Plan: | Buitengebied Leerdam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0545.BPBUITENGEBIED-VS01 |
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 15.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
Op de gronden met deze bestemming zijn ter plaatse van de aanduiding, zoals opgenomen in de navolgende Staat van sportvoorzieningen in de kolom 'Aanduiding' uitsluitend de sportvoorzieningen toegestaan zoals deze zijn opgenomen onder de bijbehorende kolom 'Betekenis':
Aanduiding | Betekenis | Sportvoorziening | Adres | ||||
(ss-vsp1) | specifieke vorm van sport - veldsport1 | veldsport | Bruininxdeelsekade 4 | ||||
(ma) | manege | manege | Parallelweg 41 |
Voor het overige mogen worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Deze dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming.
De bebouwde oppervlakte (inclusief de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen) mag de in 15.1.2 onder a opgenomen Staat van sportvoorzieningen aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen niet overschrijden.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Sportvelden Gebouwen |
Min. | Max. | |
Hoogte | N.v.t. | 4 m | |
Bebouwde oppervlakte | N.v.t. | de bestaande bebouwde oppervlakte | |
Hoogte verlichtingsmasten | N.v.t. | 20 m | |
Hoogte tribunes | N.v.t. | 3 m | |
Hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | N.v.t. | 4 m | |
Afstand zijdelingse bouwperceelgrens voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, hoger dan 4 m | 5 m | N.v.t. |
Sportvelden Bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
Min. | Max. | |
Hoogte erf- of terreinafscheidingen | N.v.t. | 3 m | |
Hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die direct verband houden met de sportbeoefening | N.v.t. | 4 m | |
Hoogte verlichtingsmasten | N.v.t. | 20 m | |
Hoogte tribunes | N.v.t. | 3 m | |
Hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | N.v.t. | 4 m | |
Afstand zijdelingse bouwperceelgrens voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, hoger dan 4 m | 5 m | N.v.t. |
Gebouwen, voor zover niet eerder genoemd | Min. | Max. | |
Goothoogte | n.v.t. | 6 m | |
Bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. |
Hoogte erfafscheidingen | 1 m voor voorgevelrooilijn; Overige: 2 m |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
In afwijking van het bepaalde in 15.2.3 geldt, dat voorzover de bestaande goot- of bouwhoogte, de bebouwde oppervlakte of de inhoud meer bedraagt dan ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, de bestaande goot- of bouwhoogte, de bestaande bebouwde oppervlakte of de bestaande inhoud als maximum, voorzover het gebouw legaal is gebouwd. Nieuwbouw hiervan is niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in 15.2.2 opgenomen maximale bebouwde oppervlakte, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de maximale inhoud van bedrijfswoningen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 850 m3 onder de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden binnen deze bestemming ten behoeve van lawaaisporten.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 15.5.3 opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren.
De aanlegvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de in de tabel genoemde criteria.
Het onder 15.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het dempen van sloten en kleine oppervlaktewateren | 1. het verkavelingspatroon mag niet worden aangetast; 2. er mag geen verandering van de bodemstructuur optreden; 3. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder. |
het verwijderen van houtgewas, houtwallen, bosschages | 1. de activiteiten mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden. |
Overtreding van het bepaalde in 15.5.1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.