direct naar inhoud van Artikel 29 Algemene wijzigingsregels
Plan: Rotterdamsebaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0235ZRotterdambn-50VA

Artikel 29 Algemene wijzigingsregels

29.1 Wro-zone - wijzigingsgebied - 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het met wro-zone-wijzigingsgebied 1 omkaderde en van dit plan deel uitmakende geometrisch bepaalde vlak met de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied 1 te wijzigen in Sport, een en ander met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het bepaalde in artikel 11 is op de voor deze wijzigingsbevoegdheid van toepassing zijnde gronden van overeenkomstige toepassing;
  • b. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
  • c. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.
29.2 Wro-zone - wijzigingsgebied - 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het met wro-zone-wijzigingsgebied 1 omkaderde en van dit plan deel uitmakende geometrisch bepaalde vlak met de bestemming Sport te wijzigen in Agrarisch - 1, een en ander met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het bepaalde in artikel 4 is op de voor deze wijzigingsbevoegdheid van toepassing zijnde gronden van overeenkomstige toepassing;
  • b. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
  • c. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.
29.3 Wro-zone - wijzigingsgebied - 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening om ter plaatse van de wro-zone-wijzigingsgebied 3 de voor Bedrijf (B) en / of Verkeer - Straat (V-STT) bestemming aangewezen gronden onderling te wijzigen, mits het profiel van de weg ongewijzigd blijft.

29.4 Verschuiven bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening tot het verschuiven van bestemmingsgrenzen die volgens de geometrische bepaalde vlakken onderdeel uitmaken van dit plan tot ten hoogste 3 m, ingeval:

  • a. de toe passen verkavelingswijze daartoe aanleiding geeft, hetzij
  • b. een aanpassing in het tracĂ© van een geprojecteerde tram, spoorbaan of weg daartoe aanleiding geeft en met dien verstande dat:
  • c. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 dient te worden gevolgd.
29.5 Vergroten bouwhoogte of bouwlagen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening tot het vergroten van de met inbegrip van afwijkingen, toegestane bouwhoogte, c.q. het aantal bouwlagen, met ten hoogste 7 m, respectievelijk twee bouwlagen, ingeval de stedenbouwkundige situatie een meer intensieve bebouwing toelaat en met dien verstande dat:

  • a. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
  • b. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.
29.6 Wijzigen Waarde - Archeologie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het van dit plan deel uitmakende geometrisch bepaalde vlak met de dubbelbestemming waarde - archeologie te wijzigen door middel van het laten vervallen van de dubbelbestemming waarde - archeologie, een en ander met inachtneming van de volgende regels:

  • a. door middel van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.
29.7 Wijzigen naar Leiding - Gas

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in het plan opgenomen bestemmingen binnen de bestemming Verkeer - Hoofdverkeersweg op de Binckhorstlaan en in knooppunt Ypenburg te wijzigen in de opgenomen bestemming met de dubbelbestemming Leiding - Gas met als doel het aanleggen en/of verleggen van een gasleiding, mits:

  • a. de leiding deel uit zal maken van een permanente infrastructuur;
  • b. de inpassing en uitvoering van de leiding met bijbehorende zone(s) de instemming hebben van de leiding beheerder(s);
  • c. voldaan wordt aan alle, aan deze wijziging gelieerde, van toepassing zijnde overige wet- en regelgeving.
  • d. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.
29.8 Wijzigen Leiding - Gas

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het van dit plan deel uitmakende geometrisch bepaalde vlak met de dubbelbestemming Leiding - Gas te wijzigen door middel van het laten vervallen van de dubbelbestemming Leiding - Gas een en ander met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de leiding geen deel meer zal uitmaken van een permanente infrastructuur;
  • b. de verwijdering van de planologische bescherming van de leiding met bijbehorende zone(s) de instemming hebben van de leiding beheerder(s);
  • c. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.
29.9 Wijzigen naar Leiding - Hoogspanningsleiding

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in het plan opgenomen bestemmingen binnen de bestemming Verkeer - Hoofdverkeersweg op de Binckhorstlaan en in knooppunt Ypenburg te wijzigen in de opgenomen bestemming met de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning (L-H) met als doel het aanleggen en/of verleggen van een hoogspanningsleiding, mits:

  • a. de leiding deel uit zal maken van een permanente infrastructuur;
  • b. de inpassing en uitvoering van de leiding met bijbehorende zone(s) de instemming hebben van de leiding beheerder(s);
  • c. voldaan wordt aan alle, aan deze wijziging gelieerde, van toepassing zijnde overige wet- en regelgeving;
  • d. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.
29.10 Wijzigen Leiding - Hoogspanning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het van dit plan deel uitmakende geometrisch bepaalde vlak met de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning te wijzigen door middel van het laten vervallen van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning een en ander met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de leiding geen deel meer zal uitmaken van een permanente infrastructuur;
  • b. de verwijdering van de planologische bescherming van de leiding met bijbehorende zone(s) de instemming hebben van de leiding beheerder(s);
  • c. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 31.1 te worden gevolgd.