direct naar inhoud van 5.3 Bestemmingsregels
Plan: Buitengebied, 3e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.Buitengebied3eherz-0401

5.3 Bestemmingsregels

5.3.1 Enkelbestemmingen

Het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is opgesteld als een 3-lagen-plan, waarbij de perceelsbestemmingen in de 1e laag beschreven zijn, de gebiedsbestemmingen in de 2e laag (zonering) en de beschrijving in hoofdlijnen in de 3e laag is verwerkt. Deze systematiek is door de verplichting van de SVBP niet langer toegestaan. De 3e laag (beschrijving in hoofdlijnen) komt daarmee te vervallen. De regelingen uit de 1e laag (perceelsbestemmingen) en de 2e laag (gebiedsbestemmingen) worden samengevoegd in enkelbestemmingen. In de enkelbestemmingen zijn ook de neven- en vervolgfuncties uit de vigerende artikelen 34 en 35 verwerkt en het aanlegvergunningenstelsel uit artikel 36.

Hieronder worden alle enkelbestemmingen uit het bestemmingsplan toegelicht.

Artikel 3 Agrarisch (A)

Deze bestemming is een samenvoeging van de perceelsbestemming 'Agrarische doeleinden' en de gebiedsbestemming 'Agrarisch gebied met verweving van landbouw en landschaps- en cultuurhistorische waarden, alsmede kenmerkende openheid (zone ALO)'.

Daarnaast is in het onderliggende bestemmingsplan is één locatie (Noordschans 95) gelegen binnen de zone 'Gebied met verweving van landbouw, recreatie en landschapswaarden (zone NRL)' uit het vigerende bestemmingsplan Buitengebied. In het vigerende bestemmingsplan waren ter plaatse van bouwsteden/bouwvlakken gelegen in deze zone geen neven- en vervolgfuncties toegestaan en wijkt het aanlegvergunningstelsel af. Aangezien de overige regelgeving overeenkomt met de zone ALO, is deze locatie wel opgenomen binnen de bestemming Agrarisch. Met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - beperkte gebruiksmogelijkheden' is op deze locatie specifiek aangeduid dat hier geen neven- en vervolgfuncties gewenst zijn en is de afwijkende regeling voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden (voormalige aanlegvergunningenstelsel) opgenomen.

Gronden binnen de bestemming Agrarisch zijn bestemd voor de uitoefening van een volwaardig of reëel agrarisch bedrijf of een agrarisch bedrijf bij wijze van deeltijd in de volgende sectoren: akker- en vollegrondstuinbouw, grondgebonden veehouderij, sierteelt, fruitteelt, boomkwekerij en paardenfokkerij. Ook agrarische activiteiten op niet-bedrijfsmatige wijze zijn toegestaan. Nieuwvestiging van volwaardige bedrijven of bedrijven bij wijze van deeltijd is niet mogelijk, alleen bestaande bedrijven zijn toegestaan. Naast de hoofdfunctie is ter plaatse een aantal nevenfuncties rechtstreeks toegestaan. Deze zijn in de tabel bij de bestemmingsomschrijving opgenomen. In de specifieke gebruiksregels zijn voor de rechtstreekse nevenfuncties enkele gebruiksregels opgenomen.

Alle gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van tijdelijke lage teeltondersteunende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing en erf- en terreinafscheiding, dienen binnen het, op de verbeelding aangegeven, bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn gebouwd te worden. Het gehele bouwvlak mag bebouwd worden, tenzij op de verbeelding een maximaal bebouwingsoppervlak is aangegeven. Het bestaande aantal bedrijfswoningen mag niet worden gewijzigd. In de bouwregels zijn voor zowel de bedrijfsgebouwen, de bedrijfswoning als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximale maatvoeringen opgenomen.

In de bestemming Agrarisch zijn de volgende flexibiliteitsbepalingen opgenomen.

Afwijkingsregels ten behoeve van:

  • het overschrijden van de genoemde afstandsmaten (bebouwing onderling en tot perceelsgrenzen);
  • het oprichten van permanente teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwvlak;
  • het oprichten van kassen binnen het bouwvlak;
  • nevenfuncties, anders dan bij recht.

Wijzigingsbevoegdheden voor:

  • vergroten van het bouwvlak ten behoeve van intensieve veehouderijen;
  • vervolgfuncties indien hergebruik als agrarisch bedrijf aantoonbaar niet meer mogelijk is;
  • nieuwbouw in geval van sloop bij vervolgfunctie (saneringsregeling);
  • vergroting oppervlaktemaat aanbouwen en bijgebouwen bij vervolgfunctie Wonen;
  • vergroting inhoudsmaat woning bij vervolgfunctie Wonen;
  • vergroten van het bouwvlak van intensieve veehouderijen gelegen op een duurzame locatie.

Bij alle ontwikkelingen binnen de bestemming Agrarisch dient rekening te worden gehouden met de in het gebied geldende waarden: landschaps- en cultuurhistorische waarden in de vorm van grootschalige openheid, waardevolle historisch-geografische lijnen en dijken, historische groenstructuren, kreekrestanten en weidevogelgebieden. Indien met een ontwikkeling (via afwijking of wijziging) aantasting van deze waarden mogelijk is, dient met een schriftelijk advies van een deskundige aangetoond te worden dat aantasting van deze waarden niet aan de orde is.

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Aanverwant (A-AA)

In het vigerende plan is de bestemming Agrarisch aanverwante doeleinden (AD) opgenomen, welke onder de SVBP2008 vertaald is in de bestemming Agrarisch - Agrarisch Aanverwant (A-AA). Per locatie is met een specifieke aanduiding aangegeven welke activiteiten hier zijn toegestaan en in ten hoogste welke categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Naast de hoofdfunctie zijn enkele nevenfuncties (rechtstreeks of via afwijking) en vervolgfuncties toegestaan. Deze wijken, conform het vigerende bestemmingsplan Buitengebied, af van de mogelijkheden die binnen de bestemming Agrarisch worden geboden.

Een enkele locatie betreft een voormalig agrarisch bedrijf, hetgeen met een aanduiding is aangegeven. Ter plaatse mag de bestaande bebouwing niet worden uitgebreid.

Artikel 5 Agrarisch - Glastuinbouw (A-GT)

In het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening zijn enkele glastuinbouwbedrijven gelegen. Deze zijn in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied bestemd voor Agrarische doeleinden, glastuinbouw (Ag) en gelegen in de zone ALO. Deze locaties zijn in het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening voorzien van de bestemming Agrarisch - Glastuinbouw. De bouwregels en de regelgeving omtrent neven- en vervolgfuncties sluiten aan op de bestemming Agrarisch, omdat deze bedrijven in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied gelegen zijn in de zone ALO.

Artikel 6 Agrarisch - Intensieve kwekerij (A-IK)

De intensieve kwekerij (Krauwelsgors 2) is gelegen in de zone ALO en heeft de bestemming Agrarisch - Intensieve kwekerij gekregen. De bouwregels en de regelgeving omtrent neven- en vervolgfuncties sluiten aan bij de bestemming Agrarisch. Het maximale bebouwingsoppervlak op de verbeelding geeft aan welk oppervlak aan bedrijfsgebouwen maximaal aanwezig mag zijn.

Artikel 7 Agrarisch - Intensieve Veehouderij (A-IV)

De intensieve veehouderijbedrijven die deel uitmaken van het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening zijn allen gelegen in de vigerende zone ALO en hebben de bestemming Agrarisch - Intensieve Veehouderij toegekend gekregen. De bouwregels en de regelgeving omtrent neven- en vervolgfuncties sluiten aan bij de bestemming Agrarisch.

In het plangebied zijn enkele gecombineerde bedrijven gevestigd met een akker- en tuinbouwbedrijf en een intensieve veehouderij, beide als hoofdactiviteit. Deze bedrijven hebben de bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij toegekend gekregen, omdat binnen de bestemming Agrarisch geen intensieve veehouderij is toegestaan. Binnen de bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij zijn overige agrarische productietakken tevens als hoofdactiviteit toegestaan. Met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - duurzame locatie intensieve veehouderij' is aangegeven of het een duurzame locatie voor een intensieve veehouderij betreft.

Op de verbeelding is met de aanduiding 'intensieve veehouderij' aangegeven welk deel van het bouwvlak in gebruik mag worden genomen voor de productietak intensieve veehouderij en met een maatvoeringsaanduiding is aangegeven hoeveel bebouwing in gebruik mag worden genomen voor de productietak intensieve veehouderij. Voor het akker- en tuinbouwbedrijf mag de rest van het bouwvlak bebouwd worden.

Artikel 8 Agrarisch met waarden - Natuurwaarden (AW-N)

Deze bestemming is een samenvoeging van de vigerende perceelsbestemming 'Agrarische doeleinden (A)' en de gebiedsbestemming 'Gebied met verweving van landbouw, recreatie, water en natuurwaarden (zone ARWN)'.

Gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor de uitoefening van een volwaardig of reëel agrarisch bedrijf of een agrarisch bedrijf bij wijze van deeltijd in de volgende sectoren: akker- en vollegrondstuinbouw, grondgebonden veehouderij, sierteelt, fruitteelt. Ook agrarische activiteiten op niet-bedrijfsmatige wijze zijn toegestaan. In het gebied is het behoud en herstel van de volgende waarden van belang: kenmerkende landschapsstructuur, waardevolle water- en oevervegetaties, cultuurhistorische waarden en aardkundige waarden.

Binnen deze zone is voor de locaties Sluissendijk 3a en Barlaaksedijk 7/9 een bouwvlak opgenomen, waarvoor de geldende regeling omtrent bouwen, neven- en vervolgfuncties en het aanlegvergunningenstelsel uit de zone ARWN is opgenomen.

Ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden' komen kreekrestanten en leefgebieden voor kwetsbare soorten voor. Op de gronden buiten een bouwvlak mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen gebouwd worden. Via afwijking kan voor de aanleg van openbare steigers hiervan worden afgeweken. Ter bescherming van de algemene waarden en de specifieke waarden ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden', zijn de in de regels genoemde werken en werkzaamheden niet toegestaan en zijn andere werken en werkzaamheden alleen mogelijk met een omgevingsvergunning.

Artikel 9 Bedrijf (B)

In het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening zijn enkele niet-agrarische bedrijven gelegen. Wanneer op een locatie alle bedrijfsactiviteiten die gerekend worden tot de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan, is de locatie voorzien van de aanduiding 'bedrijf t/m categorie 2'. De huidige bedrijfsactiviteiten zijn daarnaast aangegeven met een specifieke aanduiding. Indien op de locatie alleen de huidige bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan en niet alle overige activiteiten in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, is alleen een specifieke aanduiding opgenomen. Voor de twee verkooppunten van motorbrandstoffen in het plangebied is tevens een specifieke aanduiding opgenomen, aangezien op deze locaties alleen een brandstoffenverkooppunt gewenst is en geen andere algemene bedrijfsactiviteiten.

Enkele locaties betreffen een voormalig agrarisch bedrijf, hetgeen met de specifieke aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalig agrarische bedrijfscomplex (sb- v ab)' is aangegeven. Ter plaatse mag de bestaande bebouwing niet worden uitgebreid. Wel mogen de nog bestaande agrarische gebouwen in gebruik worden genomen voor opslag van niet-agrarische producten indien de aanduiding 'opslag' op de betreffende gebouwen is opgenomen. In de 2e herziening is voor opslag van niet-agrarische producten een maximale oppervlakte opgenomen van 1.000 m². Deze maatvoering is overgenomen in de planregels van de 3e herziening. Voor de verbeelding is per locatie de aanduiding 'opslag' strak om de desbetreffende gebouwen te leggen, zodat het bestaande oppervlakte niet uitgebreid kan worden.

Alle niet-agrarische bedrijven hebben een bouwvlak toegekend gekregen waarbinnen alle gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van erf- en terreinafscheiding) gebouwd dienen te worden. Het gehele bouwvlak mag bebouwd worden, tenzij op de verbeelding een maximaal bebouwingsoppervlak is aangegeven. Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan. In de bouwregels zijn maatvoeringen opgenomen voor de bedrijfsgebouwen, de bedrijfswoning en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Om vervolgfuncties mogelijk te maken na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten is binnen de bestemming Bedrijf een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.

Artikel 10 Maatschappelijk (M)

In het bestemmingsplan komt één locatie welke bestemd is voor maatschappelijke activiteiten voor. Hier is een vergaderaccommodatie gevestigd. Alle gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van erf- en terreinafscheiding), dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Hiervoor is op de verbeelding een maximaal oppervlak opgenomen. Verder zijn in de bouwregels maatvoeringen opgenomen voor de bedrijfsgebouwen, de bedrijfswoning en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Artikel 11 Natuur (N)

Aan één locatie in het plangebied is de bestemming Natuur toegekend. Binnen dit gebied zijn alleen bestaande gebouwen toegestaan. Verder mogen er alleen muraltmuren, erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 2 m hoog worden gebouwd. Ter bescherming van de waarden is voor enkele werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning noodzakelijk.

Artikel 12 Recreatie - Dagrecreatie (R - DR)

De bestemming Recreatie - Dagrecreatie (R - DR) is toegekend aan één locatie in het plangebied. Hier is ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' een kleine jachthaven toegestaan zonder gebouwen. Ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' mag één schuur gebruikt worden voor caravanstalling, het maximum oppervlak is op de verbeelding aangegeven.

Artikel 13 Recreatie - Verblijfsrecreatie (R - VR)

In het plangebied is een terrein voor naaktrecreatie gelegen, welke in het vigerende bestemmingsplan de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden had. In de bouwregels zijn specifieke bouwregels opgenomen voor de bebouwing ter plaatse.

Artikel 14 Tuin - 1 (T - 1) en Artikel 15 Tuin - 2 (T - 2)

De gronden met de bestemming Tuin - 1 (T - 1) en Tuin - 2 (T - 2) zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. Het betreft de vigerende bestemmingen Tuin en Tuin+. Op de gronden met de bestemming Tuin - 1 mogen geen gebouwen worden opgericht. Wel mag er ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - paardenbak' een paardenbak aanwezig zijn. Op de gronden met de bestemming Tuin - 2 mag één gebouwtje/schuilhut worden gebouwd van ten hoogste 12 m². In de bouwregels zijn hiervoor nadere regels gesteld. Zowel op gronden met de bestemming Tuin - 1 als Tuin - 2 mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde (zoals overkappingen), gebouwd worden tot maximaal 12 m².

Artikel 16 Verkeer (V)

Wegen, bruggen en viaducten die deel uitmaken van het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening zijn voorzien van de bestemming Verkeer. Binnen deze bestemming zijn ook nutsvoorzieningen toegestaan van maximaal 50 m². Waardevolle dijken zijn extra beschermd door de aanduiding 'landschapswaarden' (lw). Ten behoeve van een naastgelegen motorbrandstoffenverkooppunt is een reclamemast c.q. prijzenbord bestemd met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - reclamemast'. Binnen de bestemming Verkeer mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

Artikel 17 Verkeer - Railverkeer (V - RV)

In het plangebied is een terrein gelegen dat behoort bij de spoorlijn. Deze gronden zijn bestemd voor Verkeer - Railverkeer. Naast spoorwegen zijn hier tevens bijbehorende voorzieningen, zoals bermen, spoorwegovergangen, bermsloten, taluds, geluidswerende voorzieningen en groenvoorzieningen toegestaan. Ter plaatse van de bestaande bebouwing is een bouwvlak opgenomen met de aanduiding 'opslag'. Het gebouw mag gebruikt worden voor opslag ten behoeve van goederen ten dienste van beheer en onderhoud van het spoor.

Artikel 18 Water (WA)

De in het plangebied gelegen hoofdwatergangen zijn bestemd als Water (WA). Ter plaatse mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de waterhuishouding worden gebouwd, alsmede bruggen, steigers ten behoeve van particulier gebruik, duikers en keerwanden. Voor particuliere steigers zijn in de bouwregels specifieke maatvoeringen opgenomen.

Artikel 19 Wonen - 1 (W - 1)

Burgerwoningen gelegen buiten de kernen zijn bestemd voor Wonen - 1, conform de vigerende bestemming Woondoeleinden. Naast het wonen is hier ook het hobbymatig houden van dieren rechtstreeks toegestaan.

In het plangebied komen naast het wonen de volgende nevenactiviteiten voor: een bed & breakfast, caravanstalling en een logiesgebouw, welke met een functieaanduiding zijn aangegeven.

De woningen, die voorheen tot een agrarisch bedrijfscomplex hebben behoord, zijn aangeduid met de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarische bedrijfsbebouwing (sw-vab)'. Op deze percelen zijn nog voormalige agrarische bedrijfsgebouwen aanwezig. Hierin is opslag van statische niet-agrarische goederen toegestaan. Indien dit aan de orde is, is met de aanduiding 'opslag (op)' aangegeven welke gebouwen hiervoor gebruikt mogen worden. In de 2e herziening is voor statische opslag van niet-agrarische producten een maximale oppervlakte opgenomen van 1.000 m². Deze maatvoering is overgenomen in de planregels van de 3e herziening. Voor de verbeelding is per locatie de aanduiding 'opslag' strak om de desbetreffende gebouwen gelegd, zodat het bestaande oppervlakte niet uitgebreid kan worden.

Bij recht is de nevenfunctie kleinschalige horecagelegenheid toegestaan. De nevenfuncties bed & breakfast en kleinschalig kamperen zijn alleen via afwijking toegestaan.

Alle gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van erf- en terreinafscheiding), dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Verder zijn in de bouwregels maatvoeringen opgenomen voor de woning, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de maatvoeringen in de bouwregels voor:

  • het vergroten van aanbouwen en bijgebouwen ingeval van sanering;
  • het vergroten van de inhoudsmaat van woningen ingeval van sanering;
  • het vergroten van de maximale inhoudsmaat indien de woning deel uitmaakt van een veel groter hoofdgebouw.

Aangezien de agrarische sector als de belangrijkste drager van het buitengebied gezien wordt, is in de bestemming Wonen - 1 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming te wijzigen naar Agrarisch indien sprake is van de oprichting van een volwaardig, duurzaam agrarisch bedrijf.

Artikel 20 Wonen - 2 (W - 2)

In het plangebied is één woning gelegen in de kern Tonnekreek. Deze locatie is, conform de vigerende bestemming Woondoeleinden*, voorzien van de bestemming Wonen - 2 (W - 2). Hier gelden specifieke bouwregels voor de woning en aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Binnen de bestemming Wonen - 2 zijn geen nevenfuncties toegestaan.

5.3.2 Dubbelbestemmingen

In het plangebied komen de volgende dubbelbestemmingen voor:

  • Artikel 21 Leiding - Brandstof: ter bescherming van ondergrondse transportleidingen voor K-1 vloeistoffen of propyleen;
  • Artikel 23 Leiding - Hoogspanningsverbinding: ter bescherming van de bovengrondse 380 kV-hoogspanningsverbinding;
  • Artikel 24 Leiding - Leidingstrook: ter bescherming van ondergrondse water- en rioolleidingen;
  • Artikel 25 Waarde - Archeologie: ter bescherming van de archeologische sporen in de bodem;
  • Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie: ter bescherming van de schootsvelden;
  • Artikel 27 Waterstaat: ter bescherming van de waterhuishouding;
  • Artikel 28 Waterstaat - Waterkering: ter bescherming van de waterkering.