direct naar inhoud van Artikel 32 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Leerdam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPBUITENGEBIED-VS01

Artikel 32 Algemene aanduidingsregels

32.1 Geluidzone - industrie

In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen of in te richten ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie", te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein.

32.2 Karakteristiek
32.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is de bestemming mede gericht op het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van de op het perceel voorkomende monumentale en/of cultuurhistorische waardevolle gebouwen. Dit betreft in ieder geval het hoofdgebouw en eventueel één of meerdere bijgebouwen.

32.2.2 Nadere eisen cultuurhistorische waarden

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van nieuw op te richten bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', teneinde te voorkomen dat de cultuurhistorische waarde van het gebouw, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', onevenredig wordt aangetast.

32.2.3 Ontheffing bouwregels bebouwde oppervlakte bijgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ontheffing verlenen van de bouwregels van de betreffende bestemming teneinde af te wijken van de bebouwde oppervlakte voor bijgebouwen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het betreft de herbouw of verbouw van een cultuurhistorisch waardevol bijgebouw;
  • b. de herbouw of verbouw levert een bijdrage aan de cultuurhistorische waarden of de cultuurhistorisch waardevolle uitstraling.
32.2.4 Sloopvergunning
a Sloopvergunningplicht

Het is ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', niet zijnde een gemeentelijk of rijksmonument, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) de in het schema onder d opgenomen sloopvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren.

b Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • 1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan sloopvergunning is verleend;
  • 2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • 3. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
c Toetsing aan de aanwezige waarden

De in a bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarden waarop deze aanduiding is gericht. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder d de toetsingscriteria weergegeven.

Alvorens de vergunning wordt verstrekt, wordt door burgemeester en wethouders eerst een onafhankelijke terzake deskundige gehoord.

d Schema sloopvergunning
Sloopvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de sloopvergunning  
het geheel of gedeeltelijk slopen van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'
 
1. aangetoond wordt dat geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische structuur tot gevolg zal hebben.

Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen:
1. de karakteristieke hoofdvorm is niet langer aanwezig en kan niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand worden hersteld;
2. de karakteristieke hoofdvorm is niet te handhaven;
3. het betreft delen van een pand of bijgebouwen, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan vindt geen onevenredige aantasting plaats van de karakteristieke hoofdvorm.
 
e Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in a is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.

32.2.5 Nadere eisen cultuurhistorische waarden

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van nieuw op te richten bebouwing op het perceel waarop tevens de aanduiding 'karakteristiek' voorkomt, teneinde te voorkomen dat de cultuurhistorische waarde van het gebouw, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', onevenredig wordt aangetast.

32.3 Milieuzone - stiltegebied

Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone – stiltegebied” zijn geen nieuwe ontwikkelingen toegelaten die het natuurlijk heersende geluidsniveau van 40 dB(A) structureel aantasten. Dit betekent in ieder geval dat onderstaande functies niet zijn toegestaan:

  • a. lawaaisporten;
  • b. nieuwvestiging van intensieve recreatie;
  • c. nieuwvestiging van niet-agrarische bedrijvigheid;
  • d. laagvliegbewegingen;

Een geluidsrapport dient te worden overlegd wanneer nieuwe functies zijn gepland binnen het stiltegebied.

32.4 Veiligheidszone - propaantank
32.4.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - propaantank' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.

32.4.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - propaantank' te wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'veiligheidszone - propaantank' vervalt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de risicovolle inrichting buiten werking is gesteld;
  • b. de aanduiding 'veiligheidszone - propaantank' wordt verkleind, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de risicovolle inrichting de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, danwel nieuwe rekenmethoden een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt.
32.5 Wro-zone

Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen:

  • a. 'wro-zone - wijzigingsgebied buitengebied gebonden functies';
  • b. 'wro-zone - wijzigingsgebied concentratie fruitteelt';
  • c. 'wro-zone - wijzigingsgebied kernrandzone';
  • d. 'wro-zone - wijzigingsgebied niet-buitengebied gebonden functies';
  • e. 'wro-zone - wijzigingsgebied nieuwvestiging uitgesloten';

gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.

32.6 Wro-zone - aanlegvergunning waterparel
32.6.1 Algemeen

Het gebruik van de waterparels, te weten ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning waterparel', dient zich primair te richten op instandhouding en verbetering van de natuurwaarden.

32.6.2 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van:

  • a. bestrijdingsmiddelen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning waterparel', behalve waar sprake is van een formele ontheffing van het Waterschap voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning waterparel' voor lawaaisporten.
32.6.3 Aanlegvergunning
a Aanlegvergunningplicht

Het is ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning waterparel' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder d opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren.

b Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • 1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • 2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • 3. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
c Toetsing aan de aanwezige waarden

De in a bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarden waarop deze aanduiding is gericht. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder d de toetsingscriteria weergegeven.

Alvorens de vergunning wordt verstrekt, wordt door burgemeester en wethouders eerst een onafhankelijke terzake deskundige gehoord.

d Schema aanlegvergunningen
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de aanlegvergunning  
het aanbrengen van ondergrondse leidingen   1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden
2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding.  
het aanbrengen van verhardingen en halfverhardingen met een grotere oppervlakte dan 50 m2   1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de bestemming dan wel het extensief recreatief medegebruik
2. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
3. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuur waarden;  
het diepwoelen en diepploegen van de bodem (>40 cm)   1. er mag geen verandering van de bodemstructuur optreden;
2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
3. het mag niet leiden tot inklinking
4. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuur waarden;  
het vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem   er mag geen verandering van de bodemstructuur optreden
het mag niet leiden tot inklinking
de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij het de waterbeheerder;
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuur waarden;  
het graven/ aanleggen, dempen, vergroten of herprofileren van sloten en oppervlaktewateren   1. de werkzaamheden vinden plaats in het kader van natuurbeheer;
2. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
3. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuur waarden;  
de aanplant van boomgaarden   1. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuurwaarden;  
het verwijderen van houtgewas, houtwallen, bosschages   1.deze werkzaamheid vindt plaats in het kader van natuurbeheer of extensief recreatief medegebruik;
2. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden  
het aanbrengen van houtgewas   deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van natuurbeheer  
het aanbrengen van oeverbeschoeiingen   deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het natuurbeheer  
e Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in a is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.