direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal niveau
Plan: Kraaijenbergse Plassen, Waterpark Dommelsvoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.17BPwpdommelsvoort-VA01

4.2 Provinciaal niveau

Het provinciale beleid is vastgelegd in de nota's:

  • Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
  • Verordening ruimte Noord-Brabant
  • Reconstructieplan Peel en Maas

Het plan wordt aan deze beleidsdocumenten getoetst.

4.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

De Structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het provinciale bestuur op de ontwikkeling van Noord-Brabant.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. Onderhavig plangebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.1684.17BPwpdommelsvoort-VA01_0012.jpg"

uitsnede plankaart Structuurvisie Ruimtelijke Ordening


Het plangebied ligt grotendeels binnen de aanduiding 'gemengd landelijk gebied'. De bestaande plas is aangeduid als 'oppervlaktewateren'.

Ten aanzien van het gemengd landelijk gebied is in de Structuurvisie het volgende beleid opgenomen: "Gebied waarbinnen verschillende functies in evenwicht met elkaar worden ontwikkeld. Agrarische functies worden in samenhang met andere functies (in de omgeving) uitgeoefend.
In het gemengd landelijk gebied wordt voldaan aan de vraag naar kleinschalige stedelijke voorzieningen, recreatie, toerisme en ondernemen in een groene omgeving. Daarnaast wil de provincie ook dat er ruimte beschikbaar blijft om de agrarische productiestructuur te behouden en te versterken. Aan gemeenten wordt daarom gevraagd deze primair agrarische gebieden te beschermen. Dat betekent dat (stedelijke) functies die ten koste gaan van de ruimte voor agrarisch gebruik of die strijdig zijn met de landbouw in die gebieden geweerd worden. Hierdoor blijft er ruimte gereserveerd voor agrarische ontwikkelingen."

Onderdeel van de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening vormen de 'gebiedspaspoorten'. Het plangebied ligt binnen het gebiedspaspoort 'Maasvallei'. De ambities voor het gebied Maasvallei zijn voornamelijk gerelateerd aan de uiterlijke verschijningsvorm en de natuurwaarden. Specifiek wordt de ontwikkeling van een "recreatief watersportknooppunt Kraaijenbergseplassen - Dommelsvoort, waarbij optimaal wordt rekening gehouden met de das, cultuurhistorische en aardkundige waarden" genoemd.

Analyse
Het plan betreft een structurele verandering van landbouwgebied naar recreatief landschap, een proces dat al in 1968 in gang is gezet. De ontwikkeling van recreatieve functies, waaronder recreatiewoningen, kan in potentie een belemmering vormen voor agrarische ontwikkelingen. Het plangebied ligt in een omgeving die conform de Verordening ruimte is aangeduid als extensiveringsgebied voor intensieve veehouderij. Binnen de extensiveringsgebieden is de ontwikkeling van intensieve veehouderijen uitgesloten.

Aan het recreatieve watersportknooppunt wordt invulling gegeven door het Waterpark Dommelsvoort. De effecten voor de das en de cultuurhistorische en aardkundige waarden zijn beschreven in de paragrafen 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.3. Ook hier is de conclusie dat het plan geen belemmering vormt voor de genoemde waarden.

Conclusie
Het plan past binnen c.q. is niet in strijd met de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.

4.2.2 Verordening ruimte Noord-Brabant

4.2.2.1 Inleiding

Deze Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

Het plan omvat overwegend niet-agrarische activiteiten in het buitengebied, die tezamen en onlosmakelijk met elkaar het Waterpark Dommelsvoort vormen. Voor de toetsing aan de Verordening worden de relevante hoofdstukken afzonderlijk bezien.

Hoofdstuk 2 - Bevordering van ruimtelijke kwaliteit
Op alle ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied is het bepaalde in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Verordening van toepassing.

Hoofdstuk 7 - Aardkunde en cultuurhistorie
Het plangebied ligt binnen aardkundig waardevol gebied. Derhalve zijn tevens de artikelen 7.1 en 7.2 van toepassing.

Hoofdstuk 8 - Agrarisch gebied
Voor de bestaande en voort te zetten agrarische bedrijven zijn de artikelen 8.3 en 8.4 van de Verordening van toepassing.

Hoofdstuk 11 - Niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied

• burgerwoningen   artikel 11.1  
• recreatiewoningen   artikel 11.9  
• jachthaven   artikel 11.10  
• voorzieningen   artikel 11.10  

De genoemde artikelen zijn opgenomen in bijlage 4.

4.2.2.2 Toetsing

Hieronder is per artikel(lid) aangegeven op welke wijze de regels in het plan zijn verwerkt.

ad Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit

ad 1.     Voorliggend bestemmingsplan draagt bij aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied en omgeving.  
ad 2.   a.   De voorgestane ontwikkelingen vinden plaats in een gebied waar thans een aantal agrarische bedrijven en burgerwoningen liggen. De bestaande bestemmingen zullen worden beëindigd.  
  b.   De ontwikkeling van een recreatiepark met onder meer 700 recreatiewoningen vindt plaats in een aaneengesloten gebied. Thans liggen in dat gebied agrarische bedrijven en burgerwoningen verspreid.  
ad 3.   a.   Voorliggend plan houdt rekening met de binnen het plangebied en in de omgeving aanwezige waarden. Een en ander is nader beschreven in paragraaf 5.2.  
  b.   De in het plan opgenomen bebouwing sluit aan op zowel het landelijke karakter aan de westzijde van het plangebied als het meer stedelijke karakter aan de oostzijde.  
  c.   Het plangebied grenst aan de autosnelweg A73 en de provinciale weg N321. Tevens grenst het plangebied aan de Kraaijenbergse Plassen, die in verbinding staan met de rivier de Maas.
Ten zuiden van het plangebied is een openbaar vervoerverbinding (bus Grave-Cuijk) aanwezig.
Het personen- en goederenvervoer is hiermee in voldoende mate verzekerd.  
ad 4.     Dit bestemmingsplan bevat een uitwerkingsplicht, maar is geen uitwerkingsplan. Artikel 2.1 is derhalve van toepassing.  

ad Artikel 2.2 - Kwaliteitsverbetering van het landschap
Het aspect "kwaliteitsverbetering van het landschap" is opgenomen in een afzonderlijke notitie (zie bijlage 5). Uit de notitie blijkt dat aan de gestelde eisen wordt voldaan.

Regionale afstemming vindt plaats door agendering van het bestemmingsplan voor het Regionaal Ruimtelijk Overleg.

ad Artikel 7.2 - Aardkundige waarden
Het plangebied ligt binnen 'aardkundig waardevol gebied' (zie onderstaande afbeelding). Derhalve is het bepaalde in artikel 7.2 van de Verordening van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.1684.17BPwpdommelsvoort-VA01_0013.jpg"

uitsnede kaart cultuurhistorie Verordening ruimte Noord-Brabant

In het gebiedspaspoort Maasvallei is de ontwikkeling van Waterpark Dommelsvoort als een afronding van de ontginning van de Kraaijenbergse Plassen opgenomen.

In paragraaf 5.2.3 is beschreven op welke wijze omgegaan is met de aardkundige waarden.

ad Artikelen 8.3 en 8.4 - Voortzetting agrarische bedrijven
Binnen het plangebied blijven drie agrarische bedrijven actief.

Het vigerende bouwvlak van de boomkwekerij Dommelsvoort 3-5 is als zodanig overgenomen in dit plan. Tevens zijn de twee bestaande bedrijfswoningen positief bestemd.

Het bouwvlak van de intensieve veehouderij Dommelsvoort 4 is eveneens als zodanig overgenomen, conform het bepaalde in artikel 9.2, eerste lid, onder c, van de Verordening.

Het bouwvlak van de champignonkwekerij Hoefseweg 1-2 is van vorm veranderd.

De voorgestane agrarische ontwikkelingen zijn niet in strijd met de Verordening ruimte.

ad Artikel 11.1 - Burgerbewoning van voormalige bedrijfswoningen
Het plangebied omvat tevens een gedeelte van het buitengebied van Cuijk, waarbinnen het bestaande gebruik geconsolideerd wordt. In de loop der tijd is in het gebied een aantal agrarische bedrijven beëindigd. De bedrijfsgebouwen zijn gesloopt en de bedrijfswoningen zijn thans in gebruik als burgerwoning.
Derhalve verdwijnt een aantal agrarische bouwblokken uit het vigerende bestemmingsplan en worden daarvoor in de plaats woonbestemmingen toegekend. Een en ander conform het in artikel 11.1, derde lid van de Verordening ruimte.

ad Artikel 11.9 - Recreatiewoningen
Het plan omvat onder meer het toevoegen van 550 tot 700 recreatiewoningen. Zoals vermeld is het bepaalde in artikel 11.9 van de Verordening van toepassing.

ad 1.     Het plan omvat een complex van recreatiewoningen. Het eerste lid is derhalve niet van toepassing.  
ad 2.     Het plangebied ligt binnen 'agrarisch gebied'. Als gevolg van het plan verdwijnen vijf agrarische bouwblokken en twee burgerwoningen. Het plan leidt tot een grootschalige voorziening. Op basis van het laatste voldoet het plan niet aan het in het tweede lid, onder b, bepaalde. Zie ook ad 5.  
ad 3.   a.   Het complex van recreatiewoningen wordt bedrijfsmatig en complexmatig geëxploiteerd. Dit is publiekrechtelijk en privaatrechtelijk geregeld.  
  b/c.   Onderdeel van dit plan vormen een inrichtingsschets, een beschrijving van de voorgestane ontwikkelingen en een beeldkwaliteitplan. Hierin komt tot uitdrukking dat sprake is van een gunstig ruimtebeslag, en van een bebouwingspercentage en bouwhoogte passend bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling. Als basis voor de kwaliteit geldt een zonering rust-natuur en drukte-stedelijkheid, waarbinnen nadere typologieën voor de inrichting gelden.  
  d.   Dit onderdeel is niet van toepassing.  
ad 4.     In de toelichting van de Verordening is aangegeven dat een recreatiepark met meer dan 75 recreatiewoningen wordt gezien als een grootschalige ontwikkeling. Met de voorgestane 550 tot 700 recreatiewoningen is sprake van een grootschalige ontwikkeling.  
ad 5.     Zoals vermeld ligt het plangebied binnen 'agrarisch gebied'. Het plan voldoet aan de voorwaarden voor ontheffing. De procedure voor de ontheffing loopt parallel aan het bestemmingsplan.  
ad 6.     Artikel 13.3 bevat algemene gegevens die bij de aanvraag om ontheffing gevoegd moeten worden.  
  a.   De beschrijving van de ruimtelijk-economische belangen voor de langere termijn is opgenomen in paragraaf 3.1.  
  b.   De beschrijving inzake de bescherming van de aanwezige aardkundige waarden is hierna opgenomen.  
  c.   Zie ad 3.  
  d.   Zie ad 3.  
  e.   Het plangebied grenst aan de autosnelweg A73 en de provincialeweg N321. Tevens is vanuit het plangebied de rivier de Maas bereikbaar. Het plangebied is hiermee op goede wijze ontsloten voor zowel het auto- als het (recreatieve) vaarverkeer.  
  f.   Regionale afstemming vindt plaats door agendering van het bestemmingsplan voor Regionaal Ruimtelijk Overleg.  

Conclusie
Het realiseren van een complex van recreatiewoningen op de beoogde locatie voldoet aan artikel 11.9 van de Verordening ruimte.

ad Artikel 11.10 - Dagrecreatie

Jachthaven
Het plan omvat tevens een jachthaven met ca 500 ligplaatsen. Een jachthaven wordt in de Verordening gezien als een dagrecreatieve voorziening. Artikel 11.10 is van toepassing.

ad 1.     Het plangebied ligt binnen 'agrarisch gebied'. Als gevolg van het plan verdwijnen vijf agrarische bouwblokken en twee burgerwoningen. Het plan leidt tot een grootschalige voorziening. Op basis van het laatste voldoet het plan niet aan het in het eerste lid, onder b, bepaalde. Zie ook ad 4.  
ad 2.   a/b.   Onderdeel van voorliggend bestemmingsplan vormt een inrichtingsschets, een beschrijving van de voorgestane ontwikkelingen en een beeldkwaliteitplan. Hierin komt tot uitdrukking dat sprake is van een gunstig ruimtebeslag, en van een bebouwingspercentage en bouwhoogte passend bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling.  
  c.   Dit onderdeel is niet van toepassing.  
ad 3.     Gezien het aantal ligplaatsen is sprake van een grootschalige ontwikkeling.  
ad 4.     Zoals vermeld ligt het plangebied binnen 'agrarisch gebied'. Van de ontheffingsbevoegdheid kan gebruik worden gemaakt. In dit lid wordt gerefereerd aan het bepaalde in artikel 11.9, zesde lid (zie onder recreatiewoningen).  
    Artikel 13.3 bevat algemene gegevens die bij de aanvraag om ontheffing vergezeld moeten gaan.  
  a.   De beschrijving van de ruimtelijk-economische belangen voor de langere termijn is opgenomen in paragraaf 3.1.  
  b.   De beschrijving inzake de bescherming van de aanwezige aardkundige waarden is hierna opgenomen.  
  c.   Zie ad 2.  
  d.   Zie ad 2.  
  e.   Het plangebied grenst aan de autosnelweg A73 en de provincialeweg N321. Tevens is vanuit het plangebied de rivier de Maas bereikbaar. Het plangebied is hiermee op goede wijze ontsloten voor zowel het auto- als het vaarverkeer.  
  f.   Regionale afstemming vindt plaats door agendering van het bestemmingsplan voor Regionaal Ruimtelijk Overleg.  

Conclusie
Het realiseren van een jachthaven op de beoogde locatie voldoet aan artikel 11.10 van de Verordening ruimte.

Voorzieningen
Het plan omvat voorts een aantal voorzieningen in de vorm van een centrumgedeelte van het waterpark met detailhandel, horeca en dagrecreatieve voorzieningen, die verbonden zijn aan de recreatieve voorzieningen van het waterwark (recreatiewoningen, jachthaven en hotel). Het geheel van voorzieningen in het centrumgedeelte van het waterpark wordt getoetst als 'dagrecreatie'. Derhalve is ook voor dit onderdeel artikel 11.10 van de Verordening van toepassing.

ad 1.     Het plangebied ligt binnen 'agrarisch gebied'. Als gevolg van het plan verdwijnen vijf agrarische bouwblokken en twee burgerwoningen. Het plan leidt tot een grootschalige voorziening. Op basis van het laatste voldoet het plan niet aan het in het eerste lid, onder b, bepaalde. Zie ook ad 4.  
ad 2.   a/b.   Onderdeel van voorliggend bestemmingsplan vormt een inrichtingsschets, een beschrijving van de voorgestane ontwikkelingen en een beeldkwaliteitplan. Hierin komt tot uitdrukking dat sprake is van een gunstig ruimtebeslag, en van een bebouwingspercentage en bouwhoogte passend bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling.  
  c.   Dit onderdeel is niet van toepassing.  
ad 3.     Gezien de omvang van de gezamenlijke functies in het centrumgedeelte is sprake van een grootschalige ontwikkeling.  
ad 4.     Zoals vermeld ligt het plangebied binnen 'agrarisch gebied'. Van de ontheffingsbevoegdheid kan gebruik worden gemaakt. In dit lid wordt gerefereerd aan het bepaalde in artikel 11.9, zesde lid (zie onder recreatiewoningen).  
    Artikel 13.3 bevat algemene gegevens die bij de aanvraag om ontheffing vergezeld moeten gaan.  
  a.   De beschrijving van de ruimtelijk-economische belangen voor de langere termijn is opgenomen in paragraaf 3.1.  
  b.   De beschrijving inzake de bescherming van de aanwezige aardkundige waarden is hierna opgenomen.  
  c.   Zie ad 2.  
  d.   Zie ad 2.  
  e.   Het plangebied grenst aan de autosnelweg A73 en de provincialeweg N321. Tevens is vanuit het plangebied de rivier de Maas bereikbaar. Het plangebied is hiermee op goede wijze ontsloten voor zowel het auto- als het vaarverkeer.  
  f.   Regionale afstemming vindt plaats door agendering van het bestemmingsplan voor Regionaal Ruimtelijk Overleg.  

Conclusie
Het realiseren van het centrumgedeelte op de beoogde locatie voldoet aan artikel 11.10 van de Verordening ruimte.

4.2.2.3 Conclusie

Het gehele plan voldoet/kan voldoen aan de Verordening ruimte Noord-Brabant.

4.2.3 Reconstructieplan Peel en Maas

Op 22 april 2005 is het Reconstructieplan Peel en Maas vastgesteld. In het reconstructieplan is het gebied van de Kraaijenbergse Plassen opgenomen als projectlocatiegebied: "De Kraaijenbergse Plassen is een toeristische trekpleister van bovenregionaal niveau. In dit gebied wordt intensieve watersport, dag- en verblijfsrecreatie met een uitgebreid voorzieningenpakket voorgestaan."

Tevens zijn grote delen van het reconstructiegebied Peel en Maas aangewezen als 'kansrijk extensief recreatief landelijk gebied'. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de kaart 'Recreatie' van het reconstructieplan weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1684.17BPwpdommelsvoort-VA01_0014.jpg"

uitsnede kaart Recreatie van het reconstructieplan

Conclusie
Het plan past binnen het reconstructiebeleid.

4.2.4 Overig provinciaal beleid

Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.