direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen - Vrijstaande Bungalows
Plan: Bungalowparken Kortgene
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1695.BPparkenKortgene-VA01

Artikel 10 Wonen - Vrijstaande Bungalows

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Vrijstaande bungalows aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. permanent en recreatief wonen;
  • b. bij deze bestemming behorende erven en tuinen, ontsluitingspaden en ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, waterlopen, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

10.2.1 Toelaatbaarheid van bouwwerken
  • a. op deze gronden mogen worden gebouwd:
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. aan- en uitbouwen;
    • 3. bijgebouwen;
    • 4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. woningen worden vrijstaand gebouwd;
  • c. bijgebouwen worden niet vrijstaand gebouwd;
  • d. woningen worden niet geheel of gedeeltelijk boven elkaar gebouwd.

10.2.2 Maatvoering

Het bebouwd oppervlak, de oppervlakte, afstand, goothoogten, bouwhoogte en dakhelling van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedragen niet meer of niet minder, zoals aangegeven, dan de volgende aangegeven maten:

  Bouwwerk   max. bebouwd oppervlak per perceel   max. opper- vlak per perceel   min. afstand bouw-
grens  
max. goot- hoogte   max. bouw- hoogte   max. dak- helling  
a.   woningen (inclusief aan- en uitbouwen)   30%   210 m²          
b.   hoofdgebouw   -   150 m²   3 m   3,1 m   4,1 m   100   
c.   aan- en uitbouwen   -   -   2 m   3 m   3 m   -  
d.   bijgebouwen   -   -   2 m   3 m   3 m   -  
e.   bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -   -   -   3 m   -  

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afstand hoofdgebouw tot bouwgrens

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 onder b voor het bouwen van hoofdgebouwen tot op de bouwgrens.

 

10.3.2 Afstand aan-, uit- of bijgebouwen tot bouwgrens

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 onder c en d voor het bouwen van aan-, uit- of bijgebouwen tot op de bouwgrens.