geplant worden hebben een diameter van minimaal 10 cm.
een hek van Europees eiken- of kastanjehout.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare -al dan niet begroeide- deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
een woning die volledig rolstoeltoegankelijk is.
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals theehuisjes, conferentiecentra, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, dagrestaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven;
educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, niet zijnde een begraafplaats, dierenpensions en ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een inrichting waar paarden worden gehouden en rijlessen worden gegeven;
een tuin waar groenten worden gekweekt voor eigen gebruik. Eventueel omheind doormiddel van een streekeigen haag
het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap, milieu of recreatie;
bij natuurlijk grasland wordt jaarlijks minimaal 90% van het gewas afgevoerd via maaien of beweiden. Maximaal 10% van de oppervlakte van het grasland hoeft het gras niet jaarlijks gemaaid of beweid te worden ten behoeve van leef- of foerageergebied voor bijvoorbeeld insecten, zoogdieren of vogels. Maaisel dient binnen één maand na maaien te worden afgevoerd. Alleen bemesting met kalk of ruige mest is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is voor de instandhouding van het natuurlijk grasland. De oppervlakte is minimaal 1.000 m2
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge ecologische samenhang;
een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel oppervlakte (m2), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat en de omgevingskwaliteit;
een agrarisch bedrijf dat niet geheel of hoofdzakelijk van de open grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, maar waarvan de productie geheel of overwegend in gebouwen plaatsvindt, zoals varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij, champignonkwekerij en pot- en containerteelt. Hieronder worden hoveniers niet begrepen;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
onder peil;
een vrij toegankelijk wandelpad over de gronden in eigendom van de initiatiefnemer. De lengte van het wandelpad is minimaal 50 meter.
Tijdelijke (per keer maximaal 12 maanden) opslag van organisch materiaal zoals: bladeren, berm- en slootmaaisel uit de omgeving op agrarische grond met een maximale hoeveelheid van [600] m3 is toegestaan mits het gebruikt wordt ter verbetering van de bodemstructuur van de agrarische gronden. De ondergrond mag niet worden verhard, indien dit gewenst is dan kan aansluiting worden gezocht bij het agrarisch erf waarbinnen en aansluitend aan het bouwvlak kuilvoerplaten zijn toegestaan
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven (hieronder mede begrepen carports). Een overkapping is geen overig bouwwerk en de oppervlakte hiervan wordt meegerekend bij de oppervlakte van bijgebouwen;
een terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
het gebruiken/bewonen als hoofdverblijf gedurende een aaneengesloten periode van meer dan vier weken, dan wel voor recreatieve verhuur aan één en dezelfde persoon gedurende meer dan 35 dagen per jaar;
een (deel van) een (voormalig) agrarisch gebouw welke blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in kamers of zelfstandige eenheden, al dan niet in combinatie met een dagverblijf;
een voormalige agrarische bedrijfswoning of rood voor rood compensatiewoning die een woonbestemming heeft gekregen ná 2001;
culturele en/of kunstzinnige dans en muzikale, al dan niet akoestische activiteiten, binnen een gebouw plaatsvindende, georganiseerd door de eigenaar;
een agrarisch bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen van paarden alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's in de vorm van een paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt voor weekend en/of verblijfsrecreatie;
een natuurlijke voorziening waar het water bij hevige regenval tijdelijk geborgen kan worden, met het doel stroomafwaarts gelegen gebieden te vrijwaren van overstromingen.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een solitaire boom heeft bij de plant een diameter van minimaal 10 cm. In het eindbeeld heeft de boom een minimale hoogte van 4 meter. Er dient gebruik gemaakt te worden van streekeigen soorten.
vormen van dagrecreatie die beperkt beslag leggen op de ruimte, zoals kleine speeltuinen, midgetgolfbanen, kruisboogschietterreinen e.d.;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, met één woon/bouwlaag, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
de maat voor de economische omvang van land- en tuinbouwbedrijven. De SO is gebaseerd op de gestandaardiseerde opbrengst van een gewas of diersoort. De berekening van de gestandaardiseerde opbrengsten wordt berekend met de LEI-methode;
een starter is een jongere uit de gemeente Hof van Twente in de leeftijd tot 35 jaar die voor het eerst een koopwoning wil bemachtigen. De groep starters in de Hof van Twente is zeer divers. In het kader van de woonvisie bedoelen we bij de term “starter” de jonge koopstarter met een beperkt inkomen. Dit betreft een bruto (verzamel) inkomen van circa € 35.000,- per jaar (prijspeil 2007). Naast de koopstarter kennen we ook de woonstarter. Dit is de starter die nog geen zelfstandige woonruimte heeft, ook wel thuiswonende starter genoemd.
een grondgebonden starterswoning is een woning die voldoet aan de volgende technische voorwaarden;
In dit begrip wordt onder een grondgebonden betaalbare starterswoning een woning verstaan met een verkoopprijs van maximaal € 150.000, - VON (prijspeil 2007). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met 4%. Binnen de verordening VROM startersregeling gemeente Hof van Twente ligt deze grens sinds april 2008 op
€ 185.000,- (excl. verwervingskosten). Deze verwervingskostengrens wordt niet jaarlijks geïndexeerd maar kan afhankelijk van de behoefte aangepast worden.
optisch vrij pad ten behoeve van de telecommunicatie;
bouwwerken, niet zijnde kassen, die door grondgebonden agrarische bedrijven toegepast worden om de teelt van fruit, bomen, groente of potplanten te bevorderen en te beschermen; hieronder wordt mede begrepen afdekfolies;
bebouwing met een typisch Twentse bouwstijl die aansluit op de karakteristiek van ter plaatse aanwezige bebouwing en die wordt/is opgericht met gebruik van traditionele voor de streek kenmerkende materialen;
een recreatieverblijf van eenvoudige houtenconstructie en beperkte omvang, voor (nacht)verblijf en niet permanente bewoning door passanten;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
een vrijstaand eenvoudig gebouw zonder verdieping die gebruikt wordt of voorheen gebruikt werd als schuilplaats voor vee, opslag van agrarische hulpmaterialen zoals machines of opslag van gewassen zoals stro, hooi en zaagsel.
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf in de vorm van kampeermiddellen, stacaravans of trekkershutten door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben;
een perceel grond waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van inwerkingtreding van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van maximaal één huishouden dan wel meerdere huishoudens indien sprake is van inwoning;
voor zover in de regels van dit plan wordt verwezen naar wettelijke voorschriften, zijn de wettelijke voorschriften van toepassing zoals deze golden ten tijde van inwerkingtreding van het plan;
een zorgfunctie als hoofdtak waarbij de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, gecombineerd wordt met agrarische activiteiten, in dié zin dat de personen behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de grenzen van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten vanuit het hart van een lijn.
Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aa. Tijdelijke (maximaal 12 maanden) opslag van organisch materiaal ten behoeve van verbetering van de bodemstructuur;
ab. Het bewonen van een karakeristiek vrijkomend agrarisch gebouw ter plaatse van de aanduiding
'plattelandswoning'.
ac. een kleinschalig kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'kleinschalig kampeerterrein'.
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen, teeltondersteunende voorzieningen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde teeltondersteunende voorzieningen , voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning' voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' dat:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan ten behoeve van de functies genoemd in 3.1 onder a en b, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder a en 3.2.4 onder b voor het overschrijden van de bouwgrenzen aan maximaal twee zijden, en mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.4 onder b ten behoeve van het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een bouwhoogte van maximaal 7 m, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het gebruik van een bestaande en legale agrarische bedrijfswoning als woning, niet zijnde een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 onder b sub 2 onder b voor het vergroten van de op grond van dat artikel toegestane bebouwde oppervlakte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', ten behoeve van intensieve veehouderij met maximaal 10 %, waarbij artikel 3.2.1 onder f van deze planregels van overeenkomstige toepassing is, en mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 onder n voor het toestaan van paardenbakken, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein op of aangrenzend aan het bouwvlak, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 onder g voor het toestaan van tweede bedrijfswoning, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een mestbe- en verwerkingsinstallatie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het wijzigen van het bouwvlak en/of vergroten van de oppervlakte van het bouwvlak van een grondgebonden agrarisch bedrijf, waarbij artikel 3.2.1 onder f van deze planregels van overeenkomstige toepassing is, en mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het wijzigen van het bouwvlak en/of vergroten van de oppervlakte van het bouwvlak van een intensieve veehouderij, waarbij artikel 3.2.1 onder f van deze planregels van overeenkomstige toepassing is, en mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging van het agrarisch bedrijf omzetten van een bouwvlak in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor behoud van de aanwezige landschapswaarden zijnde: beeldbepalende landschapselementen, beslotenheid, hoogteverschillen, rustige omstandigheden, natuur en waterhuishouding. Daarnaast zijn ze bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen, teeltondersteunende voorzieningen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 4.2.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve veehouderij mfb' dat een omgevingsvergunning voor het bouwen van bedrijfsgebouwen ten behoeve van het houden van vee slechts kan worden verleend, mits:
Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde teeltondersteunende voorzieningen, voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 4.2.1 en 4.2.5 geldt ter plaatse van de aanduiding 'tuinbouw' dat uitsluitend de volgende bouwwerken mogen worden gebouwd met dien verstande dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak, dan wel ter plaatse van de aanduiding 'kas', mogen worden gebouwd:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan ten behoeve van de functies genoemd in 4.1. onder a en b worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a en artikel 4.2.5 onder a voor het overschrijden van de bouwgrenzen aan maximaal twee zijden en mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.5 onder b ten behoeve van het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een bouwhoogte van maximaal 7 m, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Tot en met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - voorwaardelijke verplichting 6' overeenkomstig de in lid 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder dat binnen een jaar na het in werking treden van het bestemmingsplan uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 36 opgenomen erfinrichtingsplan of ruimtelijk kwaliteitsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het gebruik van een bestaande en legale agrarische bedrijfswoning als woning, niet zijnde een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 onder b sub 1 onder b voor het vergroten van de op grond van dat artikel toegestane bebouwde oppervlakte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', ten behoeve van intensieve veehouderij met maximaal 10%, waarbij artikel 4.2.1 onder f van deze planregels van overeenkomstige toepassing is, en mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 onder l voor het toestaan van paardenbakken, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein op of aangrenzend aan het bouwvlak, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 onder d voor het toestaan van tweede bedrijfswoning, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ter plaatse aanwezige landschappelijke waarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.6.1 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het wijzigen van het bouwvlak en/of vergroten van de oppervlakte van het bouwvlak van een grondgebonden agrarisch bedrijf, waarbij artikel 4.2.1 onder f van deze planregels van overeenkomstige toepassing is, en mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het wijzigen van het bouwvlak en/of vergroten van de oppervlakte van het bouwvlak van een intensieve veehouderij, waarbij artikel 4.2.1 onder f van deze planregels van overeenkomstige toepassing is, en mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging van het agrarisch bedrijf omzetten van een agrarisch bouwvlak in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
f. Ten aanzien van de specifieke bouwaanduiding - 2 geldt dat er enkel een vergunning kan worden verleend voor het bouwen van een woning indien er 1000 m2 sloopmeters (woonmeters) worden ingediend bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning.
Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.1 bedragen de goot- en bouwhoogten van bouwwerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.1 mogen op gronden ter plaatse van de aanduiding 'opslag' geen gebouwen worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.5.1 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging van het bedrijf omzetten van de bestemming 'Bedrijf' in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf - Vab' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, horeca categorie I, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.2 gelden ten aanzien van bedrijfsgebouwen ten behoeve van bedrijven ter plaatse van de aaduiding 'specifieke bouwaanduiding - bedrijfsgebouwen 1' de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.2 gelden ten aanzien van bedrijfsgebouwen ten behoeve van bedrijven ter plaatse van de aaduiding 'specifieke vorm van bedrijf-vab - constructiebedrijf' de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.2. gelden ten aanzien van bedrijfsgebouwen ten behoeve van bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-vab - houtvervaardiging < 200 m2 de volgende regels:
a. de maximale oppervlakte bedraagt 100 m2.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Tot en met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-vab - voorwaardelijk verplichting 2' overeenkomstig de in artikel 6.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder dat binnen een jaar na het in werking treden van het bestemmingsplan uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 21, opgenomen erfinrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging van het bedrijf omzetten van de bestemming 'Bedrijf' in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf - Zandwinning' aangewezen gronden zijn bestemd voor een bedrijf ten behoeve van zandwinning, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken (waaronder windmolens ten behoeve van de energiebehoefte van het bedrijf), geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ontsluitingsvoorzieningen en ontsluitingsvoorzieningen voor naastgelegen bestemmingen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het verondiepen van water.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na beëindiging van de zandwinningactiviteiten omzetten van de bestemming 'Bedrijf - Zandwinning' in één of meerdere bestemmingen ten behoeve van natuur, water en/of extensieve recreatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen.
Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 8.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1 is nodig voor:
De voor 'Buitenplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in artikel 9.2.1 gelden voor gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - moestuin' de volgende regels:
Bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.2.1 onder b voor de herbouw en/of verbouw van bestaand en legale gebouwen met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.2.2 onder c voor de herbouw en/of nieuwbouw van bestaand en legale gebouwen met dien verstande dat:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1 onder a sub 1 en b sub 1 voor een hogere maximale goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen tot respectievelijk maximaal 7 meter en 12 meter, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.1 voor het toestaan van een andere vorm van cultuur en ontspanning, mits:
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.1 onder a sub 1 en b sub 1 voor een hogere maximale goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen tot respectievelijk maximaal 7 meter en 12 meter, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 voor het toestaan van een andere vorm van dienstverlening, mits:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 12.2.1 onder a en b bedragen de goot- en bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1', maximaal 6 respectievelijk 10 m.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.1 onder a sub 1 en b sub 1 voor een hogere maximale goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen tot respectievelijk maximaal 7 meter en 12 meter, mits:
Andere vorm van horeca
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.1 voor het toestaan van een andere vorm van horeca, mits:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondendressuurterrein' voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.2.1 onder a sub 1 en b sub 1 voor een hogere maximale goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen tot respectievelijk maximaal 7 meter en 12 meter, mits:
Ander type maatschappelijke voorziening
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.1 voor het toestaan van een ander type maatschappelijke voorziening, niet zijnde een begraafplaats, mits:
De voor 'Maatschappelijk - Defensie tls' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van militaire doeleinden in de vorm van een tankautolaadplaats met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ontsluitingsvoorzieningen en ontsluitingsvoorzieningen voor naastgelegen bestemmingen, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 5 m.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
De voor 'Maatschappelijk - Defensiedepot' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van militaire doeleinden in de vorm van een depot met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ontsluitingsvoorzieningen en ontsluitingsvoorzieningen voor naastgelegen bestemmingen, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 15 m.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.
Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 is nodig voor:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, detailhandel, horeca categorie 1, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 18.2.1 zijn ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' tevens bedrijfsgebouwen ten behoeve van onderhoud en sanitaire voorzieningen buiten het bouwvlak toegestaan, met dien verstande dat:
Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:
Trekkershutten voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 18.2.1, onder c en d geldt ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum' dat het bepaalde ten aanzien van de goothoogte niet van toepassing is voor:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van recreatiewoningen, stacaravans, lodges, groepsaccommodaties en trekkershutten ten behoeve van permanente bewoning.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikellid 18.1 voor het toestaan van andere vormen van recreatief verblijf, zodanig dat er naast kampeermiddelen, stacaravans, recreatiewoning en trekkershutten, ook andere vormen van recreatief nachtverblijf aanwezig mogen zijn. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor :
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Windmolens voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 19.2.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'zwembad' dat:
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 19.2.1 en 19.2.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vab' dat:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.2 onder a en c voor een hogere maximale goot- en bouwhoogte voor gebouwen tot respectievelijk maximaal 7 meter en 12 meter, mits:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van sporten die veel omgevingslawaai tot gevolg hebben, zoals (model)vliegsport en motorcross, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein'.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven, ontsluitingsvoorzieningen en ontsluitingsvoorzieningen voor naastgelegen bestemmingen.
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 2,5 m mag bedragen, met uitzondering van de andere bouwwerken die vóór de voorgevel van het op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw en het verlengde daarvan worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 m mag bedragen.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Kleinschalig kampeerterrein
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, waaronder de bestaande nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van de bestaand en legale gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' en de aanduiding 'opslag'.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, maximaal 10 m.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning onverharde wegen en paden zoals bedoeld in artikel 21.1, onder e te verharden.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het verharden van onverharde wegen of paden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het gebied.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.3.1 is nodig voor:
De voor 'Verkeer - Spoorverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer maximaal 5 m.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers en wegen en paden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 23.2.2 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zandwinning' ondergrondse bouwwerken ten behoeve van zandwinning worden gebouwd.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning water zoals bedoeld in artikel 23.1 te verondiepen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het verondiepen, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en/of ecologische waarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.3.1 is nodig voor:
De voor 'Water - Kanaal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, tuinen en erven.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 geldt ten aanzien van het bestemmingsvlak waarbinnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 1' voorkomen, voor bijgebouwen ten behoeve van de binnen dat bestemmingsvlak gelegen woning dat uitsluitend de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan, met als maximale oppervlakte, maximale bouwhoogte en maximale goothoogte de bestaande oppervlakte, bouwhoogte en goothoogte.
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van het bestemmingsvlak waarbinnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 2' voorkomen, de volgende regels voor bijgebouwen ten behoeve van de binnen het betreffende bestemmingsvlak gelegen woningen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 geldt ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 3' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 geldt ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 4' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2, onder a en b geldt ten aanzien van het bestemmingsvlak waarbinnen de gronden ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 5' voorkomen, voor bijgebouwen ten behoeve van de binnen dat bestemmingsvlak gelegen woning dat:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 geldt ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 6' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 geldt ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 7' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 8' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 11' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 12' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 13' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 14' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 15' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 16' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 17' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 18' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende oppervlakte bijgebouwen' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2. gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 20' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2. gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 21' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2. gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 21' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 24' de volgende regels voor bijgebouwen:
Ten aanzien van de specifieke bouwaanduiding - wonen 1 geldt dat er enkel een vergunning kan worden verleend voor het bouwen van de 2e woning indien er 1000 m2 sloopmeters (woonmeters) worden ingediend bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van '2e een woning.
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende oppervlakte bijgebouwen' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 mogen ter plaatse van de aanduidingen 'bijgebouwen uitgesloten', 'specifieke bouwaanduiding - inpandige bijgebouwen' geen bijgebouwen, met uitzondering van inpandige bijgebouwen, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' dat:
Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
met dien verstande dat lichtmasten niet zijn toegestaan bij paardenbakken.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 25.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 25.1 onder f voor het toestaan van paardenbakken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de bouw van één extra woning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nieuwe woning', in verband met sloop van voormalige agrarische bebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
in afwijking van het bepaalde in artikel 25.5.1 onder b geldt dat de inhoud van een woning maximaal 900 m3, inclusief inpandige bijgebouwen, mag bedragen met dien verstande dat bij die woning geen bijgebouwen, anders dan inpandige bijgebouwen, mogen worden gebouwd.
De voor Wonen - Azelo aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, tuinen en erven.
Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan:
In afwijking van het bepaalde in artikel 26.2.1 onder b gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 1' de volgende regels voor bijgebouwen ten behoeve van de binnen het betreffende bestemmingsvlakgelegen woning:
In afwijking van het bepaalde in artikel 26.2.1 onder b gelden voor het bestemmingsvlak waarbinnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 2' zijn gelegen, de volgende regels voor bijgebouwen ten behoeve van alle binnen het betreffende bestemmingsvlak gelegen woningen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 26.2.1 onder b gelden voor het bestemmingsvlak waarbinnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 3' zijn gelegen, de volgende regels voor bijgebouwen ten behoeve van alle binnen het betreffende bestemmingsvlak gelegen woningen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 26.2.1 onder b geldt voor het bestemmingsvlak waarbinnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 4' zijn gelegen, de volgende regels voor bijgebouwen ten behoeve van de binnen het betreffende bestemmingsvlak gelegen woning:
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van horeca in de vorm van een theeschenkerij uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - afwijking theeschenkerij' met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 26.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 26.1 onder f voor het toestaan van paardenbakken, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken ten behoeve van nevenactiviteiten in de vorm van:
met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de bouw van één extra woning, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - nieuwe woning 1' en 'specifieke bouwaanduiding - nieuwe woning 2', in verband met sloop van voormalige agrarische bebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor Wonen - Beschermd dorpsgezicht aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, tuinen en erven.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen bij een woning voldoen aan de volgende kenmerken::
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2,5 m.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.1 onder f voor het toestaan van paardenbakken, mits:
er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd.
De voor Wonen - Boerderijwoningen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, tuinen en erven.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van en/of in aanvulling op het bepaalde in artikel 28.2.1 onder c en d geldt dat de hoofdvorm van de gebouwen, bepaald door de oppervlakte van het grondvlak, gevelbreedte, goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en nokrichting, zoals die bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan gehandhaafd dient te worden, met dien verstande dat een afwijking van de goot- en/of bouwhoogte van maximaal 5% is toegestaan waarbij de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast.
Bijgebouwen bij een woning voldoen aan de volgende kenmerken:
met dien verstande dat het bepaalde in artikel 28.2.2 van overeenkomstige toepassing is op bijgebouwen.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2,5 m.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 28.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein, mits:
De voor 'Wonen - Vab' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, tuinen en erven.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 29.2.1 en 29.2.2 zijn tevens de bestaande gebouwen ten behoeve van nevenactiviteiten zoals bedoeld in artikel 29.1, onder d toegestaan, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte maximaal de in bijlage 6 aangegeven oppervlakte mag bedragen.
De plattelandsappartementen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Herbouw en/of nieuwbouw van gebouwen zoals bedoeld in de artikel 29.2.3 is niet toegestaan.
Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 43 in acht genomen.
In afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - interieurbouw' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-vab - zorgboerderij' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-vab - asfaltreparatiebedrijf' de volgende regels voor bijgebouwen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.2 gelden ten aanzien van bijgebouwen ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab - technisch hulpbedrijf'' de volgende regels voor bijgebouwen:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 29.2.2 geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 9' tevens de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan, met als maximale oppervlakte, maximale bouwhoogte en maximale goothoogte de bestaande oppervlakte, bouwhoogte en goothoogte.
In afwijking van het gestelde in artikel 29.2.6 is herbouw en/ of nieuwbouw van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 10 ten behoeve van nevenaciviteiten toegestaan met oppervlakte van maximaal 450 m2.
In afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.1 onder e voor het toestaan van paardenbakken, mits:
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen zijn op de in artikel 30.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 30.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 30.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 is nodig voor:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen zijn op de in artikel 31.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 31.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 31.3 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 31.1.1 voor
het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een
aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gerealiseerd.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren :
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 31.7.1 , wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.7.1 mag alleen en moet worden
geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de
werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen
blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat
beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of
onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.7.1 wordt niet verleend dan nadat
advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.7.1 is nodig voor:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd en opslag organisch materiaal is niet toegestaan.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 32.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits schriftelijk advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel voor de bepalingen die ingevolge andere artikelen gronden van toepassing zijn.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 32.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.5.1 wordt niet eerder verleend dan nadat schriftelijk advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.5.1 is nodig voor:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag uitsluitend ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 33.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 33.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.4.1 is nodig voor:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Op de in artikel 34.1 genoemde gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de voorafgaande artikelen, niet worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van het leidingbeheer met per gebouw een maximaal bebouwde oppervlakte van 20 m2.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 34.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 34.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van beschermde archeologische monumenten.
Bouwwerken mogen niet worden gebouwd.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden en bouwwerken mogen niet zodanig worden gebruikt dat hierdoor enige aantasting van het archeologisch monument plaatsvindt.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande en legale gebouwen niet worden vergroot.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 36.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.3.1 is niet vereist, indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 36.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en eventueel te stellen voorwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande en legale gebouwen niet worden vergroot.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 37.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.3.1 is niet vereist, indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 37.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Het in artikel 37.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande en legale gebouwen niet worden vergroot.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 38.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 38.3.1 is niet vereist, indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 38.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 38.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 38.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Het in artikel 38.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 38.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande en legale gebouwen niet worden vergroot.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 39.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 39.3.1 is niet vereist, indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 39.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 39.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 39.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Het in artikel 39.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 39.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de versterking van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen, nadat advies is gevraagd aan de Erfgoedcommissie en teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situering van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te bewerkstelligen, nadere eisen stellen om te voorkomen dat de aanwezige karakteristiek van de bebouwing wordt aangetast, met betrekking tot:
Bij het toepassen van een in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid, dan wel bij het verlenen van een in dit plan opgenomen bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning ten behoeve van:
wordt advies gevraagd aan de Erfgoedcommissie.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 40.1 bedoelde gronden bouwwerken geheel of gedeeltelijk af te breken.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 40.4.1 is slechts toelaatbaar, indien door het afbreken van bouwwerken de cultuurhistorische waarden van de bebouwing niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind.
Het bepaalde in artikel 40.4.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 40.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is gevraagd aan de Erfgoedcommissie.
De voor 'Waarde - Ehs' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het ontwikkelen en in stand houden van de natuur- en landschapswaarden met dien verstande dat voor het ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden geldt dat:
Alvorens een besluit kan worden genomen tot het verlenen van de in de andere bestemmingen opgenomen omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, afwijkings - en wijzigingsbevoegdheden dient advies te worden gevraagd aan een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een significante aantasting van wezenlijke natuur- en landschapskenmerken en waarden van het gebied.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de regels van dit plan is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de regels van dit plan is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande dakhelling van gebouwen, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de regels van dit plan is voorgeschreven, geldt die dakhelling in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
Het bepaalde in artikel 43.1.1 met betrekking tot de bestaande oppervlakte is niet van toepassing in geval van sloop en herbouw van bestaande bijgebouwen.
Het bepaalde in artikel 43.1.1 met betrekking tot de bestaande inhoud is niet van toepassing in geval van sloop en herbouw van bestaande woningen.
Een windturbine moet buiten de high impact zone van de gasleiding liggen. Mocht er een gasleiding binnen deze zone liggen dan moet er contact worden opgenomen met de leidingbeheerder en overeenstemming worden bereikt.
De afstand van een kleine windturbine (tot en met 15 meter hoogte) tot bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur bedraagt niet minder dan de maximale werpafstand bij twee maal nominaal toerental van de turbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand.
De dakhelling van gebouwen bedraagt minimaal 18º met uitzondering van boog- en serrestallen en ondergeschikte aan en uitbouwen tenzij anders bepaald in hoofdstuk 2.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.3.1 voor het toestaan van een lagere dakhelling in het geval van bijzondere bouwvormen die door de welstandscommissie als zodanig zijn aangemerkt.
De afstand van een (bedrijfs)woning tot de openbare weg bedraagt minimaal de bestaande afstand.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.4.1 voor het toestaan van een kleinere afstand van een (bedrijfs)woning tot de openbare weg, mits een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
De afstand van een (bedrijfs)woning tot een bouwvlak van een agrarisch bedrijf bedraagt minimaal 50 m, dan wel de bestaande kleinere afstand.
Voor het bouwen van bijgebouwen en paardenbakken geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de, op het betrokken bouwperceel gelegen (bedrijfs)woning.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.5 voor het toestaan van het bouwen van bijgebouwen en paardenbakken voor de voorgevel van de, op het betrokken bouwperceel gelegen (bedrijfs)woning, mits er achter de voorgevel geen ruimte is vanwege bijvoorbeeld de ligging aan de openbare weg.
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan:
In aanvulling op het bepaalde in de daar voorkomende bestemming mogen de gronden behorende bij de adressen zoals opgenomen in bijlage 9, Plattelandswoningen, tevens worden gebruikt ten behoeve van plattelandswoningen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 45.1.2 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor toegestane geluidbelasting.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de luchtvaartverkeerzone.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen mogen op de in artikel 45.2.1 bedoelde gronden geen bouwwerken met een bouwhoogte hoger dan 40 m worden gebouwd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemming voor de bescherming en instandhouding van de agrarische inrichting als bedoeld in artikel 6 en 8 van de Wet geurhinder en veehouderij.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe geur gevoelige functies gerealiseerd worden.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikel 45.4.2 voor het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen ter plaatse, mits advies is gevraagd aan het waterleidingbedrijf.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen is de uitoefening van (glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt niet toegestaan. Deze bepaling is niet van toepassing op akkerbouw.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - intrekgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikel 45.4.2 voor het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen ter plaatse, mits advies is gevraagd aan het waterleidingbedrijf.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen is de uitoefening van (glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt niet toegestaan. Deze bepaling is niet van toepassing op akkerbouw.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwaterwinning met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 45.6.2 voor het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits advies is gevraagd aan het waterleidingbedrijf.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen is de uitoefening van (glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt niet toegestaan. Deze bepaling is niet van toepassing op akkerbouw.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 45.6.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 45.6.4 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de kwaliteit van het drinkwater en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 45.6.4 is nodig voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 45.6.4 wordt niet verleend dan nadat advies is gevraagd aan het waterleidingbedrijf.
Voor de gronden ter plaatse van de aanduidingen 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' en 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', gelden de regels zoals opgenomen in de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden' (artikelen 3 en 4) voor deze afzonderlijke gebieden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 45.8.1 onder b voor het toestaan van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten, mits een goed woon- en leefklimaat ter plaatse kan worden gegarandeerd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 45.9.1 onder b voor het toestaan van nieuwe objecten, mits een goed woon- en leefklimaat ter plaatse kan worden gegarandeerd en advies is gevraagd aan het Ministerie van Defensie.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 45.10.1 onder b voor het toestaan van nieuwe woningen, mits een goed woon- en leefklimaat ter plaatse kan worden gegarandeerd en advies is gevraagd aan het Ministerie van Defensie .
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een radarverstoringsgebied.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mag niet hoger worden gebouwd dan 45 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 45.11.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is gevraagd aan de beheerder van het radarverstoringsgebied.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een straalverbinding.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen (artikel 3 tot en met artikel 29) mag niet hoger worden gebouwd dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum hoogte (m)'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 45.12.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is gevraagd aan de beheerder van de straalverbinding .
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximaal toegestane inhoudsmaat van een woning met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale toegestane inhoudsmaat van een woning:
Vergroting woning m³ (vanaf 900 m³) | Compensatie m² sloopmeters |
0-100 | 150 |
100-200 | 200 |
200-300 | 400 |
300-400 | 600 |
400-500 | 800 |
500-600 | 1.000 |
Om gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid 46.2 b, of 46.2 c zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het herbouwen van één of meer bijgebouwen binnen een woonbestemming tot een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 150 m2, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het tijdelijk gebruik van gronden voor evenementen, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de
artikelen ten aanzien van de voorwaardelijke verplichtingen voor de uitvoering van
inrichtingsplannen3.4.1,4.4.1, 5.3.2, 6.3.2, 18.3.3, 25.3.1, 28.4 en 29.3.1 waarbij
andere landschapsmaatregelen getroffen worden
., met dien verstande dat deze
minimaal gelijk zijn aan de genoemde landschapsmaatregelen als gesteld in het
betreffende inrichtingsplan zoals opgenomen in bijlage 11 tot en met 53 van de bijlage
van de regels.
Verder geldt het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Afwijking als bedoeld in artikel 46.6 kan slechts worden toegepast, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het wijzigen van de bestemming van de gronden met tevens de bestemming 'Waarde - Ehs' in de bestemming 'Bos' of de bestemming 'Natuur', mits:
Ten aanzien van de in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moeten zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van bestaande en legale bedrijfsgebouwen binnen een agrarisch bouwvlak dan wel voor het gebruik van bestaande en legale voormalige agrarische bedrijfsgebouwen binnen een andere bestemming ten behoeve van verblijfsrecreatie in de vorm van minimaal twee plattelandsappartementen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van bestaande en legale bedrijfsgebouwen binnen een agrarisch bouwvlak dan wel voor het gebruik van bestaande en legale voormalige agrarische bedrijfsgebouwen binnen een andere bestemming ten behoeve van:
met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van een bestaande en legale boerderij binnen een agrarisch bouwvlak, dan wel voor het gebruik van een bestaande en legale voormalige boerderij binnen een andere bestemming ten behoeve van bewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het omzetten van een agrarisch bouwvlak, danwel de bestemmingen 'Wonen', 'Bedrijf - Vab' en 'Wonen - Vab' ten behoeve van niet-agrarische bedrijvigheid in de vorm van:
met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het omzetten van een agrarisch bouwvlak, danwel de bestemmingen Wonen, Bedrijf, Bedrijf - Vab en Wonen - Vab ten behoeve het toevoegen van een extra woning bij sloop van (voormalige) (agrarische) bebouwing.
Om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid van 49.5.a, 49.5.b, 49.5.c, 49.5.d of 49.5 f zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingen agrarisch, agrarisch met waarden, natuur en bos voor het opnieuw oprichten van de bestaande aanwezige veldschuur, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Artikel 51.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 51.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 51.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 51.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Hof van Twente, Veegplan 2020'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 december 2014.