14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor
-
a. voet- en fietspaden;
-
b. parkeervoorzieningen;
-
c. toegangsportalen, ontluchtingsmiddelen en daarmee vergelijkbare bouwwerken;
-
d. groen;
-
e. werkterreinen en bijbehorende voorzieningen ten behoeve van de aanleg van de Rotterdamsebaan;
-
f. voorzieningen voor openbaar vervoer;
-
g. buurtonsluitingswegen;
-
h. kabels en leidingen;
-
i. ter plaatse van de functieaanduiding "tunnel" (tu) is een twee keer tweebaans verkeerstunnel toegestaan met bijbehorende, al dan niet beneden peil gelegen, gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
-
j. ter plaatse van de aanduiding "parkeren" (p) is uitsluitend een parkeervoorziening toegestaan ten behoeve van de bezoekers van het nabij gelegen perceel met de bestemming Cultuur en Ontspanning (Drievliet);
-
k. ter plaatse van de functieaanduiding "brug" (br) is een voetgangersbrug toegestaan ter ontsluiting van het perceel met de bestemming Cultuur en Ontspanning (Drievliet);
-
l. ter plaatse van de bouwaanduiding "ond" is een onderdoorgang toegestaan ter ontsluiting van het perceel met de bestemming Cultuur en Ontspanning (Drievliet).
-
m. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer-dienstengebouw (sv-dg) is een dienstengebouw toegestaan;
een en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, groen, water, waterberging en overige voorzieningen.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.4.1 Algemeen
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het aanleggen) op en/of in de in onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren.
-
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
-
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;
-
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterlopen;
-
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
-
5. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;
-
6. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking;
-
7. het uitvoeren van heiwerken of het op een andere wijze indrijven van voorwerpen in de bodem.
14.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 14.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
-
a. het normale beheer en/of onderhoud betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht verkrijgt;
-
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende (aanleg)vergunning;
-
d. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.
14.4.3 Voorwaarden algemeen
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover:
-
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft, noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden overeenkomstig hun bestemming;
-
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten van het terrein;
-
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en -kwantiteit;
14.4.4 Advies
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij het Hoogheemraadschap Delfland ten behoeve van de waterbergingscompensatie.