Plan: | Bedrijvenpark Oudeland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0087-VAST |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Bedrijvenpark Oudeland" van de gemeente Lansingerland;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0087-VAST met de bijbehorende regels en bijlagen; de als zodanig gewaarmerkte analoge verbeelding (kaart), no. 124.603.00, bestandsnr. S-bp-124.60301--02-dwg, deel uitmakende van het plan;
Verdere begripsbepalingen in alfabetische volgorde:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken/voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke;
Bedrijven welke zich richten op persoonlijke of zakelijke dienstverlening, zoals kapsalons, wasserettes, kantoren al dan niet met baliefunctie, worden hieronder niet begrepen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
de authentieke kenmerken in de uiterlijke verschijningsvorm van gebouwen bepaalde kunsthistorische stijlperiode of een bouwvorm, welke karakteristiek is aan gebouwen uit een streek, waarbij gelet wordt op onder meer de uitwendige hoofdvorm van een gebouw, op basis van een aan een bepaald gebruik gekoppelde bouwvorm, welke eigen is aan een bepaald door grondoppervlak;
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd om te worden gebruikt als bedrijfsruimte, geen kas zijnde;
werkruimten waarbinnen bedrijfsmatig diensten worden verleend - geen dienstverlenend bedrijf zijnde (zie lid 1.35) - en ambachtelijke bedrijvigheid plaatsvindt, overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (wat betreft milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig zijn dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor een huishouden waarvan huisvesting daar, gelet op de bedrijfsvoering, in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is;
werkruimten waarbinnen beroeps- of bedrijfsmatig diensten worden verricht op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied of werkzaamheden in het kader van hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep die door de aard en omvang zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een gebouw bij een woning of een ander gebouw ten dienste van een groter genot van het gebruik van die woning of dat andere gebouw, dat in bouwkundige en functionele zin ten dienste staat van en hoofdgebouw en ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
met woningen vergelijkbare huisvesting, waarbij sprake is van al dan niet zelfstandige woningen/wooneenheden met gemeenschappelijke voorzieningen, al dan niet met een gemeenschappelijk huishouding, zoals gezinsvervangende tehuizen, bejaardentehuizen en tijdelijke opvang van bijzondere groepen bewoners;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de lijn, welke bij het bouwen van gebouwen naar de zijde vanwaar deze hoofdzakelijk toegankelijk zijn (voorgevelbouwgrens) of naar de andere zijde van bouwstrook (achtergevelbouwgrens) of zijdelings (zijgevelbouwgrens) niet mag worden overschreden, tenzij in deze regels anders is bepaald;
zie 1.44 van dit artikel (grove bouwmaterialen/ bouwgrondstoffen);
de eerste bouwlaag of een verdieping van een gebouw, met dien verstande, dat boven 100% van het vloeroppervlak van de bouwlagen een plafondbouwhoogte van ten minste 2,10 m aanwezig c.q. mogelijk is. Een onderhuis, zolder of vliering wordt hieronder niet begrepen;
een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats met een overdekt verkoopoppervlak van minimaal 1.000 m2, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelf-producten wordt aangeboden;
een aaneengesloten stuk grond waarop dan wel op een deel waarvan, krachtens het plan bebouwing met één hoofdgebouw of bij elkaar behorende gebouwen en andere bouwwerken is toegestaan;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de aan een bouwwerk eigen zijnde waarde in verband met de herkenbaarheid van de in het verleden ontstane elementen van het bouwwerk in relatie tot de geschiedkundige ontwikkeling van het gebied; architectonische waarde wordt hieronder mede begrepen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in auto's en de daarbij behorende onderdelen en autoaccessoires;
detailhandel in toer- en stacaravans, vouwwagens, bagagewagens, tenten en onderdelen daarvan;
detailhandel in voedings- en genotmiddelen (food-sector) alsmede detailhandel in dagelijkse (huishoudelijke) gebruiksartikelen;
detailhandel in (inbouw)keukens en/of badkamers en overig sanitair alsmede het daarbij behorende installatiemateriaal;
detailhandel in meubelen, eventueel gecombineerd met woninginrichtingartikelen;
detailhandel in duurzame en/of gebruiksgoederen, zoals kleding en schoeisel, elektrische artikelen, huishoudelijke artikelen en overige goederen, voor zover geen detailhandel in dagelijkse goederen;
met een winkel vergelijkbaar bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan of ten gerieve van particulieren, zoals reisbureaus, kapsalons, bankfilialen, wasserettes, eventueel met bijbehorende kantoren, werkplaatsen en magazijnen, alsmede publieksgerichte kantoren (kantoren met een overwegende baliefunctie);
(zie 1.12 van dit artikel), bedrijfswoning;
een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden;
kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een woning, alsmede een gebouw als bedoeld in artikel 1 Wet geluidhinder;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan personen of instellingen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
detailhandelsvestigingen waarbij de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 1.000 m2 bedraagt;
materialen waaruit op te richten bouwwerken primair zijn samengesteld, alsmede materialen welke voor het verrichten van bouwwerkzaamheden nodig zijn; hieronder worden niet verstaan materialen welke uitsluitend dienen voor versiering, aankleding, inrichting en gebruik van bouwwerken;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40, lid 2 van de Woningwet een omgevingsvergunning is vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend of tijdelijk zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw of deel van een gebouw dat door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, (al dan niet met baliefunctie);
een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;
een bouwwerk grotendeels bestaand uit een permanente opstand van glas of ander lichtdoorlatend materiaal, zoals bedoeld in het Besluit Glastuinbouw, voor het kweken of telen van gewassen;
belang in geomorfologisch (betrekking hebbende op de geologische ontstaanswijze) en landschappelijk-esthetisch opzicht, vooral gericht op de onderlinge samenhang (herkenbaarheid) van deze elementen;
functies ten behoeve van religieuze, educatieve, medische, sociale en culturele doeleinden, (openbare) overheidsinstellingen alsmede voorzieningen ten behoeve van kinderopvang/-dagverblijf en dagvoorzieningen ten behoeve van bejaarden, gezondheids- en andere zorgvoorzieningen, andere openbare en/of bijzondere voorzieningen;
een aan een bedrijf/bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtsreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of afvalstof betrokken is;
bedrijfsmatige werkruimten voor beoefenaren van vrije beroepen; in het kader van dit bestemmingsplan worden hieronder begrepen bedrijfsruimten ten behoeve van het verlenen van zakelijke en/of persoonlijke diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroepen;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een bedrijf dat in zijn algemeenheid gericht is op het bedrijfsmatig gelegenheid bieden van recreatie-activiteiten. De volgende specifieke vormen worden onder recreatie-inrichting begrepen:
(Bij de begrippen is een categorie-indeling aangegeven welke in de regels worden gebruikt)
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in ieder geval begrepen:
al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarbinnen detailhandel in goederen van erotisch-pornografische aard plaatsvindt;
een gelegenheid waarbij bedrijfsmatig voorzieningen worden geboden voor kleinschalig onderhoud aan motorvoertuigen, waaronder begrepen verkoop van autoaccessoires en autowasgelegenheden;
een ruimte welke uitsluitend is bestemd en ingericht voor de uitstalling van goederen;
een ander bouwwerk met een plateauvormige constructie ten behoeve van een verblijfplaats aan het water;
bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals:
alsmede:
auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans en tenten, aanhangwagens, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden;
artikelen welke rechtstreeks ten dienste staan van de inrichting en aankleding van de woning, waarbij in het kader van dit bestemmingsplan de volgende branches worden onderscheiden:
Onder woninginrichtingsartikelen worden uitdrukkelijk niet begrepen artikelen verband houdende met de persoonlijke verzorging, zoals (baby)kleding en dagelijkse gebruiksartikelen, zoals serviezen en bestekken;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, advies-, uitzend- en ingenieursbureaus en bankfilialen, zulks met uitzondering van seksinrichtingen.