Plan: | Bungalowparken Kortgene |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1695.BPparkenKortgene-VA01 |
In dit artikel zijn de relevante begrippen gedefinieerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel toegekende betekenis van woorden.
In dit artikel is aangegeven hoe (hoogte)maten, die bij het bouwen in acht dienen te worden genomen, worden gemeten.
De bestemming 'Groen - 1' en 'Groen - 2' is toegekend aan de openbare groenvoorzieningen, afschermende beplanting en speelvoorzieningen. In deze bestemming mogen nutsgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. In Groen - 2 zijn tevens tuinen toegestaan die hun groene uitstraling dienen te behouden.
Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1
Artikel 6 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
De recreatieparken hebben een eigen recreatieve bestemming gekregen. Hiervoor is gekozen omdat elk park zijn eigen regels heeft met betrekking tot de maatvoering van gebouwen. Voor ieder park is aangegeven of alleen aaneengebouwde recreatiewoningen of uitsluitend vrijstaande recreatiewoningen zijn toegestaan. In de bouwregels is de maatvoering van de toelaatbare bebouwing vastgelegd: oppervlakte, afstand tot de weggrens en de perceelsgrens en goot- en bouwhoogte. Deze zijn voornamelijk afgestemd op de vigerende regels in combinatie met de beleidsregels voor toepassing van de bevoegdheid ex artikel 3.23 Wro.
In individuele situaties kan er aanleiding bestaan tot afwijken van de bouwregels. Hiervoor zijn bepalingen opgenomen; de daaraan verbonden voorwaarden zijn gericht op het behoud van het karakter van het gebied.
In de specifieke gebruiksregels is vastgelegd dat permanent bewonen van recreatiewoningen niet is toegestaan. Het is niet toelaatbaar om zelfstandig te recreëren in het bijgebouw. Gelet op de bestaande situatie van individuele woningen, is niet voorgeschreven dat de verhuur van de recreatiewoning plaats dient te vinden via bedrijfsmatige exploitatie.
De hoofdtoegangswegen tot de parken hebben de bestemming 'Verkeer' gekregen. In deze bestemming zijn tevens fiets- en voetpaden en parkeerplaatsen toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn in deze bestemming mogelijk. Over het algemeen mogen deze 3 meter hoog worden, uitsluitend lichtmasten tot 9 meter.
De bestemming 'Water' is toegekend aan het water in het plangebied. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Binnen de bestemming 'Wonen' zijn uitsluitend vrijstaande recreatiewoningen of woningen toegestaan. In de bouwregels is de maatvoering van de toelaatbare bebouwing vastgelegd: oppervlakte, afstand tot de weggrens en de perceelsgrens en goot- en bouwhoogte. Deze zijn voornamelijk afgestemd op de vigerende regels in combinatie met de beleidsregels voor toepassing van de bevoegdheid ex artikel 3.23 Wro.
In individuele situaties kan er aanleiding bestaan tot afwijken van de bouwregels. Hiervoor zijn bepalingen opgenomen; de daaraan verbonden voorwaarden zijn gericht op het behoud van het karakter van het gebied.
Het is niet toelaatbaar om zelfstandig te recreëren in het bijgebouw. Gelet op de bestaande situatie van individuele woningen, is niet voorgeschreven dat de verhuur van de recreatiewoning plaats dient te vinden via bedrijfsmatige exploitatie.
Artikel 10 Wonen - Vrijstaande Bungalows
Binnen de bestemming Wonen - Vrijstaande Bungalows zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan in de vorm van bungalowbebouwing. Op de verbeelding is door middel van bouwvlakken aangegeven waar woningen mogen worden gesitueerd.
In de bouwregels is de maatvoering van de toelaatbare bebouwing vastgelegd: oppervlakte, dakhelling (100), goot- en bouwhoogte en afstanden tot de bouwgrens. Deze zijn voornamelijk afgestemd op de vigerende regels in combinatie met de beleidsregels voor toepassing van de bevoegdheid ex artikel 3.23 Wro.
De begrenzing van de bouwvlakken zorgt ervoor dat tussen de woningen en woonpercelen voldoende open ruimte overblijft. Dit is in het belang van de ruimtelijke karakteristiek van dit gebied. Ook de afstandsbepalingen dragen hieraan bij.
In individuele situaties kan er aanleiding bestaan tot afwijken van de bouwregels. Hiervoor zijn bepalingen opgenomen; de daaraan verbonden voorwaarden zijn gericht op het behoud van het karakter van het gebied.
Artikel 11 Wonen - Vrijstaande Dijkwoningen
De woningen worden vrijstaand gebouwd op een dijk. De situering van gebouwen is vastgelegd door middel van een bouwvak. De maatvoering van de toelaatbare bebouwing is in de bouwregels vastgelegd: oppervlakte, goot- en bouwhoogte en afstanden tot de bouwgrens en/of perceelsgrens. Daarbij heeft afstemming plaatsgevonden op de vigerende regels en de beleidsregels voor toepassing van de bevoegdheid ex artikel 3.23 Wro.
De te behouden openheid van het gebied is gewaarborgd met de begrenzing van de bouwvlakken. De opgenomen afstandsbepaling hebben een vergelijkbaar effect.
In individuele situaties kan er aanleiding bestaan tot afwijken van de bouwregels. Hiervoor zijn bepalingen opgenomen; de daaraan verbonden voorwaarden zijn gericht op het behoud van het karakter van het gebied.
Artikel 12 Wonen - Vrijstaande Landhuizen
De percelen met landhuizen zijn als zodanig bestemd. Voor ieder perceel is een bouwvak opgenomen. Binnen het bouwvak zijn globaal gezien twee bouwlagen toegestaan, daarbuiten één bouwlaag. Reden hiervoor is dat er vanaf de dijkwoningen aan de Botterlaan vrij uitzicht naar het Veerse Meer moet blijven. Afwijking om hoger te bouwen dan 3 meter (buiten het bouwvak) is evenwel mogelijk.
De bouwregels bevatten bepalingen waarmee de maatvoering van de toelaatbare bebouwing is begrensd: oppervlakte, goot- en bouwhoogte en afstanden tot de bouwgrens en/of perceelsgrens. Deze maatvoering is ontleend de vigerende regels en de beleidsregels voor toepassing van de bevoegdheid ex artikel 3.23 Wro.
Met behulp van afstandsmaten wordt ervoor gezorgd dat de karakteristiek van vrijstaande bebouwing wordt gewaarborgd.
In individuele situaties kan er aanleiding bestaan tot afwijken van de bouwregels. Hiervoor zijn bepalingen opgenomen; de daaraan verbonden voorwaarden zijn gericht op het behoud van het karakter van het gebied.
Artikel 16 Waterstaat - Waterkering
De bestemming Waterstaatswerk is opgenomen voor de waterkerende dijk parallel aan de Oostbermweg. In de bouwregels is bepaald dat ten behoeve van de bestemming Waterkering uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.
Ter plaatse van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering zijn de gronden mede bestemd voor de waterkering. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn hier toegestaan. Voorts is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden opgenomen om het belang van de waterkering veilig te stellen.
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 4
Artikel 15 Waarde - Archeologie - 6
In het bestemmingsplan zijn in overeenkomstig met het vastgestelde gemeentelijke archeologiebeleid archeologische bestemmingen toegekend. Uitgangspunt van de bestemmingsregeling is dat voor projecten groter dan de vrijgestelde oppervlaktematen en verstoringsdiepte een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig is.
In dit plangebied gaat het om twee zones.
In alle gevallen geldt een vrijstelling van archeologisch onderzoek wanneer niet dieper dan 40 cm onder het maaiveld werkzaamheden worden uitgevoerd. Een en ander is opgenomen in de bestemming Waarde - Archeologie - 4 voor de zone met middelhoge verwachtingswaarde en voor de zone met lage verwachtingswaarde in de bestemming Waarde - Archeologie - 6.
Artikel 17 Anti-dubbeltelbepaling
Deze bepaling is verplicht voorgeschreven in het Bro en als zodanig onverkort overgenomen.
Artikel 18 Algemene bouwregels
Het eerste lid biedt een regeling voor bouwwerken die qua maatvoering afwijken van de planregels maar die reeds zijn opgericht bij het in werking treden van dit bestemmingsplan. Voor deze bouwwerken gelden, in afwijking van de overige bestemmingsbepalingen, de bestaande maten als minimaal toelaatbaar.
Het tweede lid van dit artikel maakt het mogelijk om af te wijken van de bouwgrenzen voor ondergeschikte bouwdelen.
Artikel 19 Algemene aanduidingsregels
In dit artikel is de regeling opgenomen behorende bij de Vrijwaringszone - Dijk. Deze beschermingsbepalingen volgen uit het Barro (nationale regelgeving betreffende onder meer de bescherming van waterkeringen).
In dit artikel zijn de overgangsregels ten aanzien van het bouwen en gebruik opgenomen.
In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan opgenomen.