6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10;
met de daarbij behorende:
-
b. voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paden en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
alsmede voor:
-
c. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij zoals genoemd artikel 1 lid 1.54;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenpension en trekkershutten': tevens een paardenpension, appartementen, trekkershutten en ondergeschikte horeca;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - mijnschacht en boorput': de instandhouding van de mijnschachten en/of boorputten;
-
g. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bosschages, houtwallen en lanen en de geomorfologische waarden in de vorm van hoogterrassen, steilranden en oude roermeanders;
-
h. behoud, versterking en ontwikkeling van de natuur- en ecologische waarde van de gronden;
-
i. extensieve dagrecreatie;
-
j. de in tabel 6.1 vermelde toegestane nevenfuncties;
-
k. de nevenfuncties zoals vermeld in Bijlage 6.
Tabel 6.1
nevenfunctie
|
maximaal aantal m²
|
|
gronden in gebruik voor nevenfunctie
|
bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
|
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten
|
-
|
100 m²
|
beroep-aan-huis
|
-
|
max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken
|
bed & breakfast
|
bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken
|
max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers
|
groene en blauwe diensten
|
-
|
-
|
- = niet van toepassing
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het beplanten van gronden met een houtgewas met uitzondering van fruitteelt en houtproductie;
-
b. het aanleggen of verharden van wegen, voet-, fiets- en ruiter- en andere paden en het aanleggen van dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen en parkeervoorzieningen groter dan 200 m²;
-
c. het aanbrengen of verwijderen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
d. het verlagen, vergraven, ophogen, egaliseren, diepwoelen of diepploegen van de bodem;
-
e. het verwijderen van houtgewas (met uitzondering van fruitteelt en houtproductie), het verwijderen van houtwallen en bosjes en het verwijderen van landschapselementen zoals poelen, moerasjes en boomgroepen;
-
f. het wijzigen van de waterhuishouding of de grondwaterstand en/of het vergroten van de toe- of afvoer van water door onder meer het afdammen, stuwen, bemalen, onderbemalen, het draineren van gronden, en het graven, dempen of anderszins wijzigen en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels;
-
g. het scheuren of permanent omzetten van grasland in bouwland.
6.5.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 6.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
-
a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij de bouwregels in acht zijn genomen;
-
b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
d. de werken of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
-
e. binnen het bouwvlak plaatsvinden.
6.5.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waarden, zoals in lid 6.1 onder g en h en lid 63.3 bedoeld, niet onevenredig worden aangetast.
6.6 Wijzigingsbevoegdheden
6.6.1 Ten behoeve van een eerste agrarische bedrijfswoning
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden zodanig wijzigen dat de bouw van een eerste agrarische bedrijfswoning binnen bouwvlakken is toegestaan, met inachtneming van het volgende:
-
a. er moet sprake zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf dan wel een bedrijf dat zich overtuigend in de richting van volwaardigheid ontwikkelt;
-
b. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien er nog niet eerder een eerste agrarische bedrijfswoning voor het bedrijf aanwezig is geweest;
-
c. er moet sprake zijn van een ruimtelijke concentratie van de woning en agrarische bedrijfsgebouwen;
-
d. de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
-
e. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de voorkeursgrenswaarde dan wel de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.
6.6.2 Ten behoeve van vormverandering bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden zodanig wijzigen dat vormverandering van bouwvlakken is toegestaan, met inachtneming van het volgende:
-
a. vormverandering van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
-
b. de omvang van het agrarische bouwvlak mag niet worden vergroot;
-
c. nabijgelegen bedrijven en functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
-
d. de vormverandering van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
-
e. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in lid 6.1 onder g en h;
-
f. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.
6.6.3 Ten behoeve van bouwvlakvergroting
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden zodanig wijzigen dat het vergroten van een bouwvlak is toegestaan, met inachtneming van het volgende:
-
a. deze wijzigingsbevoegdheid is niet van toepassing op gronden met de aanduiding 'intensieve veehouderij';
-
b. de vergroting dient noodzakelijk te zijn vanwege een voorgenomen vergroting om bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden van het op het te wijzigen bouwvlak gevestigde bedrijf;
-
c. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;
-
d. nabijgelegen bedrijven en functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
-
e. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
-
f. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in lid 6.1 onder g en h;
-
g. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.
6.6.4 Ten behoeve van vervolgfuncties
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden zodanig wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf – de in tabel 6.4 genoemde vervolgfuncties zijn toegestaan, met inachtneming van het volgende:
-
a. de bestemming wordt gewijzigd in een op de vervolgfunctie toegesneden bestemming;
-
b. na de bestemmingswijziging dient een aanduiding te worden opgenomen, waarmee wordt aangegeven dat het voormalige bedrijfsbebouwing betreft;
-
c. bij wijziging dient bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zoveel mogelijk overtollige bebouwing gesloopt te worden;
-
d. buitenopslag is niet toegestaan;
-
e. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties mag niet onevenredig groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
-
f. parkeren dient landschappelijk te worden ingepast en binnen het bouwvlak plaats te vinden;
-
g. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nieuwe hoofdbestemming;
-
h. een camping is toegestaan tot ten hoogste 40 standplaatsen voor kampeermiddelen;
-
i. de vervolgfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
-
j. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
-
k. de vervolgfunctie wonen is alleen toegestaan als al een bedrijfswoning aanwezig is;
-
l. het aantal woningen mag niet toenemen;
-
m. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in lid 6.1 onder g en h;
-
n. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.
Tabel 6.4
vervolgfuncties
|
recreatie
|
toerisme
|
zorg
|
wonen
|
6.6.5 Ten behoeve van nieuwe natuur
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:
-
a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen aan een terreinbeherende instantie of natuur via particulier natuurbeheerschap wordt gerealiseerd of als er contractueel is vastgelegd dat gronden worden overgedragen aan een terreinbeherende instantie;
-
b. de nieuwe bestemming dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
-
c. er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging voor omringende bestaande bestemmingen;
-
d. de bestaande landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in lid 6.1 onder g en h mogen niet onevenredig worden aangetast.