Plan: | Oostduin - Arendsdorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA |
De regels en de digitale verbeelding van het plan vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingplan. De toelichting is niet juridisch bindend, maar kan wel dienen als toetsingskader, bijvoorbeeld bij een verzoek tot het verlenen van een omgevingsvergunning of het toestaan van een afwijking van het bestemmingsplan. De toelichting is namelijk niet alleen een motivering en onderbouwing van wat in de regels en op de verbeelding is vastgelegd, maar ook een beschrijving van wat het gemeentebestuur als de meest gewenste ontwikkeling van het plangebied voor ogen staat.
Een belangrijk onderdeel van Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormt de digitaliseringsverplichting. De Wro bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar moet zijn. Dit heeft onder meer geleid tot de introductie van twee nieuwe begrippen: 'analoge verbeelding' en 'digitale verbeelding'. Onder analoge verbeelding wordt verstaan: alle te verbeelden informatie van een ruimtelijk plan op papier. De term analoge verbeelding is dus een synoniem voor de tot nu toe altijd gebruikte term plankaart.
De 'digitale verbeelding' is een interactieve raadpleegomgeving via het internet (www.ruimtelijkeplannen.nl) die de gehele inhoud van het bestemmingsplan ontsluit overeenkomstig de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008). Door een muisklik op een bepaalde plek verschijnen de bijbehorende regels voor die plek in beeld. Onder de term digitale verbeelding wordt dan ook niet alleen het ruimtelijk beeld, maar ook de daarbij behorende juridische informatie (regels) verstaan. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden is de digitale verbeelding beslissend.
Op de bij het onderhavige bestemmingsplan behorende verbeelding zijn alle noodzakelijke en op grond van het Besluit ruimtelijke ordening vereiste gegevens ingetekend. Er is daarbij onderscheid gemaakt in bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Elk stuk grond van het plangebied heeft een bestemming. Deze wordt zichtbaar gemaakt door middel van een kleur, op de analoge verbeelding al dan niet in combinatie met een letter, ter aanduiding van de bestemming en een getal dat de maximale toegestane (goot- en nok)hoogte en/of bebouwingspercentage aangeeft. Daardoor is het mogelijk om te zien welke bestemmingen zijn gegeven aan de gronden en opstallen binnen het plangebied. Elke op de verbeelding ingetekende bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze gronden binnen de desbetreffende bestemming gebruikt mogen worden. Daarbij wordt onder meer verwezen naar aanduidingen op de plankaart. Aanduidingen geven dientengevolge, in samenhang met de regels, duidelijkheid over wat binnen een bestemmingsvlak al dan niet is toegestaan.
Op de digitale en analoge verbeelding van de plankaart zijn bouwhoogten aangegeven. Gekoppeld aan bouwvlakken is een maatvoering voor (goot- en nok)hoogte, afgerond in meters en conform SVBP 2008, bijlage 9, opgenomen. De waarde op de plankaart geeft de maximaal toegelaten (goot- en nok)hoogte van een gebouw aan. Daarnaast wordt ook in de bouwregels van het bestemmingsplan een en ander bepaald over bouwhoogten.
Bij het bepalen van de daadwerkelijke hoogte van gebouwen is gebruik gemaakt van stereokartering met behulp van luchtfoto's. De maximaal toegelaten bouwhoogte kan afwijken van de daadwerkelijke hoogte van een gebouw: aan het vaststellen van een maximale bouwhoogte liggen stedenbouwkundige overwegingen ten grondslag.
Voorts wordt de opzet van het bestemmingsplan ingegeven door de relevante beleidskaders en omgevingsfactoren. In onderstaande tabellen (beslissingstabel) is aangegeven op welke onderdelen de in dit bestemmingsplan beschreven beleidskaders en omgevingsfactoren hun vertaling hebben gevonden in het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Deze paragraaf vormt dan ook als het ware de schakel tussen de toelichting van het bestemmingsplan en de daarbij behorende regels en plankaart. Voor het gedeelte waarin geen ontwikkelingen zijn beoogd zal op grond van het Rijksbeschermd Stadsgezicht sprake zijn van een conserverende bestemminglegging waarin de bestaande situatie in stand zal worden gehouden. De bestaande ruimtelijke structuur van het plangebied is over het algemeen goed: de openbare ruimte, de ruimtelijke samenhang en differentiatie, de relatie tussen openbaar en privé-gebied, de bouwkundige staat van woningen en voorzieningen en de kwaliteit van de architectuur. Het plan is in hoofdzaak een bestemmingsplan waarin de karakteristieke waarden van de wijk op het gebied van beeld, landschap, bebouwing en functies worden behouden. Er is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de landschappelijke inpassing (gelet op de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten) van het plan enerzijds en de woonwensen en gebruiksvrijheden van de bewoners en gebruikers anderzijds. Het bestemmingsplan biedt hiervoor de planologisch-juridische basis voor handhaving van de ruimtelijke situatie zoals die nu is, voor het beheer ervan voor in de toekomst en het mogelijk maken van de hierboven beschreven nieuwe ontwikkelingen.
Aan de hand van de in hoofdstuk 2 beschreven bestaande situatie worden de bestemmingen afgewogen. Daarin worden de in hoofdstuk 1 beschreven doelen van het bestemmingsplan inclusief het beleid uit hoofdstuk 3 en uit hoofdstuk 4 voortvloeiende milieukwaliteitseisen als leidraad of als toetsingskader gehanteerd.
Beleidskader |
Vertaling in het bestemmingsplan |
Ruimtelijk beleid | |
Provinciale Structuurvisie
Op grond van de kwaliteits- en functiekaart is het landgoed benoemd als Stedelijk groen. Dit maakt onderdeel uit van de Zuidvleugelgroenstructuur en heeft als hoofdfunctie recreatie. Het Goetlijfpark (Bunkerbosje) is aangeduid als "Stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer. |
Het (extensief) recreatieve gebruik (wandelen en fietsen) van het landgoed wordt opgenomen in de bestemmingen Groen - Park (G-PA) en Bos (BO). Binnen deze bestemmingen is tevens de structuur van wandel- en fietspaden beschermd middels een aanlegstelsel. |
Verordening Ruimte
Voor het landgoedbiotoop Oostduin en Arendsdorp is 'Artikel 14 Landgoedbiotoop' van toepassing. Dit artikel stelt dat bestemmingsplannen die nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken binnen de aangewezen landgoedbiotopen, moeten aangeven op welke manier de waarden van de landgoedbiotoop worden beschermd, verbeterd en versterkt. |
De in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen betreffen herontwikkeling van bestaande bebouwing. Uitgangspunten bij de nieuwbouw zijn een kleinere footprint en parkeren onder de bebouwing in plaats op het maaiveld. Hierdoor wordt de kwaliteit van het landgoed verbeterd. De zichtlijn richting de theekoepel is beschermd middels een van bebouwing vrijgewaarde zone met functieaanduiding cultuurhistorische waarde. |
Regionaal structuurplan Haaglanden 2020
Voor het plangebied Oostduin-Arendsdorp zijn twee prioriteiten van belang. Ten eerste het verrijken van het leisure- en (top)sportaanbod voor toeristen en recreanten en daarnaast het versterken, verbinden en ontsluiten van groene landschappen. |
In onderhavig bestemmingsplan wordt voldoende rekening gehouden met de recreatieve en natuurwaarde van het landgoed. Zie hierboven onder 'Provinciale Structuurvisie' en 'Verordening Ruimte'. |
Structuurvisie Den Haag 2020
In de ambitie “Den Haag als wereldstad aan zee” past het streven naar het creëren van een stedelijker beeld langs doorgaande wegen. De vaak ruim bemeten brede verkeersprofielen met flankerende bebouwing bieden een kans om de doorgaande hoofdverkeersaders te profileren als de dragers van de stedenbouwkundige hoofdstructuur van Den Haag. Bovendien biedt schaalvergroting en het toestaan van een grotere bouwhoogte langs doorgaande wegen en groen een essentiële bijdrage aan de verdichtingsopgave waarvoor de stad zich gesteld ziet. |
De langs de Wassenaarseweg gelegen bebouwing (serviceflat en kantoorgebouw) is op dit moment al hoger dan vijf bouwlagen. De rest van het plangebied langs de Wassenaarseweg betreft bos (landgoed Oostduin-Arendsdorp). Hier wordt vanuit cultuurhistorisch oogpunt geen verdere bebouwing mogelijk gemaakt. |
Toekomst- en beheervisie Oostduin-Arendsdorp
Voor het plangebied is een toekomst- en beheervisie vastgesteld waarmee upgrading van de aanwezige landgoederen en het Goetlijfpark (Bunkerbosje) wordt beoogd. |
Om uitvoering van de vastgestelde beheervisie Oostduin-Arendsdorp bestemmingsplantechnisch mogelijk te maken worden Groen - Park en Bos, Water en infrastructurele voorzieningen (bijv. bruggen) over water in het bestemmingsplan opgenomen. Voorts wordt een aanlegstelsel opgenomen. |
Dakopbouwen | De woonbebouwing langs de Oostduinlaan en langs de van Hogenhoucklaan en Floris Grijpstaat bestaat hoofdzakelijk uit bebouwing met kappen / kapverdiepingen. Op deze panden worden geen dakopbouwen toegestaan. |
Cultuurhistorie en monumenten | |
Rijks- en gemeentelijke monumenten
Voor wijzigingen, waaronder verbouwingen en onderhoud aan zowel rijks- als gemeentelijke monumenten is een vergunning ingevolge artikel 11 van de Monumentenwet 1988 of artikel 9 van de Monumentenverordening Den Haag vereist. In het plangebied is een aantal (Rijks-) monumenten gelegen. |
De aanwezige monumenten worden opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan, maar worden niet apart aangeduid in de plankaart en regels. Op de digitale verbeelding (plankaart) is middels de bestemming tuin en voorts in bijbehorende regels van de bestemming tuin (T) en wonen (W-2) beperkingen gesteld aan het oprichten van aan- en uitbouwen. |
Aanwijzing beschermd stadsgezicht
De wijk Benoordenhout, met daarin gelegen het plangebied van Oostduin-Arendsdorp is bij besluit van 29 oktober 1996 met bijbehorende waarderingskaart aangewezen tot beschermd stadsgezicht als bedoeld in artikel 1, onder g van de Monumentenwet 1988. De waarderingskaart behorende bij het aanwijzingsbesluit van het rijksbeschermde stadsgezicht Benoordenhout geeft aan dat grote delen van het bestemmingsplangebied belangrijke duin- en belangrijke waterstructuren zijn. |
In het bestemmingsplan Oostduin-Arendsdorp zal op de digitale verbeelding (plankaart) voor het hele plangebied de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie' worden opgenomen en regels waarin een aanlegstelsel is opgenomen. Tevens zijn de belangrijkste waterlopen als zodanig (W) op de digitale verbeelding (plankaart) opgenomen. Zie verder 'Verordening Ruimte'. |
Verkeer | |
Voor de ontwikkelingen Arendsdorp is een aangepaste ontsluiting wenselijk aan de Wassenaarseweg. | In de bestemmingen hoofdverkeersweg (V-HO), water en bos zal in de planregels de mogelijkheid worden opgenomen voor een (alternatieve) ontsluiting ten behoeve van de ontwikkeling Arendsdorp. |
Auto
Het Verkeersbeleid hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfsstraten). Verblijfsgebied tenslotte is openbare ruimte waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie. |
De rangorde die in het beleid is verwoord is bij de aanwijzing van de bestemmingen gehanteerd. De Wassenaarseweg is bestemd als Verkeer - hoofdverkeersweg (V-HO), de Oostduinlaan, de Ruychrocklaan en de Van Hogenhoucklaan hebben de bestemming "Straat" (V-STT). Het Goetlijfpad is bestemd als Verkeer - Verblijfsgebied (V-VG) en de overige wegen hebben de bestemming Verblijfsstraat (V-VS). |
Openbaar vervoer
Het beleid streeft naar een stelsel van verbindende en ontsluitende openbaar vervoerlijnen. |
Het in de bestemming Verkeer-Straat (V-STT) en Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) opgenomen bestaande wegennet biedt de mogelijkheid om voorzieningen voor het openbaar vervoer aan te leggen. |
Fiets
Het beleid streeft naar een hoofdroutenetwerk voor de fiets. |
Binnen de bestemmingen Verkeer - hoofdverkeersweg (V-HO) en Verkeer - Straat (V-STT), Verkeer - Verblijfsstraat (V-VS), Verkeer - Verblijfsgebied (V-VG) alsmede Bos (BO) en Groen - Park (G-PA) worden fietsvoorzieningen zoals fietspaden mogelijk gemaakt. |
Parkeren
Het beleid gaat uit van het stellen van parkeereisen |
In bijlage 1 zijn de parkeernormen opgenomen. Deze bijlage dient te worden gehanteerd bij de (toepassing / beoordeling aan) algemene bouwregels (afmetingen) en het gebruik. |
Wonen | |
Woonvisie Den Haag 2009-2020
Er wordt in de visie ingezet op meer gevarieerde en toegespitste woonwensen. Den Haag blijft dan ook bouwen voor de huishoudens met lage inkomens maar zal daarnaast inzetten op het bouwen voor mensen met meer bestedingsruimte. Het plangebied omvat meerdere woningen; woningen met een monumentale status, vrijliggende (of twee-onder-een-kap) eengezinswoningen en servicewoningen in complex Arendsdorp. Het betreft met name particulier eigendom. |
De binnen het plangebied gelegen woningen met een monumentale status zijn op de digitale verbeelding opgenomen met een W-2 bestemming. Aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen zijn onder de W-2 bestemming uitgesloten. Serviceflat Arendsdorp heeft een W-3 bestemming gekregen, passend bij de senioren doelgroep. Ook hier is een aangepaste aan- en bijgebouwen regeling opgenomen waaronder enkel vrijstaande bijgebouwen zijn toegestaan. De overige woningen hebben de W-1 bestemming gekregen met aan- en bijgebouwen regeling. Voor de serviceflat Arendsdorp zal een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen die voorziet in een eventuele toekomstige wijziging van onder andere bouwmassa en footprint (zie hoofdstuk 5). De bestemming Wonen zal hierbij echter gehandhaafd blijven. |
Hennepkwekerijen en drugsdealpanden
Het belang van de leefbaarheid maakt het noodzakelijk om in het bestemmingsplan de uitsluiting van, hennepkwekerijen en drugsdealpanden op te nemen. Dit was tot nu toe in een leefmilieuverordening geregeld. |
De opiumwet verbiedt de vestiging van hennepkwekerijen en drugsdealpanden, zodat in het plan van de uitsluiting daarvan is afgezien. |
Economie | |
Bedrijven
In het plangebied is één bedrijf aanwezig. Het betreft hier een tankstation zonder LPG verkoop. |
Het bedrijf zal conform de huidige situatie op de digitale verbeelding en planregels worden opgenomen met de bestemming "Bedrijf". Op grond van de handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk uitgegeven door de VNG, editie 2009, is een benzine servicebedrijf zonder lpg ingedeeld in milieu categorie twee (richtafstand 30 meter). |
Kantoren
Het plangebied behoort niet tot een kantorenconcentratiegebied. Wel zijn er in het plangebied twee kantoorgebouwen aanwezig. |
De twee in het plangebied aanwezige kantoorcomplexen zijn conform de huidige situatie op de digitale verbeelding en planregels worden opgenomen met de bestemming “Kantoor-1” . Het kleine kantoor in het theehuis heeft de bestemming "Kantoor-2" gekregen. |
Welzijn en maatschappelijke zorg | |
Kinderopvang
Sinds de invoering van de Wet Kinderopvang in juni 2005 zijn de sturingsmogelijkheden van de gemeente ten aanzien van de spreiding en huisvesting van de kinderopvang beperkt. In het complex Oostduin is reeds een kinderdagverblijf aanwezig. |
Kinderopvang is in de regels onder de bestemming Maatschappelijk (M) mogelijk gemaakt. Het gebruik in vierkante meters wordt gelimiteerd (maximaal 150 m²) om zo aan te sluiten bij de bestaande kinderopvangvoorziening. |
Maatschappelijke voorzieningen
In het plangebied is ten tijde van het opstellen van dit plan het verzorgingshuis Oostduin (Goetlijfstraat) aanwezig. Voor dit complex zijn plannen voor sloop/ nieuwbouw. |
Het verzorgingshuis Oostduin, waarbij sprake is van een zorgindicatie, valt onder de bestemming "Maatschappelijk-2" evenals het in het pand aanwezige kinderdagverblijf. De plannen voor sloop/nieuwbouw zijn niet te voorzien binnen de planperiode. Voor het verzorgingshuis zal geen wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen die zowel betrekking heeft op de bestemmingsomschrijving als wel de bouwmogelijkheden. De in het plangebied gelegen scouting heeft de bestemming "Maatschappelijk-1" gekregen. |
Levensovertuiging
In het plangebied is ten tijde van het opstellen van dit plan een moskee aanwezig (Oostduinlaan). Er zijn geen plannen bekent over eventuele uitbreiding. |
De Moskee is in onderhavig bestemmingsplan positief bestemd met de bestemming Maatschappelijk-3 (Religie). |
Openbare ruimte | |
Kunst in de openbare ruimte
In het plangebied Oostduin-Arendsdorp zijn geen culturele voorzieningen of plannen voor culturele voorzieningen aanwezig. Wel moet kunst in de openbare ruimte mogelijk zijn. |
De mogelijkheid voor kunst(werken) zijn onder de bestemming “Bos” en “Groen - Park” mogelijk gemaakt. |
Spelen
Conform de richtlijn van de gemeente Den Haag moet bij nieuwe uitleglocaties en herstructureringsprojecten 3% van de oppervlakte voor wonen voor speelruimte worden ingericht. Binnen het plangebied is één speelvoorziening aanwezig. |
De aanwezige speellocatie in het landgoed wordt in de planregels positief bestemd. Binnen de bestemming Bos (BO) en Groen - Park (G-PA) zijn speelvoorzieningen opgenomen. |
Gebiedsgericht milieubeleid | |
Op basis van het gebiedsgerichte milieubeleid is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van een zelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd: wonen, werken, gemengd wonen, gemengd werken, infrastructuur en tot slot groene hoofdstructuur en water. | De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied hebben alleen betrekking op het gebied behorende bij het gebiedstype "Gemengd werken". Voor het plangebied Oostduin - Arendsdorp geldt het ambititieniveau "Gemengd werken". |
Externe veiligheid | |
Buisleidingen
Het plangebied ligt buiten de inventarisatieafstand van de meest nabijgelegen aardgastransport- leiding. |
Het groepsrisico hoeft daardoor niet te worden berekend/verantwoord. |
Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg
Het plangebied ligt niet binnen 200 m van een snelweg of andere delen van de Route gevaarlijke stoffen zoals deze bij besluit van 25 maart 2004 door de gemeenteraad is vastgesteld. |
Een nader onderzoek naar het groepsrisico, op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, is niet noodzakelijk. |
Vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor
Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van de spoorlijn Delft-Leiden. Over dit baanvak vindt bovendien geen regulier vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. |
Een nader onderzoek naar het groepsrisico, op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, is niet noodzakelijk. |
Bevi-inrichtingen
In of nabij het plangebied zijn twee aardgasregel- en meetstations aanwezig. De afstanden tot de meest dichtbij gelegen te ontwikkelen kwetsbare objecten bedraagt 95 respectievelijk 130 meter. Volgens de Provinciale Risicokaart is sprake van een veiligheidscontour van 25 m. Opslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen en installaties van LPG-tankstations liggen op meer dan 150 m (invloedsgebied) vanaf de grens van het plangebied. |
Een nader onderzoek naar het groepsrisico als gevolg van stationaire risicobronnen is niet vereist. |
Detailhandel vuurwerk
Het belang van de leefbaarheid maakt het noodzakelijk om in het bestemmingsplan de opslag en verkoop van vuurwerk te reguleren. Er zijn binnen het plangebied geen vuurwerk verkooppunten aanwezig. |
Aangezien in het plangebied tevens geen (zelfstandige) detailhandelfuncties zijn opgenomen is het ook niet noodzakelijk om een (ontheffings) regeling op te nemen voor eventuele toekomstige vuurwerk verkooppunten. |
Geluid | |
Zie toelichting in paragraaf 4.5. | Voor de ontwikkeling Arendsdorp zijn twee akoestische onderzoeken uitgevoerd. [geluidsbelastingonderzoek project Arendsdorp] en [reconstructieonderzoek uitrit Arendsdorp] |
Luchtkwaliteit | |
Zie toelichting in paragraaf 4.6. | Het bestemmingsplan voldoet aan de eisen uit de Wet Milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). |
Groen (flora en fauna) | |
"Groen kleurt de stad", Beleidsplan voor het Haagse groen 2005-2015
Het bestemmingsplangebied beslaat de landgoederen Oostduin en Arenddorp die deel uitmaken van de Groene Hoofdstructuur. Met de aanwezige oude bomen en boomgroepen, de bijzondere stinzenflora, de zichtlijnen en 18e eeuwse bebouwing zijn de landgoederen van belang voor natuur en cultuurhistorie. Door de aanwezigheid van nieuwe bebouwing en een toename van recreatie zijn deze waarden wel onder druk komen te staan. Voor het plangebied zijn geen ambities voor versterking opgenomen. |
Het groen van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur zal in de planbeschrijving als zodanige worden beschreven en in de plankaart en regels de bestemming “Bos” en “Groen - Park” krijgen, met hieraan gerelateerde functies en gebruiksmogelijkheden één en ander met binnen de bestemming passende bebouwing, waaronder bruggen, ecoverbindingen, fonteinen, straatmeubilair, kunstwerken door kunstenaars, kunstwerken (duikers etc.), wandel-, fiets- en ruiterpaden, alsmede recreatieve (speel-) en educatieve voorzieningen. Voor beide bestemmingen is een aanlegstelsel opgenomen. |
Nota Stedelijke Ecologische Verbindingszones 2008-2018
Het landgoed Oostduin en Arendsdorp is een van de grote groengebieden die fungeren als stapsteen in de noord-zuidverbinding tussen het veenweidegebied ten noorden van Den Haag en het Westduinpark in het zuidwesten. Enkele ecologische verbindingszones en bomenlanen van de Houtzone sluiten aan op de landgoederen. De watergangen in het bestemmingsplangebied maken deel uit van de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur. |
Zie boven. Daarnaast zijn de belangrijkste watergangen in het gebied op de plankaart met de bestemming “Water” aangegeven met hierin een bestemmingomschrijving voor het instandhouden en het versterken van de aanwezige ecologische verbindingen. |
Bomenverordening 2005
In het bestemmingsplangebied staan 75 monumentale bomen op particuliere gronden (zie paragraaf 4.7). |
Monumentale bomen en beeldbepalende boom worden benoemd in de toelichting van het bestemmingsplan Oostduin-Arendsdorp, met een verwijzing naar de lijst monumentale en beeldbepalende bomen in de gemeente Den Haag. |
Boswet
De landgoederen Oostduin en Arendsdorp in het bestemmingsplangebied bestaan feitelijk voor circa 50% uit bos en struweel. De Boswet bepaalt dat het areaal bos per locatie niet mag afnemen. Er geldt een meldings- en herplantplicht, behalve bij dunningen. De Boswet is niet van toepassing als gronden, vastgelegd in een goedgekeurd bestemmingsplan, geen bosbestemming hebben. De landgoederen Oostduin en Arendsdorp vallen onder de werking van de Boswet. |
Op de digitale verbeelding (plankaart) is voor het landgoed (exclusief het Goetlijfpark/Bunkerbosje) de bestemming “Bos” opgenomen. In de bijbehorende regels van deze bestemming is een aanlegstelsel opgenomen ter bescherming en behoud van het aanwezige bos. |
Flora en Fauna In het bestemmingsplangebied kunnen verschillende licht beschermde soorten worden verwacht, zoals de egel. Voor licht beschermde soorten is bij ruimtelijke ingrepen een automatische ontheffing ingevolge de Flora- en faunawet van toepassing. Van de middelste beschermingscategorie is bekend dat Daslook voorkomt in het bestemmingsplangebied. ongvaren (eveneens middelste beschermingscategorie) komt nabij het bestemmingsplangebied voor. Daarnaast zijn ook Klein bronkruid en Italiaanse aronskelk in het plangebied aanwezig. Deze soorten hebben geen beschermingsstatus, maar zijn wel bijzonder in het bestemmingsplangebied. Vanwege het bosrijke karakter van de landgoederen zijn ook de Eekhoorn, vleermuizen, andere kleine zoogdierachtigen en mogelijk ook amfibieën in het bestemmingsplangebied te verwachten. Wanneer in het bestemmingsplangebied ruimtelijke ingrepen plaats zullen vinden, dient vooraf een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd te worden. |
Voor de planontwikkelingen Arendsdorp is een quickscan flora en fauna onderzoek uitgevoerd welke onderdeel uitmaakt van de toelichting van het bestemmingsplan. In de quickscan worden aanbevelingen gedaan voor mitigerende maatregelen en vervolgonderzoek. De planontwikkeling Arendsdorp is door middel van een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in de planregels. In betreffende wijzigingsregels is als voorwaarde opgenomen dat er geen onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna mag plaats vinden. |
Water | |
Veiligheid en Waterkeringen | In het plangebied bevinden zich geen primaire waterkeringen. |
Waterkwaliteit en Ecologie | In het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen. |
Afvalwatertransportleiding | De ligging van de afvalwatertransportleiding wordt middels een dubbelbestemming (zone van vijf meter weerszijden, gerekend vanaf het hart van de leiding) op de plankaart bestemd en via een aanlegstelsel beschermd in de planregels. |
Waterkwantiteit | Het plangebied is gelegen in het boezemgebied. Voor het boezemgebied geldt geen wateropgave. |
Bodem | |
Op één locatie, Goetlijfstraat 3 tot en met 7, is gebleken dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume). Het betreft een verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten waarvan de sanering urgent is. Er dient uiterlijk 8 januari 2013 te worden gestart met de sanering. |
Niet alle verdachte deellocaties in het plangebied zijn voldoende onderzocht. Voor die delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. Naast het feit dat nog niet overal binnen het plangebied bodemonderzoek heeft plaatsgevonden, zijn er ook locaties waar het uitgevoerde bodemonderzoek sterk verouderd is (ouder dan vijf jaar). Indien voor deze locaties bouwplannen/herinrichtingsplannen zijn zullen de bodemonderzoeken geactualiseerd moeten worden. Genoemde locatie is (deels) gelegen in het voorgestelde ontwikkelingsgebied Oostduin. Bij een toekomstig initiatief zal bij de (her) ontwikkeling Oostduin uit onderzoek moeten blijken dat de kwaliteit van de bodem op de bouwlocatie geschikt is voor het bedoelde gebruik van die locatie; |
Archeologie | |
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg legt de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen bij wijziging van bestaande bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden (zie paragraaf 4.10). Het bestemmingsplan moet een juridische regeling bevatten die voldoende bescherming biedt tegen werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden. De archeologische waardevolle gebieden zijn geïnventariseerd (zie paragraaf 2.3.6). Op het noordelijk deel van het plangebied (deel tussen het Goetlijfpad en de Ruychrocklaan) na, heeft het hele plangebied een hoge archeologische verwachting. |
Een dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" wordt met uitzondering van het Goetlijfpark (Bunkerbosje) opgenomen op de digitale verbeelding (plankaart) en regels waarin een melding en aanleg regeling wordt opgenomen. Deze dubbelbestemming is gericht op behoud en bescherming van de te verwachte archeologische waarden. Voor het bouwen van bouwwerken met grondroering met een totaal oppervlakte vanaf 50 m² en bij een diepte van meer dan 0,5 meter dient vooraf schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de afdeling archeologie; voor werkzaamheden geen bouwwerken zijnde, die de grond roeren wordt een aanlegstelsel opgenomen. |