direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie - Uit te werken
Plan: Kraaijenbergse Plassen, Waterpark Dommelsvoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.17BPwpdommelsvoort-VA01

Artikel 11 Recreatie - Uit te werken

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

in de afzonderlijk aangewezen uit te werken plandelen:

  • a. verblijfsrecreatie, al dan niet ten behoeve van een bedrijfsmatige exploitatie;
  • b. dagrecreatie;
  • c. bij de recreatie behorende voorzieningen, zoals:
    • 1. detailhandel;
    • 2. horeca;
  • d. het uitoefenen van activiteiten gericht op maatschappelijke dienstverlening, zoals (alternatieve) zorg, gezondheid en revalidatie, met de daarbij behorende (verblijfs)voorzieningen;
  • e. een jachthaven;
  • f. bedrijfswoningen;

met de daarbij behorende:

  • g. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', tevens de hoofdwegenstructuur;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', tevens geluidwerende voorzieningen en landschapselementen;
  • l. aanlegsteigers;
  • m. ontgrondingswerkzaamheden;
  • n. tijdelijke laad- en losvoorzieningen gedurende de ontgrondingswerkzaamheden;

met dien verstande dat:

  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie uitgesloten - geurgevoelig object', geurgevoelige objecten zijn uitgesloten;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie uitgesloten - voor spuiten gevoelig object', voor spuiten gevoelige objecten zijn uitgesloten.

11.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van de volgende regels.

11.2.1 Inrichting van het gebied
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' zijn toegestaan:
    • 1. niet meer dan 150 vrijstaande recreatiewoningen op percelen met een oppervlakte van niet minder dan 375 m² en niet meer dan 450 m², een en ander in de typologie 'boomgaard'.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2' zijn toegestaan:
    • 1. niet meer dan 200 vrijstaande recreatiewoningen op percelen met een oppervlakte van niet minder dan 550 m² en niet meer dan 800 m², een en ander in de typologie 'natuureilanden';
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie': een groepsaccommodatie.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3' zijn toegestaan:
    • 1. niet meer dan 250 vrijstaande recreatiewoningen op percelen met een oppervlakte van niet minder dan 500 m² en niet meer dan 600 m², een en ander in de typologie 'cultuureilanden'.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 4' zijn toegestaan:
    • 1. detailhandel, met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 1200 m² bvo, waarvan de oppervlakte van detailhandel in de food-branche niet meer dan 600 m² bvo;
    • 2. horeca, met een gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 1500 m² bvo;
    • 3. dagrecreatieve voorzieningen, met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 7300 m²;
    • 4. niet meer dan vijf bedrijfswoningen;
    • 5. niet meer dan 100 recreatiewoningen in de vorm van grondgebonden woningen en appartementen;
    • 6. een groepsaccommodatie;
    • 7. een jachthaven met niet meer dan 120 ligplaatsen.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 5', behoudens ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven uitgesloten' zijn toegestaan:
    • 1. een jachthaven met niet meer dan 500 ligplaatsen en daarbij behorende voorzieningen, zoals een havenkantoor, sanitaire voorzieningen, een vuilwaterstation voor jachten, een hellingbaan en een botenlift;
    • 2. een winterstalling voor jachten, waar tevens kleinschalig onderhoud mag plaatsvinden, met een gezamenlijke oppervlakte van 5000 m², waarvan niet meer dan 50% overdekt mag zijn;
    • 3. aan de watersport gerelateerde detailhandel en dienstverlening, met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 500 m²;
    • 4. aan de watersport gerelateerde horeca, met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 125 m²;
    • 5. niet meer dan één bedrijfswoning.
  • f. Het parkeren vindt plaats op het eigen erf, waarbij tevens het bepaalde in 16.3van toepassing is.
  • g. De verkaveling van de percelen en de situering van de bouwwerken vindt plaats op basis van een beeldkwaliteitplan.
  • h. Er moet worden voldaan aan de kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals bedoeld in artikel 2.2 van de Verordening ruimte Noord-Brabant, vastgesteld door Provinciale Staten op 11 mei 2012.
11.2.2 Bouwregels bij de uitwerking
  • a. Burgemeester en wethouders nemen bij de uitwerking de maatvoerings- en situeringseisen zoals aangegeven in tabel 1 in acht.

tabel 1

afbeelding "i_NL.IMRO.1684.17BPwpdommelsvoort-VA01_0023.jpg"

  • b. In afwijking van het bepaalde in tabel 1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2' de goothoogte en bouwhoogte niet meer bedragen dan 6,5 m, indien het gebouw wordt voorzien van een plat dak.
  • c. In afwijking van het bepaalde in tabel 1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2' de goothoogte en bouwhoogte niet meer bedragen dan 7 m, indien het gebouw wordt voorzien van een plat dak.
  • d. In afwijking van het bepaalde in tabel 1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3' architectonische accenten worden aangebracht met een goothoogte van niet meer dan 10 m en een bouwhoogte van niet meer dan 19 m.
  • e. In afwijking van het bepaalde in tabel 1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 4' architectonische accenten worden aangebracht ter plaatse van niet meer dan 20% van het bebouwd oppervlak, met een goothoogte van niet meer dan 10 m en een bouwhoogte van niet meer dan 19 m.
  • f. In aanvulling op het bepaalde in tabel 1 mag de inhoud van een bedrijfswoning niet meer bedragen dan 750 m³.
  • g. In aanvulling op het bepaalde in tabel 1 mag de hoogte van geluidwerende voorzieningen en landschapselementen niet meer bedragen dan 10 m.
11.2.3 Nadere eisen bij de uitwerking

Burgemeester en wethouders kunnen bij de uitwerking de mogelijkheid opnemen tot het stellen van nadere eisen ten aanzien van de plaats en afmetingen van bouwwerken ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieuaspecten.
11.2.4 Afwijkingsbevoegdheid voor bouwen bij uitwerken
a Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen bij de uitwerking de mogelijkheid opnemen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels ten aanzien van:

  • a. het aantal toegestane woningen, waarbij de afwijking niet meer mag bedragen dan 10% en het totale gezamenlijke aantal woningen niet mag toenemen;
  • b. de toegestane bouwhoogten;
  • c. het aaneen bouwen van vrijstaande gebouwen;

mits passend binnen het bepaalde in een beeldkwaliteitplan.

b Toevoegen bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders kunnen bij de uitwerking de mogelijkheid opnemen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels ten aanzien van het toevoegen van bedrijfswoningen, mits deze om bedrijfseconomische reden noodzakelijk zijn.

c Geurgevoelige objecten

Burgemeester en wethouders kunnen bij de uitwerking de mogelijkheid opnemen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels ten aanzien van het toevoegen van geurgevoelige objecten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie uitgesloten - geurgevoelig object', mits omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt.

11.2.5 Specifieke gebruiksregels bij uitwerken

Burgemeester en wethouders nemen bij de uitwerking de onderstaande specifieke gebruiksregel in acht:

  • Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gebouwen en de gronden voor permanente bewoning, behoudens in bedrijfswoningen, en het houden van evenementen.
11.2.6 Afwijkingsbevoegdheid voor gebruik bij uitwerken
a Evenementen

Burgemeester en wethouders kunnen bij de uitwerking de mogelijkheid opnemen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de gebruiksregels ten aanzien van het houden van evenementen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. voor het plangebied van het bestemmingsplan mag niet meer dan 8 maal per jaar een omgevingsvergunning ten behoeve van een evenement worden verleend;
  • b. de maximale duur van een evenement bedraagt 16 aaneengesloten dagen, met uitzondering van 2 maal 22 aaneengesloten dagen;
  • c. voor een evenement dient een evenementenvergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening verleend te zijn;
  • d. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • e. de ontsluiting en bereikbaarheid van het evenemententerrein moet zijn afgestemd op de grootte en het type van het evenement;
  • f. de waarde van de onderliggende en omringende bestemmingen als gevolg van de ontheffing niet onevenredig worden aangetast;
  • g. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat.
b Jachthaven

Burgemeester en wethouders kunnen bij de uitwerking de mogelijkheid opnemen om ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven uitgesloten' met een omgevingsvergunning af te wijken van de gebruiksregels ten aanzien van het gebruik voor het in 11.2.1 onder e genoemde gebruik, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat.

11.3 Bouwregels

Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens een in zodanig plan gestelde eisen.

11.4 Afwijken van de bouwregels
11.4.1 Afwijking

In afwijking van het bepaalde in 11.3 mag op deze gronden voordat een uitgewerkt plan rechtskracht heeft verkregen, uitsluitend worden gebouwd indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en voorgenomen gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitgewerkt plan of een daarvoor gemaakt ontwerp.

11.4.2 Procedure

Onder de in 11.4.1 bedoelde omstandigheden mag slechts een omgevingsvergunning voor het bouwen worden verleend, nadat belanghebbenden gedurende twee weken in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun zienswijze kenbaar te maken.