direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene ontheffingsregels
Plan: Buitengebied Leerdam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPBUITENGEBIED-VS01

Artikel 33 Algemene ontheffingsregels

33.1 Gebouwen voor openbaar nut

Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling ontheffing kan worden verleend, ontheffing verlenen van het plan voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwtjes van openbaar nut, zoals telefooncellen, wachthuisjes, gasreduceerstations en schakelstations, mits de inhoud niet meer bedraagt dan 50 m3 en de goothoogte niet meer dan 3 m.

33.2 Ontheffing sloop-bonusregeling

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen om na sloop extra gebouwen toe te staan in de bestemming Bedrijf, Recreatie - Dagrecreatie, Recreatie - Verblijfsrecreatie, Sport en/of Wonen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er dienen krachtens een rechtsgeldige bouwvergunning gebouwde gebouwen binnen de gemeente Leerdam te worden gesloopt. Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' komen niet voor deze regeling in aanmerking;
  • b. van de gesloopte inhoud aan bijgebouwen mag maximaal 50% worden teruggebouwd, met dien verstande dat de inhoud van de terug te bouwen gebouwen ook nooit meer mag bedragen dan 50% van de inhoud van de gesloopte gebouwen;

voor de bestemming Wonen en de bestemming Bedrijf geldt dat het terugbouwen van gebouwen uitsluitend mag geschieden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  • c. de totale oppervlakte aan terug te bouwen gebouwen mag in totaal niet meer bedragen dan 150 m2, waarbij de te bebouwen gronden voor niet meer dan 50% mogen worden bebouwd;
  • d. met de nieuwbouw ontstaat een ruimtelijke eenheid met bestaande hoofd- en bijgebouwen;
  • e. er dient te zijn voorzien in een goede stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing;
  • f. de wijziging mag niet leiden tot (extra) belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • g. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
  • h. door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen;
  • i. voor de overige maatvoeringen van de bijgebouwen dient bovendien te worden voldaan aan de eisen zoals die voor gebouwen zijn opgenomen in de betreffende bestemmingen;
  • j. deze ontheffing mag per te slopen oppervlakte gebouwen slechts eenmaal worden verleend;
  • k. indien het uit ruimtelijk, stedebouwkundig en/of landschappelijk oogpunt niet gewenst is dat het mogelijk blijft om na toepassing van deze ontheffing het gesloopte gebouw te herbouwen, dan wordt aanvullend een wijzigingsbevoegdheid als opgenomen in doorlopen.