direct naar inhoud van 4.1 Inleiding
Plan: Laakwijk-Schipperskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0157FLaakwijk-50VA

4.1 Inleiding

4.1.1 Tien voor milieu

Op 2 juni 2006 heeft de gemeenteraad van Den Haag de nota 'Tien voor milieu; Contourennota voor milieubeleid 2006-2010' vastgesteld. De nota is het richtinggevend document voor de hoofdlijnen van milieubeleid van de gemeente Den Haag in de periode 2006-2010.

In deze contourennota zijn ambities vastgesteld voor de speerpunten lucht, klimaat, water en geluid en voor de aandachtspunten vergunningverlening en handhaving, externe veiligheid, afval, binnenmilieu, bodem en sturing. De nota onderstreept de ambitie om Den Haag te ontwikkelen tot een duurzame wereldstad aan zee. Het gebiedsgericht milieubeleid is daarbij hét instrument om de milieubelangen in te brengen in de dynamiek van de ruimtelijke ontwikkeling.

4.1.2 Handreiking Gebiedsgericht Milieubeleid

Een belangrijk instrument bij samenwerking tussen ruimtelijke ordening en milieu is de Handleiding Gebiedsgericht Milieubeleid (2005) dat werd geïntroduceerd in het Milieubeleidsplan Den Haag 2001-2006 welk plan door bovengenoemde contourennota is opgevolgd. Het gebiedsgericht milieubeleid maakt het mogelijk om de milieuambities af te stemmen op de specifieke functies, kenmerken en mogelijkheden van een gebied waardoor de kwaliteiten van dat gebied verbeterd of beter beschermd kunnen worden.

Er is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van eenzelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Per gebiedstype is de gewenste milieukwaliteit vastgesteld. De gebiedspecifieke kenmerken en mogelijkheden bepalen de toekenning van de ambitie per milieudoel: geluid, lucht, bodem, afval, water, ecologie en groen, energie, mobiliteit, externe veiligheid en binnenmilieu. Met het vaststellen van milieuambities per gebiedstype wordt richting gegeven aan de kwaliteit die de verschillende onderdelen van het milieu op een bepaald tijdstip moeten hebben. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd: wonen, werken, gemengde gebieden met accent op wonen ('gemengd wonen'), gemengde gebieden met accent op werken ('gemengd werken'), verkeersinfrastructuur en groene hoofdstructuur en water.

Laakkwartier-Centraal en Laakkwartier-Noord behoren tot het gebiedstype Wonen: de hoofdfunctie is wonen al dan niet in verschillende vormen (hoogbouw, laagbouw, ruim opgezet of juist dicht op elkaar); het gaat om een min of meer monofunctioneel gebied met voorzieningen ten bate van het gebied zelf. Schipperskwartier en Laakoever behoren tot het gebiedstype Gemengd wonen: de belangrijkste functie is wonen en de voorzieningen in het gebied staan in beginsel ten dienste van het gebied zelf. Daarnaast zijn er bedrijven aanwezig die zich met hun activiteiten op de rest van de stad richten.

Het gebiedsgericht milieubeleid maakt onderscheid tussen drie verschillende ambitieniveaus:

  • a. Milieu Basis: ambities die aansluiten bij de bestaande wet- en regelgeving en het bestaande gemeentelijk beleid.
  • b. Milieu Extra: ambities die een stuk verder gaan dan het wettelijke minimum.
  • c. Milieu Maximaal: de maximaal haalbare ambitie voor een thema.

De ambities die voor het gebiedstypen Wonen en Gemengd Wonen van belang zijn, worden in paragraaf 4.1.3 genoemd. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied zijn de hieronder genoemde milieuambities richtinggevend:

Thema   Ambitie
Gebiedstype Wonen  
Ambitie
Gebiedstype Gemengd Wonen  
Bodem   Extra   Extra  
Externe veiligheid   Maximaal   Maximaal  
Geluid   Maximaal   Extra  
Lucht   Maximaal   Extra  
Mobiliteit   Extra   Extra  
Schoon   Extra   Extra  
Water   'Water dat siert'   'Water dat siert'  
Natuur   Extra   Basis  
Klimaat   Maximaal   Maximaal  
4.1.3 Duurzaamheidsparagraaf

De duurzaamheidsparagraaf is van toepassing op alle Haagse raadsvoorstellen en collegebesluiten op het gebied van ruimtelijke ordening, openbare ruimte, water en riolering, verkeer, groen en recreatie, bouwen en wonen. De duurzaamheidsparagraaf is gekoppeld aan het Gebiedsgericht Milieubeleid. In deze duurzaamheidsparagraaf is aangegeven wat voor dit gebiedstype het ambitieniveau bij de onderscheiden milieuthema's is en welke maatregelen zullen worden genomen om de verschillende ambities zo goed mogelijk te bereiken. Voor Laakwijk-Schipperskwartier zijn (de ambitieniveaus van) het gebiedstype Wonen en Gemengd Wonen van toepassing (paragraaf 4.1.2). Bij de planontwikkeling wordt rekening gehouden met de realisatie van deze ambities. Bij de vraag of ambities worden gerealiseerd en welke maatregelen worden genomen, wordt bekeken in hoeverre dit beheerbestemmingsplan aan de ambities tegemoet kan komen. Maatregelen in het kader van dit bestemmingsplan zijn cursief geschreven.

Laakkwartier-Noord en Laakkwartier-Centrum (Gebiedstype Wonen)

Thema   Ambitie   Gerealiseerd?   Maatregelen  
Bodem   Extra   Ja   Sanering vindt plaats op één niveau hoger dan noodzakelijk;
Bij herontwikkeling worden te treffen maatregelen afgewogen tegen de beoogde functie. Zie paragraaf 4.3  
Externe veiligheid   Maximaal   Ja. Er is in de bestaande situatie noch ten aanzien van de vier ontwikkelingen in dit deel van het plangebied een persoongebonden of groepsrisico.   Zie paragraaf 4.4  
Geluid   Maximaal   Gedeeltelijk. De algemene beschrijving gaat uit van een 'rustige tot stille' situatie. Met uitzondering van een geringe overschrijding bij het bouwplan Capadosestraat voldoet het plan aan de wettelijke eisen. Wel is er een relatief hoge geluidbelasting langs de onder meer de Cylinderstraat en de Noordpolderkade.   Op termijn wegdek wijzigen van klinkers naar geluidsarme klinkers. Beperking van autoverkeer door de wijk door 'knippen in wegen', tegengaan van sluipverkeer, doodlopende woonwegen. Benoemen verblijfsgebieden. Zie paragraaf 4.6  
Lucht   Maximaal   Ja. De ontwikkelingen hebben ten opzichte van de autonome ontwikkeling op de meeste plaatsen een minimale invloed op de luchtkwaliteit ter plekke.   Beperking uitstoot per voertuig, roetfilters, venstertijden voor zwaar verkeer. Zie paragraaf 4.5  
Mobiliteit   Extra   Ja   Bescherming doorgaande fietsroute langs de Laak. Parkeren op eigen terrein in nieuwe ontwikkelingen. Handhaven bestaande parkeercapaciteit. Zie paragraaf 3.5  
Schoon   Extra   Ja   Plaatsen van afvalbakken, voldoende ruimte voor veegwagens, veegbeleid, communicatie. Zie paragraaf 3.2  
Water   'Water dat siert'   Ja   Waterberging onder sportvelden;
Standaard natuurvriendelijke oevers, primair geschikt voor waterberging. Zie paragraaf 3.9  
Natuur   Extra   Ja   Groen als functie opgenomen in het bestemmingsplan. Recreatief groen als Cultuur en ontspannning bestemd. Groen en water is meestal als medebestemming mogelijk. Zie paragraaf 3.10  
Klimaat   Maximaal   Ja   Zie paragraaf 4.2  

Schipperskwartier en Laakoever (Gebiedstype Gemengd wonen)

Thema   Ambitie   Gerealiseerd?   Maatregelen  
Bodem   Extra   Ja   Sanering vindt plaats op één niveau hoger dan noodzakelijk;
Bij herontwikkeling worden te treffen maatregelen afgewogen tegen de beoogde functie. Zie paragraaf 4.3  
Externe veiligheid   Maximaal   Nee. Bij de ontwikkeling van het bouwplan Neherkade / Slachthuislaan wordt de oriënterende waarde van het groepsrisico vanwege het LPG-tankstation aan de Neherkade overschreden.   Hittewerende coating voor LPG-tankauto's conform Convenant LPG-autogas. Gunstige vluchtroutes uit de bebouwing. Zie paragraaf 4.4  
Geluid   Extra   Gedeeltelijk. De algemene beschrijving gaat uit van een 'rumoerige tot stille' situatie.   Realisatie d'ove gevel' bij het bouwplan Neherkade / Slachthuislaan. Geluidreducerend asfalt bij het bouwplan Neherkade / Gemaalstraat. Zie paragraaf 4.6  
Lucht   Extra   Gedeeltelijk. Er is een kleine overschrijding van de grenswaarde voor stikstofdioxide aan de Neherkade maar deze blijft binnen de wettelijke normen.   Beperking uitstoot per voertuig, roetfilters, venstertijden voor zwaar verkeer. Zie paragraaf 4.5  
Mobiliteit   Extra   Ja   Bescherming doorgaande fietsroute langs de Laak. Parkeren op eigen terrein in nieuwe ontwikkelingen. Handhaven bestaande parkeercapaciteit. Zie paragraaf 3.5  
Schoon   Extra   Ja   Plaatsen van afvalbakken, voldoende ruimte voor veegwagens, veegbeleid, communicatie. Zie paragraaf 3.2  
Water   'Water dat siert'   Ja   Waterberging onder sportvelden;
Standaard natuurvriendelijke oevers, primair geschikt voor waterberging. Zie paragraaf 3.9  
Natuur   Basis   Ja   Groen als functie opgenomen in het bestemmingsplan. Recreatief groen als Cultuur en ontspannning bestemd. Groen en water is meestal als medebestemming mogelijk. Zie paragraaf 3.10  
Klimaat   Maximaal   Ja   Zie paragraaf 4.2