Artikel 64 Algemene afwijkingsregels
64.1 Maten en bouwgrenzen
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
-
a. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
64.2 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten einde activiteiten met betrekking tot zorg en recreatie toe te staan in cultuurhistorisch waardevolle panden, met inachtneming van het volgende:
-
a. afwijking is uitsluitend toegestaan voor beeldbepalende panden en monumenten zoals opgenomen in bijlage 3 en voorzien van de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie;
-
b. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden;
-
c. het aantal inpandige woningen bedraagt ten hoogste 3;
-
d. de cultuurhistorische waarde van deze panden wordt niet aangetast;
-
e. door initiatiefnemer is aangetoond dat wijziging naar de vervolgfunctie zoals opgenomen in:
niet mogelijk is.
64.3 Evenementen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor het toestaan van evenementen langer dan 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden) in de bestemmingen:
-
a. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1;
-
b. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2;
-
c. Groen;
-
d. Kastelen en Landgoederen;
-
e. Cultuur en ontspanning - Bezoekerscentrum;
-
f. Verkeer;
-
g. Maatschappelijk;
-
h. Sport (ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en spel' en specifieke vorm van sport - sportterrein');
en voor het toestaan van evenementen in andere bestemmingen dan:
-
i. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1;
-
j. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2;
-
k. Groen;
-
l. Kastelen en Landgoederen;
-
m. Cultuur en ontspanning - Bezoekerscentrum;
-
n. Verkeer;
-
o. Maatschappelijk;
-
p. Natuur;
-
q. Sport (ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en spel' en specifieke vorm van sport - sportterrein');
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
r. er vindt geen horeca ter plaatse plaats, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement;
-
s. er vindt geen detailhandel ter plaatse plaats, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten;
-
t. er treden geen onomkeerbare gevolgen voor het landschap op;
-
u. de belangen van de betreffende bestemming worden niet onevenredig aangetast;
-
v. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
w. belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
-
x. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden;
-
y. de belangen van in de nabijheid gelegen functies verzetten zich niet tegen het gebruik van de betreffende bestemming voor het evenement.
64.4 Tijdelijke huisvesting (buitenlandse) werknemers
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
hoofdstuk 2 om (buitenlandse) werknemers tijdelijk te huisvesten, met inachtneming van
het volgende:
-
a.
tijdelijke huisvesting is alleen toegestaan in de in tabel 64.1 opgenomen bebouwing;
-
b.
het totaal aantal werknemers dat tijdelijk gehuisvest wordt, bedraagt ten hoogste
het aantal zoals opgenomen in tabel 64.1, met dien verstande dat het totaal aantal
tijdelijk en structureel gehuisveste werknemer samen, nooit meer bedraagt dan
opgenomen in tabel 64.1;
-
c.
tijdelijke huisvesting is ten hoogste 7 maanden per jaar toegestaan;
-
d.
er dient geen sprake te zijn van permanente bewoning;
-
e.
er dient sprake te zijn van goed beheer en toezicht;
-
f.
de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van functies mag niet onevenredig
groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de huisvesting
van werknemers;
-
g.
parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
-
h.
de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende
(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
-
i.
ten behoeve van de tijdelijke huisvesting mogen geen nieuwe gebouwen worden
opgericht met dien verstande dat tijdelijke huisvesting in woonunits wel is
toegestaan waarbij de volgende regels gelden:
-
1.
woonunits zijn uitsluitend toegestaan bij een agrarisch of niet-agrarisch bedrijf
mits is aangetoond dat het inpandig huisvesten van werknemers niet mogelijk is;
-
2.
de gezamenlijke oppervlakte van de woonunits bedraagt ten hoogste 120 m²;
-
3.
de woonunits zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
-
4.
woonunits dienen verwijderd te worden indien de behoefte niet meer aanwezig
is met dien verstande dat de woonunits in de periode 1 november tot en met 14
maart mogen blijven staan;
-
5.
de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
-
6.
het aantal woningen mag niet toenemen;
-
j.
er is voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking
van het kwaliteitsmenu.
Tabel 64.1
bebouwing in gebruik voor
het tijdelijk huisvesten van
werknemers
|
maximaal aantal tijdelijk
gehuisveste werknemers
per bouwvlak
|
maximaal totaal aantal
gehuisveste werknemers
(tijdelijk + structureel) per
bouwvlak
|
agrarische bebouwing (inpandig)
|
40
|
40
|
niet - agrarische bebouwing (inpandig)
|
20
|
20
|
woonunits op het agrarische bedrijf
|
20
|
20
|
woonunits op niet agrarisch bedrijf
|
20
|
20
|
campings, vakantieparken, bed & breakfast en hotel
|
20
|
20
|
64.5 Structurele huisvesting (buitenlandse) werknemers
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
hoofdstuk 2 om (buitenlandse) werknemers structureel te huisvesten, met inachtneming
van het volgende:
-
a.
structurele huisvesting is alleen toegestaan in de in tabel 64.2 opgenomen
bebouwing;
-
b.
het totaal aantal werknemers dat structureel gehuisvest wordt, bedraagt ten
hoogste het aantal zoals opgenomen in tabel 64.2, met dien verstande dat het
totaal aantal tijdelijk en structureel gehuisveste werknemer samen, nooit meer
bedraagt dan opgenomen in tabel 64.2;
-
c.
er dient geen sprake te zijn van permanente bewoning;
-
d.
er dient sprake te zijn van goed beheer en toezicht;
-
e.
de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van functies mag niet onevenredig
groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de huisvesting
van werknemers;
-
f.
parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
-
g.
de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende
(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
-
h.
ten behoeve van de structurele huisvesting mogen geen nieuwe gebouwen worden
opgericht;
-
i.
de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
-
j.
het aantal woningen mag niet toenemen;
-
k.
er dient sprake te zijn van een kwaliteitsverbetering;
-
l.
er dient geen sprake te zijn van een nadelige invloed op de nabije woon- en
leefomgeving;
-
m.
indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers in een bestaand
(groot) complex dient tevens door initiatiefnemer aangetoond te worden dat er geen
alternatieven mogelijk zijn;
-
n.
indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers op campings, op
vakantieparken, in bed & breakfast of in een hotel dient de huisvesting tevens
gescheiden te worden van de recreatieve functie;
-
o.
er is voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking
van het kwaliteitsmenu.
Tabel 64.2
bebouwing in gebruik voor
het structureel huisvesten
van werknemers
|
maximaal aantal
structureel gehuisveste
werknemers per bouwvlak
|
maximaal totaal aantal
gehuisveste werknemers
(tijdelijk + structureel) per
bouwvlak
|
bestaande (grote) complexen
|
40
|
40
|
het hoofdgebouw bij vrijkomende agrarische bebouwing
|
20
|
20
|
agrarische bedrijfsbebouwing (inpandig)
|
20
|
20
|
niet agrarische bedrijfsbebouwing (inpandig)
|
20
|
20
|
campings, vakantieparken, bed & breakfast en hotel
|
20
|
20
|
64.6 Hogere erf- en terreinafscheidingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 teneinde hogere erf- en terreinafscheidingen toe te staan, met inachtneming van het volgende:
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
-
b. hogere erf- en terreinafscheidingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.