direct naar inhoud van 7.4 Bestemmingsregeling
Plan: Poelenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3767BP-0301

7.4 Bestemmingsregeling

7.4.1 Inleiding

De bestemmingen zijn geregeld in de artikelen die zijn opgenomen in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels van de planregels; deze regelen de toegelaten functies en de bijbehorende bouw- en gebruiksmogelijkheden.

De planregels zijn aangevuld met omschrijvingen van de in de regels gebruikte begrippen en met een regeling voor wat betreft de wijze van meten (zie Hoofdstuk 1 Inleidende regels van de planregels).

De Algemene regels waaronder de ontheffing- en procedureregels zijn terug te vinden in hoofdstuk 3 van de planregels.

Hoofdstuk 4 bevat tenslotte de overgang- en slotregels.

De in het plangebied voorkomende bestemmingen worden in het onderstaande afzonderlijk toegelicht.

7.4.2 Plansystematiek

Het bestemmingsplan is deels conserverend. Dit betekent dat het de bestaande functies vastlegt. Daarnaast bevat het bestemmingsplan waar mogelijk flexibiliteit en globaliteit. Dit om te voorkomen dat voor iedere wenselijke ontwikkeling een langdurige procedure gevoerd moet worden.

Globaliteit houdt in dat op de daarvoor bestemde gronden meerdere mogelijkheden bestaan ten aanzien van het gebruik. Flexibiliteit houdt in dat de globale bestemming waar mogelijk is verruimd qua bouw- en gebruiksregels én dat het gemeentebestuur door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning kan afwijken van bestemmingsplan.

7.4.3 Regels algemeen

De regels zijn gegroepeerd in drie hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels
  • 2. Bestemmingsregels
  • a. Hoofdgroepen van bestemmingen
  • b. Hoofdgroepen van dubbelbestemmingen
  • c. Functieaanduidingen
  • d. Bouwaanduidingen
  • 3. Algemene regels
7.4.3.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel staan de begrippen die worden gebruikt in het bestemmingsplan gedefinieerd.

Artikel 2 Wijze van meten
Bij het toepassen van de regels wordt op de in artikel 2 geregelde wijze gemeten.

7.4.3.2 Bestemmingsregels
  • a. Hoofdgroepen van bestemmingen

In het plangebied voorkomende hoofdgroepen van bestemmingen al dan niet met bijbehorende (hoofd)functies/gebruiksdoelen (in alfabetische volgorde ) en gebruik van de gronden zijn de volgende:

Bedrijf (B)
Deze bestemming is toegekend aan de in het plangebied aanwezige bedrijven. Er zijn uitsluitend bedrijven toegestaan als nader geregeld in Artikel 3 Bedrijf. Bedrijven met aanzienlijke milieueffecten zijn uitgesloten. Voorts zijn bijkomende voorzieningen zoals erven, tuinen, groenvoorzieningen en parkeerplaatsen toegestaan.

Wel is er in het bestemmingsplan gekozen voor een vastlegging van de bouwvlakken. De bouwvlakken zijn voornamelijk gesitueerd ter plaatse van de bestaande bebouwing met op een enkel perceel nog de mogelijkheid tot uitbreiding.

Bedrijf - Nutsbedrijf (B-NB)

Binnen het plangebied is er een gasontvangstation aanwezig. Dit station is gelegen aan het Weerpad 1b. Dit gasontvangstation heeft een behoorlijke impact op de omgeving, in die zin dat er geen kwetsbare objecten zijn toegestaan binnen een straal van 25 meter om het station. Tevens zit het station verbonden met de gasleiding. Een eigen bestemming voor het gasontvangstation en het perceel waarop hij is gelegen is dan ook op zijn plek.

Cultuur en ontspanning (CO)

Er zijn twee locaties binnen het plangebied welke deze bestemming toebedeeld hebben gekregen. Het betreft dan het Natuur-, Milieu- en Educatie Centrum in het Darwinpark. En de kinderboerderij met werkschuur, tevens gelegen in het Darwinpark. Deze bestemming is bedoeld voor locaties met zowel een educatieve als een ontspannende functie. Men komt hier om te leren, te kijken, te luisteren en te ontspannen. Met name in hun vrije tijd (volwassenen al dan niet met kinderen) of onder schooltijd.

Gemengd (GD) en Gemengd - 1 (GD-1)

Deze bestemming voorziet in diverse functies: onder andere wonen, bedrijvigheid (max. categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging in de rustige woonwijken en maximaal categorie A, B1 en B2 (indien bouwkundig afgescheiden) in de gebieden met functiemenging), culturele voorzieningen, detailhandel, dienstverlening, kantoren en horeca (dat laatste uitsluitend waar dat uitdrukkelijk als zodanig is aangegeven). Er wordt met deze bestemming een flexibele regeling beoogd voor de gebruiksmogelijkheden van die panden waar meerdere functies niet behoeven te stuiten op bezwaren van ruimtelijke aard. De gemengde bestemmingen zijn in het plangebied met name te vinden bij de winkelcentra's. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Buiten het bouwvlak kunnen uitsluitend bijbehorende bouwwerken van geringe omvang en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd.

Groen (G)
Groen dat een min of meer structureel karakter heeft zoals groen dat dienst doet als groene buffer of afscheiding tussen wegen en/of (verschillende) functies/wijken als ook in de wijk voorkomt en/of groen dat van belang is voor de groene (be)leefbaarheid van een gebied, dienen gehandhaafd te blijven en krijgt in het bestemmingsplan de bestemming 'Groen (G)'.
De rest van het groen dat in de wijk voorkomt, bijvoorbeeld bermen en stroken langs wegen, krijgt de bestemming 'Verkeer (V)' of 'Verkeer - Verblijfsgebied (V-VB)'. Ook in verblijfsgebied vallen bijvoorbeeld de parkeerplaatsen en de buurtontsluitingswegen. Dat houdt in dat deze functies binnen 'Verkeer -Verblijfsgebied' uitwisselbaar zijn: daar waar nu parkeerplaatsen zijn kan groen worden en een woonstraat kan verbreed worden en daarmee groen laten verdwijnen. Een zeer flexibele regeling derhalve, immers bij een reconstructie van een gebied of het nieuw aanleggen van parkeerplaatsen behoeft niet telkens een ontheffing- of wijzigingsprocedure te worden gevolgd.

Horeca (H)

Deze bestemming betreft de in het plangebied gelegen horecavoorzieningen. In dit artikel is nader geregeld welke vormen van horeca zijn toegestaan. Hoofdgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan; buiten het bouwvlak kunnen uitsluitend bijbehorende bouwwerken van geringe omvang en bouwwerken, geen gebouwen, worden gerealiseerd. De verschillende soorten horeca zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging. Binnen het plangebied zijn binnen de bestemming de categorieën A, B1 en B2 toegestaan.
Ondergeschikte horeca & detailhandel

Een ondergeschikt, kleinschalig bij de hoofdfunctie passend en daarmee verweven gebruik voor horeca of detailhandel kan worden gezien als een overige voorziening ten behoeve van de op de verbeelding aangeduide hoofdbestemming. Een dergelijk ondergeschikt gebruik wordt in beginsel niet in de bijbehorende planregel genoemd. Het is geen activiteit die zelfstandig bezoekers trekt, maar de hoofdactiviteit winstgevender voor de ondernemer maakt en aantrekkelijker voor de consument of bezoeker. Bij de vraag of in een concreet geval sprake is van ondergeschikte horeca wordt getoetst aan de door de burgemeester vastgestelde Beleidsregels ondersteunende horeca. In deze Beleidsregels is een aantal bestemmingen genoemd waar in ieder geval sprake kan zijn van ondergeschikte horeca (bv 'Cultuur en ontspanning' en 'Maatschappelijk'). Hoewel niet nodig, is voor de duidelijkheid in de desbetreffende planregel bij deze bestemmingen ondergeschikte horeca en detailhandel als functie in de bestemmingsomschrijving genoemd. Voor ondergeschikte detailhandel gelden dezelfde uitgangspunten als voor ondergeschikte horeca.

Bij de vraag of sprake is van ondergeschikte horeca of detailhandel wordt getoetst aan de door de burgemeester vastgestelde Beleidsregels Ondersteunende horeca. Het horeca-/detailhandelsbedrijf moet voldoen aan de volgende eisen, wil het aangemerkt worden als ondergeschikte horeca/detailhandel:

  • 1. De horeca-/detailhandelsactiviteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit en mag niet meer dan 25% van de totale oppervlakte beslaan met een maximum van 100 m2;
  • 2. De openingstijden van de horeca-/detailhandelsactiviteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
  • 3. De toegang tot de horeca-/detailhandelsactiviteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen sprake van een aparte ingang;
  • 4. De horeca-activiteit is alcoholvrij;
  • 5. De horeca-/detailhandelsactiviteit mag niet worden uitgevoerd door derden;
  • 6. Zitplaatsen dienen inpandig te worden aangeboden;
  • 7. Voor de horeca-/detailhandelsactiviteit mag geen aparte reclame worden gemaakt.

Maatschappelijk (M)
Deze bestemming betreft de door het gehele plangebied gelegen maatschappelijke voorzieningen met bijbehorende bouwwerken. In de begripsomschrijving is vermeld dat het hierbij kan gaan om een veelheid aan voorzieningen zoals overheids-, welzijns-, medische-, onderwijs-, culturele- en religieuze voorzieningen. Daarbij zijn ook ondergeschikte detailhandel en horecavoorzieningen toegestaan. Hoofdgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan.

Recreatie (R)

Binnen dit artikel zijn voorzieningen mogelijk voor diverse vormen van recreatie. De bestemming is terug te vinden aan de oostzijde van het plangebied, namelijk bij de jachthaven en bij de volkstuinen.

Tuin (T)

De wijk Poelenburg vormt een helder raster met vierkanten velden. De velden zijn ingevuld met verschillende woningtypes die op repeterende wijze herhaald en gespiegeld zijn. Direct ten oosten van Het Darwinpark is er sprake van een woonmilieu dat uit grondgebonden woningen bestaat. De woningen in een rij vormen een eenheid die elk op eigen wijze georiënteerd zijn op één zijde van het 'veld'/ openbare ruimte. Voor-, zij- en achtergevels liggen in elkaars verlengde. Erfbebouwing is in principe alleen gelegen binnen de gevellijnen. Dit bestemmingsplan zet in op het in stand houden van deze heldere structuur maar biedt ook mogelijkheden de woning uit te breiden daar waar de kwaliteit van de openbare ruimte en belangen van omwonende niet in het geding zijn.

Dit in ogenschouw genomen is het stedenbouwkundig niet wenselijk om voor de voorgevelrooilijn bebouwing op te richten gezien de invloed op de begrenzing van en het bebouwingsbeeld vanuit de openbare ruimte. Het deel van het erf gelegen voor de voorgevelrooilijn is daarom bestemd als Tuin. Binnen deze bestemming mag geen bebouwing worden opgericht, erkers vormen een uitzondering. Een andere uitzondering vormen de locaties waar de aanduiding 'bijgebouw' is opgenomen. Op deze locaties bevinden zich reeds sinds lange tijd bijgebouwen welke zijn gelegen voor de voorgevelrooilijn. Deze bijgebouwen zijn veelal in overeenstemming met elkaar en zijn beeldvormend voor deze type woningen. In de tuinbestemming is dan ook een regeling opgenomen voor deze bijgebouwen.

De keuze is gemaakt om op de verbeelding de grens van de bestemming Tuin overwegend drie meter terug te leggen vanuit de voorgevel. Dit in aansluiting op de gemeentelijke Nota Woonbebouwing Zaanstad 2012. Op een enkele locatie kan het voorkomen dat de tuinbestemming minder ver terug ligt, bijvoorbeeld 1 meter. Dit is gedaan met de specifieke situatie en omstandigheden in ogenschouw genomen.

Ook zij-aanbouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken die voorbij de zijgevel van het hoofdvolume worden geplaatst zijn van invloed op de openbare ruimte. Desondanks krijgen hoekwoningen de mogelijkheid het woonprogramma op de begane grond uit te breiden in de vorm van een aanbouw: "meer ogen op straat". Dit biedt de mogelijkheid een bijdrage te leveren aan de wens om de sociale veiligheid in Poelenburg te vergroten. In aansluiting op de bestaande regeling zijn overige bijbehorende bouwwerken alleen toegestaan binnen de gevellijnen, waardoor de typische heldere structuur van de wederopbouwwijk herkenbaar blijft. De enigszins beperkte afstand tussen de woningen / kavels en de mate van openheid tussen de woningen zijn bepalende factoren voor deze keuze.

Verkeer (V)
Binnen dit artikel is de functie voor het afwikkelen van verkeer de belangrijkste functie. De wegen die als belangrijkste functie het afwikkelen van verkeer hebben zijn: de stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen alsmede akoestisch relevante wegen. De stroomwegen en de gebiedsontsluitingswegen zijn akoestisch relevante wegen.
Daarnaast zijn ook voet- en fietspaden, bermen, parkeer- en groenvoorzieningen, water- en oevervoorzieningen, onder- en bovengrondse inzamelplaatsen voor afval, geleiding, beveiliging en regeling voor verkeer, een brug en een tunnel mede inbegrepen.

Verkeer - Verblijfsgebied (V-VB)
Binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is de verblijfsfunctie het belangrijkst. De functie verkeer is hieraan ondergeschikt, in tegenstelling tot de bestemming 'Verkeer'. Bij 'Verkeer-Verblijfsgebied' gaat het om wegen en gebieden met verblijfsfunctie die niet akoestisch relevant zijn.

Water (WA)
Deze bestemming is gelegd op het water dat deel uitmaakt van de hoofdwaterstructuur. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van de bouwwerken die ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd.

Water - Woonschepenligplaats (WA-WL)

Daar waar woonschepen zijn gelegen is het water bestemd voor het innemen van een ligplaats voor een woonschip dan wel een woonark. Op de verbeelding is de locatie aangegeven en per locatie is één woonschip toegestaan. In het artikel zijn regels gegeven omtrent de maximale lengte, hoogte en breedte van de woonschepen.

Wonen - 1 (W1)
Belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan is de beschrijving en regulering van de woonbebouwing. Alle woonvormen en woningtypes welke betrekking hebben op grondgebonden woningen zijn ondergebracht in de bestemming Wonen - 1. Binnen het toegestaan gebruik binnen de bestemming Wonen - 1 is een Bed & Breakfast (maximaal 6 bedden) toegestaan. Dit verhoogt de flexibiliteit en sluit goed aan op de wens van het bestuur om een flexibele bestemmingsregeling te creëren.

Er zijn een aantal ruimtelijke redenen voor beperking van de bouwmogelijkheden. In de eerste plaats kan de beeldkwaliteit geschaad worden. Dat geldt vooral voor allerlei bouwsels aan de straatzijde in de voortuin die beeldverstorend werken. Bebouwing in de achtertuin/erf, voor zover niet zichtbaar vanaf de straat, heeft geen invloed op de beeldkwaliteit. Een tweede aspect is leefbaarheid en het belang van de openbare ruimte. Totaal volgebouwde bouwvlakken verliezen aan ruimtelijke kwaliteit en geven een verarming van het ruimtelijk aanzicht in de buurt. Gedeeltelijk onbebouwde tuinen en erven hebben daarop een positief effect.
Tenslotte wordt het woongenot geschaad bij het onbeperkt volbouwen van tuinen en erven door buren. Dat gaat ten koste van uitzicht, daglichttoetreding, bezonning en leefbaarheid.

Wonen - 2 (W2)

De woonbebouwing welke bestaat uit gestapelde woningen zijn ondergebracht in een bestemming Wonen - 2. Dit geeft goed de diversiteit van het plangebied weer. Met name de zogenaamde L-vormige en E-vormige flatgebouwen verdienen een andere bestemming dan de grondgebonden (gezins)woningen. Met name in bijgebouwen verschillen deze verschillende woonvormen. De gestapelde woningen kennen namelijk over het algemeen geen bijbehorend eigen terrein waarop een tuin en/of erf gerealiseerd kan worden. Voor de gestapelde woonvorm is dan ook met name de maximale hoogte van belang. Deze wordt aangegeven door middel van een aanduiding op de verbeelding.

Huisgebonden beroep of bedrijf
In het bestemmingsplan is een huisgebonden beroep en bedrijf regeling opgenomen. Aan de hand van jurisprudentie met betrekking tot dit onderwerp is gekozen voor de zgn. 30%-70% regeling. Dat wil zeggen: wanneer een beroep of bedrijf aan huis niet meer dan 30% van het bruto woonvloeroppervlak inclusief bijbehorende bouwwerken beslaat met een maximum van 65 m² dan wordt op het pand geen bedrijfsbestemming gelegd, maar blijft de woonbestemming gehandhaafd. De vestiging van het beroep of bedrijf aan huis mag geen aanzet geven tot verdringing van de woonfunctie.
Binnen de reikwijdte van een beroep en bedrijfsactiviteiten aan huis wordt nadrukkelijk inbegrepen de vestiging van dienstverlenende activiteiten zoals een kapsalon en pedicure/manicure.

Bijbehorende bouwwerken (voormalige aanbouwen en bijgebouwen)
De Wabo maakt geen onderscheid in aanbouwen/uitbouwen en bijgebouwen. Binnen de bestemmingsregels is bij de invoering van de Wabo taalkundig het een en ander veranderd door onder bouwregels het kopje 'bijbehorende bouwwerken' te hanteren in plaats van 'aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen'.

Dakopbouwen

Rijwoningen (2 bouwlagen)

De laagbouwblokken in het bestemmingsplangebied bestaan uit herhaalde eenheden in stempelpatronen. De architectuur is gebaseerd op herhaling van de woning als basiseenheid waardoor de rij leesbaar is als eenheid. De woningen zijn niet al te groot en bestaan in de basis uit 2 bouwlagen. De afgelopen jaren is veelvuldig medewerking verleend aan het realiseren van een extra verdieping om zodoende meer woonoppervlak te creëren. Het realiseren van een extra verdieping op rijwoningen die in de basis bestaan uit 2 bouwlagen wordt daarom in het bestemmingsplan gefaciliteerd. De ambitie is om de opbouw binnen de rij op dezelfde wijze uit te voeren als is vastgelegd in de welstandscriteria die gelden voor de wijk en waarin; "De eerste in een rij de toon zet voor de andere dakopbouwen".

Bungalows

Aan de oostrand van het Darwinpark, zijn woningen van het bungalowtype gelegen. Dit woningtype is kenmerkend voor het tijdsbeeld van de wijk en vormen een geleidelijke overgang naar de groene parkzone. De bungalows bestaan uit één bouwlaag en zijn een enkele keer voorzien van een flauwe kap of een plat afgedekte opbouw. Deze opbouwen hebben niet de hoogte van een volledige verdieping en dienen doorgaans voor de lichttoetreding van de woning. Mede door de beperkte bouwhoogte aan de oostelijke parkrand ontstaat ruimtelijkheid in het park. Behoudt van de geleidelijke overgang over de volledige lengte van het Darwinpark blijft de inzet. Daarnaast is het aannemelijk dat privacy van de naastgelegen percelen door het toevoegen van een extra bouwlaag afneemt gezien de geringe afstand tot de belendingen. Uitbreidingen in een extra bouwlaag zijn niet toegestaan.

Erfbebouwingsregeling
Op 1 juni 2012 is de Nota Woonbebouwing Zaanstad 2012 door de raad vastgesteld.

Deze nota is bedoeld om een verantwoorde, eenduidige afweging te kunnen maken over uitbreiding van een woning, bedrijfswoning en agrarische woning (hierna woningen) en hierbij horende bouwwerken zoals aanbouwen e.d.

De nota speelt in op thema's waarmee het college het meest geconfronteerd wordt. Het vormt een evenwichtige balans tussen deregulering in de zin van meer bouwmogelijkheden enerzijds en het sturen op ruimtelijke kwaliteit anderzijds. Daarnaast is zoveel mogelijk aangesloten bij de regels voor het vergunningvrij bouwen om tegenstrijdige voorschriften te voorkomen en eenduidigheid in het begrippenkader te scheppen.

De nota is van toepassing op het gehele gemeentelijke grondgebied, behalve als in specifieke gevallen anders is aangegeven, en heeft betrekking op;

  • vergroting van het hoofdgebouw;
  • bijbehorende bouwwerken;
  • bouwwerken, geen gebouwen zijnde (dakterrassen, zwembaden, boothuizen, erfafscheidingen, sport- en speeltoestellen, vlaggenmasten, keermuren, dakramen/daklicht en zonnepanelen);
  • dakkapellen.

Deze nota is niet van toepassing op (erven van) woonschepen/woonarken, woonwagens, recreatiewoningen, appartementencomplexen, monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten.

b. Dubbelbestemmingen

Het plangebied kent 2 dubbelbestemmingen. Deze bestemmingen zijn primair ten opzichte van de onderliggende bestemmingen. De regels bevatten ook een voorrangsregeling voor de gevallen dat deze dubbelbestemmingen samenvallen.

Leiding - Gas
De dubbelbestemming "Leiding-Gas" wordt uitsluitend gelegd op hoge druk gasleidingen met een druk van 8 bar of meer. Dit betreft een strook met een breedte van 4 meter aan weerszijden van de desbetreffende leidingen (de vrijwaringzone). Ter plaatse zijn uitsluitend bouwwerken ten dienste van de leidingen toegestaan. Bebouwing ten dienste van de primaire bestemming is slechts toegestaan na een advies van de leidingbeheerder. Er geldt een aanlegvergunningvereiste voor werken en werkzaamheden die de leidingen zouden kunnen schaden.

Waarde - Archeologie 1/Waarde - Archeologie 2

De archeologische waarden in het plan worden beschermd door het aangegeven van gebieden van archeologische waarde ('Waarde-Archeologie'). Dit zijn gebieden waarbinnen archeologische vindplaatsen kunnen worden verwacht. Deze locaties zijn in het bestemmingsplan met name in de bestemming 'Groen' terug te vinden. Wanneer binnen deze gebieden de bodem boven een bepaald oppervlak wordt verstoord en is voor deze verstoring een bouw- of aanlegvergunning (omgevingsvergunning) nodig, dan is de aanvrager van de betreffende bouw- of aanlegvergunning (omgevingsvergunning) verplicht een archeologisch vooronderzoek te laten uitvoeren. Doel van dit onderzoek is vast te stellen of op de plek waar de bodem wordt verstoord, een vindplaats aanwezig is en of deze vindplaats door de voorgenomen werkzaamheden wordt verstoord. Blijkt er een vindplaats aanwezig te zijn en wordt hij door de voorgenomen werkzaamheden verstoord, dan moet de aanvrager van de vergunning maatregelen treffen om de vindplaats in de bodem te beschermen. Is dit niet mogelijk of wil hij dit niet, dan moet hij de vindplaats laten opgraven.

Voor de gebieden met de waarde WA-1 zijn bij een verstoring kleiner dan 50 m² of ondieper dan 50 cm geen archeologische maatregelen nodig.

Voor de gebieden met de waarde WA-2 zijn bij een verstoring kleiner dan 2000 m² of ondieper dan 30 cm geen archeologische maatregelen nodig.

c. Bouwaanduidingen

De in het plangebied voorkomende hoofdgroep van bestemmingen, al dan niet bijbehorende (hoofd)functies/gebruiksdoelen met een bouwaanduiding zijn:

bijgebouwen (bg)

Ter plaatse van deze aanduiding zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan.

d. Functieaanduidingen

De in het plangebied voorkomende hoofdgroep van bestemmingen al dan niet bijbehorende (hoofd)functies/gebruiksdoelen met een functieaanduiding zijn:

bedrijfswoning (bw)

Ter plaatse van deze aanduiding is een bedrijfswoning toegestaan

garage(s) (ga)

Ter plaatse van deze aanduiding is een garage toegestaan.

jachthaven (jh)

Ter plaatse van deze aanduiding is een jachthaven toegestaan.

kinderboerderij (kb)

Ter plaatse van deze aanduiding is een kinderboerderij toegestaan.

maatschappelijk (m)

Ter plaatse van deze aanduiding zijn tevens maatschappelijke functies toegestaan.

specifieke vorm van gemengd-... (sgd - ...)

Ter plaatse van deze aanduiding is een bedrijf toegestaan waarvan de bedrijfsactiviteiten zijn gekoppeld aan een SBI-code zoals in de regels zijn opgenomen.

specifieke vorm van groen - 1 (sg - 1)

Ter plaatse van deze aanduiding zijn schooltuinen toegestaan.

specifieke vorm van maatschappelijk - 1 (sm - 1)

Ter plaatse van deze aanduiding is een roeivereniging toegestaan.

specifieke vorm van maatschappelijk - 2 (sm - 2)

Ter plaatse van deze aanduiding is een drumfanfare toegestaan.

terras (tr)

Ter plaatse van deze aanduiding is (on)bebouwd een terras toegestaan.

verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg (vm)

Ter plaatse van deze aanduiding is een tankstation toegestaan, mits deze geen lpg-brandstoffen verkoopt.

volkstuinen (vt)

Ter plaatse van deze aanduiding is een volkstuincomplex toegestaan.

wonen (w)

Ter plaatse van deze aanduiding is wonen op de begane grond toegestaan.

zorgwoning (zw)

Ter plaatse van deze aanduiding zijn tevens medische en zorggerelateerde dienstverlening aan bewoners op locatie toegestaan, met inbegrip van bijbehorende wijkgerichte gezondheidsdiensten.

e. Gebiedsaanduidingen

De binnen het plangebied voorkomende gebiedsaanduidingen zijn:

Geluidzone - industrie 1

Deze zone geeft de geluidzone aan van het 'Westelijk Havengebied Industrieterrein Westpoort' te Amsterdam.

Geluidzone - industrie 2

Deze zone geeft de geluidzone aan van het 'Industrieterrein Achtersluispolder en Westerspoor Zuid en omstreken' te Zaandam.

Veiligheidszone

Binnen de veiligheidszone zijn geen kwetsbare objecten toegestaan. Deze afstand dient gemeten te worden vanaf de opstelplaats van de inrichting. Voor een gasontvangstation, waar het in casu om gaat, is dit het gebouw. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een afstand van 4 meter.

Wro-zone - wijzigingsgebied - I

Deze zone geeft de mogelijkheid voor een wijziging van de desbetreffende locatie van alleen gestapelde woningen en groene ruimtes naar grondgebonden-, gestapelde woningen en groene ruimtes.

7.4.3.3 Algemene regels

Waar nodig is op enkele artikelen een nadere toelichting opgenomen.

Anti-dubbeltelregel
Doel van deze regel is te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog een keer meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis kan worden gesteld.

Algemene bouwregels
Deze regel vormt het sluitstuk van de bestemmingsplansystematiek in die zin, dat deze regel al het bouwen dat strijdig is met de aan de gronden gegeven bouwmogelijkheden verbiedt. In dit artikel zijn enkele regels opgenomen die gelden, zoals parkeernormen.
In deze regel is verder een ontheffing opgenomen die het mogelijk maakt af te wijken van het geregelde in dit artikel wanneer toepassing ervan het meest doelmatige gebruik, dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd, wordt beperkt. Dit is de zogenaamde 'toverformule'.

Algemene gebruiksregels
Deze regel vormt het sluitstuk van de bestemmingsplansystematiek in die zin, dat deze regel al het gebruik dat strijdig is met de aan de gronden gegeven bestemming verbiedt. In dit artikel zijn enkele specifieke vormen van gebruik als verboden gebruik aangemerkt. Daaronder valt onder meer het verbod op seksinrichtingen behalve op gronden waar dit expliciet is toegestaan.
In deze regel is verder een ontheffing opgenomen die het mogelijk maakt af te wijken van het geregelde in dit artikel wanneer toepassing ervan het meest doelmatige gebruik, dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd, wordt beperkt. Dit is de zogenaamde 'toverformule'.

Algemene wijzigingsregels

In dit artikel wordt Burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om categorieën bedrijven en horeca aan de en de bestemming toe te voegen dan wel te verhogen/verlagen.

Algemene afwijkingsregels

Hierin zijn onder meer afwijkingsmogelijkheden mogelijkheden opgenomen ten behoeve van de oprichten van bijvoorbeeld antennemasten voor mobiele telefonie, beperkte overschrijdingen van bouwgrenzen en het toelaten van nieuwe nutsgebouwtjes etc.

7.4.3.4 Overgangs- en slotbepalingen

Overgangsrecht
De overgangsregels hebben ten doel een rechtstoestand te creëren voor situaties die afwijken van de in het plan opgenomen bepalingen. In principe mogen deze situaties worden gehandhaafd. Indien het gaat om afwijkingen van de bebouwingsregels mag het bouwwerk zelfs worden verbouwd. Alleen als ze door een calamiteit verloren gaan, mogen zeg geheel worden herbouwd.

Slotregel
Deze regel geeft de naam van het bestemmingsplan weer.