direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen
Plan: Buitengebied Leerdam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPBUITENGEBIED-VS01

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving
19.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen al dan niet in combinatie met een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. nevenfuncties;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • d. behoud en herstel van aanwezige poelen en watergangen;
  • e. onderhoudspaden langs watergangen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, waaronder paardenbakken en overeenkomstig de in 19.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

19.1.2 Nadere detaillering van de bestemming
a Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen de woning mag ter plaatse ook een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit worden uitgeoefend, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. ten behoeve van de activiteit mag maximaal 25% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning met een maximum van 50 m2 worden gebruikt;
  • 2. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • 3. er vindt geen onevenredige verkeersaantrekkende werking plaats;
  • 4. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woonkarakter van de omgeving;
  • 5. horeca of detailhandel zijn niet toegestaan, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • 6. de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend.
b Publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - publieksgericht', voldoend aan de voorwaarden als opgenomen onder a, of na verlening van ontheffing ex 19.5.2.

c Aantal woningen

Voor het aantal woningen gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan.
  • 2. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen niet meer bedragen dan met deze aanduiding is aangegeven.
  • 3. Daarnaast is woningsplitsing toegestaan na verlening van ontheffing als opgenomen in 19.5.3.
  • 4. In afwijking van het voorgaande is geen woning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten'.
d Niet-woonfuncties

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding, zoals opgenomen in de navolgende Staat van niet-woonfuncties in de kolom 'Aanduiding' uitsluitend de niet-woonfuncties toegestaan zoals deze zijn opgenomen onder de bijbehorende kolom 'Betekenis':

Aanduiding   Betekenis   Activiteit   Adres   Vloeroppervlakte max  
(sw-bb1)   specifieke vorm van wonen - bed and breakfast1   bed & breakfast/ pension met maximaal twee tweepersoonskamers   Lingedijk 173   Overnachtingsmogelijkheid voor 4 personen  
(sw-bb2)   specifieke vorm van wonen - bed and breakfast2   bed & breakfast/ pension voor 4 personen   Diefdijk 22   Overnachtingsmogelijkheid voor 4 personen  
(sw-bb3)   specifieke vorm van wonen - bed and breakfast3   bed & breakfast / pension met 8 bedden   Kortgerecht 24   Overnachtingsmogelijkheid voor 8 personen  
(sw-bb4)   specifieke vorm van wonen - bed and breakfast4   bed & breakfast   Recht van Ter Leede 35   Overnachtingsmogelijkheid voor 4 personen  
(sw-cas1)   specifieke vorm van wonen - caravanstalling1   caravanstalling, vakantieappartement en kamerverhuur   Lingedijk 175   caravanstalling 2000 m2 en kamerverhuur max 14 personen  
(sw-edt)   specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf specifieke vorm van wonen - educatie en timmerwerkplaats   specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf specifieke vorm van wonen - educatief centrum, timmerwerkplaats en tandprothetische praktijk   Recht van Ter Leede 30   educatief centrum 200 m2 en tansprotetische praktijk 100 m2 en timmerwerkplaats 100 m2  
(sw-iwp)   specifieke vorm van wonen - internetwinkel en projectadvisering   internetwinkel met opslag en showroom, waarbij detailhandel ter plaatse niet is toegestaan, en projectadvisering   Hoogeind 34-36   360 m2  
(sw-tic)   specifieke vorm van wonen - timmerwerkplaats en caravanstalling   timmerwerkplaats en caravanstalling   Hoogeind 38   timmerwerkplaats 500 m2 en caravanstalling 800 m2  
(sw-o1)   specifieke vorm van wonen - opslag1   opslag ten behoeve van een aannemingsbedrijf   Hoogeind 2 A   100 m2  
(sw-o2)   specifieke vorm van wonen - opslag2   opslag   Overboeicop 3   130 m2  
(sw-rtp)   specifieke vorm van wonen - reparatie tuin- en parkmachines   reparatie van tuin- en parkmachines   Schaikseweg 82a    
(sw-tra)   specifieke vorm van wonen - transportbedrijf   transportbedrijf   Overboeicop 58   200 m2  
(sw-vak)   specifieke vorm van wonen - vakantiewoning   vakantiewoning   Lingedijk 111   maximaal 20 personen  

Als hergebruik van voormalig agrarische bedrijfsbebouwing is kleinschalig kamperen, bed&breakfast en opslag mogelijk. Dit kan uitsluitend via ontheffing als opgenomen in 19.5.4, 19.5.5 respectievelijk 19.5.6.

e Parkeerterrein

Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' is het uitsluitend toegestaan de gronden te gebruiken als parkeerterrein ten behoeve van de woning en eventueel bijbehorende al dan niet publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis.

f Bouwvlak

Indien blijkens de aanduiding 'relatie' sprake is van een koppeling van twee aanduidingen 'bouwvlak' dan zijn hierop de bepalingen met betrekking tot een enkel bouwvlak van overeenkomstige toepassing.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

19.2.2 Situering gebouwen

Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

19.2.3 Inhoud

Met betrekking tot de inhoud van de woningen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van woningen mag, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, maximaal 650 m3 bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. geldt, indien de bestaande inhoud van een woning meer bedraagt dan is voorgeschreven onder a. deze bestaande inhoud als maximaal toegestane inhoud, voorzover het gebouw legaal is gebouwd.
19.2.4 Maatvoering

Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het volgende:

Woning (hoofdgebouw met aan- en uitbouwen)   Min.   Max.  
Goothoogte   N.v.t.   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' met deze aanduiding aangegeven goothoogte  
Bouwhoogte   N.v.t.   10 m  
Dakhelling   30°   60°  

Bijgebouwen   Min.   Max.  
Inhoud bijgebouwen: zie 19.2.3      
Oppervlakte bijgebouwen   N.v.t.   75 m2 per aanduiding “bouwvlak”  
Goothoogte   N.v.t.   3 m  

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Max.  
Hoogte erfafscheidingen   Voor voorgevelrooilijn: 1 m;
Overige: 2 m
 
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Voor voorgevelrooilijn: 1 m;
Hoogte toegangspoort (voor en achter voorgevelrooilijn): 2 m;
Overige: 3 m  
Paardenbakken zijn niet toegestaan    
19.2.5 Afwijkingenregeling

In afwijking van het bepaalde in 19.2.4 geldt, dat voorzover de bestaande goot- of bouwhoogte van een woning, de bebouwde oppervlakte van bijgebouwen of de inhoud meer bedraagt dan ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, de bestaande goot- of bouwhoogte voor die woning, de bestaande bebouwde oppervlakte van bijgebouwen of de bestaande inhoud als maximum, voorzover het gebouw legaal is gebouwd. Nieuwbouw hiervan is niet toegestaan.

19.3 Ontheffing van de bouwregels
19.3.1 Ontheffing paardenbakken

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 19.2.4 en 19.4.1 onder e. teneinde het realiseren van paardenbakken toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast, waarbij in ieder geval een afstand van minimaal 25 m wordt aangehouden ten opzichte van (bedrijfs)woningen van derden;
  • b. de paardenbak mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke waarden;
  • c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • d. het gebruik van paardenbakken ten behoeve van deze bestemming is uitsluitend hobbymatig toegestaan;
  • e. de omvang van de paardenbakken mag in totaal niet meer bedragen dan 500 m2 per bouwperceel;
  • f. lichtmasten of anderszins verlichting zijn niet toegestaan;
  • g. de hoogte van afrasteringen mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • h. overige bouwwerken zijn niet toegestaan;
  • i. indien activiteiten die samenhangen met het aanleggen van een paardenbak aanlegvergunningplichtig zijn vormt de afweging hierbij onderdeel van deze ontheffing en is geen aparte aanlegvergunning benodigd.
19.3.2 Ontheffing voor vergroting inhoud woning

Burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de maximale inhoud van woningen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 850 m3 onder de volgende voorwaarden:

  • a. er is sprake van een zorgvuldige stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing in de omgeving;
  • b. binnen het bestemmingsvlak ontstaat een ruimtelijke eenheid van bebouwing;
  • c. binnen het bestemmingsvlak is sprake van een aanvaardbare verhouding tussen het bebouwde en onbebouwde oppervlak;
  • d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • e. de uitbreiding mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
19.4 Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. zelfstandige bewoning of afhankelijke woonruimte van een bijgebouw;
  • b. permanente bewoning van kampeermiddelen of verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • c. voor een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
  • d. het gebruik van gronden voor kamperen, anders dan na verlening van ontheffing als opgenomen in 19.5.4;
  • e. het gebruik van gronden voor paardenbakken.
19.5 Ontheffing van de gebruiksregels
19.5.1 Ontheffing afhankelijke woonruimte (mantelzorg en rustende boer)

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 19.4.1 onder a. en toestaan dat een (bij)gebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, hieronder mede begrepen het gebruik van de afhankelijke woonruimte door de rustende boer, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. afhankelijke woonruimte ten behoeven van mantelzorg is uitsluitend toegestaan indien een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg. Hiervoor is een medische indicatie benodigd door een van gemeentewege erkende instelling;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij en er daarbij sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • d. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen een aanwezig (bij)gebouw, met een maximale gebruiksoppervlakte van 80 m2;
  • e. het (bij)gebouw is gelegen op een afstand van maximaal 25 m van de woning;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder c. is nieuwbouw toegestaan ten behoeve van de afhankelijke woonruimte, indien inpassing in een bestaand (bij)gebouw redelijkerwijs niet mogelijk is èn gebouwen worden gesloopt met een oppervlakte minimaal gelijk aan de nieuw te bouwen oppervlakte. Nieuwbouw is uitsluitend toegestaan in de vorm van een aan de woning gebouwde aanbouw of uitbouw of een aan de woning aangebouwd bijgebouw;
  • g. geluid, geur en veiligheid vormen geen belemmeringen voor het toestaan van de woonfunctie.

Burgemeester en wethouders trekken de ontheffing in, indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

19.5.2 Ontheffing publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 19.4.1onder c. voor het toestaan van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. ten behoeve van de activiteit mag maximaal 25% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning met een maximum van 50 m2 worden gebruikt;
  • b. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • c. er vindt geen onevenredige verkeersaantrekkende werking plaats;
  • d. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het landelijke karakter van de buurt en de omgeving;
  • e. horeca of detailhandel zijn niet toegestaan, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • f. de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend.
  • g. in monumentale en karakteristieke panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de bedrijfsfunctie het gehele bouwvolume van alle gebouwen bestrijken indien dit bijdraagt aan het behoud van het pand c.q. de betreffende cultuurhistorische waarden.
19.5.3 Ontheffing woningsplitsing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing als bedoeld in 19.1.2 onder c verlenen voor woningsplitsing voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bebouwde inhoud en oppervlakte van de woning (inclusief eventueel de voormalige inpandige stal/ deel) mag niet worden vergroot;
  • b. de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij mag niet worden aangetast;
  • c. de bestaande situering van de bebouwing mag niet worden gewijzigd;
  • d. de woningtoevoeging is noodzakelijk ten behoeve van het behoud, herstel of de verbetering' van de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden;
  • e. de woningen hebben na splitsing elk een inhoud van minimaal 250 m3;
  • f. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiend uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • g. uit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevel van een geluidsgevoelig object de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt;
  • h. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij en er daarbij sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • i. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • j. de woningsplitsing mag niet leiden tot strijdigheid met het Bouwbesluit;
  • k. de ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 19.1omschreven waarden.
19.5.4 Ontheffing kleinschalig kamperen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 19.1.2 onder dteneinde kleinschalig kamperen toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' en/of 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf', mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. het aantal kampeermiddelen mag niet meer bedragen dan 15;
  • b. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • c. de ruimtelijke structuur en de landschappelijke en natuurlijke waarden worden niet aangetast;
  • d. de voorzieningen in de vorm van sanitaire voorzieningen, slecht weervoorzieningen en ondergeschikte ondersteunende horeca worden, voorzover dat redelijkerwijs mogelijk is, gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing, of anders aansluitend aan de bestaande bebouwing;
  • e. ondergeschikte ondersteunende horeca is toegestaan ten behoeve van de kampeerders;
  • f. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • g. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • h. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast;
  • i. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • j. de ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 19.1omschreven waarden.
19.5.5 Ontheffing bed&breakfast

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 19.1.2 onder dteneinde ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' bed&breakfast bij de woning toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de bed&breakfast is uitsluitend toegstaan ter plaatse van:
    • 1. de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied kernrandzone'; of
    • 2. de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied niet-buitengebied gebonden functies'; of
    • 3. langs de Lingedijk; of
    • 4. langs de Diefdijk;
  • b. de bed&breakfast is uitsluitend toegestaan ter behoud van de cultuurhistorische waarden van het cultuurhistorisch waardevolle pand;
  • c. deze nevenactiviteit is in de woning en de daarbij behorende aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen toegestaan;
  • d. de nevenactiviteit is ondergeschikt van aard;
  • e. bed&breakfast vindt uitsluitend plaats in bestaande gebouwen; er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de bed&breakfast plaats;
  • f. de gebruiksoppervlakte niet meer mag bedragen dan 250 m2;
  • g. ten behoeve van de bed & breakfast voorzieningen zijn 5 kamers en in totaal maximaal 10 (éénpersoons)bedden toegestaan;
  • h. permanente bewoning of huisvesting van tijdelijke werknemers is niet toegestaan;
  • i. de nieuwe activiteit mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • j. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • k. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij en er daarbij sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • l. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
19.5.6 Ontheffing opslag

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 19.1.2 onder dteneinde hergebruik van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' toe te staan voor inpandige statische opslag, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het hergebruik dient te passen in de omgeving;
  • b. in opzet en ontwikkelingsperspectief dient het om een kleinschalige activiteit te gaan;
  • c. als belangrijke voorwaarde voor hergebruik geldt dat hergebruik uitsluitend plaatsvindt binnen de aanwezige gebouwen; uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan;
  • d. in een bedrijfsplan dient te worden aangetoond welke bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn voor de hergebruikfunctie; overtollige voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, die niet voor de nieuwe functie wordt gebruikt. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mogen de gebouwen met een cultuurhistorische waarde niet worden gesloopt;
  • e. indien de nieuwe functie bijdraagt aan de instandhouding van een cultuurhistorisch pand ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag het gehele bouwvolume van alle gebouwen ten behoeve van de functie worden aangewend;
  • f. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • g. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • h. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • i. detailhandel is niet toegestaan; be- en verwerking zijn evenmin toegestaan;
  • j. de ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 19.1omschreven waarden.
19.6 Aanlegvergunning
19.6.1 Aanlegvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 19.6.3 opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren.
De aanlegvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de in de tabel genoemde criteria.

19.6.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 19.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. die betreffen het normale beheer en/of onderhoud.
19.6.3 Schema aanlegvergunningen

Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de aanlegvergunning  
het dempen van sloten en kleine oppervlaktewateren   1. het verkavelingspatroon mag niet onevenredig worden aangetast;
2. er mag geen verandering van de bodemstructuur optreden;
3. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.  
het verwijderen van houtgewas, houtwallen, bosschages   1. de activiteiten mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden.  
19.6.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in 19.6.1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.

19.7 Wijzigingsbevoegdheid
19.7.1 Wijziging nieuwbouw woningen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde nieuwbouw van extra woningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de wijziging is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf';
  • b. per 1000 m2 te slopen voormalige bedrijfsgebouwen mag één burgerwoning worden opgericht; sloop van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', is niet toegestaan;
  • c. nieuwbouw van woningen is uitsluitend toegestaan als de ruimtelijke kwaliteit verbetert;
  • d. in totaal zijn maximaal 4 woningen/wooneenheden toegestaan, inclusief de reeds op het perceel aanwezige woning(en);
  • e. de omvang van de burgerwoning met bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 650 m3;
  • f. de verhouding tussen de hoofd- en bijgebouwen dient stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar te zijn;
  • g. er vindt geen aantasting plaats van bestaande of te ontwikkelen landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden;
  • h. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • i. het woon- en leefklimaat van omliggende functies mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • j. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij en er daarbij sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • k. uit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevel van een geluidsgevoelig object de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt;
  • l. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • m. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • n. de regels van bestemming Wonen zijn na wijziging van overeenkomstige toepassing.
19.7.2 Wijziging (nieuw)vestiging agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van (een deel van) de gronden binnen deze bestemming wijzigen teneinde de bestemming om te zetten in de bestemming Agrarisch - Bouwvlak en eventueel de bestemming Agrarisch met waardenten behoeve van de nieuwvestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf of een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied nieuwvestiging uitgesloten' is geen nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf toegestaan;
  • b. voor een grondgebonden agrarisch bedrijf geldt dat alle grondgebonden agrarische bedrijven zijn toegestaan, met uitzondering van boom-, (bloem)bol- en sierteeltbedrijven;
  • c. in aanvulling op het bepaalde onder a. zijn fruitteeltbedrijven uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied concentratie fruitteelt';
  • d. voor een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf geldt dat intensieve veehouderij of glastuinbouw niet is toegestaan;
  • e. voor een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf geldt dat deze zich uitsluitend mag vestigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf';
  • f. de nieuwvestiging ter plaatse moet noodzakelijk zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering: dit betekent dat voor zover de betrokken agrariër elders een agrarisch bedrijf heeft, eerst dient te worden aangetoond dat op de betreffende locatie geen reële bedrijfseconomische of planologisch verantwoorde uitbreidingsmogelijkheden aanwezig zijn;
  • g. het dient te gaan om een volwaardig agrarisch bedrijf dan wel een bedrijf dat naar verwachting binnen redelijke termijn zal uitgroeien tot een volwaardig bedrijf; hierover dient tevoren een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijk, agrarisch deskundige te worden gehoord;
  • h. er dient een bouwvlak op maat te worden toegekend;
  • i. maximaal is één bedrijfswoning toegestaan;
  • j. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • k. de beoogde functie mag, gelet op de instandhoudingsdoelstelling van het Natura 2000-gebied Zuider Lingedijk/Diefdijk Zuid, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het Natura 2000-gebied Zuider Lingedijk/Diefdijk Zuid niet laten verslechteren of een significant verstorend effect hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen;
  • l. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • m. voor de (nieuw)vestiging geldt dat het woon- en leefklimaat van omliggende functies niet onevenredig mogen worden aangetast;
  • n. (nieuw)vestiging is niet toegestaan indien er geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat voor de beoogde functie;
  • o. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • p. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
  • q. uit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevel van een geluidsgevoelig object de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt;
  • r. omtrent het bepaalde in e. en f. wordt advies ingewonnen bij de Agrarische Adviescommissie;
  • s. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 19.1omschreven waarden;
  • t. de regels van de bestemming Artikel 3 Agrarisch - Bouwvlak en eventueel de bestemming Artikel 4 Agrarisch met waarden zijn van overeenkomstige toepassing, waarbij voor de bedrijfsactiviteit een aanduiding in de tabel en op de verbeelding wordt opgenomen.
19.7.3 Wijziging agrarisch aanverwante, buitengebied gebonden bedrijven en overige niet-agrarische bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' wijzigen, teneinde de bestemming te wijzigen in de bestemming Bedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de omzetting is slechts toegestaan naar:
      • een agrarisch aanverwant bedrijf;
      • een buitengebied gebonden bedrijf;
      • een kleinschalig-ambachtelijk bedrijf in maximaal categorie 1 en 2 als opgenomen in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten dan wel een kleinschalig-ambachtelijk bedrijf dat daarmee qua aard en milieubelasting vergelijkbaar is;
  • b. agrarische aanverwante bedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied buitengebied gebonden functies';
  • c. buitengebied gebonden bedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied buitengebied gebonden functies' of 'wro-zone - wijzigingsgebied kernrandzone';
  • d. kleinschalige-ambachtelijke bedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied kernrandzone' of 'wro-zone - wijzigingsgebied niet buitengebied gebonden functies' ;
  • e. het hergebruik dient te passen in de omgeving;
  • f. in opzet en ontwikkelingsperspectief dient het om een kleinschalige activiteit te gaan, met in beginsel slechts enkele werknemers;
  • g. als belangrijke voorwaarde voor hergebruik geldt dat, daar waar hergebruik plaatsvindt binnen gebouwen, dit uitsluitend binnen de aanwezige gebouwen is toegestaan; uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan;
  • h. in een bedrijfsplan dient te worden aangetoond welke bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn voor de hergebruikfunctie; overtollige voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, die niet voor de nieuwe functie wordt gebruikt, dient te worden gesloopt. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mogen de gebouwen met een cultuurhistorische waarde niet worden gesloopt;
  • i. de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag nimmer meer dan 750 m2 bedragen; met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' het gehele bouwvolume van hoofdgebouw en bijgebouwen ten behoeve van de functie mag worden aangewend, indien dit bijdraagt aan het behoud van het cultuurhistorisch waardevolle pand;
  • j. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • k. de beoogde functie mag, gelet op de instandhoudingsdoelstelling van het Natura 2000-gebied Zuider Lingedijk/Diefdijk Zuid, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het Natura 2000-gebied Zuider Lingedijk/Diefdijk Zuid niet laten verslechteren of een significant verstorend effect hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen;
  • l. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • m. voor de nieuwe functie vestiging geldt dat het woon- en leefklimaat van omliggende functies niet onevenredig mogen worden aangetast;
  • n. de nieuwe functie is niet toegestaan indien er geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat voor de beoogde functie;
  • o. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • p. detailhandel is niet toegestaan;
  • q. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • r. uit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevel van een geluidsgevoelig object de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt;
  • s. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 19.1omschreven waarden;
  • t. de regels van de bestemming Bedrijf zijn van overeenkomstige toepassing, waarbij voor de bedrijfsactiviteit een aanduiding in de tabel en op de verbeelding wordt opgenomen.
19.7.4 Wijziging opslag

Burgemeester en wethouders kunnen de functie binnen deze bestemming met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' wijzigen teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan voor inpandige statische opslag, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het hergebruik dient te passen in de omgeving;
  • b. in opzet en ontwikkelingsperspectief dient het om een kleinschalige activiteit te gaan;
  • c. als belangrijke voorwaarde voor hergebruik geldt dat hergebruik plaatsvindt binnen de aanwezige gebouwen; uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan;
  • d. in een bedrijfsplan dient te worden aangetoond welke bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn voor de hergebruikfunctie; overtollige voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, die niet voor de nieuwe functie wordt gebruikt, dient te worden gesloopt. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mogen de gebouwen met een cultuurhistorische waarde niet worden gesloopt;
  • e. indien de nieuwe functie bijdraagt aan de instandhouding van een cultuurhistorisch pand ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag het gehele bouwvolume van alle gebouwen ten behoeve van de functie worden aangewend;
  • f. de opslag mag niet plaatsvinden in kassen;
  • g. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • h. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • i. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • j. detailhandel is niet toegestaan; be- en verwerking zijn evenmin toegestaan;
  • k. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 19.1omschreven waarden;
  • l. de regels van de bestemming Artikel 19 Wonen blijven van overeenkomstige toepassing, waarbij voor de bedrijfsactiviteit een aanduiding in de tabel en op de verbeelding wordt opgenomen.
19.7.5 Wijziging dag- en verblijfsrecreatie

Burgemeester en wethouders kunnen de gronden met deze bestemming met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' wijzigen teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan voor dag- en verblijfsrecreatieve activiteiten en eventueel deels in de bestemming Agrarisch met waarden, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. hergebruik voor dagrecreatieve doeleinden kan uitsluitend worden toegestaan:
    • 1. aan de Lingedijk of
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied kernrandzone'

waarbij de navolgende doeleinden kunnen worden toegestaan: kinderboerderij, theeschenkerij en qua aard en omvang overeenkomstige bedrijven; één en ander met de bijbehorende voorzieningen;

  • b. hergebruik voor maneges is niet toegestaan;
  • c. hergebruik voor verblijfsrecreatieve doeleinden kan uitsluitend worden toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek':
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied kernrandzone' of
    • 2. wro-zone - wijzigingsgebied niet-buitengebied gebonden functies' of
    • 3. aan de Lingedijk, of
    • 4. aan de Diefdijk

en uitsluitend ter behoud van de cultuurhistorische waarden van het cultuurhistorisch waardevolle pand; waarbij de navolgende doeleinden kunnen worden toegestaan: kleinschalig kamperen, bed & breakfast, vakantieappartementen en groepsaccommodatie en qua aard en omvang overeenkomstige bedrijven; één en ander met de bijbehorende voorzieningen;

  • d. vakantieappartementen en groepsaccommodatie zijn uitsluitend toegestaan in het aanwezige hoofdgebouw;
  • e. het aantal bedden wordt in het wijzigingsbesluit vastgesteld;
  • f. in aanvulling op het bepaalde onder . geldt dat per appartement het vloeroppervlak niet meer dan 100 m2 mag bedragen;
  • g. maximaal 15 kampeerplaatsen zijn toegestaan;
  • h. het hergebruik dient te passen in de omgeving;
  • i. ten behoeve van de recreatieve activiteiten is ondergeschikte ondersteunende horeca toegestaan;
  • j. in opzet en ontwikkelingsperspectief moet het gaan om een kleinschalige activiteit, met in beginsel slechts enkele werknemers;
  • k. het bouwvolume mag niet worden vergroot;
  • l. in een bedrijfsplan dient te worden aangetoond welke bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn voor de hergebruikfunctie; overtollige voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, die niet voor de nieuwe functie wordt gebruikt, dient te worden gesloopt. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mogen de gebouwen met een cultuurhistorische waarde niet worden gesloopt;
  • m. indien de nieuwe functie bijdraagt aan de instandhouding van een cultuurhistorisch pand ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag het gehele bouwvolume van alle gebouwen ten behoeve van de functie worden aangewend;
  • n. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • o. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • p. het woon- en leefklimaat van omliggende functies mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • q. de beoogde functie is niet toegestaan indien er geen sprake is van een goed leef- en verblijfsklimaat voor de beoogde functie;
  • r. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • s. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • t. uit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevel van een geluidsgevoelig object de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt;
  • u. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 19.1omschreven waarden;
  • v. de regels van de bestemming Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie of Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie en eventueel de regels van de bestemming Artikel 4 Agrarisch met waarden zijn van overeenkomstige toepassing, waarbij voor de bedrijfsactiviteit een aanduiding in de tabel en op de verbeelding wordt opgenomen.