12.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 12.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. aan de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw is een erker toegestaan;
-
b. de breedte van de erker mag niet meer bedragen dan 66% van de breedte van de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw;
-
c. de voorzijde van de erker mag niet meer dan 50% van de diepte van de afstand tussen de voorgevelrooilijn tot de perceelgrens beslaan en niet meer dan 1,5 meter voor de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw zijn gelegen;
-
d. de hoogte van de erker mag niet meer dan de hoogte van de vloer van de eerste verdiepingsvloer van het bijbehorende hoofdgebouw +0,30 meter;
-
e. een afdak boven de voordeur verbonden met de erker is toegestaan tot een maximum van de diepte van de betreffende erker;
-
f. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen;
-
g. voor wat betreft de bijbehorende bijgebouwen aangeduid met 'bg' geldt dat zij;
-
1. niet hoger mogen zijn dan 3 meter;
-
2. plat moeten worden afgedekt, en
-
3. maximaal 50% van de breedte van de voorgevel mogen beslaan.