Plan: | Oostduin - Arendsdorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA |
In het belang van een goede ruimtelijke ordening wijst het bestemmingsplan voor een bepaald gebied bestemmingen aan. Het bestemmignsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De bestemmingen zijn op de verbeelding ingetekend en omschrijven de functie. De aanduidingen op de plankaart hebben betrekking op een bepaald doel of doelen van bestemmingen, of op de regels, die in een bestemming worden gesteld. In de regels van het bestemmingsplan Oostduin - Arendsdorp wordt per bestemming het doel van de bestemming omschreven en worden de bouwvorm, ligging, afmetingen en gebruik binnen omschreven grenzen mogelijk gemaakt. De verbeelding en regels zijn juridisch bindend, de toelichting is niet juridisch bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en regels.
De regels zijn als volgt ingedeeld:
Goothoogte en (bouw)hoogte
Op de verbeelding is in de bouwvlakken de maximumhoogte en indien van toepassing een goothoogte van de bebouwing aangegeven. Als gebouwen een onderbouw hebben telt de hoogte ervan mee in het maximum dat op de verbeelding is aangegeven. In sommige gevallen is een gebouw opgedeeld in meerdere bouwvlakken met een verschillende maximumhoogte.
Dubbelbestemmingen
Het plan telt drie dubbelbestemmingen: Leiding - Water; Waarde - Archeologie en Waarde - Cultuurhistorie. Bij een belangenafweging gaan de belangen die samenhangen met respectievelijk het behoud van archeologische en cultuurhistorische waarden en het functioneren van de waterkering voor.
Inleidende regels
In artikel 1 inleidende regels worden belangrijke begrippen die in het plan veel voorkomen, nader gedefinieerd. In artikel 2 wijze van meten is aangegeven hoe afstanden en maten die in de voorschriften worden voorgeschreven, moeten worden gemeten. Het definiëren van begrippen en de aanwijzingen voor het meten vergroten de duidelijkheid en de rechtszekerheid. Een belangrijk onderdeel van de begrippenlijst zijn de definities uit de standaard vergelijk bestemmingsplannen (SVBP 2008) en van inrichtingen die voorheen in de Leefmilieuverordening Recreatie-inrichtingen waren opgenomen (de LMV-inrichtingen werden geregeld: dit plan vervangt voor wat betreft het plangebied het beleid in deze verordening).
Op 1 oktober 2010 is de Wet Algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) in werking getreden. Door de inwerkingtreding hiervan zijn een aantal relevante begrippen en procedures gewijzigd.
Nieuwe begrippen
Een omgevingsvergunning bevat één of meerdere vergunningen waaronder de bouw- en sloopvergunning.
Een afwijking (op de planregels), voorheen een (binnenplanse) ontheffing.
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden, voorheen een aanlegstelsel.
Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het geven van een beschikking (door coördinatie van verschillende beschikkingen onder de Wabo is een afwijking niet langer per definitie een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders).
Procedures
Afwijken
De voorgeschreven totstandkomingsprocecure voor een afwijking (binnenplanse ontheffing) is met een omgevingsvergunning komen te vervallen. Bij de totstandkoming van een afwijking wordt geen voorgeschreven procedure gevolgd.
Wijzigen
De totstandkomingsprocedure voor de opgenomen wijzigingsbevoegdheden (art. 3.6 lid 1 onder a van de Wro) in het bestemmingsplan vloeit rechtstreeks voort uit de wet zoals opgenomen in afdeling 3.2A van de Wro (art. 3.9a van de Wro). Hierop is afdeling 3.4 van de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) van toepassing verklaard. In het bestemmingsplan is geen procedure regeling opgenomen omdat deze rechtstreeks voortvloeit uit de Wro.
Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Onder deze bestemming valt een benzinestation zonder LPG installatie. Deze is gevestigd is ter hoogte van de Wassenaarseweg en Floris Grijpstraat. Het bedrijf is specifiek bestemd voor een verkooppunt motorbrandstoffen (milieucategorie twee, richtafstand 30 meter). Detailhandel is als ondergeschikte nevenactiviteit toegestaan. Gebouwen (inclusief aan- bijgebouwen en overkappingen) zijn alleen toegestaan binnen het bouwvlak. De bestemming is tot stand gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijk gebruik en de planologische mogelijkheden.
Artikel 4 Bos
Deze bestemming is gegeven aan het landgoed Oostduin en Arendsdorp met uitzondering van aanwezige bestemmingsvlakken en hoofdwaterstructuren. In de bestemming Bos is de Boswet van toepassing. Bescherming van het aanwezige bosareaal vindt plaats door middel van een meldings- en herplantplicht. Voorafgaand aan een velling geldt de meldingsplicht. Het areaal bos per locatie mag niet afnemen. Gevelde opstanden moeten daarom binnen drie jaar worden herplant of natuurlijk verjongd, waardoor de duurzaamheid gehandhaafd blijft. Voor dunningen is de meldings- en herplantplicht niet van toepassing. Ter bescherming van het bos en de aanwezige infrastructuur (water, fiets- en wandelpaden etc.) is binnen de bestemming Bos een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden (aanlegstelsel) opgenomen.
In de bestemmingsomschrijving is niet alleen bos, park, plantsoen en groen(voorziening) opgenomen maar is ook rekening gehouden met de aanwezigheid van nutsvoorzieningen, kunstwerken (door kunstenaars), kunstwerken (bruggen, duikers etc.), water(partijen), fiets- en wandelpaden, lantaarnpalen en speelvoorzieningen.
Op de verbeelding is ter hoogte van het complex Oostduin de functie aanduiding "cw" cultuurhistorische waarde opgenomen ten behoeve van de aanwezige dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie in het plangebied. Deze bestaande zichtlijn dient te worden behouden en loopt deels binnen de bestemming Bos. In de bouwregels worden gebouwen binnen deze zichtlijn uitgesloten.
In de gebruiksregels zijn, gelet op het behoud van de kwaliteit van het landgoed, de toegestane in- en/of uitritten ten behoeve van ontsluiting van de hierin aanwezige bestemmingen door gemotoriseerd verkeerd gereguleerd.
Artikel 5 Gemengd
Binnen deze bestemming zijn de functies kantoor en wonen toegestaan. De bestemming is gelegd op het perceel Wassenaarseweg 66, huis de rietjes. De kantoorfunctie is ondergeschikt aan de woonfunctie (in de specifieke gebruiksregels is een maximum aantal vierkante meters voor de kantoorfunctie opgenomen). Bovendien wordt ter behoud van het aanwezige momument een aan- en bijgebouwenregeling uitgesloten. De bestemmingsregeling is op basis van feitelijk bestaand gebruik tot stand gekomen.
Artikel 6 Groen - Park
Deze bestemming is gegeven aan het Het Goetlijfpark (Bunkerbosje). In de bestemmingsomschrijving is niet alleen park en plantsoen opgenomen maar is ook rekening gehouden met de aanwezigheid van nutsvoorzieningen, kunstwerken (door kunstenaars), kunstwerken (bruggen, duikers etc.), water(partijen), fiets- en wandelpaden, lantaarnpalen en speelvoorzieningen. Ter bescherming van de aanwezige infrastructuur (water, fiets- en wandelpaden etc.) is een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden (aanlegstelsel) opgenomen.
Artikel 7 Kantoor - 1
De bestemming Kantoor-1 is toegekend aan het kantoren complex aan de Oostduinlaan (CB&I) en het kantoren complex op de hoek Wassenaarseweg en Floris Grijpstraat (Shell International, Raad van Kinderbescherming, accountants, advocaten en notarissen).
In de bouwregels zijn voor het kantoren complex aan de Oostduinlaan (CB & I) zowel bovengrondse als ondergrondse parkeer faciliteiten (parkeerkelder) toegestaan. Bij dit complex behoort ook een fiets/wandeltunnel welke in verbinding staat met een parkeergarage van een kantorencomplex aan de Carel van Bylandtstraat. Deze tunnel is met de functieaanduiding "tu" (tunnel) weergegeven op de verbeelding en opgenomen in de bestemmingsomschrijving.
In de bouwregels zijn voor het kantoren complex op de hoek Wassenaarseweg en Floris Grijpstraat bovengrondse parkeerfaciliteiten toegestaan en ter hoogte van de functie aanduiding "pg" een half verdiepte parkeerkelder. Deze half verdiepte parkeerkelder is opgenomen in de bestemmingomschrijving. Voorts zijn gebouwen uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken.
De bestemmingsregeling is tot stand gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijk gebruik en de planologische mogelijkheden.
Artikel 8 Kantoor - 2
De bestemming Kantoor - 2 is toegekend aan het theehuis (Wassenaarseweg 74). Het theehuis heeft een rijksmonumentale status. In de bijbehorende planregels worden aan- en bijgebouwen uitgesloten.
De bestemmingsregeling is tot stand gekomen op basis van het feitelijk bestaande gebruik.
Artikel 9 Maatschappelijk - 1
De bestemming Maatschappelijk - 1 twee is toegekend aan een gebouw gelegen in het landgoed waarin momenteel de scouting is gevestigd. In de bestemmingsomschrijving worden uitsluitend activiteiten t.b.v. verenigingsleven toegestaan. Een aan- en bijgebouwenregeling is uitgesloten. De bestemmingsregeling is tot stand gekomen op basis van het feitelijk bestaande gebruik.
Artikel 10 Maatschappelijk - 2
De bestemming Maatschappelijk - 2 is toegekend aan het verpleeg- en verzorgingshuis Oostduin gelegen aan de Goetlijfstraat en bevat 169 zorgappartementen en 41 aanleunwoningen waarin tevens een kinderdag verblijf is gevestigd. In de bestemmingsomschrijving zijn een zorg en welzijnsinstelling en een kinderdagverblijf toegestaan. Door middel van een functieaanduiding "w" (wonen) zijn de aanleunwoningen aangeduid op de verbeelding en opgenomen in de bestemmingsomschrijving. In de gebruiksregels is een kinderdagverblijf tot 150 m² vloeroppervlakte toegestaan en voorts zijn parkeerplaatsen binnen de bestemming rondom de bouwvlakken in de bestemmingsomschrijving toegestaan.
Op de verbeelding is ter hoogte van het complex Oostduin de functie aanduiding "cw" cultuurhistorische waarde opgenomen ten behoeve van de aanwezige dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie in het plangebied. Deze bestaande zichtlijn dient te worden behouden en loopt deels binnen de bestemming Maatschappelijk - 2. In de bouwregels zijn gebouwen binnen deze zichtlijn uitgesloten. Voort zijn aan- en uitbouwen, overkappingen, aangebouwde bijgebouwen uitgesloten. Voor vrijstaande bijgebouwen is een passende regeling opgenomen. Een nadere eisen regeling is opgenomen ten behoeve van situering en vormgeving van gebouwen. Deze regeling heeft betrekking op de gevolgen aangaande bezonning en windhinder en de uitwerking hiervan op de cultuurhistorische waarden van het historische landgoed.
De bestemming is tot stand gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijk gebruik en de planologische mogelijkheden.
Voor het aanwezige complex Oostduin zijn ontwikkelingsplannen in voorbereiding. De gemeente Den Haag heeft daarvoor stedenbouwkundige randvoorwaarden geformuleerd om een goede inpassing in het landgoed te borgen. De ontwikkelingen zijn op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan niet concreet en voorzienbaar binnen de planperiode. De voorgestelde ontwikkelingen zijn niet door middel van een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in de planregels.
Artikel 11 Maatschappelijk - 3
De bestemming Maatschappelijk - 3 is toegekend aan de moskee aan de Oostduinlaan. Op grond van het voorgaande bestemmingsplan "Benoordenhout" is op het perceel tevens een bedrijfswoning toegestaan. Deze bedrijfswoning is als zodanig opgenomen in de planregels. Aan- en bijgebouwen zijn niet toegestaan. De hoogte van erfafscheidingen gelegen voor de voorgevelrooilijn en / of gelegen aan het Goetlijfpad is voor ten hoogste 1 meter toegestaan en in overige gevallen voor ten hoogste 2 meter. De bestemming is tot stand gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijk gebruik en de planologische mogelijkheden.
Artikel 12 Tuin
De bestemming tuin is toegekend aan de omliggende grond behorende bij het perceel het huis de rietjes (Wassenaarseweg 66). Dit geldt ook voor een gedeelte van het perceel behorende bij de portierswoning (Wassenaarseweg 44). Beide opstallen zijn rijksmonumenten en ter bescherming hiervan zijn binnen de bestemming tuin geen aan- en bijgebouwen regelingen mogelijk gemaakt.
Artikel 13 V-HO (Verkeer - Hoofdverkeersweg)
De Wassenaarseweg is tot aan het hart van de weg meegenomen op de digitale verbeelding (plankaart). Gelet op de functie van deze weg is in de bestemmingsregeling de ontsluitingsfunctie voor de wijk en stad opgenomen. Daarnaast wordt in deze bestemming het gebruik mogelijk gemaakt voor openbaar vervoerstroken; parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, groenstroken, toegangsportalen etc.
Artikel 14 V-STT (Verkeer - Straat)
De Oostduinlaan, Ruychrocklaan en de Van Hogenhoucklaan hebben een ontsluitingsfunctie voor de wijk, stad en buurt waardoor de bestemming Verkeer - Straat is toegekend. Daarnaast wordt in deze bestemming gebruik mogelijk gemaakt voor openbaar vervoerstroken; parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, groenstroken, toegangsportalen etc.
Artikel 15 V-VG (Verkeer - Verblijfsgebied)
Het Goetlijfpad is een fiets- en wandelpad en hieraan is de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied toegekend.
Artikel 16 V-VS (Verkeer - Verblijfsstraat)
De overige wegen Van der Houvenstraat, Goetlijfstraat en Floris Grijpstraat zijn ondergeschikte lokale ontsluitingswegen voor de wijk waaraan de bestemming Verkeer - Verblijfsstraat is toegekend. Daarnaast worden voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, groenstroken, toegangsportalen etc. mogelijk gemaakt.
Artikel 17 Water
In het landgoed Oostduin - Arendsdorp en het Goetlijfpark (Bunkerbosje) zijn een aantal waterpartijen aanwezig. Op basis van de cultuurhistorische waarden is aan boezemwater en primaire waterpartijen de bestemming water toegekend. De overige waterpartijen vallen onder de gebruiksregels van de betreffende bestemmingen Bos, Groen - Park, Wonen - 3 en Maatschappelijk - 2. In de bestemmingsomschrijving worden hieronder ook voet- en fietsgangersbruggen gerekend.
Ter behoud van de kwaliteit van het landgoed zijn in de gebruiksregels bruggen en oververbindingen ten behoeve van ontsluiting van bestemmingsvlakken in het landgoed door gemotoriseerd verkeer gereguleerd.
In de afwijkingsregels wordt in het gebruik ter ontsluiting van de bestemming Maatschappelijk - 2 (Oostduin) een derde en vierde brug mogelijk gemaakt . Deze afwijkingsregel stelt als voorwaarde dat er geen extra ontsluitingen voor gemotoriseerd verkeer naar de bestemming Maatschappelijk - 2 zijn toegestaan, de afwijking kan worden gebruikt indien de huidige ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer (de oeververbindingen in de bestemming Bos) komt te vervallen. Het gebruik van bruggen draagt in tegenstelling tot oeververbindingen bij aan het verdere herstel van de aanwezige waterlijnen in het landgoed.
Op de verbeelding is ter hoogte van de entree van het complex Oostduin de functie aanduiding "cw" cultuurhistorische waarde opgenomen ten behoeve van de aanwezige dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie in het plangebied. Deze bestaande zichtlijn loopt deels binnen de bestemming Water en dient te worden behouden. In de bouwregels worden geen gebouwen toegestaan.
Artikel 18 Wonen - 1
In het plangebied zijn een aantal woningen gelegen. Een blok van acht woningen op de rand van het Goetlijfpark/Bunkerbosje (Oostduinlaan). Een aantal villa's op de hoek Goetlijfstraat en Van Hogenhoucklaan en een blok van onder en bovenwoningen aan de Van Hogenhoucklaan. Aan deze woningen is de bestemming Wonen - 1 toegekend. Er is een eis voor een dakhelling opgenomen voor ieder hoofdgebouw gelegen aan de Oostduinlaan. Deze bedraagt tenminste 30° en ten hoogste 60°. Verder is er een passende aan- en bijgebouwen regeling opgenomen. Voor aanbouwen wordt een diepte aangehouden ten opzichte van de achtergevel van 2,5 meter. De gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak aan overkappingen, aan-, uit- en bijgebouwen bedraagt aan de Oostduinlaan maximaal 10 m² en aan de van Hogenhogenhoucklaan, Wassenaarseweg en Floris Grijpstraat maximaal 25 m² . In de binnnenplanse afwijking worden grotere vrijstaande bijgebouwen toegestaan, gerelateerd aan perceelsgrootte en gebaseerd op het oude vigerende bestemmingsplan "Oostduin - Arendsdorp" 1973 (een bijgebouwen regeling met een maximum oppervlakte tot 40 m²) en "Benoordenhout 1982" (een bijgebouwen regeling met een maximum oppervlakte tot 25 m²). Binnen de bestemming geldt met uitzondering van autoboxen en / of carports en bijbehorende in- en uitritten daarnaar toe een parkeerverbod. De bestemming is tot stand gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijk gebruik en de planologische mogelijkheden.
Artikel 19 Wonen - 2
De portierswoning (Wassenaarseweg 44) is een rijksmonument. De villa aan de Van Hogenhoucklaan 54 is een gemeentelijk monument. Aan beide woningen is de bestemming Wonen - 2 toegekend. In de planregels zijn aanbouwregelingen uitgesloten. Voor vrijstaande bijgebouwen geldt dezelfde regeling zoals deze wordt gehanteerd bij de bestemming Wonen - 1. Binnen de bestemming geldt met uitzondering van autoboxen en / of carports en bijbehorende in- en uitritten daarnaar toe een parkeerverbod. De bestemming is tot stand gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijk gebruik en de planologische mogelijkheden.
Artikel 20 Wonen - 3
De bestemming Wonen - 3 is toegekend aan de serviceflat Arendsdorp gelegen ter hoogte van de Wassenaarseweg. De serviceflat Arendsdorp bestaat uit circa 160 - 180 seniorenwoningen die in deze bestemming zijn ondergebracht. De woningen zijn alleen toegestaan binnen het bouwvlak. De overige gebouwen (aan- en uitbouwen, overkappingen en aangebouwde bijgebouwen) zijn uitgesloten behoudens vrijstaande bijgebouwen, deze zijn bij recht tot een maximum oppervlakte van 30 m² toegestaan en eventueel met een afwijking tot een maximale oppervlakte van 50 m².
In het complex zijn rondom de bouwvlakken parkeerplaatsen aanwezig. In de bestemmingsomschrijving is parkeren toegestaan. Een nadere eisen regeling is opgenomen ten behoeve van situering en vormgeving van gebouwen. Deze regeling heeft betrekking op de gevolgen aangaande bezonning en windhinder en de uitwerking hiervan op de cultuurhistorische waarden van het historische landgoed.
Voor het aanwezige complex Arendsdorp zijn ontwikkelingsplannen in voorbereiding. De gemeente Den Haag heeft daarvoor stedenbouwkundige randvoorwaarden geformuleerd om een goede inpassing in het landgoed te borgen. De ontwikkelingen zijn op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan nog niet dusdanig concreet waardoor de ontwikkelingen alleen door middel van een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen.
De bestemming is tot stand gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijk gebruik en de planologische mogelijkheden.
Wijzigingsbevoegdheid - 1
De juridisch-planologische doorvertaling van het Programma Arendsdorp zoals beschreven in hoofdstuk 5.2 is binnen de bestemming Wonen - 2 opgenomen in wijzigingsbevoegdheid - 1. De volgende wijzigingen zijn mogelijk gemaakt.
Aanpassing bouwvlak
Het huidige bouwvlak kan worden aangepast in één of meerdere bouwvlakken (maximaal drie). De grens van het nieuwe bouwvlak is achter het huis de Rietjes (Wassenaarseweg 64 en 66) gelegen en mag het verlengde van de zij- en voorgevelrooilijn hiervan niet overschrijden. Zie kaart stedenbouwkundige voorwaarden Arendsdorp, beschreven in hoofdstuk 5.2.3. Op deze wijze wordt geborgd dat de situering van de toekomstige bebouwing gezien vanaf de Wassenaarseweg ten opzichte van het huis de Rietjes wordt teruggelegd. Voorts zijn er zijn ten hoogste drie afzonderlijke bouwvlakken toegestaan met een totale oppervlakte van 6500 m². Er geldt een maximaal bebouwingspercentage van 65%.
Hoogte van gebouwen
De toegestane hoogte van gebouwen bedraagt 35 meter indien sprake is van één bouwvlak. Bij twee of drie bouwvlakken geldt voor één bouwvlak gelegen langs de Wassenaarseweg een toegestane hoogte voor gebouwen van 30 meter en voor de overige één of twee bouwvlakken een toegestane hoogte van 40 meter, dit is exclusief de oppervlakte voor verbindende gebouwen, deze verbindende gebouwen mogen niet hoger zijn dan 5 meter. De toegestane bruto vloer oppervlakte bedraagt exclusief parkeervoorzieningen 28.000 m².
Parkeervoorzieningen en overige voorzieningen
Als voorwaarde is het opnemen van een (half)verdiepte en / of ondergrondse parkeervoorziening gesteld. Ondergrondse parkeervoorzieningen mogen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd mits deze binnen het bestemmingsvlak geheel onder maaiveld zijn gelegen. De bouw- en gebruiksnormen voor parkeren zoals opgenomen in artikel 25 en 26 van de planregels moeten in acht worden genomen.
Vrijstaande bijgebouwen zoals bergingen, containers, fietsenstallingen etc. zijn niet toegestaan, deze dienen in het hoofdgebouw te worden opgenomen.
Onderzoeken
Ter voorbereiding op de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is een quickscan flora - en fauna Bijlage 6 Quickscan flora en fauna Arendsdorp en een tweetal akoestisch onderzoeken Bijlage 7 Reconstructie onderzoek uitrit Arendsdorp en Bijlage 8 Geluidsbelasting onderzoek Arendsdorpuitgevoerd. Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid zal op basis van het verrichte onderzoek zoals verwoord in hoofdstuk 4.7 Groen nog nader flora en fauna onderzoek worden uitgevoerd. Bij de toepassing van de wijzigingsregels is dit als voorwaarde opgenomen. Ten aanzien van het verrichte akoestisch onderzoek zoals verwoord in hoofdstuk 4.5 Geluid dienen bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid de bepalingen uit de Wet geluidhinder (Wgh) in acht te worden genomen. Eventueel noodzakelijke aanvullende maatregelen (hogere waarden procedure voor geluid) worden bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid toegepast.
Wijzigingsbevoegdheid - 2
Binnen de kaders van wijzigingsbevoegdheid - 1 wordt de footprint van het complex verkleind inclusief het gebruik van parkeervoorzieningen op maaiveld niveau. Door een compactere inpassing van de bestemming Wonen - 3 is het mogelijk dat de gronden met deze bestemming kunnen worden terug gegeven aan het landgoed. Met deze wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om maximaal 20% van het bestemmingsvlak Wonen - 3 te wijzigen in de bestemming Water en / of Bos.
Artikel 21 Leiding - Water
Onder de Wassenaarseweg ligt een afvalwatertransportleiding. De zakelijke rechtstrook (vijf meter gerekend aan weerszijden vanaf het hart van de leiding) is door middel van een dubbelbestemming opgenomen op de plankaart. Ter bescherming van deze leiding is er binnen deze bestemming een regeling voor een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden (aanlegstelsel) opgenomen.
Artikel 22 Waarde - Archeologie
Het plan heeft met uitzondering van het Goetlijfpark (Bunkerbosje) een dubbelbestemming archeologie gekregen en staat op de plankaart vermeld als Waarde - Archeologie. Ter bescherming van deze waarde is er binnen deze bestemming een regeling voor een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden (aanlegvergunningenstelsel) opgenomen. Het betreft bouwwerkzaamheden van meer dan 50 m² en een diepte van 0,5 meter waarvoor vergunning is vereist. In deze gevallen dient vooraf advies te worden ingewonnen bij de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag. Daarnaast betreft het werken, geen bouwwerken zijnde met een totale oppervlakte van meer dan 50 m² en een diepte van meer dan 0,5 m. In deze gevallen dient, met uitzondering van die situaties die vallen onder normaal onderhoud / beheer, een aanlegvergunning te worden aangevraagd.
Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie
Het plangebied ligt binnen het Rijksbeschermd stadsgezicht Benoordenhout dat bij besluit van 29 oktober 1996 met bijbehorende waarderingskaart is aangewezen tot beschermd stadsgezicht als bedoeld in artikel 1, onder g van de Monumentenwet 1988. Het gebied is een restant van een groter landgoed. Voor het hele plangebied is de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie opgenomen waarin de bescherming van onder andere gebouwen, water en wegstructuren middels een aanlegstelsel wordt geregeld. Op de verbeelding is ter hoogte van het complex Oostduin op de bestemmingen Maatschappelijk - 2, Bos en Water de functie aanduiding "cw" cultuurhistorische waarde opgenomen. Het betreft de zichtlijn vanaf de Goetlijfstraat tot aan het theehuisje. Deze zichtlijn dient te worden behouden. In deze bestemming is een regeling opgenomen waarbij gebouwen binnen de zichtlijn worden uitgesloten.
Algemene regels
Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
Dit artikel bepaalt dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing blijft.
Artikel 25 Algemene bouwregels
De algemene bouwregels zijn bouwvoorschriften die gelden voor alle bestemmingen. In de eerste plaats wordt hierin algemeen gesteld dat bouwwerken niet buiten bestemmings- en bebouwingsgrenzen mogen worden gebouwd. Kleine overschrijdingen van deze grenzen voor stoepen, kozijnen en dergelijke zijn tot 0,2 meter wel toegestaan. Grote overschrijdingen van deze grenzen voor overstekende daken en soortgelijke delen van gebouwen zijn tot 1,2 meter ook toegestaan. Verder is algemeen voorschreven dat bouwwerken beneden peil uitsluitend zijn toegestaan binnen een bouwvlak, dat deze ondergrondse bebouwing uit niet meer dan één bouwlaag mag bestaan en is de bouw van installaties voor mobiele telecommunicatie in principe toegestaan op alle gebouwen met uitzondering van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten of gebouwen in een rijksbeschermd stadsgezicht. Afwijken van deze algemene bouwregels wordt geregeld in de algemene afwijkingsregels.
Artikel 26 Algemene gebruiksregels
In dit artikel is een algemeen gebruiksverbod opgenomen: het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming of met de regels van het plan. Er is expliciet aangegeven dat onder zulk gebruik ook wordt begrepen het gebruik als opslagplaats voor voorwerpen, stoffen en materialen die niet meer bruikbaar zijn of niet meer worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld en het gebruik als sekswinkel, seksinrichting of garagebedrijf en voor de verkoop en opslag van vuurwerk: functies die voorheen in de leefmilieuverordening werden verboden of althans gereguleerd. Als in de bestemmingsregels wonen is toegestaan, is expliciet ook het uitoefenen van een huis verbonden bedrijf en / of beroep toegestaan. In de algemene gebruiksregels is ook een regeling vervat voor het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf en/of beroep en een verbod voor het gebruik van eengezinswoningen als meergezinswoningen.
Artikel 27 Algemene afwijkingsregels
De algemene afwijkingsregels hebben in de eerste plaats betrekking op het afwijken van de algemene bouwregels: het bouwen van beneden peil gelegen ruimtes in één bouwlaag, voor zover gelegen buiten het bouwvlak en het plaatsen van installaties voor mobiele telecommunicatie op andere gebouwen. Verder is met een omgevingvergunning afwijken mogelijk voor geringe afwijkingen van maten en bestemmings- en bebouwingsgrenzen.
In de tweede plaats hebben de algemene afwijkingsregels betrekking op het met omgevingsvergunning afwijken op de algemene gebruiksregels. Het bevoegd gezag kan afwijken wanneer strikte toepassing van het algemene gebruiksverbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Als daarvoor met omgevingsvergunning wordt afgeweken, moet het andere gebruik wel aansluitend bij het gebruik conform de bestemming en mag toepassing van de afwijking niet leiden tot een bestemmingswijziging.
Artikel 28 Algemene wijzigingsregels
Wijziging Waarde - Archeologie
De op de digitale verbeelding opgenomen Waarde - Archeologie kan worden gewijzigd door de dubbelbestemming te laten vervallen op die locaties waarin door middel van aanvullend archeologisch onderzoek is aangetoond dat op betrokken locatie geen archeologische waarden meer aanwezig zijn.
Wro-zone wijzigingsgebied 1
Binnen de op de digitale verbeelding opgenomen Wro-zone wijzigingsgebied - 1 kunnen de gronden met de bestemming Bos, Water en Wonen - 3 onderling worden gewijzigd tot een maximum oppervlakte van 2100 m².
Deze wijziging is opgenomen in samenhang met de ontwikkelingen van het complex Arendsdorp. Voor een betere inpassing in het landgoed wordt onder voorwaarden een wijziging van het bestemmingsvlak toegestaan. Het is niet mogelijk om het bestemmingsvlak te wijzigen in een of meerdere afzonderlijke bestemmingsvlakken en er moet worden aangesloten op het oorspronkelijke bestemmingsvlak. De nieuwe inpassing dient vanuit stedenbouwkundig en cultuurhistorisch oogpunt wenselijk te zijn en er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing in het landgoed.
Ter voorbereiding op de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is een quickscan flora en fauna onderzoek verricht.(Bijlage 6 Quickscan flora en fauna Arendsdorp). Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid zal op basis van het verrichte onderzoek, zoals verwoord in hoofdstuk 4.7 Groen, nog nader onderzoek moeten worden uitgevoerd. In de wijzigingsregels is dit als voorwaarde opgenomen.
Overgangs- en slotregels
Artikel 29 Overgangsrecht
De overgangsregels hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden - dat wil zeggen waarvoor omgevingsvergunning is verleend of nog te verlenen is - en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.
Artikel 30 Slotregel
Dit artikel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan moeten worden aangehaald: 'Regels bestemmingsplan Oostduin - Arendsdorp'.