direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied, 2020
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente hanteert vanaf 2014 het principe van een ‘Collectief Regieplan Buitengebied’, ook wel een ‘Veegplan’ genoemd. In een veegplan worden plannen van (particuliere) initiatiefnemers gebundeld in één bestemmingsplan. Deze systematiek komt zo veel als noodzakelijk jaarlijks terug. Op deze manier kan de gemeente de initiatieven veel efficiënter en goedkoper begeleiden.

Bij besluit van 29 januari 2013 is het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van de gemeente Reimerswaal vastgesteld. Sindsdien zijn er vier ‘Veegplannen’ opgesteld. Het betreft de plannen ‘Buitengebied, 2e herziening’ (vastgesteld 3 maart 2015), ‘Buitengebied, 3e herziening’ (vaststelling d.d. 20 oktober 2015), ‘Buitengebied, 2016’ (vaststelling d.d. 20 december 2016) en 'Buitengebied, 2019' (vaststelling d.d. 17 december 2019).

Na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied, 2019' zijn bij de gemeente meerdere principeverzoeken ingediend met betrekking tot initiatieven die niet passen binnen het geldende bestemmingsplan. De ontwikkelingen waaraan de gemeente medewerking wil verlenen zijn in dit bestemmingsplan verwerkt.
Op 17 oktober 2018 is het inpassingsplan Zuid-West 380 kV west vastgesteld. Dit inpassingsplan voorziet in het mogelijk maken van een nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding en het laten vervallen van de oude hoogspanningsverbinding. Inmiddels is de nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding gerealiseerd en is de oude hoogspanningsverbinding verwijderd. Het inpassingsplan is om die reden verwerkt in onderhavig bestemmingsplan.

Daarnaast zijn onvolkomenheden in het geldende bestemmingsplan hersteld. Daarmee bestaat dit bestemmingsplan uit de volgende twee onderdelen:

  • 1. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (principeverzoeken)
  • 2. Inpassingsplannen
  • 3. Ambtshalve aanpassingen / doorvoeren verbeteringen

Op onderstaande afbeelding zijn de locaties van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (principeverzoeken) weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0001.jpg"

1.2 Plangebied

Het plangebied bestaat uit het gehele buitengebied van Reimerswaal, met uitzondering van de gronden ter plaatse van het voorbereidingsbesluit 'Zuid-West 380 kV Oost (Rilland-Tilburg)'.

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied gelden de volgende bestemmingsplannen/inpassingsplannen:

  • 1. bestemmingsplan Buitengebied, 2019 (vastgesteld op 17 december 2019);
  • 2. inpassingsplan Zuid-West 380 kV West (vastgesteld op 17 oktober 2018);
  • 3. bestemmingsplan Buitengebied 3e herziening (vastgesteld op 20 oktober 2015);
  • 4. inpassingsplan Hoogspanningsstation Rilland (vastgesteld op 8 oktober 2015).

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0002.jpg"

Afbeelding 1 | Geldende bestemmingsplannen

1.4 Leeswijzer

Dit bestemmingsplan bestaat uit deze toelichting, regels en een verbeelding. Deze toelichting bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit zes hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt het initiatief toegelicht en de daarbij horende juridische regeling. Hoofdstuk 3 beschrijft het geldende beleidskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de verschillende omgevingsaspecten beoordeeld. In hoofdstuk 5 wordt tot slot de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.

Hoofdstuk 2 Huidige en beoogde situatie

De gemeente Reimerswaal heeft besloten om aan meerdere principeverzoeken planologische medewerking te verlenen. Deze ontwikkelingen zijn afzonderlijk getoetst aan de relevante wet- en regelgeving. Voor de afzonderlijke initiatieven zijn ruimtelijke onderbouwingen opgesteld die deel uitmaken van dit bestemmingsplan en in de bijlagen zijn terug te vinden. De bijbehorende haalbaarheidsonderzoeken zijn eveneens als bijlagen opgenomen. Daarnaast zijn een aantal ontwikkelingen reeds middels een omgevingsvergunning gerealiseerd. Deze zijn verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan. In de onderstaande tekst is kort weergegeven om welke ontwikkelingen het gaat. Daarnaast zijn twee inpassingsplannen onherroepelijk geworden. In paragraaf 2.12 en 2.13 wordt daar kort op ingegaan.

2.1 Breedsendijk 1, Yerseke

Ter plaatse van het perceel Breedsendijk 1 te Yerseke is een perceel landbouwgrond gelegen. Het voornemen is om op het perceel een woning te realiseren. Het perceel is gelegen in een bestaande bebouwingscluster. De oppervlakte van het perceel bedraagt circa 7.100 m2. Hiervan wordt een deel bestemd als woonperceel. De bebouwing wordt ingepast in het bestaande bebouwingscluster. Om in het buitengebied een woning toe te voegen dient elders een woning of bouwtitel te worden gesaneerd. Ten behoeve van de woning Breedsendijk 1 wordt ter compensatie aan de evenzijde van de Walstraat in Bath één planologische wooneenheid gesaneerd.
De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 1 bij deze toelichting gevoegd.

Op de verbeelding is een woonbestemming opgenomen ten behoeve van de bouw van één woning met een maximum goothoogte van 4 meter. De gevellijn is achter de bestaande waterpit gelegd. De voorgevel van de woning moet georiënteerd worden op de Breedsendijk.

Aan de Walstraat in Bath is op de verbeelding het aantal toegestane wooneenheden van 22 aangepast naar 21 wooneenheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0003.png"

2.2 Grensweg 21, Rilland (Golfcentrum Reymerswael)

Ter plaatse van het perceel Grensweg 21 te Rilland is Golfclub Reymerswael gelegen. De golfclub beschikt over een 18 holes golfbaan en clubgebouw. Het voornemen is om gebruiksmogelijkheden van het clubgebouw uit te breiden. Het betreft het mogelijk maken van een restaurant, zaalverhuur en ondergeschikte detailhandel. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 2 bij deze toelichting gevoegd. De Veiligheidsregio heeft voor deze locatie een advies uitgebracht, welke als Bijlage 12 is toegevoegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0004.png"

2.3 Grintweg 43, Yerseke

Aan de Grintweg 43 te Yerseke is een agrarisch bouwblok aanwezig met daarop twee bedrijfsloodsen en een bedrijfswoning. Ter plaatse zal de bedrijfsbebouwing worden gesloopt, inclusief de nissenhut op het perceel Maartenhaasweg 4. De bedrijfswoning blijft behouden en wordt omgevormd naar een reguliere woning. Daarnaast wordt in het kader van de ruimte voor ruimte regeling een nieuwe reguliere woning opgericht ten noorden van de bestaande bebouwing. Ter compensatie wordt één woning op de locatie Noordschans 13 te Krabbendijke wegbestemd. Op deze locatie zijn in het verleden de woningen Noordschans 11 en 13 samengevoegd tot één woning. Daarmee is één bouwtitel vrijgekomen die nu wordt ingezet op de locatie aan de Grintweg. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 3 bij deze toelichting gevoegd.

Op de verbeelding is ter plaatse van Grintweg 43 het agrarisch bouwvlak geschrapt. Er zijn twee woonbestemmingen opgenomen conform onderstaande inrichtingsrekening. Voor de woningen geldt een maximale goothoogte van 4 meter. De aanduiding 'veldschuur' is ter plaatse van de nissehut verwijderd. Op de locatie Noordschans is het aantal toegestane wooneenheden gewijzigd van 4 naar 3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0005.png"

2.4 Groeneweg 4, Kruiningen

Op het perceel Groeneweg 4 te Kruiningen is een agrarisch bouwblok aanwezig. Deze behoorde tot de naastgelegen boomgaard. De boomgaard is inmiddels afgesplitst. Daarmee is de agrarische bedrijfsvoering op het perceel komen te vervallen en is het voornemen de bestaande bedrijfswoning regulier te bewonen. De bestaande loodsen gaan gebruikt worden voor het stallen van caravans en/of boten. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 4 bij deze toelichting gevoegd.

Op de verbeelding is het agrarisch bouwvlak geschrapt. Ter plaatse van de kadastrale percelen is een woonbestemming opgenomen met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige (agrarische) bedrijfswoning'. Ter plaatse van de loodsen is de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravan- en botenstalling' opgenomen.

2.5 Kaasgat 4a, Kruiningen

Op het perceel Kaasgat 4a te Kruiningen is een fruitteeltbedrijf met landwinkel gevestigd. Tevens is er een minicamping met 15 staanplaatsen aanwezig. Het voornemen is om de huidige bedrijfsvoering op het gebied van recreatie en toerisme, verkoop van streekproducten alsmede dagrecreatie verder te ontwikkelen. Hiertoe wordt het aantal staanplaatsen uitgebreid van 15 naar 25 staanplaatsen, wordt het huidige sanitair gebouw uitgebreid en worden de horeca-activiteiten uitgebreid. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 5 bij deze toelichting gevoegd. De Veiligheidsregio heeft voor deze locatie een advies uitgebracht, welke als Bijlage 12 is toegevoegd.

Op de verbeelding is ter plaatse van de toe te voegen camperplaatsen buiten het bouwvlak (blauwe kader op onderstaande afbeelding) de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping 1' opgenomen. Ter plaatse van de bestaande bedrijfsgebouwen is de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit horeca-1' opgenomen ten behoeve van ondergeschikte horeca tot een oppervlakte van 250 m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0006.png"

Blauwe lijn = uitbreiding camping, gele lijn = ontvangstruimte, groene lijn = uitbreiding sanitairgebouw

2.6 Kapucijnenweg, Rilland

Aan de Kapucijnenweg, ten noorden van de Hoofdweg, in Rilland is een bebouwingslint gelegen. Dit bebouwingslint is nog niet volledig bebouwd. Aan de zuidzijde van het lint is een open ruimte tussen de percelen aanwezig, welke momenteel voor fruitteelt in gebruik is. Het voornemen is op deze plaats een nieuwe woning te realiseren. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 6 bij deze toelichting gevoegd. In het kader van de Wet geluidhinder is voor de bouw van de woning een hogere waardebesluit genomen.

Ter plaatse van het bebouwingslint is op de verbeelding van dit bestemmingsplan het aantal woningen met één verhoogd naar 22 woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0007.png"

2.7 Kruisweg 1, Krabbendijke

Op het perceel Kruisweg 1 te Krabbendijke is een agrarisch bouwvlak aanwezig met een voormalig agrarisch bedrijf. De agrarische functie is ter plaatse komen te vervallen. Het voornemen is om de aanwezige bedrijfsgebouwen in gebruik te nemen voor bedrijfsmatige opslagactiviteiten ten behoeve van het eigen bedrijf. Het betreft hier een voormalig agrarisch bedrijf, waardoor bewoning van de bedrijfswoning is toegestaan. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 7 bij deze toelichting gevoegd.

Ten behoeve van de opslag is op de verbeelding een aanduiding 'opslag - inboedel' opgenomen. Ter plaatse is opslag van inboedel toegestaan en een bijbehorend en ondergeschikt kantoor. De bedrijfsmatige activiteiten betreffen een Nieuwe economische drager. De oppervlakte aan de toegestane bebouwing is aangepast aan de huidige oppervlakte aan bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0008.png"

 

2.8 Maartenbroersweg 101, Hansweert

Op het perceel Maartenbroersweg 101 is een fruitteeltbedrijf aanwezig met een klein deel akkerbouw. In 2019 heeft de eigenaar van het bedrijf een nabij gelegen bosperceel aangekocht. Op dit perceel stonden populieren, welke inmiddels zijn gekapt. Het voornemen is om het perceel om te vormen tot fruitteeltperceel. Hiertoe is de bestemming Natuur gewijzigd te in de bestemming Agrarisch zonder bouwmogelijkheden. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 8 bij deze toelichting gevoegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0009.png"

2.9 Tweedeweg 2, Rilland

Op het perceel Tweedeweg 2 te Rilland is een akkerbouwbedrijf aanwezig. Vanwege de komst van de hoogspanningsverbinding 'Zuid-West 380 kV west' is het noodzakelijk de bestaande woning te amoveren. Om de woning op een andere locatie nabij het perceel te kunnen herbouwen, is een draaiing van het bouwvlak nodig. Daarnaast is het voornemen om op het perceel een nieuwe loods te bouwen ten behoeve van een doelmatige agrarische bedrijfsvoering. Hiertoe wordt het bouwvlak vergroot tot 1,5 hectare. Het bebouwingspercentage van 70% dat in het geldende bestemmingsplan per abuis was vervallen, is op de verbeelding opnieuw opgenomen ter plaatse van het bouwvlak. De bedrijfsvoering van het akkerbouwbedrijf blijft ongewijzigd. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 9 bij deze toelichting gevoegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0010.png"

2.10 Zandweg 2B en Schapenweg 4, Kruiningen

Ter plaatse van het perceel Zandweg 2B te Kruiningen is een perceel landbouwgrond gelegen. Initiatiefnemers zijn voornemens op dit perceel een woning te realiseren. De huidige bedrijfswoning op het perceel Schapenweg 4 zal omgezet worden in een huisvesting voor arbeidsmigranten (maximaal 4).

In onderhavig bestemmingsplan is hiertoe op het perceel Zandweg 2B een woonbestemming opgenomen met een gevellijn en een maximale goothoogte van 6 meter. Op het perceel Schapenweg 4 is de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' toegevoegd. Ten behoeve van de huisvesting van de arbeidsmigranten is ter plaatse van de bestaande woning de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - logies seizoensarbeiders - 2' opgenomen. In de regels is vastgelegd dat ter plaatse van deze aanduiding tevens logies ten behoeve van 4 seizoensarbeiders ten behoeve van het desbetreffende bedrijf is toegestaan. Tevens is een voorwaardelijke verplichting opgenomen, dat de woning moet worden gesloopt als deze niet meer in gebruik is voor het huisvesten van arbeidsmigranten. De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 10 bij deze toelichting gevoegd. In het kader van de Wet geluidhinder is voor de bouw van de woning een hogere waardebesluit genomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0011.png"

2.11 Zandweg 6 en 6A, Kruiningen

Aan de Zandweg 6a te Kruiningen was voorheen een agrarisch bedrijf gevestigd. De eigenaar heeft zijn bedrijfsacitiviteiten beëindigd en de agrarische panden worden nu aan de andere bedrijven, niet zijnde agrarische bedrijven, verhuurd.

Omdat de verhuur van de panden aan niet agrarische bedrijven op basis van het geldende bestemmingsplan niet is toegestaan en de bedrijfswoning niet meer als bedrijfwoning wordt ingezet, is het bestemmingsplan hierop aangepast. Binnen deze bedrijfsbestemming is de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bedrijfsverzamelgebouw' opgenomen ten behoeve van een bedrijfsverzamelgebouw voor bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2. Tevens is in de regels bepaald dat de bestaande oppervlakte aan gebouwen en overkappingen niet mag worden vergroot. Ter plaatse van de bedrijfswoning is een woonbestemming opgenomen ten behoeve van het regulier bewonen van de woning.

De ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling is als Bijlage 11 bij deze toelichting gevoegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0012.png"

2.12 Inpassingsplan Hoogspanningsstation Rilland

Nabij Rilland heeft TenneT een 380 kV-hoogspanningsstation met bijbehorende verbindingen gerealiseerd. Ten behoeve van deze realisatie van het 380 kV-hoogspanningsstation is door het ministerie een rijksinpassingsplan opgesteld. Het 380 kV-hoogspanningsstation is gesitueerd nabij Rilland, ten zuiden van de rijksweg A58 en ten westen van het Schelde-Rijnkanaal.

Op de bestaande 380 kV-verbindingen tussen Borssele en Geertruidenberg is de zogenaamde Zandvlietlijn (de verbinding naar België) ter hoogte van Rilland ingelust. Om aan internationale doelstellingen invulling te geven is de bestaande inlussing vervangen door een station. Daarmee zijn twee circuits op hoogspanningsstation Zandvliet aangesloten. Hiermee wordt het probleem van ongelijkmatig gebruik van de aanwezige transportcapaciteit opgelost.

Met de realisatie van het 380 kV-hoogspanningsstation met bijbehorende verbindingen en voorzieningen wordt een robuuste koppeling met België mogelijk gemaakt. De lange verbinding tussen Borssele en Geertruidenberg wordt opgedeeld in twee kortere verbindingen en er ontstaat een zelfstandige volledig schakelbare verbinding Rilland - Zandvliet. Hiermee wordt de leveringszekerheid en de beschikbaarheid (bij calamiteiten en/of onderhoud) van de interconnectieverbinding vergroot.

Het inpassingsplan 'Hoogspanningsstation Rilland' biedt de juridisch-planologische basis voor:

  • aanleg van een nieuw 380 kV-hoogspanningsstation;
  • aanleg van een ontsluitingsweg naar het 380 kV-hoogspanningsstation met aansluiting op de Westelijke Spuikanaalweg;
  • aansluiten van de bestaande 380 kV-hoogspanningsverbindingen vanuit Borssele richting Geertruidenberg en naar Zandvliet (België) op het station, waarbij de verbindingen over een beperkte lengte verlegd worden;
  • gedeeltelijk omleggen en ondergronds brengen van de bestaande 150 kV-verbinding naar het bestaande 150 kV-hoogspaningsstation.

Het inpassingsplan is overgenomen in onderhavig bestemmingsplan.

2.13 Inpassingsplan Zuid-West 380 kV west

Om de levering van stroom in de toekomst te kunnen garanderen, is er behoefte aan uitbreiding van het bestaande elektriciteitsnet. Een van de projecten die hier aan bij moet dragen is de realisatie van een nieuwe 380 kV-verbinding tussen Borssele en de landelijke ring bij Tilburg; Zuid-West 380 kV (ZW380). In Zeeland wordt meer energie geproduceerd dan wordt verbruikt. Met de realisatie van de nieuwe Sloecentrale bij Borssele (2009) en het wegvallen van enkele grootverbruikers wordt het elektriciteitsnetwerk vanuit Borssele volledig benut voor transport naar het achterland. Daarom wordt het net met een nieuwe verbinding van Borssele naar de landelijke 380 kV hoogspanningsring uitgebreid. Hiertoe is een rijksinpassingsplan opgesteld.

In het rijksinpassingsplan is het nieuwe tracé opgenomen. Deze is overgenomen in onderhavig bestemmingsplan. Met het nieuwe tracé komt het oude tracé te vervallen.

2.14 Verkabeling 380 kV Krabbendijke

Van Borssele naar Tilburg wordt een nieuwe 380kV-hoogspanningsverbinding aangelegd. In het tracédeel tussen de Willem Anna Polder en Rilland komt de nieuwe verbinding te liggen ten noorden van de nieuwe 380 kV-verbinding. De bestaande 150 kV-verbinding wordt gecombineerd met de nieuwe 380 kV-verbinding. In de uitwerking daarna bleek dat er ter hoogte van Krabbendijke weinig ruimte beschikbaar is. De nieuwe verbinding kon daarom alleen aangelegd worden wanneer de bestaande 380 kV verschuift naar de kern van Krabbendijke. Dit is geen wenselijke situatie en is er gezocht naar een andere oplossing. Uiteindelijk is besloten de nieuwe verbinding naar het noorden te verschuiven met één mast in de Oosterschelde, waardoor de bestaande verbinding niet hoeft te worden verplaatst. Deze oplossing is in het Rijksinpassingsplan Zuid-West 380 kV west voor de nieuwe 380 kV-verbinding opgenomen (zie paragraaf 2.13).

Ondanks de hiervoor beschreven oplossing, kwamen er veel bezwaren op het inpassingsplan. De minister heeft vervolgens de toezegging gedaan te bezien of er de mogelijkheid is om een deel van de bestaande 380 kV-verbinding bij Krabbendijke te verkabelen, na realisatie van het tracédeel Zuid-West 380 kV oost. Hiertoe wordt een ondergrondse 380 kV hoogspanningsverbinding gerealiseerd. De aanleg van deze ondergrondse verbinding is niet mogelijk in het geldende bestemmingsplan. Om de aanleg en toekomstige bescherming van de nieuwe ondergrondse verbinding alsmede het amoveren van de bestaande bovengrondse verbinding mogelijk te maken is het voorontwerpbestemmingsplan 'Verkabeling 380 kV Krabbendijke' opgesteld. Dit voorontwerpbestemmingsplan heeft vanaf donderdag 8 oktober 2020 tot en met woensdag 4 november 2020 ter inzage gelegen. Vooruitlopend op de vaststelling van dit bestemmingsplan, zijn de planologische wijzigingen voor de aanleg van de ondergrondse verbinding en het amoveren van de bovengrondse verbinding in onderhavig bestemmingsplan meegenomen.

2.15 Ambtshalve aanpassingen/verbeteringen

In de regels en op de verbeelding zijn de volgende ambtshalve aanpassingen doorgevoerd:

Lindeweg 4, Rilland
Vanwege de komst van de hoogspanningsverbinding en de ligging van het perceel Lindeweg 4 te Rilland (nagenoeg) onder deze hoogspanningsverbinding, is besloten het agrarische bedrijf op het perceel te saneren. Hierover is overeenstemming met de voorgaande eigenaren van het bedrijf. Op de verbeelding is het bouwvlak binnen de agrarische bestemming met de bijbehorende aanduidingen geschrapt.

Hansweertsestraatweg 47, Kruiningen
In het geldende plan was ter plaatse van het perceel Hansweertsestraatweg 47 abusievelijk een foute bebouwingsoppervlakte opgenomen. Dit wordt nu hersteld in onderhavig bestemmingsplan. De oppervlakte aan bestaande bebouwing is opgemeten. Deze bedraagt 2.783 m2. Op de verbeelding is het toegestane bebouwde oppervlak binnen het bouwvlak aangepast naar de oppervlakte van de bestaande bebouwing.

Den Ouden, Rilland
Op het terrein van Den Ouden (composteerbedrijf) te Rilland is bebouwing aanwezig. Deze is positief bestemd door op de verbeelding de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten – gebouwen' ter plaatse van de bebouwing te schrappen. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan. Wel dient de bebouwing landschappelijk te worden ingepast op basis van het opgestelde landschappelijk inpassingsplan.

Wittesteeweg 22, Kruiningen
In het bestemmingsplan Buitengebied, 2019 is op de locatie Wittesteeweg 22 te Kruiningen abusievelijk het bouwvlak naar het noorden gelegd. In het daarvoor geldende bestemmingsplan was het bouwvlak wel goed opgenomen. In dit bestemmingsplan wordt dit hersteld door het bouwvlak te verschuiven, zodat deze overeenkomt met de bestaande situatie. De vorm of oppervlakte van het bouwvlak wijzigt niet. Buiten het bouwvlak wordt ter plaatse van de bestaande buitenopslag een aanduiding opgenomen ten behoeve van tijdelijke opslag van agrarische producten en aanverwante producten. Ter plaatse van de bestaande wasvijver buiten het bouwvlak wordt eveneens een aanduiding opgenomen. Om de huidige nevenactiviteiten van het bedrijf vast te leggen, wordt de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch technisch bedrijf' opgenomen.

Bathseweg 39, Rilland
Ter plaatse van het perceel Bathseweg 39 is binnen de natuurbestemming een veldschuur aanwezig. In het vorige plan was per abuis de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' zoals deze is opgenomen ter plaatse van de veldschuur niet in de regels opgenomen van de bestemming 'Natuur'. Binnen de bestemming 'Natuur' is een regeling opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding een veldschuur is toegestaan met een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 6 meter.

Pluktuin Blauwhoefseweg 2C, Kruiningen
Op het perceel Blauwhoefseweg 2C te Kruiningen is een bloempluktuin aanwezig. Op de verbeelding was ter plaatse van het bouwvlak reeds de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – nevenactiviteit' opgenomen ten behoeve van de pluktuin. De pluktuin zelf is echter ten westen van het bouwvlak gelegen (kadastraal perceel 1166) en dient ook bestemd te worden als pluktuin. Hiertoe is ter plaatse van het kadastrale perceel 1166 ook de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – nevenactiviteit' opgenomen.

Damesweg 2, Rilland
Voor het perceel is een omgevingsvergunning verleend voor een landbouwmechanisatiebedrijf als nieuwe economische drager. Op de verbeelding is hiertoe de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - landbouwmechanisatiebedrijf' opgenomen. Een landbouwmechanisatiebedrijf is een bedrijf gericht op het repareren en onderhouden van landbouwwerktuigen, het leveren van onderdelen en assistentie bij onderhoudswerkzaamheden en het verzorgen van klein constructiewerk.

Windmachines Stroodorpepolder
De vijf windmachines zijn permanent bestemd in dit bestemmingsplan. Ter plaatse van de windmachines is hiertoe een aanduiding op de verbeelding opgenomen. De tiprotorhoogte mag niet meer bedragen dan 14 meter. Tevens moet voldaan worden aan de in de vergunning opgenomen voorschriften ten aanzien van jaarlijks onderhoud en het koppelen van alle stalen delen aan een deugdelijke aardpen.

Zandweg 4A, Kruiningen
De bouwmogelijkheid voor een woning op het perceel Zandweg 4a is wegbestemd. Ter plaatse van het perceel is een agrarische bestemming opgenomen met een aanduiding die de bouw van gebouwen uitsluit. De bouwtitel van deze woning is ingezet op het perceel Zandweg 1E.

Weelweg 13B, Waarde
Het agrarische bouwvlak op het perceel Weelweg 13B is verkleind tot de bestaande bebouwing en paardenbak. Het bebouwingspercentage is geschrapt.

Kanaalweg 79, Hansweert
Op het perceel Kanaalweg 79 is per abuis de goot- en bouwhoogte niet goed op de verbeelding opgenomen. Ter plaatse van het perceel Kanaalweg 79 is een goothoogte van 4 meter en een bouwhoogte van 8,5 meter opgenomen.

Zonneparken
Ter plaatse van de locatie Kreekrakpolder, Bathpolder en Kamperweg is een aanduiding voor een zonnepark opgenomen conform de hiervoor verleende omgevingsvergunningen. De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Kreekrakpolder en Bathpolder is opgenomen in Bijlage 13 bij deze toelichting. De ruimtelijke onderbouwing van het zonnepark aan de Kamperweg is opgenomen in Bijlage 14 bij deze toelichting.

Inhoud bedrijfswoningen
In het bestemmingsplan 'Buitengebied, 2019' is de toegestane inhoudsmaat van reguliere woningen (woningen met een woonbestemming) vergroot van 1.000 m3 naar 1.250 m3. De inhoudsmaat van bedrijfswoningen binnen andere bestemmingen zijn destijds niet aangepast. Nu is het de wens om alle inhoudsmaten van woningen, al dan niet bedrijfswoningen, in het buitengebied gelijk te trekken. Daartoe is binnen de bestemmingen waarbinnen bedrijfswoningen voorkomen de toegestane inhoudsmaat van een bedrijfswoning vergroot van 1.000 m3 naar 1.250 m3.

Aantal bedrijfswoningen
In de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch - Glastuinbouw', 'Bedrijf' en 'Bedrijf - Agrarisch technisch hulpbedrijf' is vastgelegd dat het bestaande aantal bedrijfswoningen, of indien een aanduiding op de verbeelding is opgenomen, het maximum aantal bedrijfswoningen is. Indien geen bedrijfswoning aanwezig is, kan door middel van een afwijking een bedrijfswoning, onder voorwaarden, worden toegestaan.

Toegangsweg hoogspanningsstation
Ter plaatse van de Westelijke Spuikanaalweg is op basis van een tijdelijke omgevingsvergunning een toegangsweg naar het hoogspanningsstation Rilland aangelegd. Het voornemen is deze weg definitief te bestemmen. Hiertoe is ter plaatse van de tijdelijke weg op de verbeelding een verkeersbestemming opgenomen.

Waterleidingen
Op verzoek van Evides worden de (boven)regionale waterleidingen met een transportfunctie en leidingen die een risico voor de leefomgeving opleveren bij beschadiging van de leiding met een dubbelbestemming 'Leiding - Water' op de verbeelding opgenomen. De waterleidingen die binnen de bestaande leidingenstrook zijn gelegen, zijn niet apart aangeduid en worden middels de dubbelbestemming 'Leiding – Leidingstrook' reeds beschermd.

Regeling huisvesting arbeidsmigranten
De regeling in het bestemmingsplan is in overeenstemming gebracht met het vastgestelde “Beleid ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten 2019” (zie ook paragraaf 3.3).

Archeologie
In het bestemmingsplan 'Buitengebied, 2019' was de archeologische beleidskaart niet goed vertaald. In onderhavig bestemmingsplan zijn de archeologische dubbelbestemmingen in overeenstemming gebracht met de archeologische beleidskaart van De Bevelanden.

Staanplaatsen minicamping
In de begripsbepaling minicamping is het aantal staanplaatsen van 25 verkleind naar 15, zodat dit overeenkomt met het reguliere aantal plaatsen dat is toegestaan op een minicamping. Door middel van een afwijking is het mogelijk dit aantal te vergroten naar 25 staanplaatsen. Daarnaast is een begripsbepaling 'staanplaats' opgenomen. Onder een staanplaats wordt het volgende verstaan: een standplaats bestemd voor het plaatsen van één of meerder bij elkaar horende kampeermiddelen gedurende het zomerseizoen.

Zonnepark Bathpolderweg 10, Rilland
Ter plaatse van het zonnepanelenpark aan de Bathpolderweg in Rilland waren gronden, nog niet als zodanig bestemd. In het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied, 2018' was ter plaatse van deze gronden onder andere een bestemming en aanduiding opgenomen ten behoeve van de realisatie van een grootschalig distributiegebouw ten behoeve van de energievoorziening, waaronder een bio-ethanolinstallatie en een bio-vergistingsinstallatie met bijbehorende installaties. Deze mogelijkheden zijn geschrapt. De gronden behorende bij het zonnepanelenpark in Rilland, die nog niet als zodanig bestemd waren, zijn meegenomen in het bestemmingsplan en hebben de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – zonnepark' gekregen. In een voorwaardelijke verplichting is vastgelegd dat het zonnepark landschappelijk moet worden ingepast (artikel 3.5.8). Tevens is in de regels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, om de aanduiding 'specifieke vorm agrarisch – zonnepark' te schrappen als de zonnepanelen worden verwijderd omdat deze niet meer in productie zijn of hun economische levensduur hebben behaald.

  • a. de zonnepanelen zijn niet meer in productie; of
  • b. maximaal 25 jaar na de ingebruikname van de op de locatie primair geplaatste zonnepanelen.

Radarverstoringsgebied, ILS-zone en Funnel Defensie
In Wemeldinge is een nieuwe radartoren van Defensie aanwezig. In het kader van het bestemmingsplan 'Buitengebied, 2019' had Defensie een zienswijze ingediend ten aanzien van het opnemen van het radarverstoringsgebied. Deze is echter niet juist verwerkt. In onderhavig bestemmingsplan zijn de radarverstoringsgebieden alsnog opgenomen.

Dit houdt in dat bouwwerken binnen bepaalde cirkels rondom de radartoren een maximale hoogte mogen hebben. In de gemeente Woensdrecht is eveneens een radartoren aanwezig, waarvan het radarverstoringsgebied tot in het plangebied ligt. De radarverstoringsgebieden zijn aangeduid met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone – radar' waarbij de verschillende zones genummerd zijn van 1 tot met 19.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0013.png"

Ook voor de ILS-zone en Funnel van de vliegbasis in Woensdrecht zijn zones opgenomen met maximale bouwhoogtes.

Wijzigingsbevoegdheid verwijderen aanduiding 'windturbine' en 'windturbinepark'
In de algemene wijzigingsregels is een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd om de aanduiding 'windturbine' of 'windturbinepark' (met tovoeging van de naam van het betreffende windturbinepark) te verwijderen in het geval dat de windturbine wordt gesaneerd als deze niet meer functioneel is of zijn economische levensduur heeft behaald. Hiermee kan het bestemmingsplan op dat moment in overeenstemming worden gebracht met de feitelijke situatie.

Artikel Agrarisch
Het artikel Agrarisch is ten behoeve van de leesbaarheid op enkele punten aangepast. Dit betreft onder andere het categoriseren van de bouwregels van bedrijfswoningen. Daarnaast zijn de regelingen op enkele punten verduidelijkt of consistenter gemaakt. De wijzigingen betreffen daarmee hoofdzakelijk redactionele wijzigingen en geen inhoudelijke wijzigingen.

Nota inpraak en vooroverleg
Uit de Nota inspraak en vooroverleg zijn diverse aanpassingen voortgekomen. Deze nota is als Bijlage 16 bij deze toelichting gevoegd. In de nota is per reactie aangegeven of en tot welke aanpassing de reactie heeft geleid.

Redactionele aanpassingen
In de regels van het bestemmingsplan zijn redactionele aanpassingen doorgevoerd. Dit betreffen geen inhoudelijke wijzigingen.

In het vastgestelde bestemmingsplan zijn de volgende ambtshalve wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan:

Sandeeweg 9, Kruiningen
Ter plaatse van de locatie Sandeeweg 9 te Kruiningen was reeds de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' opgenomen. De begrenzing van de aanduiding was echter niet correct. De begrenzing van de aanduiding is aangepast conform de huidige situatie.

Zanddijk 5, Yerseke
Op het perceel Zanddijk 5 te Yerseke is het bouwvlak en de aanduiding 'intensieve veehouderij' vergroot. Binnen het bouwvlak is de maximale toegestane bebouwingsoppervlakte opgenomen conform de reeds onherroepelijke omgevingsvergunningen voor het uitbreiden van de stallen.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Bij het opstellen van het bestemmingsplan moet worden voldaan aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving op Europees, rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. In dit hoofdstuk worden de beleidsstukken benoemd en wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste beleidsstukken. Voor de verschillende ontwikkelingen zoals genoemd in hoofdstuk 2 geldt dat toetsing van het plan aan de geldende beleidskaders is opgenomen in de ruimtelijke onderbouwingen zelf. Zie bijlage 1 tot en met 11 van deze toelichting. 

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte vastgesteld (SVIR). Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Hiernaar wordt gestreefd middels een krachtige aanpak die gaat voor een excellent internationaal vestigingsklimaat, ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt.

Belangrijk thema in deze structuurvisie is de ladder voor duurzame verstedelijking. De ladder voor duurzame verstedelijking is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal benut wordt. De ladder is verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en luidt als volgt:

De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

In welke gevallen er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling is niet concreet vastgelegd. De jurisprudentie geeft op het gebied van woningbouw wel een constante lijn aan. Bouwplannen met minder dan 11 woningen zijn geen stedelijke ontwikkeling. In dit geval is er geen sprake van de toevoeging van extra woningen. Nieuwe woningen die toegestaan worden, worden elders wegbestemd (bouwtitels worden verplaatst).

Een toetsing aan de ladder kan derhalve achterwege blijven.

Voor het overige zijn geen regels opgenomen die specifiek op deze situatie van toepassing zijn. De wijzigingen die zijn doorgevoerd betreffen hoofdzakelijk ontwikkelingen op perceelsniveau, verbeteringen en het opnemen van reeds onherroepelijke inpassingsplannen.

Het rijksbeleid verzet zich niet tegen het plan.

Nationale Omgevingsvisie (Ontwerp)

Gemeenten, provincies en het Rijk worden verplicht om een omgevingsvisie op te stellen vanuit de nieuwe Omgevingswet. Vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet heeft het Rijk de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) opgesteld. Het ontwerp van de NOVI is in juni 2019 verschenen. De NOVI kent ondermeer de volgende vier prioriteiten:

  • 1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
  • 2. Duurzaam economisch groeipotentieel;
  • 3. Sterke en gezonde steden en regio's;
  • 4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.

Het beleid uit de NOVI bevat geen specifieke zaken die betrekking hebben op de ontwikkeling die dit bestemmingsplan mogelijk maakt.

Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035

De Structuurvisie Buisleidingen is een visie waarmee het Rijk ruimte wil reserveren in Nederland voor toekomstige buisleidingen voor gevaarlijke stoffen. Het gaat daarbij om ondergrondse buisleidingen voor transport van aardgas, olieproducten en chemicaliën, die provinciegrens- en vaak ook landgrensoverschrijdend zijn. In de Structuurvisie wordt een hoofdstructuur van verbindingen aangegeven waarlangs ruimte moet worden vrijgehouden, om ook in de toekomst een ongehinderde doorgang van buisleidingtransport van nationaal belang mogelijk te maken. Binnen het plangebied zijn twee delen van een dergelijke buisleidingenstraat aanwezig (paars op onderstaande afbeelding). Deze delen zijn in onderhavig bestemmingsplan bestemd met de dubbelbestemming 'Leiding - Buisleidingenstraat'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.BGRWBP2020-va01_0014.png"

3.2 Provinciaal beleid

Omgevingsplan Zeeland 2018
Op 21 september 2018 heeft het college van Gedeputeerde Staten het Omgevingsplan 2018 vastgesteld. Het Omgevingsplan geeft de provinciale visie en provinciale belangen op Zeeland weer, waar de Provincie Zeeland een (groot) belang aan hecht. Alle hoofdlijnen voor de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Zowel op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, maar ook economie, mobiliteit, natuur, cultuur, water en milieu.

Omgevingsverordening Zeeland 2018
De Omgevingsverordening Zeeland 2018 gaat net als het Omgevingsplan ook over de fysieke leefomgeving van de provincie. Bij de beoordeling van ruimtelijke plannen is vooral hoofdstuk 2 welke gaat over het ruimtelijk domein van belang. In afdeling 2.6 Agrarisch zijn regels opgenomen ten aanzien van de thema's concentratie agrarische bebouwing, bufferzones, glastuinbouw, intensieve veehouderij en agrarische onderzoeksbedrijven.

Nieuwe Economische Dragers (NED)
De verwachting bestaat dat in de planperiode een substantieel deel van de agrarische ondernemers de agrarische activiteiten zal beëindigen. Herbestemming of sanering van de vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen is noodzakelijk om verpaupering te voorkomen. Nieuwe economische dragers leveren een bijdrage aan het behoud van de vitaliteit van het landelijk gebied.

De Provincie streeft naar voldoende ruimte voor nieuwe en uitbreiding van bestaande niet-agrarische en semi-agrarische activiteiten in het landelijk gebied. Voorwaarde is dat deze activiteiten qua aard, schaal, omvang en verkeer aantrekkende werking passen in het landelijk gebied. Bovendien wil de Provincie onnodige verstening van het landelijk gebied tegengaan. Een nieuwe activiteit dient daarom een bijdrage te leveren aan de herbestemming of sanering van vrijkomende bebouwing en het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Een beperkte uitbreiding van de bestaande bebouwing ten behoeve van een nieuwe economische drager behoort tot de mogelijkheden.

De gemeente Reimerswaal sluit aan op deze NED-regeling van de provincie. In onderhavig bestemmingsplan is hier ook invulling aangegeven. Naast deze regeling van de provincie kijkt de gemeente ook naar maatwerkoplossingen.

3.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Buitengebied Reimerswaal 2012

Op 25 september 2012 heeft de gemeenteraad de 'Structuurvisie buitengebied Reimerswaal' vastgesteld. Het beleid is in de structuurvisie primair gericht op de aan het landelijk gebied gebonden functies zoals water, landbouw, natuur en landschap, recreatief medegebruik en cultuurhistorie. Daarnaast is het beleid gericht op nieuwe economische dragers, bedrijven, wonen en recreatie in het buitengebied.

Reimerswaal kenmerkt zich als een agrarische gemeente. De agrarische sector neemt een belangrijke positie in bij zowel de werkgelegenheid als het aantal bedrijfsvestigingen. De bedrijven in deze sector dienen dan ook voldoende ruimte te krijgen om zich te kunnen ontwikkelen tot een gezond en (inter)nationaal concurrerend bedrijf.

De landelijke uitstraling en beleving van het buitengebied dient behouden te blijven en te worden beschermd tegen stedelijke ontwikkelingen die niet in het landelijk gebied thuis horen. De visie maakt enerzijds (functioneel) onderscheid in de 'niet-agrarische bedrijven', 'agrarische (technische) hulpbedrijven' en 'agrarisch verwante bedrijven' en anderzijds in 'Nieuwe Economische Dragers' (NED).

Het landelijk gebied wordt in toenemende mate een gebied waarin wordt geleefd. Het pure agrarische productiegebied wordt meer en meer een gebied waarin mensen in alle rust willen wonen en kunnen genieten van de kwaliteiten die het buitengebied te bieden heeft. Buitengebied dient echter ook buitengebied te blijven. Het buitengebied biedt derhalve geen ruimte voor de realisatie van nieuwe woningen. Er zijn echter enkele vormen van wonen die, zonder de kwaliteit van het buitengebied aan te tasten, gerealiseerd kunnen worden.

Beleid ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten 2019
Om goede en veilige huisvesting van arbeidsmigranten te stimuleren en overlast te voorkomen, zijn binnen de gemeente Reimerswaal regels opgesteld. In deze beleidsregels staat hoe de gemeente omgaat met de huisvesting van arbeidsmigranten en wat de structurele en tijdelijke mogelijkheden voor huisvesting in het buitengebied en binnen de kernen zijn. Ook wordt vermeld waaraan de huisvesting moet voldoen om in aanmerking te komen voor een omgevingsvergunning.

De regels in onderhavig bestemmingsplan met betrekking tot de huisvesting van arbeidsmigranten (artikel 3.6.2 en 3.6.3) zijn in overeenstemming gebracht met het beleid.

Evaluatie Archeologiebeleid 2016
Sinds 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 vervangen door de Erfgoedwet. Deze wet zal straks samen met de Omgevingswet een integrale bescherming van het cultureelerfgoed mogelijk maken. Om hierin als gemeente eigen afwegingen te kunnen maken is het noodzakelijk te beschikken over een eigen archeologisch beleid. In 2011 is hiertoe het archeologiebeleid van de gemeente Reimerswaal vastgesteld. Bij het opstellen van het archeologiebeleid is gebruik gemaakt van alle archeologische gegevens tot 2009. Tot en met 2015 is naar aanleiding van onder andere het gemeentelijk archeologiebeleid een aanzienlijke hoeveelheid onderzoek uitgevoerd. Dit heeft er toe geleid dat veel gebieden met een verwachting zijn onderzocht waardoor hier:

  • 1. de archeologische verwachtingswaarde (naar beneden) kon worden bijgesteld;
  • 2. door het uitvoeren van onderzoek geen archeologische resten meer aanwezig zijn;
  • 3. de aanwezige archeologische resten door planaapassing in situ zijn behouden.

Uit de evaluatie blijkt dat het beleid in zijn huidige vorm goed functioneert en dat inhoudelijke aanpassingen niet direct noodzakelijk zijn.

Hoofdstuk 4 Kwaliteit van de leefomgeving

In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met diverse milieuaspecten en omgevingsaspecten.

Het voorliggende veegbestemmingsplan betreft voor het overgrote deel een conserverend bestemmingsplan waarin per jaar diverse ontwikkelingen worden gebundeld en opgenomen. De voorliggende ontwikkelingen hebben in enkele gevallen consequenties voor de milieuhygiënische aspecten en/of de aanwezige waarden op archeologisch, cultuurhistorisch, landschappelijk en/of natuurlijk terrein. Echter het betreft steeds ontwikkelingen waarvan in eerdere planvorming of eerder doorlopen procedure reeds is geoordeeld dat er geen onevenredige aantasting van genoemde waarden plaatsvindt, dan wel in het kader van de daarvoor afzonderlijk opgestelde onderbouwingen reeds onderzoek naar eventuele effecten op aanwezige waarden heeft plaatsgevonden. Daarbij zijn geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkelingen geconstateerd.

Voor de waterhuishoudkundige aspecten is dezelfde redenering van toepassing, als hiervoor beschreven. In het kader van de watertoets wordt het voorontwerp bestemmingsplan voor reactie toegezonden aan het waterschap Scheldestromen.

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

In de Wet ruimtelijke ordening met bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening heeft het bestemmingsplan een belangrijke rol als normstellend instrument voor het ruimtelijk beleid van de gemeente, provincies en het rijk,. In de ministeriële 'Regeling standaarden ruimtelijke ordening' hierna (Rsro) is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2012) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen, die tot doel heeft om te komen tot een geüniformeerde en gestandaardiseerde opzet van bestemmingsplannen in Nederland. Deze methodiek is onverkort gevolgd. Het bestemmingsplan is daarbij tevens digitaal vervaardigd en is daarom ook digitaal raadpleegbaar via internet.

Naast het feit dat de bestemmingen, aanduidingen en weergave van de verbeelding gestandaardiseerd zijn, vloeit de redactie van de regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti-dubbeltelbepaling rechtstreeks voort uit het Besluit ruimtelijke ordening. De beleidsmatige inhoud van het bestemmingsplan is niet gestandaardiseerd. De gemeente behoudt haar vrijheid ten aanzien van de inhoud en vormgeving aangaande de toelichting. Ten aanzien van de verbeelding en regels wordt voldaan aan de SVBP 2012.

Verbeelding

De verbeelding geeft de bestemmingen weer. Binnen de bestemmingsvlakken kunnen bouwvlakken, bouw-, gebieds-, functie-, en maatvoeringsaanduidingen aangegeven worden, waarbinnen een aantal specifieke bouwregels en functies kunnen worden aangegeven. Deze hebben juridische betekenis, omdat daar in de regels naar wordt verwezen. De topografische ondergrond die gebruikt is als basis voor de verbeelding heeft geen juridische status.

Regels

Algemeen

De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, over de toegelaten bebouwing en bepalingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels zijn, conform de wettelijk verplicht gestelde SVBP 2012, onderverdeeld in vier hoofdstukken:

- Hoofdstuk 1 Inleidende regels

- Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

- Hoofdstuk 3 Algemene regels

- Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Inleidende regels

Begripsbepalingen en Wijze van meten

De inleidende regels omvatten de begripsbepalingen en de bepalingen omtrent de wijze van meten. De begripsbepalingen geven de definities over de in de regels gehanteerde begrippen met betrekking tot bouwen en functies. De wijze van meten geeft uitsluitsel over de wijze waarop afstanden, hoogtes, oppervlakte etc. moeten worden gemeten.

Bestemmingsregels

Opbouw bestemmingsregels

Dit hoofdstuk bevat regels waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de bestemmingen en de aanduidingen. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd alsmede een standaardvolgorde zoals opgenomen in SVBP2012.

  • Bestemmingsomschrijving

In dit onderdeel wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Dit houdt in: de functies die binnen de bestemming ‘als recht’ zijn toegestaan. De bestemmingsomschrijving vormt de eerste ‘toets-steen’ voor gebruiksvormen en ook voor bouwactiviteiten (past het beoogde gebruik van het gebouw in de bestemming). Beide zijn slechts toegestaan, voor zover zij zullen plaatsvinden binnen de opgenomen omschrijving.

  • Afwijken van de bouwregels

De bevoegdheid tot afwijken van de bouwregels is in dit deel van de regels opgenomen.

  • Specifieke gebruiksregels

In dit onderdeel wordt ten opzichte van de bestemmingsomschrijving, specifiek bepaald welke functies al dan niet specifiek zijn toegestaan. Deze bepaling vormt een aanvulling op de Bestemmingsomschrijving.

  • Afwijken van de gebruiksregels

In dit deel van de regels is de bevoegdheid tot afwijken van de bestemmingsomschrijving en van de specifieke gebruiksregels opgenomen.

  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor zover nodig zijn hierin de regels opgenomen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, voorzien van uitzonderingsregels en criteria.

  • Wijzigingsregels

Enkele bestemmingen of locaties binnen een bestemming kunnen worden gewijzigd wat betreft gebruik of bouwmogelijkheden. De bevoegdheden staan in dit deel vermeld.

Artikel 3 t/m 30 en 48 – Bestemmingen

De aanwezige functies zijn rechtstreeks bestemd met een passende bestemming. De geldende bestemmingsplannen zijn hierbij het uitgangspunt geweest. De inhoud van de regels is overgenomen uit de geldende bestemmingsplannen voor de betreffende bestemmingen. Ten behoeve van de leesbaarheid, is het artikel Agrarisch op enkel punten aangepast. Dit betreft onder andere het categoriseren van de bouwregels van bedrijfswoningen. Daarnaast zijn de regelingen op enkele punten verduidelijkt of consistenter gemaakt. De wijzigingen betreffen daarmee hoofdzakelijk redactionele wijzigingen en geen inhoudelijke wijzigingen.

Ten behoeve van de ontwikkelingen, zoals beschreven in Hoofdstuk 2 is waar nodig maatwerk geleverd en zijn er regelingen en specifieke aanduidingen aan de regels toegevoegd. Dit is per ontwikkeling in Hoofdstuk 2 beschreven.

Artikel 31 t/m 46, 48 en 49 - Dubbelbestemmingen
Naast de hoofdbestemmingen komen in het plan ook een groot aantal dubbelbestemmingen voor. Deze dubbelbestemmingen zijn opgenomen voor het behoud, bescherming en veiligstelling van bepaalde zaken. Het gaat hier bijvoorbeeld om dubbelbestemmingen voor aanwezige waterkeringen, archeologische verwachtingswaarde en leidingen met bijbehorende beschermingszones (zowel ondergronds als bovengronds). Deze dubbelbestemmingen gelden naast de enkelbestemmingen. De bepalingen van de enkelbestemmingen en dubbelbestemmingen zijn daarmee beide van toepassing. Bij strijdigheid tussen deze bepalingen prevaleren de bepalingen van de dubbelbestemming.

Algemene regels

Anti-dubbeltelregel 
Deze bepaling is ingevolge artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening vast voorgeschreven. Doel van deze bepaling is te voorkomen, dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd, bijvoorbeeld in geval (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen.

Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een aantal algemene bepalingen ten aanzien van het overschrijden van de bouwgrenzen van verschillende bij gebouwen horende elementen zoals galerijen, afdaken en erkers.

Algemene gebruiksregels
In deze regels is bepaald dat bij ontwikkeling voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de directe omgeving.

Algemene aanduidingsregels
Een gebiedsaanduiding is een aanduiding die verwijst naar een gebied waarvoor specifieke regels gelden of waar nadere afwegingen moeten worden gemaakt. Binnen dit bestemmingsplan zijn gebiedsaanduidingen opgenomen met betrekking tot de volgende aspecten:

  • Agrarisch gebied met ecologische betekenis;
  • Afwegingszone natuurgebied
  • Geluidszone industrie
  • Kernrandzone
  • Natuurontwikkelingsgebied
  • Ruimte voor verdichting
  • Veiligheidszone leiding
  • Vrijwaringszone buisleidingenstraat
  • Vrijwaringszone dijk
  • Vrijwaringszone hoogspanningsverbinding te vervallen
  • Vrijwaringszone hoogspanningsverbinding te vervallen 1
  • Molenbiotoop
  • Radar
  • Wettelijk beschermd archeologisch monument
  • Windturbinepark Anna-Maria polder
  • Windturbinepark Grensweg
  • Windturbinepark kreekraksluizen Spuikanaal
  • Wijzigingsbevoegdheid 2e Vlietweg
  • Overige zone – IHCS
  • Magneetveldzone
  • Luchtvaartverkeerzone 4
  • Luchtvaartverkeerzone 8

Algemene wijzigingsregels
In deze regel wordt aan het college van burgemeester en wethouder de bevoegdheid gegeven om de in het plan opgenomen bestemmingen door middel van een wijzigingsplan te wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen.

Overgangs- en slotregels

In deze regels is het overgangsrecht vastgelegd in de vorm zoals in het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven. Als laatste is de slotbepaling opgenomen, welke bepaling zowel de titel van het plan als de regels bevat.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Financiële uitvoerbaarheid

Voor bouwplannen zoals die zijn aangewezen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het uitgangspunt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt. Van de verplichting een exploitatieplan vast te stellen kan onder andere worden afgeweken als het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst of doordat de verplicht te verhalen kosten zijn verdisconteerd in de grondprijs.

Per ontwikkeling is daar waar noodzakelijk in de ruimtelijke onderbouwing de economische uitvoerbaarheid aangetoond. Ten aanzien van de ambtshalve wijzigingen is uitsluitend op het perceel van Den Ouden in Rilland sprake van een bouwplan. Hiertoe is met de eigenaar een anterieure overeenkomst gesloten. Het bestemmingsplan is daarmee economisch uitvoerbaar.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vooroverleg
Vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is voor dit plan van toepassing. In het kader van dit bestuurlijke vooroverleg is het plan toegezonden aan de Provincie, het Waterschap en de Veiligheidsregio Zeeland. De ingekomen overlegreacties zijn samengevat en beantwoord in een Nota inspraak en vooroverleg, welke als Bijlage 16 bij deze toelichting is toegevoegd. Voor de volledigheid is het gehele wateradvies van het Waterschap als Bijlage 15 toegevoegd.

Ter inzage legging voorontwerpbestemmingsplan
Conform de Wet ruimtelijke ordening is het niet verplicht om een inspraakprocedure te volgen. De gemeente is vrij om toch inspraak te verlenen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft 4 weken ter inzage gelegen vanaf 24 december 2020 tot en met 21 januari 2021. Een ieder is in deze periode in de gelegenheid gesteld een inspraakreactie in te dienen. De ingekomen inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in een Nota inspraak en vooroverleg, welke als Bijlage 16 bij deze toelichting is toegevoegd.

Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
Gelet op het bepaalde in artikel 3.8 Wro in combinatie met afdeling 3.4 Awb is het ontwerpbestemmingsplan, na voorafgaande bekendmaking, gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Een ieder is in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken bij de gemeenteraad. De ingekomen zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in een Nota zienswijzen, welke als Bijlage 17 bij deze toelichting is toegevoegd.