Plan: | Bedrijvenpark Oudeland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0087-VAST |
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2.
Voor binnen de onder 6.1.1 bedoelde bestemming tevens de bestemming "Waterstaat" is gegeven zijn de gronden ter plaatse primair bestemd voor waterstaatsdoeleinden en is daarbij het bepaalde in artikel 14 van toepassing.
Binnen de in lid 6.1.1 bedoelde bestemming zijn toegestaan:
Binnen de in 6.1.1 bedoelde bestemming is ter plaatse van de (functie)aanduiding “specifieke vorm van horeca - lichte horeca 1” een bedrijf in lichte horeca toegestaan.
Binnen de in 6.1.1 bedoelde bestemming is uitsluitend met een afwijking bij een omgevingsvergunning ter plaatse van de (functie)aanduiding “specifieke vorm van horeca - lichte horeca 2” een bedrijf in lichte horeca toegestaan (zie ook lid 6.2.7 onder b).
De vestiging van recreatie-inrichtingen is uitsluitend toegestaan na afwijking bij een omgevingsvergunning (zie ook lid 6.2.7 onder b).
Binnen de bestemming zijn uitsluitend detailhandelsactiviteiten toegestaan, indien het betreft:
Bij de bedrijven dient per bedrijfsperceel te worden voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen, waarbij als uitgangspunt de volgende parkeernormen gelden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 6.2.1 ten behoeve van
De onder 1, 2 en 3 genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan het woon- en leefmilieu in het referentiegebied (woningen aan de Zuidersingel en Molenweg).
Alvorens af te wijken winnen burgemeester en wethouders ten aanzien van de milieuplanologische aspecten advies in bij een ter zake deskundige instantie, zoals de dienst DCMR.
De onder 4 genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in het referentiegebied (woningen aan de Zuidersingel en Molenweg).
Alvorens af te wijken winnen burgemeester en wethouders ten aanzien van de milieuplanologische aspecten advies in bij een ter zake instantie zoals de dienst DCMR.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.3 voor de vestiging van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen een zone van 400 m ter weerszijde van de N471 af te wijken van het bepaalde in lid 6.2.4 voor de vestiging van:
De afwijking mag slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de in lid 6.2.5 aangegeven parkeernormen, indien:
op voorwaarde, dat voldoende parkeermogelijkheden aanwezig blijven met betrekking tot toekomstige bedrijfsontwikkelingen.
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2 en lid 6.3.1 onder j uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Afbeelding: "specifieke bouwregels"
tenzij het gebouw op de perceelsgrens wordt gebouwd.
Het bepaalde onder 1 en 2 is eveneens niet van toepassing indien de bouwgrenzen dichter op een zijdelingse perceelgrens zijn aangegeven.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.3.3, bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 6.3.1:
ten behoeve van bouwwerken waarvoor ingevolge de leden 6.2.4 en 6.2.7 door burgemeester en wethouders afwijking kan worden verleend;
voor het oprichten van bebouwing buiten het bouwvlak ter plaatse van de (functie)aanduiding "specifieke vorm van horeca - lichte horeca 2" tot een gezamenlijk grondoppervlak van maximaal 500 m2 en een bouwhoogte van maximaal 8 m;
voor het verhogen van het bebouwingspercentage tot 100% op voorwaarde, dat binnen het perceel voldaan kan worden aan de geldende parkeernorm als aangegeven in lid 6.2.5;
voor het plaatsen van gebouwen op een kortere afstand dan wel op een zijdelingse perceelsgrens dan wel achterperceelsgrens;
voor één reclamemast ten behoeve van de horeca en het verkooppunt motorbrandstoffen uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" en "specifieke vorm van horeca - lichte horeca 2”, tot een hoogte van maximaal 20 m.
Aan een afwijking als bedoeld in lid 6.3.2 zal slechts medewerking worden verleend indien:
Ten aanzien van bebouwing binnen de (gebieds)aanduiding "vrijwaringszone - Rotterdam-The Hague Airport 10 m" en de zone "vrijwaringszone - Rotterdam-The Hague Airport 15,17 m" is het bepaalde in artikel 17, lid 17.3 van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd tot het stellen van de hieronder geformuleerde nadere eisen, indien op grond van een nadere belangenafweging met betrekking tot onder meer:
het stellen van genoemde eisen redelijk gewenst of noodzakelijk geacht wordt.
van deze bepaling kan worden afgeweken indien er sprake is van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in artikel 18 (Algemene gebruiksregels) van toepassing.
Onverminderd het bepaalde in lid 6.5.1 is het in ieder geval verboden
Onverminderd het bepaalde in lid 6.5.1 is het bij de detailhandelsbedrijven als bedoeld in lid 6.2.4 en 6.2.7 toegestaan een nevenassortiment te voeren op voorwaarde, dat: