Kraaijenbergse Plassen, Waterpark Dommelsvoort

4.3 Gemeentelijk niveau

4.3.1 StructuurvisiePlus Land van Cuijk

De StructuurvisiePlus Land van Cuijk is de gezamenlijke visie van de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en St. Hubert, St. Anthonis en de provincie Noord-Brabant op de ruimtelijke ordening in het Land van Cuijk. Deze visie, door de gemeenten vastgesteld in maart 2001, vormt een kader voor sturing van de regionale ruimtelijke ontwikkelingen.

Op onderstaande afbeelding is een uitsnede uit het structuurbeeld Land van Cuijk weergegeven. Het plangebied is aangeduid.

uitsnede StructuurvisiePlus Land van Cuijk

Met betrekking tot recreatie wordt in de visie gesteld dat de kleinschaligheid en de afwisseling tussen de verschillende landschappen in de regio vooral potenties biedt voor extensieve vormen van recreatie, al zijn er ook locaties waar intensievere vormen van recreatie ontwikkeld kunnen worden: “De gemeenten onderkennen het economische belang van recreatie en stimuleren de recreatieve ontwikkeling van het Land van Cuijk, waarbij vormen van extensief recreatief medegebruik de voorkeur hebben. De uitzondering hierop wordt gevormd door het recreatieve concentratiepunt bij de Kraaijenbergse Plassen. Hier vindt conform het provinciale beleid de ontwikkeling van intensieve vormen van recreatie plaats (inclusief verblijfsrecreatie), die gerelateerd zijn aan de aanwezigheid van de Kraaijenbergse Plassen.”

4.3.2 Verordening Kraaijenbergse Plassen

Op de wateren en oevergebieden van de Kraaijenbergse Plassen en de plas Heeswijkse Kampen is de "Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005 (inclusief 2e wijziging 2009)" van toepassing. Deze verordening stelt onder meer regels ten aanzien van het gebruik van de plassen en oevers voor vaartuigen (type vaartuigen, vaarsnelheden, aanmeerplaatsen, etc.).

De verordening heeft geen doorwerking in voorliggend bestemmingsplan.

4.3.3 Waterplan

De gemeente Cuijk en haar waterpartners (Waterschap Aa en Maas, provincie Noord-Brabant en waterleidingmaatschappij Brabant Water) hebben een integraal waterplan opgesteld. Het waterplan heeft onder meer als doel duidelijk te maken hoe de waterpartners integraal met water omgaan (referentiekader voor het beleid en de werking van het watersysteem en de waterketen) en integratie van waterthema’s aan het begin van (ruimtelijke) planontwikkeling mogelijk te maken.

Onderhavig plan bevat de ontwikkeling naar een 'stedelijke omgeving'. Voor een stedelijke omgeving geldt het volgende streefbeeld:

• Nieuwe ontwikkelingen hebben geen nadelige gevolgen voor het watersysteem, en verbeteren het watersysteem en de waterketen waar mogelijk.
• Al het afvalwater wordt gezuiverd en de zuivering zuivert hoofdzakelijk afvalwater. Regenwater wordt in principe in het watersysteem gehouden.

Het streefbeeld wordt nader vormgegeven in de uitwerking van voorliggend bestemmingsplan. Gezien de ligging van het plangebied in een omgeving met veel oppervlaktewater kan aan het streefbeeld worden voldaan.

4.3.4 Duurzaam bouwen

Duurzaamheid ofwel milieuvriendelijkheid staat bij dit plan hoog in het vaandel. Dit wordt met name ingegeven door de groene en waterrijke omgeving. Dit plan leent zich dan ook bij uitstek voor het verregaand toepassen van het principe van duurzaam bouwen. Daarbij dient te worden gedacht aan het toepassen van duurzame materialen en het op een verantwoorde wijze omgaan met energie.

Een toetsingskader voor duurzaam bouwen vormt het Convenant Duurzaam Bouwen dat door de gemeente Cuijk en de projectontwikkelaar is ondertekend. Beide partijen zullen zich inspannen om de doelstellingen uit het convenant na te leven in het plan Dommelsvoort.

Het convenant heeft geen rechtstreekse doorwerking in het bestemmingsplan.

4.3.5 Parkeernota

In de Parkeernota Slim Parkeren 2007 zijn de parkeernormen opgenomen die door de gemeente Cuijk worden gehanteerd. Op basis hiervan is de parkeerbehoefte berekend zoals opgenomen in paragraaf 3.5.3. De parkeernormen zijn tevens opgenomen in bijlage 2 van de regels en vormen derhalve een toetsingskader voor omgevingsvergunningen.

4.3.6 Archeologisch beleidsplan Cuijk

De gemeente Cuijk heeft haar eigen archeologiebeleid opgenomen in het Archeologisch beleidsplan Cuijk. Het aspect archeologie is nader beschreven in paragraaf 5.2.1.1.

4.3.7 Notitie plassengebied Cuijk

De gemeente Cuijk heeft een notitie over het plassengebied opgesteld. Deze notitie is op 19 september 2011 vastgesteld door de gemeenteraad.

Ten aanzien van Waterpark Dommelsvoort is in de notitie het volgende geschreven: "De grootschalige, intensieve recreatie dient plaats te vinden in de hoek tussen de A73 en provinciale weg N321. [...] Daarnaast komt er een zogenaamd zoekgebied, dat een overgangsgebied moet vormen tussen de grootschalige recreatie en de natuurontwikkelingsgebieden. Voor het gebied Dommelsvoort inclusief zoekgebied is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding."

Geconcludeerd wordt dat het plan past in de Notitie plassengebied Cuijk.

4.3.8 Bestemmingsplan Kraaijenbergse Plassen, plas 4, grinddepot

In het bestemmingsplan Kraaijenbergse Plassen, plas 4, grinddepot is de volgende passage opgenomen ten aanzien van de verdere ontwikkeling van de Kraaijenbergse Plassen.

"In het bovenlokaal beleid (de "Interimstructuurvisie", respectievelijk de "Paraplunota ruimtelijke ordening" van de provincie Noord-Brabant) is plas 4 van de Kraaijenbergse Plassen aangewezen als 'groot oppervlaktewater' met de aanduiding 'openheid'. Het oevergebied ligt volgens deze documenten in de Groene Hoofdstructuur-natuur en de Agrarische Hoofdstructuur-landbouw.

Op basis van de ontwerp-Verordening Ruimte maken de oevers aan de zuid- en noordzijde van plas 4 tevens onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

De ambitie/visie van de gemeente is om de Kraaijenbergse Plassen te ontwikkelen voor maatschappelijke functies, zoals natuurontwikkeling, recreatie, werken, wonen aan het water e.d. De oevers en gebieden die thans over (bijzondere) natuurwaarden beschikken zullen daarbij worden gerespecteerd. De ontgrondingen die nu en in de toekomst plaatsvinden binnen het gebied staan volledig ten dienste van het ontwikkelen van de gewenste maatschappelijke functies. Daarmee is het winnen van zand een doel op zich, maar dient het mede als financiële motor en katalysator voor de kwalitatieve verbetering van de (toekomstige) gebruiks- en belevingswaarde van het gebied."

De ontwikkeling van Waterpark Dommelsvoort sluit aan bij de gemeentelijke ambitie/visie voor de Kraaijenbergse Plassen.

4.3.9 Milieueffectrapportage

In het kader van het Besluit milieueffectrapportage is een m.e.r.-procedure doorlopen. Het MER (31 januari 2011), het aanvullende MER (1 september 2011) en het toetsingsadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage zijn als bijlage 6 toegevoegd.

De Commissie is van oordeel dat het MER en de aanvulling samen alle essentiële informatie bevatten om het milieubelang een volwaardige plaats te kunnen geven bij de besluitvorming. De Commissie adviseert:

• a. bij de besluitvorming aan te geven hoe omgegaan wordt met de beoogde mitigerende maatregelen voor geluid;
• b. bij de besluitvorming aan te geven op welke wijze de gemeente om wil gaan met het wetsvoorstel Swung en daarbij aan te geven wat dit kan betekenen voor de beoogde mitigerende maatregelen voor geluid;
• c. bij de vervolgbesluitvorming aandacht te besteden aan de locatie van de tijdelijke laad- en loswal, zodat inderdaad de in de aanvulling voorspelde reductie van hinder en overlast optreedt;
• d. bij de verdere planuitwerking aandacht te besteden aan de mogelijkheden voor een goed en verkeersveilig netwerk van fietsvoorzieningen.
  

Hieronder is aangegeven op welke wijze of in welke paragraaf de adviezen van de Commissie zijn verwerkt.

ad a.	Dit advies van de Commissie is verwerkt in paragraaf 5.1.6 van de toelichting.
ad b.	Dit advies is eveneens verwerkt in paragraaf 5.1.6 van de toelichting.
ad c.	Voorliggend bestemmingsplan staat tijdelijke voorzieningen ten behoeve van de beoogde ontgronding toe binnen de volledige bestemmingen 'Water - Waterpartij' en 'Recreatie - Uit te werken'. De exacte locatie van de tijdelijke voorzieningen zal op een later moment worden bepaald. Een toetsing aan de milieuaspecten vindt te zijner tijd plaats.
ad d.	Paragraaf 3.5.1 van de toelichting bevat een nadere toelichting van het fietspadennetwerk.

4.3.10 Overig gemeentelijk beleid en conclusie

Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

Onderhavig plan is in overeenstemming met het gemeentelijke beleid.